Men wordt verzocht, de ahonnements-gelden Vm% het tweede halfjaar 1872 TEN SPOEDIG°** te zenden aan DE GROOT, KOLFF & Co.
De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- 07-08-1872
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Geen auteursrecht. Er rusten geen rechten meer op dit object.
- Krantentitel
- De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- Datum
- 07-08-1872
- Editie
- Dag
- Uitgever
- De Groot, Kolff & Co
- Plaats van uitgave
- Semarang
- PPN
- 852209738
- Verschijningsperiode
- 1863-1956
- Periode gedigitaliseerd
- 1863-1903 / 1947-1956
- Verspreidingsgebied
- Nederlands-Indië / Indonesië
- Herkomst
- KB C 76
- Nummer
- 183
- Jaargang
- 21
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Herinnering.
Een politieke droom.
"°° dikwyls in een constitutionneelen staat het gerucht spreid wordt, dat de ministers hun ontslag aan den Ding hebben ingediend, is het alsof men aan het opente politieke leven het slaapliedje hoort toezingen. &'a»p kindeken, heet het dan, gy zijt moê gewerkt eu e gespeeld; het hoofd ter ruste; de koning waakt over u °epeingt, wat u bij het ontwaken wachten zal; hy' zal r°epen wanueer het tyd is. Slaap vooreerst maar rustig ort> bewaar alleen uw vuur eu licht, bekommer u over ets en verzamel nieuwe krachten voor den nieuwen dag. 7 oo gaat het. De parlementen gaan op reces uiteeu en "en aan de politieke critiek niets meer te geven. De s^ers zi)i achter de deuren hunner kabinetten ver°len en houden zich alzoo buiten de bespreking door ■ publiek; bovendien hebben zy het kleed voor de heenfeeds aangetrokken en achten niet velen het meer de ei'e waard zich met een beschouwing over die vertrek"de heeren bezig te houden. Eindelijk heerscht iv het . luklijk paleis een atmosfeer van geheimzinnigheid, waarfle' „publiek" niet gemakkelijk ademen kan. leder ge. dat het thans geldt da toepassing der grondwettige Paling, dat de koning de keuze heeft zyuer miuis> eu de eerbied voor het koningschap noopt tot het Denaen eener eerbiedige, afwachtende houding. 00 is dau de nacht gevallen eu is het op de straten stil. laar in alle huizen niet. Hier hoort men het gekraak schoeneu vau een die daar rondwaart om uittezieu, of o_k i het tijdstip is gekomen dat hij steelsgewyze, door de 'teinis vau den nacht begunstigd, kan binnensluipen r den drempel van het koninklijke paleis om er zyn ue■ 6 Personaadje te preseuteeren, voor het geval aan een 'vet van zyne kleur de beurt mocht komen. 11 a»r hoort gij het nog zachter voortsluipen van ecu an- U • "'e, zoo hy al niet in het paleis durft binnendringen, toch wellicht den een of anderen gedienstigen geest Unen weg weet te ontmoeten en dezen iv de ooren te ei'en wat al kwade geruchten er gaande zyn omtrent , .1 of genen zijner persoonlijke tegenstanders, die wer- Uk door sommige bladen als candidaat voor het ministervaan * . Pis genoemd. Die gedienstige geest heeft de opmer-8 begrepen en zal er by gelegenheid van weten gebruik aken. Het zaadje schijnbaar zoo los daarheen geworzal zijue vruchten wel opbrengen. . 'lers weder ziet gij een gansche troep in zwarte mangehuld daarheen trekken, aankloppende aan de woning . ■ en een of anderen mogelijken candidaat-minister om , 'en te bedingen, waarvoor hy eventueel hun stem oopen. Op ecu andere plaats ziet gy een ander f.d DÜeen, mannen die elkaar met allerlei drogen trachten te betoogen, dat de tijd voor bun avéneent gekomen is. . Ca dit alles geschiedt iv de duisternis van den uach t, 'eiwiji a -e t ■ nac"twakcr3 langs dc straten loopeu, in hun *a i, Dl^ §eroeP <*e burgers verzekerende dat de koning Sel • oms meent deze of gene onder dat geroep vreemde «t ri Cn '6 Gooren, a's°f er enkele namen worden geflui*e v' maar we'^ra gelooven zy weder dat dit slechts het Was hunner verbeelding en slapen zij weder rustig in. ook k° s'eeP~~to dream," zeide reeds Hamlet. Zoo , 'er. Al i» het lichaam gedwongen te rusten, men en geest niet verhinderen het werk van den dag zetten en te politiseeren in den droom. » nania somni a," ydele dioomen, denken echter de j en, en zy beproeven zelfs niet voor het verhaal dier ttieu de belangstelling hunner huisgenooten of naaste oni*1 *e w'nnen- Peter oordeeleu zij het, het uur van * i, aftewachten en naar gelang der werkelijkheid , e zich dan voordoet te beraden en te beslissen, wat 'n den nieuwen dag te doen staat. 3'cli'-1 enlcele dacüt daarover anders, en het schynt dat hij Va n zt)ne goede verwachting aangaande de belangstelling et publiek niet heeft vergist, titèi r°omen van een would-be minister." Onderdieu v?eM Vers°veen dezer dagen te Amsterdam eene biochure, te Welhaast een tweeden druk beleefde en alzoo scheen te doen aan de behoefte van het publiek om iets meer 5,; "etaen aangaande de waarschijnlijke oplossing der 20üd etlee^e crisis, al was hetgeen men alzoo vernemen W°°k slechts droom en fantaisie. erd hef er wellicht ecu belangrijke naam gefluisterd, waar 'ch - °P aankwam, den sluier der anonymiteit van den optelichten? Scuii ir- U'et bekend. Ook komt het ons niet zeer waarder er , vo°r. Immers verraden noch stijl, noch dispositie tHet oenure eene meesterhand. Hoe vele uitstekende en act • °ÜS ontwikkelde denkbeelden het boekje ook bevatte, lceil . ln ZÜQ styl somtijds te onhollandse!] en te onnauw*_z °m Van een byzonder goed publicist afkomstig te 0 > het levert een politiek programma veel te ruim, «ia miSe punten veel te gedetailleerd, andere veel te 'er om zoo te spreken, dan dat het o. i. door de hand van een practisch staatsman kan geschreven zijn. Wij willen niet een goeden inhoud over het hoofd zien ter wille van een minder juisten stijl. Toch mogen wy vragen of het Hollandsch is te scbryven: „Vraagstukken wier oplossing in een verder verschiet ligt kunnen open blyven;" of „deels is dit (dat de catholieken van de liberalen afkeerig zyn geworden) toeteschryven aan de algemeene neiging, uit den aard der kerkgenoottchapen eigen steun te zoeken by de conservatieve standen, waarbij dan wel eens vergeten wordt, dat duurzaam behoud gelegen is in trapsgewijze vernieuwing, meer nog dau een verwarring van Nederlandsche toestanden met die in andere landen;" of „tot de oplossing vau een der vraagstukken van den tegenwoordigen tyd is een goed volksonderwijs, door wien ook gegeven, van het hoogste gewicht — der zoogenaamde sociale ouaestie." Doch laten wy den vorm rusten. In deu aanvang trof ons de juistheid van den inhoud : „Het ministerie behoort te steunen op de meerderheid der kamers. Het moet dus niet alleen overecustemmen met de beginselen dier meerderheid en zyne leden haar vertrouwen hebben (fraaie taal weder ! ), maar het moet er de levende, krachtige uiting van zyn, leiden en niet geleid worden. De fout van het ministerie toch moet worden. De voerman behoort op den bok, niet in den wagen." „Het ministerie moet homogeen zyn. Volstrekte eenstemmigheid in alle beginselen en toepassingen van staatsrecht en politiek is ondenkbaar en zoude, ware zy mogelijk, door hare doodende eenvormigheid schadelijk zyn; maar de leden er van moeten zooveel eenheid hebben, dat gezamenlyk werken mogelyk is, en zich hebben verstaan over de oplossing der eerst voor de hand liggende vraagstukken van het oogenblik. Daarin moeten zy elkander trouw zyn." Deze waarheid is werkelyk veel te veel voorbijgezien. De noodzakelijke aftreding van den minister Engelvaabt heeft dit nog onlangs bewezen. Eveneens de omstandigheid, dat enkele leden van het laatste kabinet tegen de inkomsten-belasting van hunnen ambtgenoot Blussé gestemd waren. „Hoe meer men zich nu ook verstaan heeft over vraagstukken welker oplossing in een verder verschiet ligt, des te grooter inwendige waarborg is er voor duurzaamheid. Toch is aan die algemeene eischen bezwaarlijk, op dit oogenblik zelfs hoogst nioeilyk, te voldoen. Ons land is een land van middelmatigheden; het peil is misschien hooger dan in eenig ander land (!), maar wat er zich boven verheft is zeldzaam en wordt bedreigd met het lot der papaverbollen van Tarquinius. Middelmatigheden nu zyn in den regel bekrompen en vasthoudend. Vandaar zullen er moeielijk meerderen in de onderscheiden takken van bestuur éénen tred houden." „Bij deze algemeene moeielykheden voegen zich nog twee andere tydelyke : de verdeeldheid in den boezem der liberale partij en de houding der Catholieken." De sehryver (wij vergaten nog medetedeelen, dat hy zijne brochure heeft ingekleed iv den vorm van een rapport aan den Koning, door iemand dien Zyne Majesteit met de samenstelling van een kabinet heeft belast) geeft nu als de voornaamste punten van algemeenen aard welke het nieuwe liberale kabinet te regelen heeft de volgende op : de verzoening der liberale partij, de neutraliseering van den tegenstand der Catholieken, de ontwikkeling van het onderwijs, de leiding der „sociale guaestie," de censusquaestie, de opdracht van rechtsmacht aan den Raad van State; voorts, voorzooveel de bijzondere departementen aangaat : de hervorming van het belastingstelsel, de regeling van het defensiewezen, der rechterlijke organisatie, de invoering eener politiewet, eener algemeene wet op den waterstaat en eener wet op het hooger onderwys ; op koloniaal gebied: opleiding van Java tot zclfregeering wat de locale belangen aangaat en vaststelling van een vast aandeel, uit de Indische baten aan het moederland uittckeeren. By enkele punten staan wij stil. De verzoening der liberale partij acht de sehryver alleen mogelyk door „eene welwillende persoonlijkheid, die scherpe kanten weet wegtenemeu en niet ongegronde lichtgeraaktheid te ontzien, en de oude diensten erkennende, onverholen achting toont voor het karakter, welks werk wordt voortgezet, van zeldzame bekwaamheden, ongeschonden eerlijkheid eu hooghartige standvastigheid." O zeker, doch is zoo iemand niet juist een papaverbol in het laud der middelmatigheden? Zoude men iv plaats van zulke hooge eischen te stellen aan een enkel persoon er niet eerder op kunnen wijzen, dat de scheuring onder de liberale party toch veel meer bestaat in de vertegenwoordiging dan in het laud en dut, hoe meer in dat land stemmen opgaan die tot eendracht dringen, hoe meer ook de liberale kamerleden door de macht dier stemmen tot eendracht zullen worden genoopt? Voorts wat de vijandige houding aangaat der Catholieken en den weg langs welken de Catholieken te winnen zyn, achten wij deu schrijver werkelyk èn te optimistisch èn te conciliant. De Catholieken, zoo vangt hy aan, zyn jegens de liberalen ondankbaar, want door dezen werd de vrijheid van hun kerkgenootschap verzekerd. Doch vooreerst hebben kerkgenootschappen eene algemeene neiging om steun te zoeken by de conservatieve standen, en in de tweede plaats hebben de Catholieken vorm voor wezen aangezien, door bij de veroordeeling van het liberalisme als wysgeerig stelsel, door het hoogst gezag in de kerk uitgesproken, dat liberalisme, wegens de gelijkheid van naam met de vaderlandsche liberale party te verwarren. „Doch", zoo gaat de schrijver voort, „voor de liberale party in ons vaderland, waar de leden van onderscheiden gezindheden in bonte menging door elkander leven, is het net de vraag het ideaal van den staat naar de begrippen van het eene of andere kerkgenootschap te verwezenlijken, maar om aan die allen, voor zooverre het van den staat afhangt, den grondslag tot vrije ontwikkeling te geven. Wordt naar dat beginsel gehandeld, dan schijnt elke raiton d'être vooreen Catholieke of andere kerkgenoottchappelijke partij op politiek gebied opgeheven. In ernstige overweging zal dus moeten worden genomen: 1" afschaffing van de hoofdstukken eeredienst op de staatsbegrooting met toekenning eeuer inschrijving op het Grootboek aan de keikgenootschappen; 2° herziening der wetgeving ten aanzien van de overblijfsels der oude banden, die de kerkgenootschappen aan den staat ondergeschikt maakten, b. v. afschaffing der strafbepaling, waarby aan de geestelijken ia verboden huwelyken intezegenen alvorens deze burgerlijk voltrokken zyn; 3e dat men een open oor hebbe voor de grief der Catholieken, dat zy worden achtergesteld by de begeving van betrekkingen en bedieningen." Nota ben e, roepen wij uit. Meent men op die wijze de vy'andige gezindheid der Catholieken te doen verdwijnen? Wie is zoo lich (geloovig? Niet het ktrkgenootschep acht zich verongelijkt, maar de kerk heeft haat gezworen aan de liberale beginselen. Het ij geene verwarring van het philosophisch liberalisme met de liberale politiek, want de beginselen van dat liberalisme zyn die der liberale politiek; ten minste, zy streven dit steeds meer te worden en de kerk heeft haat aan die beginselen gezworen, omdat zij de heersoheres der geesten en der instellingen wil worden in altemam Dei gloriam. Zy' is geen kind dat met suikerklontjes wordt zoet gehouden. Het too. erwoord voor de oplossing der sociale quaestie heeft onze „would-be minister" natuurlyk ook niet gevonden. Dit eischte van hem ook niemand. De meesten zullen met hem instemmen, dat de „wetgever op dat gebied schier onmachtig is, dat hy' intellectueele en stoffelijke ontwikkeling bevordere en zorge dat al de hinderpalen, welke door wetgeving of belastingstelsel gelegd zyn, verdwijnen." Maar menigeen zal ook de schouders ophalen, waar hy leest: „zoo onderstcune de staat het streven der kerkgenootschappen om beschavend en veredelend zedelijkheid en deugdbetrachting te bevorderen." Hoe dit geschieden moet blijft altyd te raden over. Bn de census. „Het tchijnt den schrijver te blyken, dat die vooral in de volkrijke gemeenten moet worden verlaagd. Hij heeft daarmede evenwel geen haast, want (let wel!) de verkiezingen voor den gemeenteraad, waarby de census de helft bedraagt, vallen in denzelfden geest uit, als die voor de Tweede Kamer en de Provinciale Staten. Hoe, vragen wij, is dat te rijmen? Worden bij die verkieziogen niet gansch andere quaestiën op den voorgrond gesteld? En bedoelt eene herziening van den census niet in de eerste plaats wegneming der on evenredigheden ? Zoodra de schrijver tot de byzondere hervormingen van financie-, defensie- en rechtswezen is genaderd, beklimt hy weder zyn eigen stokpaardje en daarop heeft hy natuurlyk vrijen loop. Indien hy' er ook niet zyne eigene rechterlijke organisatie op nahield, zou het wonder wezen. Dit doet ons dan ook vermoeden, dat hy gezocht moet worden onder die vele deskundigen, aan wie hij zelf de gehechtheid aan stokpaardjes verwyt. Op financieel gebied wenscht hy, en dit is zeker het eenige mogelijke, herziening der onderdeelen zonder eene algemeene inkomsten-belasting. Voor de defensie wil hy ecu geconcentreerd verdedigingstelsel en nauw verband tusschen militie en schutterijen. Zul die droom van den would-be minister werkelijkheid worden? Wy denken het niet. Wy hopen ook niet, dat hy behoort onder hen, aan wie de Koning de samenstelling van het kabinet opdraagt. Inania somn ia ! Droomen ziju ijdel! Laat ons wachten, wat na de ontwaking te doen staat.— Me. v. H.
Samarang. Stand der Maan gedurende Augustus 1872,
Maandag den 12 „ Eerste Kwartier Maandag „ 19 „ Volle Maan Maandag „ 26 „ Laatste Kwartier
POSTKANTOOR SAMARANG.
Kngelsche Mail. Via ÜAIAVIA, MliNTOK. ItlOUW EN SlNbAPOKK hi de uiRoii.1 Augustus den 12eu en 26eu „ „ September,, 9en eu 2Beu. Oetober „ llen en 25en. . m November „ 8en en i2eu. mm K December „ 6en en ÏÜea,
t'r a n s c h e M a 11. Vin IUtavja rn SiNOiPoHs. Lu de maand Augustus den 8 eu 22. „ „ „ September,, 5 en 19. „ „ „ October „ 3 en 20. „ „ „ November,, 3 eo 17. . „ » December M 1, 15 ea %'i. Su mat ra's VVexikUNt. Den ten en 19en Tan elke reaand. Palenibang. Dou I7en van elke waaud. Korneo's Westkust en llillitoii Den len vau elke mttaiid. Uiiudjerniassiu en Bawean. Den 24en van elke mannd. Hacassar, Tiinor-Koepang en de Jfolukken. Den 16den van elke maand. Het uur van sluiting is steeds des avonds te f ure. lutusschen wordt aan beluugliebbenden vrijgelaten, ook op andere dagen hunne brieven aan het postkantoor, te ioen bezorgen. De doorzending van hier heeft steeds plaats per eerstvertrekkende post. Samarang, den ] Januari 1872. De Postmeester. H. A. KLEUKS
Nederlandsch-Indische Stoomvaart-Maatschappij. Dienstregeling der Stoomers over de maand AUGUSTUS 1872.
5 Aug. Baron Bentinck van Bat. naar Singp. via Muntok en Kiouw. 5 » William Mackinnon „ id. • Soer. » Samarang. 5 e Singapore » Soer. * Bat. * Samarang. 7 » Koningin der Ned. » Bat. » Singk. » Billiton en Pontia. 10 „ Min. V. Stt. Rochus. » id. » Soer. _ Kustplaatsen u. Sam. 10 » Batavia » Soer. • Bat. „ Sam. n. Kuatplaat. 10 o Vice President Prins » Bat. » Padang „ Telok-Betong en Benkoelen en terug Benkoelen „en Telok-Betong. 10 « W. Cores de Vrie» e Soer. » Bali-Boleling via Pasoeroean Proboliogo, Bezoekie, Banjoewangie eo terug. 14 » Gourerneur-Generaal Mijer van Soerabaia naar Macassar. 15 n Baron Sloet van de Beele > Batavia „ Samarang, Soerabaia en de Molukken. 15 n William Mackinnon * Soerabaia » Bat viê Sama. 15 h Min. Fransen van de Putte » Batavia » Patjit.» Anjer en Tjilatjap en terug. 19 k Baron Bentinck « Batavia „ Singap. » Muntok en Riouw. 20 » Singapore » Batav. » Soer. via Kustplaatsen en Samarang 20 » Min. van Staat Rochussen „ Soerabaia f Bat. via Samaen Kustplaatsen. 21 „ Baron Sloet van den Beele » Soerabaia , Macass. Eu de Molukken. 23 „ Koningin der Nederlanden • Batavia » Palemb via Muntok. 25 » Batavia , ld. _ Soer. via Sam. 25 » Koning Willem 111 ■ Soerabaia » Bat. via Sam. 25 » Vice President Prins „ Batavia „ Padang via Kroë en Benkoelen en terug via Benkoelen en Kroë. 28 • Gouverneur-Generaal Mijer » Samarang » Samarang. 28 » W. Cores de Vries . Soerabaia » Bandjermasain via Bawean 30 » Min. Fransen van Putte • Batavia • via Kustplaats. en Samarang. 30 > Singapore » Soerabaia » Batavia via Samarang en Kustplaatsen.
Nederlandsch-Indische Spoorweg-Maatschappij. Uren van vertrek voor den dienst, aanvang nemende den 10den Juni 1872. LIJN SAMARANG-VORSTENLANDEN.
Van Samarang naar Kedong-Djattie \ Van Djocjacarta naar Soeracarta Soeracarta en Djocjacarta. Kedong-Djattie en Samarang. | Gemenyde-Treintn. | | Gemengde Treinea. STATIONS.! _ . 4 pTTTisTA-TIONfI. TTTT t I g I v.m. I v.m. I n.m. I n.in.l I v.m.l v.m.| v.m. la.m Samarang vertr. 8.90 1.24 Djocja vertr.i i 7 So| i-.St 861 Allas-Toewa . door 136 Kalassan , I 7601048 S 18 Broemboeng . 8.4» 161 Brambanan „ I 8S 154326 Tangoeng . ». ! 818 Srowot . 816 Ui *** Ked -Diatt l"allk 9S(' ï8> K 1«...„ l»»uk 8 2-U17868 KedUj" Ivertr 9.(8 241 •"»""> |vertr. is4ll»BS6» Padas » 942 366 Tjepper , 8 6S1' 1 4 418 Telawa „ ti) 31» Delangoe . 9 7 11 53 488 S«aug , door 840 I'oerwodadie . 9 8-18 17 466 G.endil, _",uk- "'•" 86* ■__!_. l"»nk .341828 61 _*en_i_ Jvertr |10g( 4J ,010 |iertr """„ST ' Lawang » 111.8 4.81 Kalie Ojso. . 7'%_ i — Satem „ 1 .18 464 -klem . ?u 118 Kalie Oi». . 11.86 6IS Lawang - «J 184 ,„■„ laank. 1168 680 |s,nk. 8'sg 8 — Solo Kertr. 780 13. 8 6 Goendib |-ertr jj™ ift Poerwodadie „ 7.8 V is 19 8 4 Serang „ 858 door Delangoe » 8. ilB 40 327 Telawa . 919 887 Tjepper » ».H 18.62 341 p»das » 945 868 Ki«tt._, \-~-- 959 -■- 567,_ j r_, .. l-'-nlt. 964 8 7 KlatUn Ivertr. 8.8. 1.14 4 3 W-DJ»U |vertr. i " Bli Srowot . 8.68 187 4.18 Tangoeng . 10 8i \** Brambanan , ».« 188 4.51 Broemboeng . 10 47 »54 Kalassau » 919 1.49 444 Allas-Toewa . 11— *00ï Djocja aank. -.36 26 , 6.1 Sam^r-ng aauk. 11 11 |* " Van bringin naar Kedoeag-Djattie. | Van Kedoepg-Djattie naar Briagin Gemeiif de i Gemengde i STATIONS trein STATIONS trem- I v.m. I r ■"• ' _~^, ï»ü _ed.-i.«it. vertr lU.— Gogodalera _ 8,38 l-nipoeran . Tempoeran „ ».« Gejodalem » 10.4» K-d .l)).ll -»_k 990 •tni.iriii »>nk 11.7 De tyd is de telegraaftijd van Samarang. De treinen 1, 2, 3, 6, 7 en 8 meer speciaal voor goederenvervoer bestemd zijnde zoo kunnen de tijden van aankomst en vertrek eenigzins verschillen. De treinen 1 en 6 houden te DJENKILON en GEDANGAN halt. Op alle stations en halten zijn verkrijgbaar officiële gidsen en tabellen van den loop der treinen tegen betaling respectivelyk van 60 en 10 senten per stuk. Benoeming van Chineesche Officierbn. Reeds sedert geruimen tyd is een drietal plaatsen voor Chineesche officieren te Batavia opengevallen. Dat er geen liefhebbers zouden zyn om de ledige plaatsen intevullen is niet aanneembaar. Veeleer is het denkbaar, dat overvloed van aanbod de Regeering de keuze moeielijk maakt, vooral omdat daarbij allerlei invloeden komen of zich verraden. Van verdiensten is over het algemeen geeu sprake, evenmin kan er dus sprake zijn van belooning. De gelegenheid om zich te onderscheiden is voor den vreemden ooï« terlinj al zeer zeldzaam en zoo wordt de toekenning van een of anderen titel een quaestie van zuivere voorliefde en guustbetoon. Men zag het dan ook gewoonlyk gebeureu, dat de waardigheden van kapitein eu luitenant, vin knpiteiu titulair en luitenant-titulair zich tot eenige weinige familiën bepaalden, en dat de groote massa steeds uitgesloten bleef. Rijkdom scheen een eerst vereischte te. zyn, zoo niet het eenige, en die familiën, welke zich eenmaal in het bezit der waardigheden bevond, konden er zich te gemakkelijker in handhaven en ze te zekerder aan alle hare leden veisch-ffcn, omdat zij juist door hare positie de gelegenheid haddeu om aan het evengenoemd vereischte te voldoen, door zich, hoe dan ook, schatten te verzamelen. De overtuiging dat ry'kdom ecu eerste vereischte ia, scheen zoo gevestigd te zijn, dat de Chiuee sclie Raad iv het vorige jaar tegen de toekenning vau den tilel van luitenant titulair aau een overigens verdienstelijk Chinees adviseerde, op grond dat hij niet voldoende vermogend was. Ook nu heeft men niet stil gezeten. Van alle zijden is gtïntrigeerd om de open plaatsen aau bepaalde personen te verschaffen. Geene middelen zijn daartoe ongebruikt gelaten. En het scheen, dat men de oude geschiedenis zich weder zou zien herhalen, deze namelijk, dat men de naaste bloedverwanten van hen, die reeds iv waardigheid geeeteu waren, de opengevalleu plaatsen uaast hen zou zien innemen. De voordracht werd daartoe immers gedaan, maar te vergeefs, naar wy vernemen. De regeering heeft ditmaal zich daardoor uiet laten leiden en getoond dat zy' de benoeming tot hoofd over een zeer talrijke bevolking gewich tig genoeg acht om zich hierbij niet eenig en alleen door persoonlijke conaideratiën te laten leiden. Zij zond de gedane voordracht terug, daarbij ...... . . doch genoeg voor het punt dat wij wenschen te behandelen. Wat de E geeriug vermeende by die terugzending als hare meeuing te moeten uiten, violen wy niet nooligte herhalen. Maar wanneer de Regeéring geen persoonlijke consideratie, geeu voorliefde of guustbetoon als de grondslagen eener benoeming wenscht aantenemeu, wat wenscht zij dan Wel? Zooals wy reeds zeiden, bestaat er byna geen gelegenheid voor den vreemden oosterling om zich te onderscheiden. En van die zeldzame gelegenheid waarby een vreemde oosterling zich onderscheiden heeft, wordt, wij moeten dit tot ons leedwezen constateeren, zelfs geeu gebiuik gemaakt om te beloonen. Immers de Chineesche tolk by den raad van Justitie te Batavia, en man, die zich jaren lang door bekwaamheiden getrouwe plichtsbetrachting onderscheiden heeft, heeft de Regeéring, niettegenstaande de warme aanbeveling v. n het college eu verdere ambtenaren, bij wie hy zijne werkzaamheden verrichtte, in het vorig jaar met waardig gekeurd voor de toekenning vau deu titel van Luitenant-titulair eu is deze ook uu wed. r geweigerd. Eu toch, is die onderscheiding ooit verdiend, dan gelooven wy, dal dit hier bet geval was. Afgescheiden zelfs vau de vraag in hoever het voor den geregelden gang vau den dienst wenschelyk is, riatzij toegekend ware, gelooven we, dat alleen die den man in de Vervulling zijner plichten gekend hebben, niet ous zullen instemmen, dat hy althans die ondeischeiding verdiend heeft. Verdienste blijkt voor de, regeéring dus evenmiu ecu maatstaf voor de beslissing als de andere gewone en boven reeds aangegeven motieven dit schijnen te zijn, maar welke mogen het dan wel zyn? Ziedaar ecu vraag, waarop wy het antwoord schuldig blijven. Waut vinden wy het zeer goed, dat de l.e_eeriug van den ouden sleur afwijkt en uiet, blindelings weg de voordracht vau een hoofd van gewestelijk bestuur volgt, wij vinden tevens in de beslissing op het verzoek om deu Chiueeschen tolk by den Raad van Justitie alhier wegens zyne verdiensten den titel van luitenant toetekeuuen, het gevoelen door de Regeering geuit, dat ook verdienste geen reden is, veel min aanspraak geeft. Dat verraadt een stelselloosheid, welke zoo spoedig mogelyk verlaten moet worden, al was het alleen om de hoofden van gewestelijk bestuur niet te doen volha>den iv de ei°Yuziiiiii"h.iit hunner voordrachten. Eu dit laatste zal niet gebeuren zoolang zij niet, de ledeven kennen, die de Kewecriug tot eventueele benoemingen leiden zulleu en weten, dat zij zich daarnaar en daarnaar alleen te gedragen hebben. Men achte deze zaak niet onbelangrijk. Een Chineesch hoofd heeft in meerdere mate het wel en wee zijner ondergeschikten in handen, dan menig Europeesch ambtenaar. Daarom zy men zeer voorzichtig in het nemen eener beslissing aïu welke handen meu een in vele opzichten onbegrensde macht toekent. Voor den onderdaan is het van groot bslang maar niet minder voor de Regeering die in vele gevallen eenig eu alleen moet afgaan op de adviezen en rapporten van die hoofden en die zoodoende «an hen overgeleverd is. Dat zy op die hoofden kuunen vertrouwen is dus een vereischte en zal dit hoe langer hoe meer worden, naarmate de werkkring dier hooiden zich uitbreidt en daardoor nog in belangrijkheid toeneemt. Stelselmatigheid en billykheid behooren ook by de benoeming vau deze hoofden leidende gedachten te zyn. (Bat. Hblad.) Bij vonnis van den Raad van Justitie te Batavia dd. 4 Maait 1872, is M A. Steenhard, 2de commies by' den Algemeeueii ontvanger, schuldig veiklaard aan: valschheid in authentiek geschrift en misbruik vau vertrouwen, eu veiourdeeld tot vyf achtereenvolgende jaren tuchthuisstraf, alsmede tot betaling eener geldboete ten bedrage vun drie honderd gulden, met verstande dat by het niet voldoen der opgelegde boete hy daarvoor zal ondeigaan één maand lyfsdwang voor ieder verschuldigde twee honderd gulden, doch vijjgesprokeu van het hem bij het slot der acte van beschuldiging sub litt. ƒ ten laste gelegde wat betreft den pensioenatnat no. 5. Bij 's tlofs arrest dd. 24 Juli is de beklaagde schuldig veiklaard aan: Misbruik van vertrouwen, eu overzulks veroordeeld tot. gevangenisstraf voor den tijd van vier achtereenvolgende jaren en zes maanden. Ik een der laatste nommers van de Poll Malt budget lezen wy het volgende: Aan reedeis van op Rusland vareude schepen wordt dooiden Engelschen consul te Taganrog, den heer Canuthers, in het door hem uitgebrachte rapport over het handelsverkeer dier haven gedurende 1871 een welgeplaatste waarschuwing gegeven. De bij het Tolkantoor van die naven bestaande bepaling, dat alle ingevoerde goedelen eerst moeten zyn gelost en geverifieerd, alvorens de schepen, die de goe deren hebben aangebracht, kuunen uitklaren, is, zegt hij, een zeer bezwarende bepaling voor gezagvoerders, die met beladen schepen aankomeu, daar de schepen niet aan den wal kunnen komen om ie lossen, doch genoodzaakt zyn hunne lading in lichters oveiteladen op ongeveer 25 a 30 mylen van de kaai. Engelsche reedeis, die met deze bezwarende bepaling bekend zijn, verbinden zich slechts om de goederen langs boord te leveren, waarna zij verder van alle verantwoordelijkheid ontslagen zulleu zyn. luladers of eigenaren van de aan boord geiadeii goederen nemen hiermede genoegen. Doch het personeel van het Toldepartement blijft de bovenbedoelde en wat de haven van Taganrog betreft, onuitvoerbare bepaling handhaven, en noodzaken de schepen om het aan wal brengen der goederen te blyven afwachten, tenzij dat de gezagvoerder borgen kan aanwijzen voor de richtige uitlevering van alle in het manifest vermelde goederen of voor de betaling der boeten, die voor het niet nakomen dezer verplichting of de een of andere onregelmatigheid worden opgelegd. Op deze wijze blijft ecu gezagvoerder, die in overeenstemming met het cognossement de lading aan geconsigneerden of hunne agetiten heeft uitgeleverd, toch nog tegenover het tolkantoor voor eenig verlies aan de lading, hetzij door ongeluk, hetzij door diefstal van de opvarenden der lichter.ohepen, aansprakelijk, niettegenstaande hij die goederen niet meer ouder zyn toezicht heeft en ze heeft afgeleverd aan hen, die gereentigd zyn ze in ontvangst te nemen. Deze onrechtvaardige toestand geeft dikwijls tot noodeloos opouthoud eu voortdurende bemoeielijking der gezag voerders, die goederen voor Taganrog aau boord hebben, aanleiding, vooral voor gezagvoerders van stoomschepen. Aan de bevoegde autoriteiten to Taganrog werd van dit bezwaar kennis gegeven. Ook de Engelsche gezant heeft daarover aan het Departement der In- eu uitgaande rechten te St. Petersburg mededeeling gedaan, doch zouder gevolg, teiwijl er tevens geen vooruitzicht bestaat, dat iv de thans bestaande bepalingou een wijziging gebracht zal worden. Het is daarom wenschelijk, voegt de consul hierbij, dat reeders, indien zij aannemen om goederen te Taganrog uitiete.eren, dit oponthoud waaraan hunne schepen onderworpen zyn en de verantwoordelijkheid, die zy op zicli nenit-n, niet uit het oog verliezen. Wjj kunnen niet anders dan er by voegen „tout comme chez nous. (Bat. Hblad.) Over Deli. Aan een particulier schrijven van iemand aan boord van de Marnix, dd. 19 Juli met de laatste mail te Batavia aangebracht, ontleent het Bat. Handbl. het volgende. Wij zyn met onzen neus in het vet gevallen. Nauwelijks lagen wy een tiental dagen te Riouw of we trokken bierheen en zulks doordien er slechte tijdingen waren gearnveeid. Eerst was het plan om naar Edi te gaan, een klein rykje grenzende aan Atchin, ten einde aan de Edineezen bescherming te verleenen tegen de Atchineezeu, die waarschijnlijk thans bezig zijn om Edi te blokkeereu. Doch toen de tydiug kwam, dat onze troepen op Dcli ecu échec hadden geleden en verplicht waren geweest te retireeren, geraakte de zaak Edi op den achtergrond en hare bewoners moeten zich thans maar zelven trachten te redden. Wij gingen dus in de meest mogelijke hurrie hierheen, het schip volgepropt met levensmiddelen enz. voor ous en ook voor de Banka en v.or de militaire colonne. Het bovenriek Ing vol, tut levende slachtosseu iukluis. Wij stoomden met eenigen spoed naar Dcli en arriveerden daar 's avonds vau den derden dag. Door den lagen waterstand en onzen betrekkelijk grooten diepgang moesten wij bijna uit zicht ran deu wal blyven en hoorden dus dien avond niets bijzonders, daar (ie Banka, als kleiner schip, b.nnen op de rivier lag. We liggen zoover, dat we bijna 7 '/_ uur in de sloep moesten zitten om op de hoofdplaats te komen. Den volgenden morgen vroeg kwam er eene sloep bij ons aau boord niet ecu officier van genoemden stoomer, die ons deu toestand der Europeanen als uiet zeer gunstig afschilderde. Tiv.e der tabok.ondernemingen waren door de Battakkeis afgeloopen en verbrand, en de meeste anderen liepen gevaar van hetzelfdo lot te zullen ondergaan. De kompagnie militairen onder Koops had zich in een versterkt kamp verschanst en kon geen volk missen, was daaibij geheel uitgeput] zoo ook het volk van de Banka. Twee uren later waren onze jantjes op v/eg, Welgemoed en bly. Lu 't geheel 78 man, waaronder 5 officieren. Nog dieuzelfden nacht werden eenige vau de dichtstbij gelegen ondernemingen bezet en op die wijze gelukkig nog gespaard. Dat «ij het daarbij aan boord niet weinig druk hadden, kunt ge begrijpen: in haast waren we van Batavia gezonden, meest met vreemd volk, ougedresseerd. leder had zyn handen vol. Drie dagen na on 3 kwamen de troepen van Batavia; eere wien eere toekomt, 't was voorbeeldig vlug. 't Was goed ook, want de paniek was nog niet over; zelfs op de hoofdplaats Laboean Dcli was men bevreesd voer ecu aanval. Het volk van de Banka is unar boord teruggekeerd; 't schip gaat morgen naar Biouw om de gekwetsten naar 't Hospitaal te brengen. Het hal re bataljou is gisteren opgerukt naar de bergen, het overschot der kolonne Koops met onze jantjes bewaken de ondernemingen eu hebben daar een goed leventje. De Batakkers hebben zich nog weinig na hunne komst vertoond; in 't begin een eukele maal, maar onze achterladers waren hun te kras; ook is elk huis thaus in eene benteng herschapen. Wat het eind van deze zaak zal zijn, is nog moeielijk te zeggen, 't schijnt echter niet zoo onbeduidend te zijn, als men in deu beginne dacht. Weinig schynt men hier op de hoogte der zaak to zijn geweest; waut nu is het pas onlangs uitgelekt, dat er reeds siuts lang eene uitgebreide samenzwering bestond om al de Europeanen te vermoorden, de ondernemingen te verwoesten eu den sultan wegtejagen. Deze laatste schijnt maar steeds gronden te hebben gegeven aan de heeren tabaksplanters en nl de voordeden daarvan voor zich alleen te hebben gehouden. Dit uu vonden enkele vooi name hoofden niet erg billijk, en ik moet zeggen, dat ik mij dit best kan voorstellen. Vandaar de beide oproerige Datoe's, zij schijnen veel invloed en een grooten aanhang te hebben, ook kan het zeer goed wezen, dat het ons vijandige Atchin die lui met geld en wapenen helpt. De groote vraag schijnt nu te wezen, of de berg-Bat tukkers mede tegen ons uittrekken. Is dat het geval, dan zullen we nog wel twee bataljons er by noodig hebben en dau kan deze expeditie een der grootste worden, sedert de Balische. We willen er evenwel het beste van hopen. De Deli-rivier is nog al mooi en schaduwrijk, vol kaailui en apen van allerlei soort, ook apinnen, „die gelukkige beesten." Soehabaia, 5 Augustus. Een poging tot oplichterij werd 11. Zaterdag hier g.pieegd, die zeer slim was aangelegd, maar ten gevolde vau gebrek aan voortvarendheid der bemanuinu van twee djaugolans en de vaardigheid van aangifte door deu opgelichte, benevtns de vlugheid vau handelen van deu schout de Jong, niet tot volledige uitvoering kwam. Een Chinees vervoegde zich nauielyk bij een Javaans.-.li rijsthan.einar te kampong Baroe, eu kocht van dezen, tegen den prijs van f 105 per koiang, tien koiangs riist, die onmiddelijk in twee gereed liggende djangollans werden geladen ter vervoer naar Madura. Nadat de vaartuigen van wal waren gestoken om de rivier aftezakken, ging de veikooper, ingevolge afspraak, met deu kooper naar Tjantikan waar de woning vau dezen moest gelegen zijn, om j aldaar betaling te erlangen. Te Tjantikan gekomen, ging | ook de Chinees ecu woning binnen, den Javaan zeggende een oogenblik buiteu te wachten, welk oogenblik dezen te lang durende, hy het huis ingiiig, waar hij vernam dat de daar zoo even binnengekomen Chinees langs ecu achterdeur de woning weder had verlaten. De Javaan, die begreep bedrogen te zyn, deed onmiddelyk aangifte aan boveugenoemden schout, die terstond met hem naar den mond d