Trouw,- Geboorte- eo Doodberiehteo uit ftederlaud. GEHUWD: Andel, P. Van en W. Gramerus, Hilversum. Bartels, H. J. en E. M. J. Gram, Rotterdam Beudt, P. F. en R. L, G. A. Raikem, Luik. Boddaert, ;. E. en Jkv. A. J. De JoDge, Den Haag, Buytendorp, A. C. H. (by volmacht) en A. 0. A. Ris, Amsterdam. Erpen Royaards, J. A. Van en J- P. Van S'ryen, Amsterdam- Franke, W. A. en L. C. Knoop. Amsterdam. Huet, W. G. en A. G. M. Asser, Leiden. Lacomble, A. E. J. enS. CS.Bïyers, Weesp. Moes, F. A. en P, De Clercq Zubii, Hilversum. Muyderman, De en C. E. Van Es, Deo Haag. Nuyens, B. W. Th. en G. M. H. Lutz, Rotterdam. Ryn, J. W. Van en J. G. De Ruyter, Rotterdam. Schwab, G. en J. F. G. Welman, Amsterdam BEVALLEN; Deursen, A. Van—Brouwer, D„ Naaldwyk- Goede, G. De—Ellerbroek, Z., Amsterdam. Leflere, J. D.—Kuilman, ieienl. D-, Rotter» dam. Siemer, A. J. C — Struiken, D., Amsterdam. Veen, A. Van—Van Loo, D., Tjammarum Willigen, S. G Van Der—'tflooft, D., Velp. OVERLEDEN: Bornscheur, H. F., Jm., 55 |~ Alphen (N.-R.) Braband, L. J. Van, jm., 48 j., Amsterdam. Buysen, Wed. /. Van-B erkel, 70 tf\, Py nsckor' Carsjens, W. D., 30 j., Oude Wetering. Haan Azn , P. De, 49 j., Baarn. Hart, K., jm., 17 j„ Haarlem. Ingen, G. M. Van—Mattheysen, Amsterdam. Kroes, A., 36 j„ Zevenhuizen (Z -H.) Medenbach, J. C. Av 90 j., Den Haag. Neus, S- J., jm.; 53 j., Haarlem. Rensen, Wed , J. J. B — Gamelkoorn, Arnhem. Santman, L. J„ 46 j., Weltevreden. Sleesen, J D. Van Der, 51 j.,W«espercarspeU Wit, M D.-Offerman,23 j., Gapefie a/d Usel. GEHUWD: Bakhuizen, S. C. en W. Soflmann, s-Gravelacd. Cramer; A. W. (bij volmacht) en M. P. E. Berkhout, Macassar. Gelder, F. Van en J. CoheD, Haarlem. Grolleman, J. M. en G. G. de Wit Van Der Hoop, Den Haag. BEVALLEN: Calkoen, H.—Bolle, D., Haarlem. Grous, M.—Scheller, D. Bordeaux. Hogendorp, Baronnesse Van—Van Burma» nia Baronnesse Rengess, Z Gorinchem- Ligtcrink, Mevrouw—Van Maanen, Z. Rotterdam. (Verbeterde opgave.) Regt, Mevrouw J. C. De—Bydendyk, Z. Rotterdam. Robmson. Mevrouw—Kranendonk) D. 10 Mayor road, Forest Hill, London S. E. Schade Van Westrum, Mevrouw, Z. s-Hertogenbosch. Schepman, A. M. M.—Barger, Z. Rhoon. Schilt, J. J.—Linck, Z Amsterdam. Vechtmann, M. M.—Bonma, D. Ferwerd. Vleeschbouwer, A,— Heigmans, D Amsterdam. Wertheim, D. Hymans, D. Amsterdam. OVERLEDEN• Ansel, Weduwe R.—Snitslaar, 86 j., Amsterdam. Appel, D—Groot, 56 j., Veenhuizen. Ban, H. Van Den, 53 j.. Bonthuizen. Beers, F. Van, jm., 20 j., Amsterdam. Bell, Weduwe J-N. I.Van—Brown, Utrecht. Biegel, M. I, 77 j, Amsterdam. Rlaauboer, T., 26 j., Anna Paulowna. Bloemendal, A, H.—He|lendoorn, 59 j., Amsterdam. Bossers, C S. I, 67 j., Loon-op-Zand. Bron De Vexela, Le—De Wargny De Ter» 100, Brussel. Dominicus Van Den Bussche, Weduwe L. H. M.—Van Deinse, 69 j., Westzaan. Hemert.A-Van—Staal, 61 j, Watergraafsmeer. Holst, N. van, 67 j., Rotterdam. Hoogstraten, H. L. van, 77 j., Den Haag. Kordmg, 'tl.—Rosenstok33j, Rotterdam. Korsten, F., Rotterdam. Lach, Wed. H A.-Gontze, 63 j, Rotterdam. Leupen Jr. D. E. 43 j, Amsterdam. Hierop, J. M. P. van—Van Lelyveld, 63 j., Den Haag. Molenaar, J. G. R. 77 j., 's-Bosch. Moscb, A. M du, 98 j., Zaandam. Oort, A. J P., 25 j., Meurfreesboro (Term.; Raadsveld.P. A. jd. 18 j. Den Haag. Sanders, H. jd.i 1 j, Amsterdam. Seket, Wed. J.—Schelf ar, 77 Amsterdam. Spiegel, J. E v. d. 19 id., j., Feeuwyk. Staal, K. jm., Amsterdam. Storm Az. G. J. 40 j, Amsterdam, Verkerk, Wed. S E-Eu«ering, 82 j., Ami». Visser, J M. de, jd., Locbem. Wagemakec Dz« J., jm-, 23 j.„ Twisk.
De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- 15-12-1896
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- Datum
- 15-12-1896
- Editie
- Dag
- Uitgever
- De Groot, Kolff & Co
- Plaats van uitgave
- Semarang
- PPN
- 852209738
- Verschijningsperiode
- 1863-1956
- Periode gedigitaliseerd
- 1863-1903 / 1947-1956
- Verspreidingsgebied
- Nederlands-Indië / Indonesië
- Herkomst
- KB C 76
- Nummer
- 295
- Jaargang
- 45
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Familiebericht
Atjeh.
De gewone wekelijksche brief van onzen Atjeb-correspondent welken de vorige mail had moeten aanbrengen, kwam eerst gisteravond in ons bez.it mci den brief die zeven dagen later verzonden werd. Hieronder laten wij beide volgen. 28 November Zondag vertrok de Carpentier met 200 geêvacueerden, waaronder een aattal officieren. Daar de boot een van de kleinste is, kon een groot aantal lijders niet mede en hadden deze dus feitelijk veertien dagen lange/1 bier moeten blijven, dank zij d* opheffing van de wekelijksche vaarbeurt. Gelukkig trad de nieuwe chef van den geneeskundigen dienst met _*racht op en zijn reeds maatregelen genomen om tusschentijds ook te kunnen evacuëeren. De voorspelde gevolgen van de overdreven krachtsvorderingen bij den tocht naar Selimoen, waar van de soldaten niettegenstaande de slechte ligging en gebrekkige voeding, het uiterste is gevergd, doen zich meer en meer gevoelen. De cholera vertoont zich nog slechts nu en dan, maar het is gebleken dat een groot deel der zieken die van boyengenoemden tocht de gevolgen ondervinden, lijden aan typheuse koortsen. Het hospitaal is mcci dan vol en evacuatie du * dringend noodig, te meer daar in verband met de nog steeds voortdurende regens en den hoogen watei stand, het aantal zieken volstrekt niet minder wordt. Ook bij het veertiende bataljon te Pasar Samahani hebben zich eenige choleragevallen voorgedaan, en geheel te verwonderen is dit niet, aangezien de patrouilles en de compagnieën meermalen genoodzaakt zijn door kampongs te trekken waar Atjehers aan dezelfde kwaal kwamen te bezwijken. Eindelijk is voor rekening van Generaal Deykerhoff vendutie gehouden, doch het was duidelijk merkbaar aan de geringe opbrengst, dat de vroegere bewoner van bet Gouvernementshotel reeds geruimen tijd uit de gedachten is. De Kolonel met den geheelen Staf maakte den 24en November een verkenning naar den Gleh-Loeda pas. Naar men zegt, staat dit in verband met den aanstaanden tocht naar Lehong over land. Ook de groote hoeveelheid éénmansvracbten die door de Atjeh-A-ssociatie wordt gereed gemaakt, wijst op een dergelijke excursie. Het eers'e gevolg der verkenning is bet besluit dat eindelijk genomen werd, om den Westelijken Gleh.Loeda pas, die bij den tocht naar Lepong voor de Artillerie en den opvoer van levens* middelen zulke zwarigheden opleverde, meer begaanbaar te maken. Een detachement-genietroepen zal de hinderlijke rotsblokken met dynamiet gaan opruimen en er du 3 een begaanbaar pad van maken. Het plan om de laatst gekomen boot aan te houden, teneinde een aantal zieken dio hoog noodig geëvacueerd moeten worden, mede te geven, ging helaas! niet door. Dagelijks bezwijken een aantal lij ders in bet hospitaal en hoenel de geneeskundige dienst met aandrang gewezen heeft op een hoog noodig tijdperk van rust, blijft men nieuwe'plannen maken. Zoo wordt Zondag morgen vroeg weder een tocht naar het gebergte ondernomen door vier compagnieën van het twaalfde bataljon ler hoogte van Pasar Samahani en is men voor den Lehongschen tocht nog steeds bezig , maatregelen te nemen. Dat men niet inziet hoe bet zoo niet door kan gaan ! De Maetsuijker bracht ons eenige versterking, maar dat is slechts een druppel in den oceaan, 5 December. Zondagmorgen vroeg rukten vier compagnieën van bet twaalfde bataljon in twee colonnes, respectievelijk onder den overste Soeters en majoor Wichers, met extra-ireinen uit naar Lambaroe en marcheerden van daar in de richting Panteh Karang via Senelop. De waarnemend controleur had een spionnenbericht ontvangen, dat het indertijd bij den terugtocht van Senelop verloren gegaan geschut zich in een kampong achter Panteh- Karang bevond. Reeds vroeger was een dergelijke mededeeling ontvangen, doch men had toen een vergeefscben tocht gemaakt. Het bleek dat de vergezellen» de gids ditmaal ons goed ingelicht bad. In de kampong Ti-bang-loei namelijk die door de colonne Wichers omsingeld werd, wees de Atjeh'sche gids een vijver aan als de plaats waar hefrge.. schat zou liggen, l'oi bewijs sprong hij er in, dook, verzocht hem een medegenomen eind touw toe te werper, bond het vast en — met eenige moeite kwam werkelijk het veldstuk van 7 cM. dat wij bij Lam-Dam badden achtergelaten, te voorschijn! De mannelijke bevolking was intusschen uit de huizen gehaald en werd beleefd doch dringend uitgenoodigd het stuk, dat er gaaf uitzag doch onmiddellijk begon te roesten, door middel van eenige picoluns te helpen vervoeren. Het kam*» pongbootd verklaarde natuurlijk nergens van te weten, doch één Atje« her viel door de mand en bij een nieuw onderzoek kwam ook de op Lamsoet achtergelaten Goehoornmortier uit den vijver te voorschijn. De mitrailleur werd niet gevonden. Zoowel kanon als mortier waren beide geheel onbeschadigd. De colonne Soeters die meer Oostelijk had geageerd, werd eenigermate beschoten en kreeg een licht gewonde. Toen de buit tot vervoer geschikt was gemaakt, werd de terugtocht aanvaard en met veel moeite brachten onze vrienden, zwoegende' onder den ongewonen last, de hernomen stukken over* den zwaren weg langs den Kroeng Lingkar tot Siroen, alwaar de kanonnen op een kar werden geladen. Het bericht van den terugkeer der verloren schapen veroorzaakte een algemeene vreugde. Zelfs kwam de Kolonel aan den trein om persoonlijk naar den afloop te informeeren. Des avonds om 7 uur waren alle compagnieën weder in hun kampement terug. Het veertiende bataljon werd 1 December door het negende uit Pasar Samahani afgelost. Door de vrij groote onbegaanbaarheid van het terrein was daar in de laatste dagen niet zooveel als vroeger uitgerukt en dit had eenige brani djahats den moed gegeven zich cci sm de nabijheid van het kampement te wagen, daar eenige schoten 'e doen en onverwijld de plaat te poetsen. Natuurlijk met den uitslag, maar verder ging het dan ook niet, dat alles gealarmeerd was. Een onmiddellijk uitgezonden pitrouille, die een hinderlaag achterliet, kwam te laat: de vogels waren gevlogen en zuilen zich nu wel weder eenigen tijd schuil houden — totdat de padi binnen ?s, wellicht! De gezondheidstoestand is nog altijd vrij treurig, choleragevaüen doen zich nog herhaaldelijk voor en de koortslijders maken het lang niet goed. Bijna eiken dag sterven er enkele. Over de kettingjongens spreek ik maar niet eens, die worden niet meer in het hospitaal opgenomen, het is daar overvol. Om eens een denkbeeld te geven hoe de sterkte geslonken is: Van bet zesde bataljon kon een com« pagnie deze week niet meer dan een kleine veertig bajonetten onder de wapenen brengen en drie compagnieën samen nauwelijks 250 man! Ja, Selimoen en Indrapoeri hebben er leelijk in gehakt en bleef het daar nu maar bij! Da missigit Indrapoeri, waar nu een tijdelijk verblijf voor een eventueel uitrukkende colonne bij'ja gereed is, werd bij het allossen van het veertiende bataljon bezet door een compagnie van het negende en tegelijkerlijd telephonisch met Pasar Samahani verbonden. Er zijn barak* ken gebouwd voor ongeveer anderhalf bataljon en in de missigit zelf zijn hokjes gemaakt voor een veertigtal officieren; een gedeelte van den troep moet echter in de aangrenzende kampong onder dak worden gebracht. Door het wei ken in den grond en den waterstand die weder lot een bijzonder hoog peil gestegen is, komen onder de bezetting herhaaldelijk zware zieken voor, zelfs zijn reeds eenigen gestorven en aldaar begraven. Prettig is het er niet erg, te meer daar de zindelijkheid bijzonder veel te wenschen laat en men daar voorshands weinig verandering in kan brengen. Gelukkig verneem ik dat de uitrukplannen weder wat uitgesteld zijn. Gelukkig, want de toestand is waarlijk bedroevend. Eigenlijk hebben wij nog maar één bataljon dat met fatsoen »beschikbaar" kan worden genoemd en dat is hei twaalfde, hetwelk vijf compagnieën s erk is doch daaruit vier behoor» lijk kan formeeren (één compagnie ko • loniale reserve). En niettegenstaande men dit langzamerhand toch ook wel moet inzien, laat men uit Batavia, zonder zelfs den geneeskundigen dienst er in te kennen, dè evacuatieboot, die zoo hoog noodig wekelijks moest varen — eenvoudig maar weg. O, dat misplaatste zuinigheidsbegrip! Waarom geen behoorlijk ziekenschip in de vaart gebracht? Waarom niet een kleinigheid meer uitgegeven om zooveel kostbare soldaten, die daar nu uitgeput in het hospitaal liggen, wijl men hun krach» ten nu eenmaal misbruikt heeft, voor :het Vaderland te behouden. Dat Engelsche versje, zoo welbekend: The fault of the Dutch
Is giving too little And asking too much, mocht wel eens met bloedroode letters geschilderd worden op de wanden der bureaux waar dergelijke bepalingen worden uit gebroeid.
In het hospitaal zag ik flinke soldaten, die alles mede hadden gemaakt, uitgeteerd op hun leger liggen.
Een hand konden ze ternauwernood geven. Sommigen berkenden mij nauwelijks. Ja, dan staat iemand het huilen nader dan het lacben! En dat moes'en die beknibbel *a*s ook eens zien ; misschien zou het dan wat beter gaan en zouden zij inzien welk een ondienst zij het Nederlandsche volk bewijzen, om geen erger woord te gebruiken. De Cavalerie rukte eenige malen uit, om den kapitein Spiriet, die de opnamen moet conti óleeren in de gelegenbeid te stellen bet nieuw in kaart gebrachte terrein na te gaan. lo den avond van 2 December rukte een gedeelte van de marechaussee plotseling uit om den Gli l aroeng-pas te bezetten. Men bad bericht gekregen dat een bende van Oemar, sterk ongeveer veertig man, zich in het gebied van Kroeng Raba bad vertoond en wilde ben nu beletten door te dingen. Zij keerden echter on« verrichterzake terug. Dat het bericht juist was, bleek evenwel aan een patrouille van het zesde bataljon, welke zich naar de bronnen van de Kroeng- Raba had begeven. Zij werd aldaar beschoten en hierbij sneuvelde de gids, terwijl twee minderen gewond werden. Het hun natuurlijk ter oore gekomen succes op den landtong voor Lepong, heeft hen blijkbaar aangemoedigd. Hun driest optreden; zoo in de onmiddellijke nabijheid van onzen post Lok-Nga, is anders moeilijk verklaarbaar.
Lu plaats van kapitein Graafland die om gezondheidsredenen Atjeh verlaten moet, is kapitein Van Kappen als commandant van bet corps marechaussee opgetrdten. (') Stoud het officieele Aljeh^verslag vroeger als »blauwe leugen" bekend, in het laatste dat uitgekomen is, kan men nu een zeer duidelijke, volkomen juiste be« öordeeling lezen van den tegenwoordigen toestand hier (') Reeds telegraphisch bekend. Red.
Nieuwtjes uit Nederland.
loopende tot 14 November, Volgens het D. v. N. is hot niet openbaar worden van het programma der Katholieke Kamerleden hieraan toe te schrijver, dat het eerst moest worden onderworpen aan de bisschoppen en deze het nog niet eens zijn. — Aan het Museum van Kunstny verheid te Haarlem werd door wijlen den Heer Da« niel Hartevelt te Leiden een aanzienlijk ge» scüock gelegateerd, bestaande uit: a. Vier gepolychromeerde beeldjes,ltaliaansche kunst, in 1860 te Palermo aangekocht. b. Een scbryfoaap van liaoenhout, gemaakt te Perken hammer io Bo hemen, met daarbij behoorende specimina van het hout. c. Een antiek Japansch bronzen wierookvat. d. Eea Javaansche ponjaard met ivoren gevest en gouden schee. By het vertrek van den Heer Hartevelt uit Soerakarta ir. Mei 1858 werd hem dit wapen tot aandenken vereerd door den onai aaokelijken Prins Mangkoe Negoro e. Een degenstok van het hout van den klapperboom met zilver beslag. Het lemmet is gedamatquineerd en met goud ingelegd, f. Een ivoren, i jour gesneden sigarenkoker In den kraton gemaakt. Deze twee laatste voorwerpen zijn geschenken van den Soesoehoenan van Soerakarta Pakoe Boewono VII, door den Beer Hartevelt in 1858 ontvangen toen hij die residentie verliet en by Z. H. ten afscheid kwam. — Het getal derf glasblazers te Maastricht, die naar Argentinië zijn vertrokken of eerlang vertrekken, is geklommen tot zestien, f'eze zijn aangenomen door den Heer Leon llegolleau y Sobreno te Buenos-Ayres, voor een loon van fr. 325 per maand voor meesters. De verbintenis is aangegaan voor den tyd «an tweejaren, met bevoegdheid aan den arbeider om het na zes maanden te doen eindigen. — Met de bedoeling om voor zyn vertrek naar Indiê zya meisje nog eens te beizoeken, kwam onlangs aan het centraalsta tion te Uirecht een koloniaal aan, geenszins vermoedende dat bij twee dagen later de woonplaats zyner geliefde zou verlaten zonder haar zelfs ook maar een oogenblik te hebhen gezien. Toen hij namelijk het station verliet, vas de eeiste dien hy ontmoette een gd wezen matroos der Marine, met wien bij al» jongen veel omgang had gehad, doch dien uij daarna uit het oog had verloren. Natuur» lijk moest op dat wederzien een glaasje gedronken worder», waartoe bet vriendenpaar de eerste herberg de beste binnenging en daar geruime» tijd vertoefde, totdat zy in een toestand waren geraakt, waarin de kastelein zyn klanten liever kwijt dan rijk is Gelukkig was de matroos den koers nog niet geheel kwijt en slaagde hij er zetls in, om, zonder door de politie te worden gezien, met zijn vriend de Hefeelsteeg, waar zyD vrouw (?) woonde, te bereiken. Sedert schynt men daar onafgebroken feest te hebben 'otdat de koloniaal geen cent meer iijlwas, slis wat. bij aan waarde bij zich bad gehad verkocht was en een drietal dames uit bet geze-schap hem na ecu korten twist de deur uitwierp.
Zooals de man daarna aan de politie verklaarde, WtS hij in die twee dagen ruim t 260, benevens een gouden horloge met dito kettrng en een paar gouden ringen kwyt geraakt en bleef hem met anders over dan maar zoo gauw mogelijk naar Harderwyk teruü* te keeren, wat hy dan ook den vol* genden dag deed— Een kenschetsend geval van preventieve hechtenis heeft z;ch — volgens de Amh. Ct—te Rotterdam voorgedaan. In de vorige maand viel eer man van de trap en bekwam een schedelbreuk en verder inwendig letsel, zoodat hij in bet ziekeohuts moest worden opgenomen. Onder verdenking den man van de trap geworpen te hebben, werd daarop g< irresteerd C. P. Punt. Men voerde hem geboeid naar de cellulaire gevangenis, oiscboon de mishandelde zalf nog geen betrouwbare verklaring had afgelegd. Van 25 October tot 7 November bleef Punt in voorarrest en in dien tijd werd hij geen enkele maal in verhoor genomen. Inmiddels is de mishandelde hersteld, of althans zyn leven bui'en gevaar. Op den 7den November werd Punt aan*» gezegd dat hij kon vertrekken en hij kreeg. als verdiend in die twaalf dagen, uitbetaald achtendertig cenlen. Zyn eerste gang was naar den kruidenier, waar hy sedert jaren als winkelbediende in betrekking is, maar zijn patroon had reeds een ander in zijn plaats genomen en kon dien nu niet weder ontslaan. Door een misverstand van politie of Justitie is de man dus reeds als een misdadiger behandeld, in het openbaar geschand vlekt en bovendien broodeloos gemaakt, — Hjt Algemeen Politieblad bevat een oproeping voor een inspecteur van politie te Franeker. Onder de vereischten komt voor, dat hij van d-m Protestantschen godsdienst moet zijn. De Tyd wijst op het ongrondwettige van zoodanigen eisch. Volkomen terecht. Het ware te wenschen dat niet alleen au'oritei» ten, maar ook particulieren, fabrikaaten en winkeliers daaronder begrepen, het door de Grondwet bekrachtigde beginsel huldigden en bij het aanstellen van hun personeel niet vroegen of sollicitanten Roomseh of Protestant zyn. In het maatschappelijk leven kan men hel dagelijks waarnemen dat het Gemeentebestuur van Franeker niet alleen staat. — Uit Klaaswaal wordt aan het N6l. o. d R. Wrd. geschreven: «Naar de genoeglijke en vette ambten van secretaris en ontvanger dezer gemeente solliciteeren slech's vijftien heeren, wier kennis minstens zoo ver gaat dat ze weten voor zoon sollicitatie een zegel noodig te hebben. >Onder de ongezegelde solficitatiën is er één, wiens ongezegeidheid jammer is. Hij wa» re de rechte man, want hij is een administrateur van den bloede; een zyner voorvaderen was reeds in 1528 algemeen rentmeester van René van Chalons, Prins van Oranje; de kerk, waarin het gebeente rust, is een groote, en ze is reeds in 1352 gesticht, «Een achteroudoom was Oberhofgeheimrath van den Koning van Pruisen in het begin dezer eeuw, terwijl een neef van den over* grootvader pianist aan het Pruisische hof was toen de piano nog clavecimbaal heette. Dat zou een man voor Klaaswaal wezen! Hy is Waalsch Hervormd en nog ongehuwd op den koop toe. Jammer, jammer van de on» gezegeldheid !" —Te Winschoten is een driejirig meisje op treurige wijze om het leven gekomen. In een woonschip van een kermisreiz'^er lagen drie kleine kinderen, waarvan het oudste spelend het hoofd door het bed lek oord stak met het treurige gevolg, dat h ü spoedig bewusteloos was. Toen de moeder te hulp schoot, had de kleine reeds den laatsten adem uitgeblazen. — Te Meppel was dezer dagen een dertienjarig mei?|
Mijnbouw indige Opsporingen.
In de Jara'scke Courant is opgenomen een circulaire aao de hoofden van gewestelyk bestuur, met u-rzo dering van die io Atj*»b, Soerakarti, Djkj karta, B;nka, de Wesierafdeeling van Borneo en 811 ton, waarin <_ hoofdzaak het volgende gezegd wordt.
Aanvragen om vergunning tot het doen van mynbouwkundige opsporingen, welke door het betrokken hoofd van gewestelijk bestuur worden ontvangen nadat voor het daarby bedoeld terrein aan een ander zoodanige vergunning is verleend en voordat deze vergunning vervalhn, dan wel, door het niet aanvangen met de opsporing binnen den daartoe gestelden termija, voor intrekking vatbaar geworden is, worden afgewezen en blijven vtrder buiten aanmerking. Hetzelfde geschiedt ten opzichte van aanvrager, inge-* komen nadat de vergunning voor intrekking vatbaar geworden is, indien de imrekkiDg niet plaats heeft (') Behoudens dit laatste heeft van de aanvragen, weike inkomen nadat de vergunning vervallen of voor intrekking vatbaar geworden is. die aanvraag den voorrang, welke bet eerst door het hoofd non gewestelijk bc* stuw ontvangen wordt, met dien verstande dat ten opzichte van gelyktijdg ingekomen aanvragen het hoofd van gewestelyk be» stuur omtrent den voorrang beslist. Ingeval echter, binnen tïrie maanden nalat de ver-* gunning voor intrekking vatbaar geworden of vervalhn is, het hoofd van gewestelyk bestuur aanvragen ontvangt voor hetzelfde terrein van personen, die reeds voor dat terrein vergunning hebben verzocht, alvorens de laatste verdunning verleend werd en wier verzoek alleen is afgewezen omdat de houder dier vergunning hen voor was, wordt aan die aanvragen, gerekend naar het tyd» stip van ontvangst van het vroeger afgewezen verzoek, voorrang toegekend boven andere, eerder ingekomen aanvragen. By het voorgaande en o>k bij hetgeen verder volgen zal, is in acht te nemen dat aanvrage?, die wegens onvolledigheid nief voor behandeling vatbaar zijn of om welke reden ook naar het oordeel van het hoofd van gewestelijk bestuur moeten worden af* gewezen, uit des aard nooit voorraog kun» nen hebbea
Wanneer de houder vaa S€ 2 vergiwmiag tot bet doen van mijnbouwkunéigeop^p(>^\n• gen, niet langer dan vier maanden vooraf de vergunning door tjjdverloop vervalt, bet verzoek doel om hem een nieuwe vergunning te verleenen voor betzelfde terrein, kan dit verzoek in behandeling worden genomen indien het hoctd van gewestelyk bestuur van oordeel is datde houder der vergunning by het gebruik maken daarvan diligent is geweest. In dat geval wordt aan het verzoek voorrang toegekend boven aanvragen welke na het vervallen der vergunning mochten inkomen. Is de houder eener vergunning naar het oordeel van het hoofd van gewestelyk bestuur niet diligent geweest of zija verzoek om een nieuwe vergunning voor hetzelfde terrein door het hoofd van gewestelijk bestuur ontvangen langer dan vier maanden voor het tijdstip waarop de loopende vergunning moet vervallen, dan wordt het verzoek afgewezen.
Wanneer de houder eener vergunning tot het doen van mynbouwkundige opsporingen, die den termijn voor het aanvangen met de opsporingen gesteld onbenut beeft laten verstrijken en wiens vergunning dientengevolge wordt ingetrokken, een nieuwe vergunniog aanvraagt voor hetzelfde terrein, hebben alle aanvragen van anderen, die door het hoofd van gewestelyk bestuur worden ontvangen binnen drie maanden na de intrekking der vergunning, voorrang boven de zyne; onverminderd de bevoegdheid van het hoofd van gewestelyk bestuur om die aan* vraag op grond van de gebleken nalatigheid of om andere redenen af te wijzen.
(') Men denke hier aan het geval dat de termijn voor het aanvangen met de opsporing korter is gesteld dan het bij -irtikel 4 der ordonnantie van 7 Hei 1874 (Staatiblad no. 1*28) bepaald maximum van één jaar en, op verzoek van den houder der vergunning! alsnog wordt verlengd.
fimor.
Uit Timor wordt gesebreven aan de Mak. &.- De strijd der Portugeezen tegen de op» roerige stammen schynt beëindigd. Of de Portugeezen daarbij beslissend overwonnen en zoo ja» of zij daardoor veel ver ler zyn gekomen, za) de toekoost moeten ieeren.
Er heerschen in het Portugeesche gebied allereigenaardigste toestanden.
Een paar staaltjes: Selert eenigen tyd zyn twaalf Afrikaansche soldaten, die tot de Portugeesche geregelde troepen behoorden, van Batoe-gedé, het kampement, overlaad naar Atapoepoe gevlucht, ten einde zich te onttrekken aan de willekeur van hun meerderen, ge iyk zij opgaven. Zeven hunner zyn bij den Agent van de Pakketvaart-maatschappy ca vyf bij een Arabier, met name Abdul Rachman te Atapoepoe onder dak genomen, aangezien de posthouder toen op tournee was. Deze menschen verklaarden tot desertie te zyn overgegaan omdat zij by onvoldoende voeding zwaar werk moesten verrichten en daarbij nog slaag opliepen, terwyl zy geen betaling voor den dienst kregen en versnaperingen a's tabak, drank enz, hun wor* den onthouden-
Voorts* moeten zij — altyd naar zy op. gaven, — niet voor den dienst zyn aange* worven, doch zijn opgevangen en naar het oorlogsterrein overgebracht.
Han aantal' bedroeg 386 man, die ge« deeltelyk te Dcli en gedeeltelyk te Batoegedé in garnizoen werden gehouden. Na de desertie van dit twaalftal bleven de anderen gecon» •ngneerd in de benting. ■ Van een deel der hulptroepen vreest men dat zy het voorbeeld van deie twaalf zullen volgen, daar zy in eigen onderhoud hebben te voorzien en daartoe dagelijks te Atapoepoe konen om levensmiddelen in te slaan.
Een korporaal vergezeld van zekeren Prins Oeikoesie, met een gevolg van zes man, had inlast de deserteurs te Atapoepoe op te sporen en hen vandaar terug te brengen. Maar de genoemde agent en Arabier meenden de komst van den posthouder le moeten afwachten alvorens aan dit verlangen gevolg te geven. De deserteurs toonden niet de minste neiging om naar bun marte* laars, zooals zij zeiden, terug te keeren. Öp*den negenden October bevond «ch aan boord van de Graaf van Bylandt, ter reede Atapaepoe, de Gouverneur van Deli. In zyn gevolg waren de te Dcli geplaatste agent van de Pakketvaart-maatschappy en de Arabier Hasan Bachmid, alsmede twee kornels, hoofden der inheemsche bevolling van Portugeesch Timer.
De passagiers moesten naar Koepang ;op den volgenden dag zou de oorlogsstoomer Düiy hen van daar afhalen. Het doei der reis was niet bekend, maar [allerlei combinaties werden natuurlyk genaakt.
De een beweerde dat de Gouverneur zya dochter en schoonzoon, die aanboord waren •n naar Macao zouden vertrekken, tot Koepang uitgeleide wilde doen en een ander vertelde weder dingen waarvan mij de haren ten berge rezen. Zeker is echter dat de agent te Dcli en de genoemde Arabier geen pleisierreisje ondernamen, vooral de laatste niet, omdat hij zich niet gaarne te Koepang •laat zien uit respect voor zyn handelssobats. (Por ugeesch Timor toch is bekend als een Bmnpat eanang indien men veilig wil zya voor zyn scbuldeischers).
De deserteurs die voor den agent te Ata» poepoe en Abdul Rachman als roeiers dienst deden, waren niet weinig verrast toen zij den Gouverneur aan boord van de Braaf Wam Bi/landt voor zich zagen, sn diepen glings naar hun vaartuigjes terug om zoover mogelyk van het schip af te houden. Te Dcli moet niet alleen schaarschte aan voedings* maar ook aan betaalmiddelen heerachen. Passers worden haast niet meer gekouden, daar de bevolking vreest opgepakt »o naar bet oorlogsterrein te worden gebracht. De dtór door de twee laatste booten in» gevoerde ryst werd aan den boom aangehouden, de importeurs m-gen den prys opgeven en ook op betaling rekenen, mits zy wat geduld hebben; hun vordering m ogen ze met de bèa (belasting) van later in te voeren artikelen verrekenen. En als de ryst-impor* fenr eens geen goederen meer invoert, bi» gknanahl
De Chineesche handelaren m Manbara en Likosang slaan tegenwoordig geen groote voorraden djagong meer in, gelijk zy vroe» ger deden, met het doel om die weder in het klein te verkoopen, omdat zy vreezen dat zy hun voorraad aan de hulptroepen moeien verkoopen, terwijl zy dollars berekend tegen den koers van f 2 daarvoor in betaling moeten ontvangen ; en om nog meer redenen tée ik echter liever verzwyg. Tengevolge van die toestanden zyn een paar Chineezen voornemens de plaats, waar de willekeur het gesag schynt te voaren, te verlaten om zich elders met hun handel Mei- te zetten.
De handel ondervindt maar at te zeer de gevolgen van de verwikkelingen en blyft daardoor zeer gedrukt.
Zy die op de te veld staande koffie voor» schotten hebben verleend, kannen naar hun geld fluiten. Buitendien blyven zy nu met hun waar zitten* alle levendigheid in den handel is verdwenen.
tOewang Mexicaan sekarang amper tida bisa dialan" wordt steeds gemopperd, de gangbare koers, plaatselijk op 12.— gesteld, is veel te hoog.
Menig handelaar blyft met die munt zitten sn by verkoopingen wordt natuurlyk eerst bedongen met welke munt betaald moet worden:
De Arabieren te Dcli zyn web zoo slim om die Mexicaansche dollars naar Atapoepoe te loozen. Daer syn ze tegen f 1,75 aan Chineezen verkoopbaar, mits met één maand crediet. Dezen verkoopen ze dan weder te* gen f 2 aan het bergvolk van Portugeesch Timor, dat aan het strand te Atapoepoe zyn waar ter markt brengt. Op die manier keeren die dollars weder in Portugeesch»Timor terug.
Niet alleen de handel maar ook de koelis en visschers iyden onder den hoogen koers van den dollar,, zoodat zij wijselijk de plaat poetsen. Al de koelis en visschers in Portugeesch-Timor, die voor den aanvang van de onlusten daar waren, zyn menschen -van de eilanden Pantar en Alor, die zich daar ongeveer negen maanden van het jaar voor han broodwinning nederzetten. Toen de tuchtiging der opstandelingen zou aanvangen, hulptroepen en koeh's om de expeditie te vergezellen benoodigd werden en zy, bekend met de plaatselijke adat, daar de tucht van kragen- keerden zy onverwijld naar hun negorgen terug, nadat zy bun oewang Par» togies voor zeer lage pryzen in Hollandsche munt hadden ingeruild. Die er nog bleven, «n dat waren slechts eenigen, lieten zich als vaste agentskoeü inschrijven, zoodat zy daardoor vry bleven van de toen vigeeiende oppikkery- Het gebrek aan koelis deed zich dadelyk voelen; de agent van de Pakketvaart zag zich verplicht om het loon te verdubbelen. Des ondanks was er toch nog groot gebrek aan werkvolk. Het bestuur bleef daarbij niet in gebreke om de belasting door hen op te brengen te verhoogen, met bet gevolg dat op nieuw een gedeelte der koelis de plaats verlieten. Daar stond toen de arme agent. Het tossen es laden ging natuurlyk zeer •langzaam en de gezagvoerder van het schip mopperde om er naar van te worden.
De bevolking van Alor, die gewoon is te* gen het koffieseizoeu naar Timor te vertrekken voor den koelidienst, bleef weg, de nieuwe atoerans te Dcli naar de maan wen* schend.
Da hoofdagent van de Pakketvaart was wel zoo vriendeyk om toe te staan datde booten op de reis naar Dcli ongeveer honderd koe- U's van Koepang kosteloos derwaarts zouden vervoeren, om die dan na afloop van hun werkzaamheden weder terug te brengen. — Te Dcli is men (hoe zal ik my politiek Senoeg nitdrukken) zoo verlegen om geld at doortrekkende handelaren die aan wal wenschen te gaan om te passagieren, een Glden aan den boom moeien betalen voor t recht daartoe.
Een daar doortrekkend posthouder, die nat zijn gegalonneerde pet op aan wal stapte, vergeze(d van een Chinees als loods in zyn gevolg, natuurlyk onbekend met de atoeran, werd door een politieagent van den boom met een stok naar het bureau gedreven. Gegoede Chineezen, die getuige waren van deze dryf jacht, keken verbaasd op en gaven dien posthouder de noodige inlichtingen. Hy moest volgens hen aan den boom een gulden betalen, alvorens te mogen pas* sagieren. Met de hand aan zyu beurs trad de in overtieding zynde posthouder het bureau van den boomambtenaar binnen, die hem echter tegemoet trad en met gebaren te kennen gaf, dat hij zijn beurs weder mocht wagsteken, omdat hij niet voor den handel aan wal stapte en dus vry was van betaling van dit recht. Zijn loods echter had een gulden te offeren. — Na vier dagen weg te zijn geweett, kwam de stoomer Dilly te Dcli aan, naar men aanvankelijk beweerde zonder den Gouverneur en zyn twee kornels. Later bleek echter dat behalve de agent van de Pakketvaart en de Arabier Hasan, die ah getuigen waren medegegaan, ook de Gou* verneur was teruggekeerd. Den 15en October jl. kwam de Pelikaan met den Resident en den controleur van Nederlandsch Timor aan boord, te Atapoepo- aan eo vertrok dienzelfden dag, na den posthouder te hebben afgehaald, naar Batoe«gedé Den dag na den terugkeer van dien Gou. vernements stoomer te Atapoepoe, vertrok de posthouder, vergezeld van vierentwintig pradjoerits en een menigte volks, w. o. ook lieden van Batoegedé, naar het gebergte, met last om toe te zien dat de troepen niet door ons gebied trokken en dat aan onze onderdanen daarby geen leed werd gedaan. Het gerucht loopt dat een onzer onderdanen door lieden van Portugeesch*»Timor onlangs is vermoord zoodat de posthouder ook nog te onderzoaken heeft of die moord in ons, dan we) in Portugeesch gebied heeft plaats gehad. De Resident en de controleur bleven aan boord op de terugkomst- van den posthouder wachten. De beslissende strijd van de Portugeezen was toen op banden. De sterk bevolkte negory Gcwa moet, zon» der dat een schot is gelost, in handen van de Portugeezen zyn gevallen.„De bevolking heeft haar kampongs op de [nadering van den vyand eenvoudig verlaten om zich by de drie nog >n verzet zynde bergkampongs te verzamelen, ten einde met vereen Je krachten den aanval der Portugeezen te kunnen afslaan. Morgen keert de Gouverneur van Timor Dcli van zijn reis naar de binnenlanden terug. De atryd der Portugeezen is voorloopig geëindigd met de vlucht der oproerigen naar Atapoepoe's gebied, waarom de Gouverneur van Deh vrrgunning heeft gevraagd let hun vervolging op ons gebied, welke vergunning hem web niet zal worden toegestaan. Of de Portugeezen blijvend succes hebben gehad, is tiet bekend. (Makasmarsche Courant.)