Londen, 21 Maart. Rusland heeft vast besloten om de kazernen, dokken en arsenalen van Kehastopol te herstellen. In zijne tweede nota aau America herhaalt Granville de verwerping door Engeland van de vorderingen en houdt vast de eenmaal aangenomen stelling; hij stelt voor om binnen den voorgeschreven termijn, zonder dat daardoor de indirecte vorderingen worden geprcjudiciëerd, een coutramemorie bij de arbritage te Genève intcdienen.
De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- 28-03-1872
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Geen auteursrecht. Er rusten geen rechten meer op dit object.
- Krantentitel
- De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- Datum
- 28-03-1872
- Editie
- Dag
- Uitgever
- De Groot, Kolff & Co
- Plaats van uitgave
- Semarang
- PPN
- 852209738
- Verschijningsperiode
- 1863-1956
- Periode gedigitaliseerd
- 1863-1903 / 1947-1956
- Verspreidingsgebied
- Nederlands-Indië / Indonesië
- Herkomst
- KB C 76
- Nummer
- 74
- Jaargang
- 21
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Telegram van Reuter.
UIT NEDERLAND. Koninklijke Besluiten.
Z. M. heeft aan F. 11. A. van de Poel, resident van Samarang, vergunning verleend tot het annemcn van het eereteeken genaamd Chnla Sura lihorn, hem door Z. M. den eersten Koning van Siam geschonken. '/.. M. heeft aan de heeren H. L. Janssen, henoemd hoofding., chef der afd. telegraphie in Ned. Indie, J. H. Soesman, luit.-kol. komm. der Samarangscho schutterij B. van Zutphen, ass.-resident voor de polilie te Smnarang en raden Adipatie Pandji Soerio-Koesocmoc, regent van Samarang, vergunning verleend tot het aannemen van het eereteeken genaamd Ishusana. Bhorn, hun door den Eersten Konin" van Siam geschonken. '/,. M. heeft. W. Sinclair erkend als consul van Siam te Batavia. '/,. M. heeft aan deu kolonel J. R. Rappard en den 2den luit. O. 11. L. Nicuwenhuyzen, beiden van het wapen der inf. bij het leger in Ne 1,-lndië, vergund het aannemen van het eereteeken genaamd ('liiila Sera Bhorn, hun door Z. M. den Eersten Koning van Siam geschonken. Z. M. heeft den apoth. der lste klasse A. Michielse, van het personeel van don geneeskundigen dienst van het leger hier te lande, thans voor den tijd van vijf jaren gedetacheerd bij het leger in Ned! ludk', in zijnen rang overgeplaatst bij laatstgemeld leger. — Rott. 15 Eebr. Er was aan de orde een ontwerp adres aan deu Minister van Buitenlandsche Zaken, houdende klachten over dc weinige medewerking, die van de Consuls wordt ondervonden als eenig schip in avery een buitenlandsche noodhaven moet binncnloopen. De aanleiding voor deze klacht was het feit, dat voor eenigen tijd aan dc Kaap de Goede Hoop met schade binnenliep het Nederlandsche schip Hen. drik Ido Ambacht. Onder anderen werden wegens beschadigheid verkocht 761 pakken Java-tabak. 523 pakken werden daarvan later naar Londen verzonden en in veilinogebracht, en nu bleek het dat hiervan 40 percent gezond was. Door dergelijke practijken verloren assuradeurs hier te lande aanzienlijke sommen, ln het adres — dat vergezeld zal gaan van justificieerende bescheiden —- wordt do wensch uitgedrukt dat ZEx. de Minister den Consuls aan de Kaap tot verautwoording zal roepen wegens misbruiken, die als het ware onder zijne oogen voorvallen. Een der leden vroeg of de Consul officieel geroepen i» om in zaken als deze op te treden, waarop geantweord word dat aan de gezagvoerders steeds bevel wordt gegeven, om bij averij zich steeds to wenden tot den Consul en zonder diens autorisatie niets te doen, zoodat 't van zelf sprak, dat zaken als deze tot zijne competentie behoorden. Hierop werd aangevoerd dat de Consul moeilijk ter verantwoording kon worden geroepen. Hij toch zal aanvoeren, dat hij experts benoemd en dat hy er niets tegen vermagl als deze in strijd met hunnen eed handelen. Hierop werd weder aangemerkt, dat de Consul dan een betere keuze moet doen. Tevens vroeg die Spr of de kapitein dan [ook niet moet zorgen voor de goederen hem toevertrouwd. 't Was toch wat al te gemakkelijk de geheele verantwoordelijkheid van zich af te schuiven. Een lid merkte hierop aan, dat de kapitein zich dekt door de expertise, waarop do Voorzitter antwoordde dat de Cousul dit dan eveneens kan doen. Ofschoon een der leden weinig heil verwachtte ean het adres, werd, na eenige wijzigingen in de redactie in het ontwerp, besloten het aan Z. Exc. aen Ministor van Buitenlandsche Zaken te verzenden. — Do Min. v. Justitie heeft aan de procureurs-generaal bij do prov. gerechtshoven een circulaire gericht; om er op te wijzen, dat opsluiting van een minderjarige die zich heeft misdragen, of van verkwisters, in een kraukziunigengesticht, niet is overeen te brengen met art. 5 al 4 der wet van 29 Mei 1841 {Stil. no. 20). ook dan niet, , wanneer zoodanig gesticht bestaat uit onderscheidene, elk op zich zelf staande, kleinere gebouwen, die alle voor de verpleging van krankzinnigen zijn bestemd, al mocht ook een of ander daarvan tijdelijk niet door zulke lijders zijn ingenomen. De rechter is bij de vastzetting van een minderjarige of verkwister in een gesticht waar ook gevangenen bewaard worden, bij de aanwijzing daarvan beperk: tot die gestichten, welke daartoe bij wettelijke verordening zyn bestemd, en alzoo, ingevolge het aangehaalde reglement, tot de huizen van bewaring. — Het Jaarboekje, der Koninklijke Nederlandsche Marine voor 1872 heeft thans het licht gezien. Het wordt door het Departement van Marine uitgegeven, ten koste en ten voordeele van het fonds voor oude en gebrekkige zeelieden. Opperbevelhebber der zee- en landmacht is Z. M. de Koning; luitenant-admiraal, Z. K. H. de prins van Oranje; admiraal van de vloot Z. K. H. prins Frederik luitenant admiraal, opperbevelhebber der vloot Z. K. 11 prins Hendrik, en luitenant ter zee lste kl. ii la suite Z K. H. prins Alexander. Vice-admiraals ziju de heeren O. A. Uhlenbeck en J. Andraea, en schouten-bij-nacht zijn de heeren A. E. Siedenburg, J. van der Meersch en J. J. Wicbers. Uit een algemeen overzicht van de schepen en vaartuigen van oorlog, op den lsten Januari 1872, blijkt, dat men telt: a. schepen tot verdediging des lands: 10. voor kusten, zeegaten, reeden en stroomen, 16; 20. uitsluitend voor binnengaats 8; 5 verdedigingsvaartuigen van 5 stukken geschut; 1 id id. gepantserd; 10 kanonncerbooten, nieuw groot model van 8 stukken geschut; 1 idem gepantserd; 4 id. oud groot model van 5 stukken geschut; b. schepen voor algemeenen dienst 27; c. schepen bestemd voor bijzondere diensten: 10. binnenslands en kleine tocht'n buitengaats 1; 20. wacht- en kost-schepen 5; 30. instructie-vaartuigen 4; en 40. zeilschepen, nog voor wacht- en bloksehepen bruikbaar 6; d. schepen der Indische militaire marine 16; e. schepen van het departement van Koloniën met bemauning der marine 8. De bemanning van de in dienst zijnde bodems bedroeg op 1 Januari 1872 5322 koppen. Het korps mariniers telde op hetzelfde tijdstip 53 officieren, 1795 onder-olticieren en minderen, te zamen 1848. Uit het weduwen- en weezenfonds der militaire officie ren bij de zeemacht genieten 183 weduwen gezamenlijk een pensioen vau ƒ 83,35»;— 92 kinderen aan kindergeld / 72u0.— en 23 kinderen aan onderstand / 4100.— te zamen / 94,650.—. — Naar men aan het N. v. d. D nader uit Leeuwarden meldt, zal de luit.-adj. Keyzer niet verder vervolgd worden. Een i ommissie uit de officieren is benoemd, die aan den kolonel zou mededeelen, wat de officieren gaarne aan den Min. v. Oorlog zagen gerapporteerd Dc kolonel heeft gemeend aan dit verlangen niet te kunnen voldoen. Toen hebben zich de officieren, 35 in getal, weder vereenigd en toen is voor en tegen Keyzer gestemd. Een hunner onthield zich van stemming, terwijl 17 voor en li tegen hem hebben gestemd. Het plan schijnt nu te bestaan, dat door de officieren aan hunne kameraden in het leger kennis zal worden gegeven van 't geen door hen in deze zaak is gedaan, en daarmede is de zaak Keyzer begraven. — Voor den nieuwen cursus van de Militaire Academie te Breda, welke in September zal geopend worden, zijn lul plaatsen open, en hebben slechts 27 candidaten zich aangeboden. — Naar men verneemt, zijn, bij besluit van den nieuw benoemden Minister van Oorlog, de bepalingen betrekkelijk het verplicht kerkgaan der militairen ingetrokken en is daarvan in de kazernen afkondiging geschied, — Z. M. heeft eervol ontheven den majoor van der Star uit de functien van Gouverneur en Kommandant der Koninklijke Militaire Academie, en benoemd tot Gouverneur der Koninklijke Militaire Academie te Breda, den genoraalmajoor A. Engelvaart. —De oud Gouverneur-Generaal van Nederl.-Indiö, de heer Mijer, vertoeft te Utrecht. Is men wel ingelicht, dan is de oud-Gouv.-Gen. voornemens zich metterwoon te Utrecht te vestigen. Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal is een wetsontwerp aangeboden, strekkende om aan G. A. Schouten, administrateur der tinmijnen in het district Djeboes (residentie Banka) kwijt te schelden eene som van f 13,091,02, waarmede hij, als gewezen algemeene ontvanger van 's lands kas te Koba (residentie Banka) bij besluit der Algemeene Rekenkamer van Ned. Indië van 8 Februari 1871 is belast. — Toen er eenige weken geleden sprake was van de candidatuur van den heer Brand voor het voorzitterschap in het Engelsche Lagerhuis, werd aan de Batavias-he Java-Bode, uit Londen geseind: „proposed to brand speaker." Men ziet het, dc Nederlandsche bladen zijn niet de eenige stiefkinderen van de telegraaf, want zeer duidelijk zijn deze woorden niet, blijkens de curieuse vertaling, die gemeld blad aau zyne lezers opdischte luidende: „Men heeft voorgesteld den voorzitter te brandmerken. (?) Waarom niet liever „verbranden?" {D.) —De subcommissie te Gent voor de viering, op 1 April, van deu 300 sten verjaardag van de inneming van Brielle door de Watergeuzen, bestaat uit de heeren A. De Maere- Limnander, J. F. J. Heremans, J. Kerfyzer, Ch. Mestdagh, Hipp, Metdepenningen, K. Parmentier, Ad. Sunaert, L. van de Kcrckhove van den Broeck, Ch. Verstraeten, Jul. Vuylsteke, Edm. Willequet. De heer Metdepenningen heeft het voorzitterschap aanvaard. — De adelborst der lste klasse A. E. J. W. Juta, laatst behoord hebbende tot het eskader in Oost Indiö en van daar den 6den dezer in Nederland teruggekeerd, wordt met dien datum op non activiteit gesteld. — Op den 24sten dezer moet in het Nicuwediep aan boord van het naar Batavia bestemd schip Aurora, gezagvoerder H. Visser, overgaan een detachement suppletietroepen, sterk 125 militairen, waaronder 6 onderofficieren, onder bevel van den van verlof naar Java tcrugkeerendeii kapitein der infanterie van het leger in Ned Indië O C. Prager en het medegeleide van den voor den dienst in Indiö bestemden 2den luit. der genie E. Marcella. — Als schrijver van het antwoord op de Prijsvraag over onze verdediging, waarande uitschrijvers f 300 hebben toegekend, beeft zich bekend gemaakt de heer W. Hoogenboom, lste luit. der artillerie te Utrecht, die met de gestelde voorwaarde heeft genoegen genomen. Ook de schryver van het antwoord, aan wien f 100 is toegekend, een geacht officier vau het leger, heeft op de gestelde voorwaarde afstand gedaan van zijn handschrift, maar heeft voor eene onpartijdige waardeering zijner denkbeelden, bezwaar zijn naam publiek te maken. — Het Vaderland en het Dagblad hadden beiden het volgende bericht uit het Weekblad van Voorne en Putten overgenomen: „Ons zijn zeer verontrustende berichten ter oore gekomen omtrent den nieuwen waterweg door den Hoek van Holland; daar wij echter hopen, dat bij nadere informatien die berichten zeer overdreven zullen blijken te zijn, stellen wij de vermelding daarvan tot later uit. Mocht later bevonden worden, dat ze waar zijn, dan betreuren wy de millioenen, welke aan dien weg besteed zijn " De Sloompost antwoordde niet te weten, waarover zich meer te verwonderen, over het bericht zelf dan wel over de opneming in beide bladen, die toch wel in de gelegenheid waren zich ten aanzien van de juistheid van dit beicht te vergewissen.
Naar de informatien is er volstrekt geen reden tot verontrusting. Integendeel bestaat, naar wij vernamen, iij de Marine, na overleg met den waterstaat, bet ,ilan, om in het voorjaar, zoodra dc weersgesteldheid zulks oelaat, tot betonuing, bebakening en verlichting van den lienwen riviermond uit zee tot in het Scheur over te gaan.