Volgens de laatste opgaaf ƒ 553,— Üit Samarang van den Hr. H 5.— M Pasoeroean „ „ „ B , 5._ „ Solo „ Kobus „ 5.— Te zameu f 568.— Voor de opgave: C. E. VAN KESTEREN.
De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- 25-11-1872
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Geen auteursrecht. Er rusten geen rechten meer op dit object.
- Krantentitel
- De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- Datum
- 25-11-1872
- Editie
- Dag
- Uitgever
- De Groot, Kolff & Co
- Plaats van uitgave
- Semarang
- PPN
- 852209738
- Verschijningsperiode
- 1863-1956
- Periode gedigitaliseerd
- 1863-1903 / 1947-1956
- Verspreidingsgebied
- Nederlands-Indië / Indonesië
- Herkomst
- KB C 76
- Nummer
- 277
- Jaargang
- 21
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Ontvangen Voor het CHRISTINE-FONDS.
Een sensatie makende strafvervolging.
I. Tot tweemalen toe bood de rechtzaal te Deventer een bedroevend tooneel aan.
Het moge hun die belust zijn op scandaleuse, sensatieverwekkende processen piquant en dientengevolge niet onaangenaam in de ooren hebben geklonken, toen de deurwaarder ter openbare terechtzitting van de Deventersche rechtbank de zaak uitriep van den Officier van Justitie, ambtshalve eischer, contra Dr. Johannes van Vloten, wij meenen toch gerust te kunnen onderstellen, dat verreweg de meesten die van deze zaak kennis namen onder een gansch anderen indruk hebben verkeerd.
Aangeklaagd, op verzoek van den beleedigde, Dr. Mosselmans te Groningen, dat hij dezen in het Deventersche Weekblad het schrijven van een brief had toegedicht en in genoemd weekblad dien verdichten brief had doen drukken, terwijl de inhoud van dien brief zoodanig was dat Dr. Mosselmans, indien hij hem geschreven had, daardoor aan de verachting zijner medeburgers zoude zijn prijs gegeven, is Dr. van Vloten, de eerste maal bij verstek, de tweede maal op zijn verzet tegen het bij verstek gewezen vonnis, tot gevangenisstraf en geldboete veroordeeld ter zake van lastering.
In zekere spanning wachtte het publiek de openbare behandeling dezer zaak eti de uitspraak des rechters af, hoewel na het op de gevoerde instructie t}oor de rechtbank gegeven bevel van verwijzing, eigenlijk geen twijfel meer mogelijk was over de vraag, of het ten laste gelegde feit èn door den Officier van Justitie èn door de Rechtbank als strafbare lastering zoude worden beschouwd. Alleen was het nog denkbaar, dat de voor Dr. van Vloten gevoerde verdediging nieuwe gezichtspunten opleverde, welke de rechters van meening deden veranderen. Doch toen bij de eerste behandeling Dr. v. Vl. niet verscheen en bij de behandeling van het verzet de verdediger uitdrukkelijk verklaarde, dat de beklaagde zich voor deze rechtbank, welker leden hij te vergeefs alle had pogen te wraken, niet wilde doen verdedigen, toen verviel ook die denkbaarheid geheel.
Thans ligt het vonnis daar, en alleen is door de dagbladen medegedeeld, dat de veroordeelde appèl heeft aangeteekend bij het provinciaal gerechtshof van Overijssel. Besproken is het geslagen vonnis, naar wij met zekerheid meenen te weten, nog niet. Het werd alleen met de verslagen der zittingen medegedeeld- Misschien wordt zoodanige bespreking bij velen teruggehouden door de gedachte, dat, zoolang nog geene eindbeslissing is gevallen, wegens het hooge en onafhankelijke standpunt der rechterlijke macht, iedere bespreking, d. w. z. beoordeeling, ongepast zoude zijn. Zoo althans komt het ons voor, omdat anders een proces als dit, waarin de rechten der drukpers van den eenen kant en de rechten van het individu op handhaving zijner eer aan den anderen zoo nauw betrokken zijn^wel in staat zoude wezen, bespreking nittelokken.
De juistheid dezer reserve, indien zij bestaat, kun. nen wij niet beamen. Evenmin als men b. v. ooit nalaat een door de Tweede Kamer aangenomen wetsontwerp te bespreken, omdat nog de Eerste Kamer beslissen moet, evenmin behoeft men o.i. de uitspraak van den eersten rechter buiten bespreking te laten, omdat over die uitspraak het oordeel van den hoogeren rechter is ingeroepen. Zoowel voor den wdf'
gever immers als voor den rechter is beslissen nl^r eigen overtuiging plicht, en indien men voor zoodanige overtuiging van den eerstgenoemde van openbare bespreking geen gevaar vreest, waarom zoude men dit dan wel doeu voor de overtuiging van den ander ? Men zal antwoorden, dat in dit opzicht een politieke macht en een rechterlijke macht nooit op ééne lijn te stellen zijn, dat de eerste juist naar de stem
der openbare meening luisteren moet, dat de andere voor iedere stem dan zijne eigene doof moet wezen. Doch men ziet voorbij dat, indien de politieke macht
naar de organen der openbare meening luistert, zij luistert naar hunne argumenten, en dat het toch ook voor een nauwgezetten rechter zijn nut kan hebben, argumenten van hen die buiten de zaak stonden te vernemen. Eéne beperking dier bespreking erkennen wij niet alleen gaarne, maar ook uitdrukkelijk : zij begeve zich niet hjlitsn de grenzen de-, argumentatie, der rechtskundige kritiek, zij vermijde alles wat gelijkt op pressie, op overreding met gronden, welke aan de zaak en aan de punten welke de rechter te beoordeelen heeft, vreemd zijn.
Het deed ons leed, dat Dr. van Vloten moest veroordeeld worden. De Nederlanders zijn zoozeer sameugegroeid met de volkomenste vrijheid der drukpers, met de vrijheid der journalisten en publicisten, om hunne gedachten neerteschrijven in dien vorm, dien de eigenaardigheid van hun schrijftrant medebrengt, zij hechten aan litterarische talenten zoo groote waarde, zij trekken zoo natuurlijk partij voor mannen wier kloeke uiting hunner zienswijze op hen gewroken wordt door kleingeestigheid en bekrompenheid, dat zij niet dan zeer noode het bestaan van een drukpersdelict erkennen. Aan zoodanige delicten leggen zij een bijzonder fijnen maatstaf aan, en hoewel zij niet zullen weigeren, wanneer daartoe alle termen aanwezig zijn, het bestaan van zulk een misdrijf toetegeven, toch zal zoodanig toegeven altijd lang, zeer lang worden tegengehouden door een vermoeden ten voordeele van den aangeklaagde, een vermoeden, dat bij hem de bedoeling om te beleedigen ontbrak.
Het was waar, voor Dr. van Vloten zoude de openbare meening misschien minder gemakkelijk zijn. Zoovelen vooral, die in zijne geschriften genoemd, met bijnamen benoemd of met allerlei epitheta versierd waren, hunkerden misschien naar het oogenblik, waarop Dr. van Vloten te ver gaan en de eng getrokken grenzen der strafwet overtreden zou. Maar over het algemeen heeft men veeleer het gewone verschijnsel kunnen waarnemen, dat toen de vervolging eenmaal begonnen, vooral toen het vonnis gevallen was, de al te vermetele schrijver de man werd aan wien ten minste iets van den martelaar der drukpersvrijheid te herkennen viel. Immers, al lazen wij nog nergens een geschreven kritiek, toch vernamen wij reeds uit menig gesprek, ook met mannen van naam, óf dat de vervolging beter achterwege gebleven ware, of dat de strafwet ten onrechte op dit bedrijf was toegepast. Of de vervolging beter ware nagelaten, staat niet te onzer beoordeeling. Dat was ter overweging en beslissing aan den beleedigden persoon. Doch wij, die de beleediging niet ondervonden hebben, mogen er ons wel voor wachten, over den stap van Dr. Mosselmans pertinent onze meening te zeggen. Daar zijn rechtskrenkingen die men niet kan toelaten, zonder zijn eigen persoonlijkheid te vernietigen en zelfs schade te doen aan het algemeen. Na hetgeen wij voor een paar weken over het geschrift van prof. Ihering schreven, behoeft dit geene verdere uitwerking. Het valt een vreemde gemakkelijk te zeggen: laat rusten, — maar het valt soms bitter zwaar, een grievende beleediging met al het verdriet daaraan verbonden te moeten verdragen. Zij dan ook, die den heer Mosselmans zijne aanklacht verwijten met de opmerking dat een predikant, een leeraar van christelijk geloof en leven, het voorbeeld te geven heeft van zachtmoedigheid en vergevingsgezindheid, zien geheel voorbij, dat ook de stevige handhaving van het recht soms een eisch der zedelijkheid kan zijn. En nu de strafbaarheid van het feit. {Slot volgt.)
Ingezonden stuk. Sluiswerken en Havenquaesties van Batavia en Samarang.
Deze week las ik in de Locomotief eenige aanmerkingen op de wyze van werken, by' het Havenkanaal en de Sluis te Samarang gevolgd. Ik ben het met de strekking volkomen eens, zooals ik nader uiteen zal zetten, msar ook heb ik tegen betrekkelijk ondergeschikte punten bedenkin. gen, welke ik eveumin verzwygen kan. Onder nnderan werd er gesproken over het transport van materiaal en grond. 't Is waar, men kan de metselspecie in kalkmouwen aaudragen. Is dat echter hier wenscheljjk? Lsngs de sluiswerken loopt een tramway, daarmede kan men de metselspecie droog aanvoeren, op de muren zelve die «eer breed zijn is ruimte genoeg voor aanmaak met water, en dan is men dichter bij de plaats waar thans gemetseld wordt.
Ook de manier waarop men bij de bedoelde werken den groad vervoert verdient, dunkt mrj, goedgekeurd te worden. Grond wordt door Javanen het best in mandjes of ekroks getransporteerd, nu vooral, nu het op aanvullen aankomt. Voi.r kruiwageudieust moet men Europoanen hebben; dat ..form de artikelen der krjjgswct, de met kruiwagenstraf al zeer mild is. Voor krui- of schuierwagens te loopen zonder schoenen, waaraan men bij den minsten regen of bij het verwerken van natten grond slrjktrappers, ook wel sporen genoemd, kan doen, gaat niet aan; voor schuierwagens heeft men bovendien een straal noodig, en dien te leggen vereischt veel practische ondervindiug. De Javanen die geen schoenen dragen en geen ondervindißg hebben werken het best zouder kruiwagens. De Spoorweg-maatschappij, die aan mislukte proeven rijker is dan één andere maatschappij of wie ook in Indië, kan dienaangaande verklaren, dat srj door schade wijzer geworden is. Om tot een belangrijk grondverzet te komen, moest cij de kruiwagens weer afschaffen, die haar — djattihout is duur en scheurt licht — handen vol geld gekost hadden. Een derde teberde gebrachte aanmerking betreft den prijs van het baggeiea per kubieke el: 80 ü 100 cent zou te veel z\jn. Wellicht heeft de schrijver uit de begrooting geput, welke door den Hr. Maarschalk voor de havenwerksn van Batavia is gemaakt. Maar die berekening — de Hr. Maarschalk boude het ons ten goede !— deugt niet. Voor 40 cent kan men met een molen de specie opbaggeren, maar dan is zij no» niet verplaatst naar het terrein waar ie wezen moet, dan moet te nog uitgestort worden in prauwen of in de persof modderspuitmacüiue, en daarbij komt eindelijk nog het transport naar de voor den modder bestemde plek, wat te Samarang —ca waarschijnlijk ook te Kampen! met modderschuiten geschiedt die gelost worden met een mandje, waardoor natuurlyk de helft weer in 't Kanaal loopt I Voor al die werkzaamheden kau men bet bedrag van 40 cent gerust met 100% verboogeu, ea dus op 80 cent brengen, en dat onverschillig cf de Hr. Maarschalk den grond OV*r d« Onster- ph W«t«a.ram«n «r«rkt, don wol duarmode het terrein ophoogt, dat voor pakhuizen en spoor moet dienen, en op 100 el breedte geschat is, zoodat men het vervoer op 50 meter mag stellen, [f]
Neen, 80 a 100 cent per kub. meter is niet te duur. leder practicus zal dat met ous eens zyn. Daarin heeft de Hr. Maarschalk verkeerd gezien, en de Hr. Deeleman ware hem niet bijgevallen en had zich niet op een gezegde vau wijlen den Hr. van Baak beroepen, indieu hij in 't oog gehouden had wat hij weten moet: dat vele Ingenieurs wel de gewoonte hebben om het naaste te zeggen, maar het .allernaaste niet.
Dat echter, ik herhaal het, ziju punten van onderge schikten aard. Ik haast my" tot de hoofdzaak.
Er zullen nog drie millioen noodig. zijn, om de haven van Samarang aftebouwen. Dat zeggen de HH. Ingenieurs, en .... zij hebben gelyk 1 Ik ga zelfs verder : ik geloof niet eens, dat voor dat bedrag het Werk voltooid zal worden. Welteverstaan, indien men voortgaat te werken, zooals meu begonnen is en zooals tot hedeu geschiedt. Dat is geldverspillen. Dat is meer dan bar. Dat is erger dan Indisch.
In Nederland moeten alle metselwerken ouder gelyke lagen wordeu afgewerkt by het einde van eiken werkdag; zoo herinner ik my nop zeer goed, dat een Hoofdingenieur Titulair, over een klein gedeelte van een muur een verschil van 4 lagen met bet andere metselwerk ziende, dadelijk gereed wai, den toezichthebbende te ontslaau. Te Samarang is men niet zoo gestreng, wat ook wenscheHjk is, maar ziet men ook niet zoo nauwkeurig, wat bejammerd moet wordeu. Aan de Sluis bijvoorbeeld stelt men zonder eenige bedenking — alsof het dus hoorde en geen kwaad koul —een vallenden tand op van twae a tweeen een halven meter hoogte. Elders staat het werk met een verschil van 1.25 — 0.50 meter op vallenden tand. -— Aan wien de schuld? Aan den bekwamen Ingenieur? Den bekwamen Opzichter? Wij beslissen niet, maar dat is geen werken volgens de kunst. En zoo is het ook met de rest. Waarom b. v. metselt men aan den waterkant klinkers in kruisverband, om achter die bekleeding van 2 a 2'/ steen weder dien ellendigen koraalsteen te stoppen ? Waar om sluit men dan nog niet liever aan met gewonen "Javaanschen steen? Dat geeft tenminste nog eenig verband maar koraalsteen in een waterwerk —'t is om te lachen, neen om te treuren ! Den geheelen muur had men van klinkers kunnen optrekken. Er waren er genoeg: jaren en jaren liggen millioenen Europeesche steenen op Tikong of Poeloe Dja-
[t] Volgens Slz. 66 der officieele stukken betrekkelijk een Haven voor Batavia is de prijs 40 et; op blz. 159 eo 160 echter is de berekening geheel anders. Op blz. 66 is alleen sprake van baggeren zonder ~vervo er. Aftedalen, wat het baggeren aangaat, tot 14 "'■'• 100 et. en dan voor transport niet meer d»n 1 cent per'ton te rekenen— dat is bijna onzin, die bedragen zijn te gering. Om de baggerspecie over de kaairouren te brengen heeft men zeker even veel krucht noodig als voor het opbaggeren zelf: daarbij mag men niet vergeten dat men de persmachines zoo dicht mogelijk bij de kaaimnur moeten leggen, zoodat er wel degelijk vervoer met prauwen zal bestaan.
mok; waarom heeft men die nu eindelijk eens niet gebruikt f ■ Dat zou niet te veel geld gekost hebben: die koraalsteeu . toch is oubruikbaar, en de Javaansche steen heeft ztker niet minder dan /17 per 1000 gekost, zoodat het verschil in prijs te gering is om deswege tot inko op e u overtegaan. De omwandiug van den schutkolk levert het zonderlingste schouwspel, dat een bouwkundige zich denken kan: hier en ginds een brok muur, zelf» d£ar waar de centrifugaalpompen staan wordt een stukje uitgespaard, 't Bljjkt nu, dat die verkeerd geplaatst zijn. Maar waarom die dau niet opgeruimd, toeu men met metselen begon r Een fout kan dikwijls de beste outer niet ontgaan, maar wie eerbied voor zich zelven heeft en het belang zijner lastgevers behartigt, herstelt Un spoedigste bet bedreven kwaad naar zjjn beste vermogen. Indien een aannemer aan het gouvernement zulk werk leverde, zou hij spoedig een Ingenieur zien opdagen met de Algemeene Voorwaarden van Uitbesteding in zijn hand. Maar die voorwaarden zijn voor de heeren zelven niet geschreven, zoo 't schijnt. Zie bij voorbeeld de nieuwe re• chercheloods. Van een aannemer zou men gevorderd heb; ben, dat hij alles in kruisverband metselde; nu het gebouw door den Waterstaat zelven samengesteld is, bespeurt meu geen zweem van kruisverband! Ik wijt dat den Hoofdingenieur niet, volstrekt niet: de schuldige zit wellicht weer te Batavia. Maar ik wijs in 't voorbijgaan op d»t voorbeeld om het nogmaals duidelijk te maken, waarom de uitbeste» dingen mislukken. Indien de sannemer mocht werken zooals de waterstaat werkt, dau zou het, op de hoofdplaatsen althans, bij de aanbestedingen nimmer san inschrijvers ontbreken. Men legt den aannemers bezwaren in dea weg, waaraan men zich zelf uiet wagen durft: men wilde uitbestedingen niet: dat is de zaak. Ik ben nu gekomen aan de baggermolens. Toen die dingen per Presto werden aangebracht, waa men te Samarang opgetogen over de ruime opvatting van hetgeen de Eegeering den handel van Samarang schuldig is: men verlangde hier niet veel: hoogstens 9 a 10 voet diepte bij hoog water; dat zou voldoende zijn. Nu heeft men al ruim twee en een halfjaar gebaggerd, het resultaat ligt ten aanschouwe van ieder ter weerszyde van de kaaimuren; de diepte is voor de vaart nog altijd onvoldoende, en met het meeste phlegma vraagt men nu noe slechts drie millioen! Laten de Heeren eens met hun begrooting voor den dag komen, zooals de Hr. Maarschalk met de zijne voor de Bataviasche haveu gedaan heeft! Reeds dadelijk echter voeg ik hun toe: Wilt gy de hoofden uitbrengen, goed, maar bewijs ons toch eerst eens dat er voldoende gebaggerd is; zooals de zaken nu staan, zal ter eeniger tyd de sluis wel gereed, masr het Kanaal nog in geen jaar op de vereischte diepte komen. De eene baggermachine, ean kleine, is ruim vier maanden in reparatie. Een andere, zoo gezegd nieuwe, is reeds acht maanden onbruikbaar. De derde? Is ze gezonken P 't Zou niette ver wouderen zijn: immers een jaar na de aflevering dreven de groote, nieuwe machines op de oesters, en toen ze op de helling gebracht waren — ze waren toen nog geen twee jaren!— was er hier en daar in de huid reeds een gat, dat expresselljk scheen gemaakt te zijn, om er een gedresseerden hond door te laten spriugeu. Maar neen, zij i 8 0p de helling om voorzien te worden van een nieuwe buitenhuid, waaraan men reeds sedert den vorigen Westmoesson werkt! Dat is er geworden van de prachtige machines, welke gekeurd waren voor het baggeren van 800 M 3 daags, of 24000 kub. ellen per maand, of 14000 M 3 meer dan de Hr. Maarschalk voor de Haven vau Batavia in rekening brengt) De vaartuigen waren te licht gebouwd, de machines stietten en waggelden op haar fundatiën, zelfs in die mate dat men niet langer dan tot 2 uur 's middags durfde baggeieu: trots het gunstige rapport, door de Rotterdamsche Commissie van keuring uitgebracht, deugden die molens niet. Ik wijt dat geenszins aau den Ingenieur met de Havenwerken te Samarang belast, maar ik durf uiet zegg.n, dat de machines met de vereischte zorg behandeld zijn, en ik houd staande, dat hij, alvorens vau de Begeering te durven vragen om hem nog eens drie millioen te laten verwerken, op de beschikbaarstelling van flinke baggermachines had moeten aandringen. Vier dergelijke molens zijn noodig, even zoovele stoompersmachinee. Stel nu een baggermachine op ƒ 50,000, een persmachine op / 40,000, beide dus op / 90,000, dan heeft men in het geheel aan f 4.X f 90,000 of ƒ 360.000 voldoende; voeg daarbij ƒ 40.000 voor onderhoud, en men heeft machines, waarmede men minstens tien jaar het Kanaal op de vereischte diepte kan houden. Eerst baggere men daarmede ten spoedigste het Kanaal uit, waar nog wel 400.000 kub. el te verplaatsen z(jn; later strekken twee maohines voor het onderhoud d«ar, en twee andere tot uitbaggering der oude Rivier. Men behoeft dan de Javaantjeß niet nogeens met een mandje naar den modder te laten duikelen : een kunststuk dat wij weder hebbeu zien uitvoeren, toen de baggermachines iv reparatie waren! Alsof zulk werk eenig sfdoend resultaat kon hebben, en alsof het geen schande ware, de gezondheid der werklieden zoo te benadeelen! I Maar om het laatste bekreuut men zich niet meer dan | om 't eerste: men vindt aan het Havenkanaal uiet eens I een loods, waar de werklieden gedurende het heetste van den j dag een schuilplaats hebben. Ik geel' in bedenking, om voor de havenwerken te Samarang eenige boezemschoppen uit Nederland te ontbieden ; ook wat baggerbeugels. In ieder geval hoop ik, dat de Waterstaat, zoo al niet voor zyn eigen eer, dan toch om het Indische gouvernement niet bespottelijk te maken in de oogen van den vreemdeling, niet opnieuw Javanen aan het welk zette om met mandjes water te scheppen l Dat is te ingenieus.
De drie millioenen dus zy'n niet noodig, tenzjj men het voornemen hebbe om stoombooten en zeilschepen in het Kanaal te doen lossen. Wil men de reede overbodig maken, dan besluite men tot ecu bassin, zooals te Batavia. Het plan dienaangaande vindt overal bijval, en ik meen: terecht, al geloof ik ook, dat de uitvoering wel eenige millioenen meer zal kosten dan de begrooting aangeeft. In dac opzicht, wat de kostbaarheid b.treft, heeft deschry ver van een in de Indiër —ik meen van 16 Nov. 11. — geplaatst artikel gelijk. Overigens doet hjj my niet aan een deskundige deuken: onder anderen, wanneer hy te kennen geeft dat er een dam van 30 meters hoogte noodig zou zyn omdat een commissie geconstateerd heeft, dat er een bank ligt van 30 m. modder. Bemerkingen van iemand die op de hoogte van de zaak is, zijn zulke fiities niet. Misschien is de schryver in dienst by' de Spoorweg-maatschappij.
Ik stem ook toe, dat men op de verzakking (inklinking) zal moeten rekenen; dat spreekt van zelf. Maar behalve een roosterwerk volg.-us den Hr. Groll — beugelyker kennismaking— zyn er nog middelen gevoeg, omde glooiingen op het stortvlak dat voor de vermoedelijke inklinking breeder aangelegd dient te worden aantewenden. Wat zou er b. v. tegen wezen, om in de strekking der dammen betonblokken te doen zinken tot zekere breedte op den teen van de veronderstelde gooiing? Ik vertrouw zelfs, dat zulks noodig zou zijn om uitschuiving te voorkomen. Men vuile dan het lichaam van de dammen met riviersteen op — niet met koraalsteen, die verliest onder water zy'n specifieke zwaarte — en beginne, boven water gekomen, naar een talud van 2£ a 3 op 1 van buiten, en onder mindere helling van binnen de eigenlijke dammenbekroniug optebrengen 1 Maar — dit is bet begin tn bet einde — het plan van de Kamer van Koophandel en Nijverheid te Batavia moet in eere gehouden wordeu: het is een goed beredeneerd plan; het duidt aan wat particulieren al niet vermogen, om hen die er voor betaald worden algemeene belangen te behartigen, wakker te schudden. De Kamer late zich niet afschrikken door de opgeschroefde bezwaren van een Commissie, die verondersteld kan worden, de party' van den JJirecteur der B. O. Werken te moeten kiezen; zij vrage liever, dat een gemengde commissie van deskundigen, particulieren niet uitsluitende, en des noods in Nederland te kiezen, uitspraak doe.
Wat Samarang betreft, moet ik nog opmerken, dat de vermoedelyke aanslibbing in het Kanaal niet geheel aan Verzanding uit zee toegeschreven moet worden: zy ontstaatj naar my voorkomt, ook door oppersing van den grond tengevolge van de zwaarte der dammen. Dat er steeds in de monding en ook om de toppen der dammen tot zelfs buiten de monding gebaggerd zal moeten worden, zullen alle deskundigen toegeven. Het best zeker geschiedt dat in de Oostmoessoen en met nieuwemachines, maar inmiddels behoeft men niet stil te zitten, kan men, behoorlijk toeziende, denkende en eerlyk handelende, reeds veel tot olailll bn.ugi.D, o» t.a J. a.iiuata va.v ia rood* -roil>xvu.Ute gelden haar gewiebtigen arbeid beginnen.
Ik heb byna het laatste woord gezegd. Nog iets over de Commissie bestaande uit den Eesident van Samarang den Hoofdingenieur van Bossum en den Ingenieur van Os. Met velen, zeer velen verhtug ik mij, dat er onderzoek wordt gedaan naar den staud der Samarangsche Sluisen Havenwerken en naar de administratie der talrijke verbruikte gelden, hoewel ik het betreur dat voor die Commissie geen leden uit particulieren-deskundigen zyn gezocht: er zouden dan meer waarborgen zijn voor haar onpartijdigheid en vruchtbaarheid. Ik heb eenige punten genoemd, waarop de Commissie haar aandacht heeft te vestigen; ik hoop nu, dat zij verder uit eigen oogen zie; dat zij niet in haar rapport schrijve; „volgens de werk stat en is het metselwerk goed uitgevoerd; volgens de heistaten, het heiwerk," enz., maar dat zij zelve persoonlijk eerst de degelijkheid van het werk onderzoeke en daarna de waarde van al die staten. Voldoet de Commissie aan dien wenk, dan durf ik haar voorspellen, dat er veel zeer ergerlijke verborgenheden aan het licht zullen komen, en dat zij den lande een dienst bewijst. Voldoet zy daaraan niet, dan geeft zij alleen blyk van onbekwaamheid of oneerlijkheid, en is er voor de schuldigen toch niets anders gewonuen dan uitstel van executie.— X.