Toen, nu meer dan eenjaar geleden, de Liberala Unie haar hervormingsplan aan het oordeel der aangesloten vereenigingen in Nederland onderwierp, kwam van één dier kiesvereenigingon het voorstel om in het programma de volgende verklaring op te nemen: »Bevordtring van de maatregelen, die de völks^zondheid, de grootste bron van volkswelvaart, kunnen verbeteren, is een dragende evkfih. Langs wettelijken
weg vorden voorschriften gegeven voor
het züvor houden van de rivieren en 'v_r üèn bodem, hot onbewoonbaar verklaren van voor de gezondheid schadelijke woningen, de kostelooze voorziening van zuiver drinkwater en het verscherpt toezicht op de levensmiddeler."Die woorden zijn wel waard aan een nadere beschouwing te worden onderworpen. Volksgezondheid, de grootste bron van volkswelvaart — inderdaad, dat is een waarheid, waaraan in Nederland de pleitbezorgers voor de rechten van den derden en den vierden stand nog veel te weinig zijn doordrongen. Men zie slecius hun lijstje van sociale wenschen; daarop komen voor: verlossing van de politieke onmondigheid, invoering van maximum«-werktijd en minimumloon, verbetering der woningen, verzekering tegen ongelukken, pensionneer ing, Zondagsrust, goedkoope badgelegenheid, kjnderkleeding en —* voeding op school,'maar van een kraebtigen aandrang tot meerder toezicht op de levensmiddelen bespeurt men niets. En toch is het zoo noodig, dat de oogen van Staat en gemeente voor dit belangrijke vraagstuk geopend worden. Er is in dit opzicht nog zoo weinig gedaan. Wel is er gezorgd voor den waarborg van het goud en zilver, waarvoor een keuring is voorgeschreven om vervalsching te voorkomen, maar wat van veel meer belang is, de controle der voedingsmiddelen, werd jammerlijk veronachtzaamd. Wel wordt den winkelier voorgeschreven, zijn maten en gewichten door staatsambtenaren geregeld te laten onderzoeken en te ijken, maar op hetgeen daarmede verkocht wordt, ontbreekt schier alle toezicht.. Schamele pogingen in de door ons gewenschte richting zijn het onteigenen en voor de gezondheid schadelijk verklaren van het vleesch van vee, dat aan een besmettelijke ziekte is gestorven. Maar met het handhaven van die verordening gaat het al naar dit met de belangen van den boer overeenkomt. Sterft een koe onder zulke omstandigheden, dat er volgens wettelijk voorschrift op den Staat schadevergoe* ding te verhalen is, ja, dan wordt on« der den dekmantel der volksgezondheid het cadaver begraven — maar, o wee, als dat niet het geval is: dan komen de slagers uit dorpen en kleine steden, die het dier koopen en met »best rundvleesch" hun klanten gaan afventen. Dat mag wel niet, en er zijn keurmeesters om daartegen te waken, maar bun aantal is veel te klein om behoorlijk toezicht te kunnen houden* Vooral op tiet platteland heerscht in dit opzicht de grootste losbandigheid. Wat den menschen daar b. v. in de maag wordt gestopt in den tijd van het kalven der koeien is een ware schande. Zoogenaamd »nuchter" kalfvleesch is dan ter beschikking voor een zoo lagen prijs, dat ook de arbeider zijn tafel daarvan kan voorzien; «nuchter" heet bet, maar «onvoldragen" was in vele gevallen beter naam. Meer hebben wij er niet aan toe te voegen. Mei andore voorschriften,die uiteen bescheiden streven ten bate van de gezondheid voortvloeien, gaat bet al niet beter. Er is een wet op de begraafplaatsen, die voorschrijft dat de kerk» hoven op zekeren afstand van bet een« trum der bevolking moeten gelegen zijn Niettemin werd tot vóór een paar jaren te Amsterdam — terwijl hier gemeen» te-verordeningen nog wel voorzien in hetgeen bet Rijk te kort is geschoten — nog gei egeld begraven op de Oosterbegraafplaats, ofschoon het middelpunt van de dicht bevolkte buurt buiten de Muiderpoort. Op de dorpen is het ook nu nog precies zoo gesteld; daar kan men op warme dagen dikwijls de opmerking hooren maken: Hè wat stinkt het kerkhof vandaag. Merkwaardig is die onverschilligheid ook, waar men ziet, wat Staat en gemeente voor het geestelijk voedsel doen Zeer terecht worden schatten voor het onderwijs uitgegeven en bijna niemand zou wenschen, dat er minder gedaan werd voor de ontwikkeling van onze aanstaande staatsburgers. Zelfs wil men door leerplicht — en daarmede zijn wij het ook volkomen eens — hen dwingen om van dat geestelijk voedsel te gebruiken. Daarentegen trekt de Regeering zich de materiële voeding bijna niet aan en wanneer dit nog gebeurt, dan worden strafbepalingen gemaakt, die slechts zelden toepassing kunnen vinden, aangezien het zoo moeilijk is het bewijs der opzettelijke vervalsching te leveren. De gering&te overtreding eener politieverordening, b. v. het voldoen aan een natuurlijke behoefte op een verboden plaats, kan een boete ten gevolge hebben, maar de melkboer, die zijn melk \aan lengt-dat doen zij bijna allemaal! blijft ongestraft Te Amsterdam kreeg een onbekookte jongen, die floot bij het passeeren der Koningin** nen, zes maanden, terwijl een apotheker, die vervalschte levertraan aan de gasthuizen leverde — wij zullen hier zijn naam niet noemen, omdat hij boete heeft gedaan door een pistool voor zijn hoofd af te schieten — buiten bet bereik der strafwet bleek te vallen. Het eenige, wat den f ibrikant en den winkelier van knoeien terughoudt, is, behalve zijn ingeschapen eerlijkheidsgevoel, de noodzakelijkheid om in qualiteit te kunnen concurreeren. Maar ook ten opzichte van den prijs bestaat zulk een felle mededinging ere die brengt zoo licht uit het rechte spoor.
Nog een staalje van vergevensgezindheid, ook van de rechterlijke macht ten aanzien van knoeiërijen in levensmiddelen. In Friesland werd onlangs een man geaattrapeerd, die gewoon was met mosterd langs de huizen te venten, terwijl hij bezig was zijn mosterd-poe» der aan te mengen met zijne urine. De man kreeg daarvoor niet meer dan drie dagen gevangenisstraf en wellicht ware hij nog vrijgesproken, indien hij in hooger beroep was gekomen. In dezelfde rechtzitting werd een ander we» gens het maken van burengerucht veroordeeld tot drie weken hechtenis.
Eu dat alles geschiedt, waar een van Engeland's grootste staatslieden de nog nooit weerlegde stelling verkondigde, dat de gezondheid van een volk de waarachtige grondslag is, waarop heel zijn geluk en de macht van den Staat berust. Verschillend moge het oordeel luiden over de vraag, wat de meest doelmatige voeding is: de een moge ijveren voor een mengsel van dierlijken en plantaardigen koit, de ander moge de voordeel en van het vegetarianisme bepleiten, maar hierover zijn allen bet eens, dat het voedsel, hetwelk men als het beste beschouwt, onvervalscht en niet verknoeid moet zijn, zal het geen nadeeligen invloed op de gezondheid oefenen. Helaas! die waarborg bestaat in Nederland nog niet. Zooals gezegd — de voornaamste prikkel tot het leveren van deugdelijke eetwaren bestaat hierin, dat men, met het oog op de concurrentie, zijn best wil doen om zijn klanten te behouden en door de qualiteit nieuwe te krijgen. Daaruit werden de bureaux tot onderzoek van levensmiddelen geboren, zoon als men die in enkele groote steden vindt. Zij hebben ontegenzeglijk veel goeds gedaan. Het Amsterdamsche bureau, dat onder leiding staat van Dr. Van Hamel Roos en Harmens, is wel bet meest bekend ; eerstgenoemde geeft tevens het Maandblad tegen de Vervalschingen en de Revue des Falsifications uit, waarin knoeiërijen behoorlijk aan de kaak worden gesteld. Verschillende fabrikanten en winkeliers hebben begrepen, dat een voortdurende controle van dit bureau een goed 9 reclame voor hun zaak was en de vermelding daarvan in de advertenties het publiek moest pakken. Van daar dan ook, dat een breede rij van firma's staat genoteerd op de lijst van hen, wier waren onder toezicht staan van het bureau.
Zulk een controle, uitsluitend reclamemiddel als zij is, is echter geenszins afdoende. Vooreerst is het een onmoge-* lijkheid, dat door twee personen toe» zicht wordt gehouden op alles, wat de meer dan honderd zoogenaamd gecontrolea»*Je (-- firma's verkoopen, maar bovenaien enneeit zuik een deskundige niet de minste macht over den fabrikant,
Slechis de Staat kan als deskundige optreden, want deze beeft te beschikken ever zooveel scheikundigen als noodig zijn "en deze kan straffen, indien de overtreding dat eischt. Evengoed als er inspecteurs van den arbeid zijn, die moeten zorgen, dat de voorschriften ten behoeve van de veiligheid en de gezondheid der werklieden in fabrieken en werkplaatsen worde i nageleefd, evengoed behooren er technische inspecteurs te komen, die de volksgezondheid behartigen door een nauwlettend en voortdurend onderzoek der levens» middelen. Aan hen moet de bevoegdheid van de politie-beambten worden toegekend, zoodat zij bet recht hebben, overal binnen te komen, waar levensmiddelen verkocht of bewaard worden; constateeren zij, dat deze uit eenig sanitair oogpunt ongeschikt zijn, dan behooren zij die goederen in beslag te nemen. Hoezeer er behoefte bestaat aan zulke inspecteurs, bleek nog vóór eenige maanden, toen te Amsterdam per Nellie krenten werden aangevoerd, die onder den naam van «eenigszins beschadigd" ter markt werden gebracht en verkocht. Later bleek, dat die krenten geladen waren geweest in een schip, dat in de Theems was gezonken. Eenigen tijd hadden zij in het sterk verontreinigde Theems-water gelegen, door faecaliën en bacteriën besmet. Toen dat bekend werd gemaakt door de pers, heerschte er groote verontwaardiging onder de huismoeders en een tweede partij, ook uit de Theems opgevischt, kon geen kooper vinden. Intusschen waren er reeds honderden kilogrammen onder de menschen en wie weet, van hoevelen de gezondheid daardoor is benadeeld. Wat met deze krenten gebeurde en zooveel sensatie wekte, geschiedt schier elke week met aniere levens» middelen.
Ook de buitenlandsche handel van Nederland zou door een strenge keuring van overheidswege gebaat zijn. Nu klagen de consuls in hun verslagen maar al te dikwijls, dat het aanknoopen door Nederlanders van handelsrelatiën met vieemde firma's belemmerd wordt door de qualiteit van het gezondene. Omgekeerd zou men in Nederland gevrijwaard zijn voor vervalschte levensmiddelen, door buitenlandsche huizen bin-» nengeloodst. Dit laatste is echter bijzaak, want de gewone bureaux kunnen daarin voorzien voor ben, die het inderdaad ernstig willen. Hoofdzaak is de volks.-gezondheid, die nu is overgeleverd aan knoeiers en bedriegers, wier bedrijf niet wordt nagegaan noch gestraft. Moge de tijd weldra aanbreken, waarin de zorgende en kastijdende hand des wetgevers hen niet langer met rust laat.
"Toezicht op Levensmiddelen.". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1896/09/18 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010294409:mpeg21:p001
"De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1896/09/18 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010294409:mpeg21:p001
2) Marra Da Caza bracht ongeduldig haar kanten waarër in beweging, waardoor een paar losse haartjes op haar voorhoofd heen en m?TI B,nBen' «war de ritmeester zei: »JMet boos woruenl Waarvoor? Ik kwam er onw.üekeurrg toe omdat u mij de Prinses vroeg."
«Wat heeft die daarmede le maken ?" »Zij beeft op het punt gestaan om met beate trouwen!
»Z)o! nep zy onwjiiekeurig uit, terwijl zi, naar de Prrnses omkeek, allof d ze plotseliDK haar belangstelling had opgewekt Zy werd nreuwsgrerig en w.lde weten, waarom de twee met getrouwd waren. Dal wist de ritmeester niet te zeggen, alleen het feit was bekend. De Prinses was mooi, en vier ot vijf jaar geleden zelfs zeer mooi geweest, daarenboven was zij verwant aan vele aanzienlijke geslachten, wat juist voor een diplomaat veel waard wasi haar ouders hadden hun volle toestemming gegeven ondanks de mésalliance, en zij bezat, zooals men vertelde, een zeer aanzienlijk vermogen, »Weet u, wat die Graaf Stassingk bij slot van rekening schrjnt te zijn?' vroeg Maria Da Caza, nu weder vroolijk en opgeruimd mei schitterende oogen. »Nu ?" »Een dwaas!' Zij /achten beiden, en daar de muziek d« galop begon te spelen, maakte de ritmester een lichte buiging voor de schoone jonge vrouw, legde zijn arm om haar slanke taille en leidde haar de zaal in. Zij danste op een bijzondere manier. Er was iets onbewegelijks aan haar, terwijl zij hare rechte, trotsche heuding behield. En toch zag zij er niet stijf uit, alleen maar voornaam, en door haar juweelen diadeem geleek zij eenigszins op een Koningin. Ah zij danste, keek iedereen haar na en onwillekeurig maakt ccea plaats voor het paar. Maria Da Caza wisl het en was het niet anders gewoon in de vijf jaren, dat zij na haar huwelijk in Berlijn woonde. Zoodra de ritmeester haar op heur plaats gebracht had, werd zij door een anderen heer afgehaald, en nog vóór deze haar had teruggebracht, moest hy haar aan een der den danser overlaten. »Maria Da Caza danst 1 Geeft acht, heeren! zei de gastheer tegen een paar jonge officieren en heeren in burgerkleeding, die in de deur bij de zijzalen stonden. Daarbij knipte hij met zijn oogjes, alsof hij wilde zeggen; r>Let lu eans goed op, want zoo iets moois zult ge niet gauw wederzien.' De jonge heden keken haar na en begonnen over haar te praten. Men bewonderde haar schoonheid, haar weelderig zwart haar, haar donkere oogen, baar slanke en toch gevuld : gestalte, men sprak over haar toilet, dat haar zoo goed stond, en over den diadeem op haar voorhoold. Op eens nam het gesprek echter een an-* dere wending, want er werd gezegd: «daar is Stassingk!" en als een loopend vuurtje ging dat bericht, van mond tot mond. Men zag hem nog niet, maar verscheidene heeren verdwenen inde në „zalen en andere volg* den ben. Ook de jongelieden sloten zich bij hen aan, want iedereen wilde het avontuur met de schoone dame uit den harem uit den mond vanden teruggekeerde zelf vernemen. Maria Da Caza was verbeten en Graaf Stassingk kwam in haar plaats. Hy wekte zoozeer de belangstelling der gasten op, dat de zaal in de volgende danspauze bijna geheel ledig was, want de dames lieten zich ook in de zijzalen brengen om uit nieuwsgierigheid den jongen diplomaat weder te zien, van wien zoo iets bijzonders verteld werd, of om hem te bekijken, als zij hem niet kenden. Er bleven maar weinig paren orer, waaronder de Prinses Löwengard E?penburg en Maria Da Caza met ritmeester Heinrich.
»Wat zijn de menschen toch nieuwsgrerigl" zei zij verachtelijk. Maar de ritmeester fluisterde haar toe; «Mevrouw, wees eens eerlijk: als Stassingk hier binnenkomt en de Prinses aantreft, wil u dat ook niet eens zien ?" . Vóór zij kon antwoorden, stroomde de menigte weder in de balzaal terug. Een van de eersten was de gastheer, die een heer naast zich had met wien bij vertrouwelijk «prak. «Dat is hijl" zei de ritmeester Maria Da Caza keek op ca zag een jongen man van middelbare lengte in een onberispelijken rok met wit vest en eenige ordelintjes in het knoopsgat. Hy had blond, zacht golvend, kortgeknipt haar, een sierlijk opgedraaid kneveltje en een frisch open gelaat, waarin een paar vroolrjke, mooie, blauwe oogen stonden. Zijn gang was luchtig, licht en zwevend, alsof hy altijd gewoon was zijn weg geëffend te vinden. »Is hy dat?" zei Maria Da Caza op zulk een teleurgestelden toon, dat ritmeester Heinrich luid lachend vroeg : «Hadt gij u hem dan anders voorgesteld?" »Ja, zeker." »Hoe dan?" «Mooier." »Maar hij ziel er toch heel goed uit." Zij schudde het hoofd : »Ik dacht dat hij lang zou zyn, met donkere oogen, ernstig.. in ieder geval, heel anders." «Een soort van Vliegenden Hollander, niel waar ?" «Neen, maar z00..." En zij blies even wat lucht door haar lippen ca begon toen over andere dingen tè spreken. Het dansen begon weder en langzamerhand werd ook Graaf Stassingk vergeten. De eerste nieuwsgierigheid was bevredigd, en nu dacht reder weder aan zijn afspraken tot dansen, aan voorstellen, aanspreken, enz. Nog eens wekte de nieuwaangekomene evenwel de algemeene aandacht op, namelijk toen de gastheer hem by de Prinses bracht. Hij deed het met opzet en de manier, waarop hij daarbij naar zijn gasten omkeek, toon» de duidelijk aan, hoe gelukkig hij het vond, dat dit pijnlijke tooneel juist in zijn huis voorviel en dat zijn bal weder iets bijzonders had, wat anderen hem op hun partyen niet konden nadoen. Toen Graaf S'ass ngk zich op eens tegenover de Prinses bevond, zwegen de gesprekken in hun nabijheid als op commando. Men stiet elkander aan en aller oogen vestigden zich op ben- Zy was vuurroord geworden en deed eerst of zy den dip'omaat met zag ; tcea hy echter naar haar toekwam-, boog. zy' het hoofd zonder hem de hand de reiken Hij bad zija ze fbeheersching eienwel geen 03genbtik verloren. Hy begon dadelyk een gesprek en bij de aigemseoe stilte kon men ieder woord verstaan. (Worit vervolgd.)
"FEUILLETON. Maria Da Caza. Naar het Duitsch, bewerkt voor De Locomotief.". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1896/09/18 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010294409:mpeg21:p001
In DcLocomotief van gisteren heeft nu weder Mr. E. C. Godeé het noodig geacht, te waat» schuwen tegen deelneming in de hierbovengeooemde zaak en zich daarbij veroorloofd, de geloofwaardigheid der roededeelingen in het prospectus in twijfel te trekken. Hij grondt zyn recht tot het uitoefenen van kritiek op door hem zonder onderzoek geteekende balansen en winst-en verliesrekeningen van afgeioopen jaren en reikt daarmede zijn kritiek een brevet van onbevoegdheid uit. Had Mr. Godeé de stukken, die hij onderteekende, ook nagezien, hem zou natuurlijk voorkomen, wat hem nu zoo vreemd toeschijnt. Onbevoegde kritiek vereischt geen wederlegging., doch, al ware dit niet zoo, het komt mij voor dat de publieke discussie over deze zaak mijnerzijds kan worden geslolen. In het prospectus, verspreid met Se Locomotief van 19 Augustus jl. en dat dus ook aan Mr. Godée, (als hij op dat blad geabonneerd is) moet zijn toegezonden, st*at vermeld, dat de ondertee kenaars zich tot het geven van nadere inlichtingen bereid verklaren. Een zelfde bereidverklaring komt voor in de advertentien, waarbij de gelegenheid tot deelneming wordt aangeboden. Allen dus, die werkelijk belang stellen in het tot stand komen der zaak, in het bij» zonder zij,die daarin Wenschen te participeereo, kunnen zich persoonlijk, zoo tot de Heeren Van Buuren en Co. als tot mij, wenden, ter verkrijging van de door hen gewenschte inlichtingen. Zij.die het tot stand komen der zaak met leede oogen zouden aanzien en die, zooals Mr. Godée, geen aandeelen wenschen te nemen, hebben geen inlichtingen noodig. Willen zij nogtans doorgaan met hun stelselmatige bestrijding en verdachtmaking —dit is hun zaak. #Het zyn de slechtste vruchten nie», waaraan de wespen knagen." Semarang, 18 September.' C. Th. Van Deventer.
"Samarangsche Bazar. „Eigen Hulp.”". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1896/09/18 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010294409:mpeg21:p001
— Te Parys is dezer dagen zekere Van Den Akker, ia 1867 te Delft geboren, met zyn zuster en een Belgische nicht of tante, Loui« se Mataut, in hechtenis genomen, die onder den naam van Graaf De Grülof op verschillende plaatsen in Frankrijk oplichterijen op groote schaal moet gepleegd hebben. Zijn zuster ging daarbij voor Mevrouw de Gravin door en de bedaagde Lour'se mat haar sneeuwwitte haren speel le verschillende rollen, gelijk trouwens Mijnheer de Graaf, als het noodig was, voor lakei wst op te treden. Zij zijn betrapt, nadat zy een villa gekocht en op het kostbaarst gemeubeld hadden, zonder een centime te betalen en met het doel om de «gekochte" meubelen, diamanten, enz. weder tegen klinkende munt van de hand te doen. Dit is hun nog juist by tyds belet. T*l van kleinoodiën van groote waarde, welker eigenaars zich nog niet hebben aangemeld, zijn verzegeld, het overige is teruggegeven. Het drietal was vergezeld van een oude dame, wie zy onder voorwendsel van een groote zaak in modes op te zetten, 30 000 francs, hadden afhandig gemaakt en die ru in een besjeshuis zal werden opgenomen. —Volgens de Echo de Pari» heeft Wanüo, een zoon van Bebanzin, den te Parijs geïnterneerden Koning van Dahomey, vijf eerste prijzen behaald, als: voor Fransch, Engelsch, aardrijkskunde voordracht, benevens vier tweeda pryzen en drie eerste »accessiU". In December 1894 werd hij er op het Lyceum geplaatst. Toen kende hij sUchts enkele Fransche woorden, meest ruwe soldatenuitdrukkingen. — In Frankrijk bes'aat, evenals in Engeland, de gewoonte, nu en dan zonen der koloniën na?r het (and te doen komen, om de grootheid en de schoonheid er van te doen bewonderen. Zoo zyn nu negentien inlandsche kweekelingen van de normaalschool te Boezarea (Algiers) naar Parijs gevoerd. Het zijn Kabylen, ze spreken vloeiend Fransch. De inspecteur der school die hen begeleidt, heeft hen bij Minister Rambaud gebracht en deze heeft hen toegesproken en herinnerd aan al wat Frankrijk voor hen en hun landgenooten heeft gedaan. — Te Grenoble heeft de stoker van een locomotief in den vuurhaard zijner machine het bijna geheel verbrande overschot gevonden van een nachtwaker Bernard. Een vroegere waker, oseph Thomas, is aangehouden, verdacht van uit wraak- of y verzucht den ongelukkige in den nacht met of zonder hulp van anderen vermoord en verbrand te hebben. — Ia een kleinen schouwburg te Londen had onlacgs een schrikkelijk ongeluk plaats, daar een der tooneelspelers een kameraad, Temple Grozier genaamd, door bet bart stak. Hij had, schijnt het, in plaats van deo gewonea tooneeldolk een echten ponjaard genomen, dien hij pas geërfd had en sierlijker vond. Het slachtolfer was da zoon van een predi» kant van zeer goede familie, had een uitstekende opvoeding gehad en was te Liverpool op eea handelskantoor geweest. Hij had ech'èr een Waren hartstocht voor hei too« neel en zijn ideaal was het, te Londen op te treden.
Toen Crozier viel, daverde de zaal van toejuichingen en de spelers werden teruggeroepen. Nadat het scherm weder gevallen was, zei iemand tot hém : — wel, waarom staat ge niet op? — Maar de ongelukkige reutelde reeds. De ponjaard stak hem tot aan het heft n de borst en tien minuten later was hij dood zonder een woord te hebben kunnen z ggen. De politie deed het lichaam naar een naburig lykenhuis veivoeren in zyn Spaansche dracht, het aangezicht en de handen bruin gemaakt, met valschen baard en pruik. Middelerwyl liet de moordenaar zich als wezenloos opbrengen, steede preveleud: •Doodl Doodl Is het mogelijk?" Hy' is vervolgens onder borgstelling op vrije voelen gesteld. — Te Berlijn stond eenarchitect terecht wegens beleediging van ambtenaren enz. De man had op zekeren avond in een wijnhui3 zes flesschen moezelwijn gedronken, daarna een ander locaal bezocht en twee glaasjes roode jenever, alsmede drie glazen bier gebruikt. Hy' was zoodoende sterk beschonken geworden en een bekende raadde hem aan in een rijtuig naar buis te gaan. Oadarwag veranderde hy echter van plan, ging een derde calé binnen en dronk daar acht halve liters Pilsener en vijf cognacjes. Maar nog was hy niet verzadigd en reed naar een vierde café, waar hy vier tot vijf Pilseners, eenige cognacjes, twee flesschen rooden wyn en twee f esschen champagne betaalde. Van de beide laatste wynsoorten dronk hij ongeveer de helft op, waarbij de waard en de kelloer hem hialpen. Daarna ging hij in een rrjtuig zitten, maar wilde ten slotte n*.et betalen; de koetsier haalde er politie-agenten bij, die hij beleedigde, evenals den inspecteur, dien hy wilde omkoopenl Het O M. hield het nu niet voor mogelijk, dat de beschuldigde zyn bezinning kwyt was geweest, omdat hy reeds vier uur later weder op het politiebureau was gekomen en dit weer had kunnen vinden Het gerecht s» hof sloot zich hierbij aan en veroordeelde den beschuldigde t.t een hooge boete, — De aandacht van geheel Canada, zegt de correspondent te Ottawa van de Time», is gevestigd op de verwonderlijke ontwikkeling van het mijnwezen in het Zuiden van Britsch Golumbia. De bevolking van het district Kootenay gaat met reuzenschreden vooruit; het voornaamste mynkamp telde het vorig jaar 300 inwoners, nu reeds 5000, en dit cijfer zal, naar meo verwacht, tegen het eind van het jaar tot 10,000 geklommen zyo. De goudkoorts is reeds tot Ontario doorgedrongen. Er gaat bijna geen dag om dat er niet een nieuwe maatschappij wordt opgericht, de aandeelen worden gewooniyk voor één tiende van de pariwaarde aangeboden. Deskundigen op het gebied van myowezen verklaren, dat het district Kootenay het grootste goudproduceerende land ter wereld belooft te worden. Ofschoon de mynindustrie nog slechts in haar kinderschoenen ie, bedraagt de waarde van het erts dat van 15 April tot 15 Juli werd gedolven, volgens de opgaven der Regeering, meer dao 1,750,000 duliars. — Volgens een telegram uit San Francisco aan het nieuwe blad de Daily Matl zyn de muren der Chineesche wijk aldaar, waar 25,000 zonen des Hemelschen Ryks wonen, met plakkaten overdekt geweest, de Chineezen aansporend om deel te nemen aan een in China opgerichte vereeniging, welke reeds duizeoden leden telt en het op de omver* werping van het tegenwoordige Regeerings« huit toelegt. Li-Hung-Tsjang werd in bedoelde proclamatie beschuldigd van tijdens den oorlog met Japan, China's belang te hebben verwaarloosd en de Chineezen van San Francisco werden opgewekt om hem by zijn aanstaande komst aldaar te vermoorden. De Amerikaansche Regeering moet genoemden Staatsman voor het hom welücht drei— Hef plas bestaat een nieuwe tranaaü^n» Usehe telegraafkabel te 'eggen van Duitscbfu d over de Azcrische eil&nien naar de Veree» sigde Staten van Noord-Amerika. Deze kabel sou dan door de Duitsche Re^eering gesub sidiêerd worden.
— Het Engelsche. weekblad Nature resu meert als volgt wat bekend is omtrent de waarneming der jongst? zonsverduistering.
Waarnemingen van de totale zoneclips werden door wolken onmogelijk gemaakt.
Over de geheele lyn van waarnemers werd hetzelfde rapport ontvangen van mislukking van hef doel. Te Vadfö en in de nabijheid daarvan was de zon gedurende de totale ecbps geheel bedekt en werden «een waarnemingen van wetenschappelijk belang verkregen. De Russische sterrekundigeo, die zich opgesteld hadden in het dorp Orloffskoe aan de Amur, waren even ongelukkig met hun waarnemingen. De ecl-ps was zichtbaar als een partiëele eclips te Tokio, maar te Akeshi, op het eiland Yezo, waar de Japaneeeche, Amerikaansche en Engelsche waar* semeiB hun instrumenten onges'eld badden, was het weder vochtig en de lucht bewolk', en men zegt, dat de gemaakte toebereidselen in een fiasco eindigden. Het is niet vast bekend, wat er te Esashi gebeurde, waar Professor Todd en Dr Deslandres waren gestationneerd, maar er bestaat weinig hoop op succes Eeo telegram, ontvangen te Kopenhagen van Bo dö in Noorwegen, meldt, dat een photo graaf van Flensbu g elf photo-^raphieên van de eclips te Bredvik, aan bet akjerstad Sjord, genomen heeft, uuur sonder nadere details kan geen oordeel over de waarde daarvan uitgesproken worden Er moeten nog berichten komen van de Enge! sche waarnemers op Nova Zembta en van de expeditie van de Russische Astronomische Vereeniging, gestationneerd te Enonlekis (Finland), aan den mond van de Obi, en te Olekmisk, aan de Lena. De waarnemingen van Norman Loekyer op Kiö eiland mislukten eveneecs door bewolkte lucht.
—Vc Igens bericht uit Chabarof k a (hoof del ad van de Siberische Kustprovincie) zijn de waarnemingen van de zonsverduistering in hef dorp Orlofskoie aaa de Amosr, met «o! ledig goeden uitslag bekroond. Het was helder, weer gedurende de verduistering. De sterrekundigen Werlepolski, Witram en Orbinski zijn tsaar Chabarofka teruggekeerd.
—Tegen het einde van de miand Augustus sou Kameroen Von Puttkamer op zijn post terugkeeren. Het Departement van Bui* tenlansche Zaken beschouwt de aantijgingen tegen bern als ongegrond en heeft een aanklacht ingediend tegen bet BeiUnerTaaeblatt, waarin ze geuit zijn. Onder de Hamburgsche kooplui die op Kameroen handel dryven worden, h&ndteekeningen verzameld voor een adres van vertrouwen voor Puttkamer, die «elf binnenkort een boek over Kameroen uit zal geven.
"Uit het Buitenland.". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1896/09/18 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010294409:mpeg21:p001