dd. 23 Januari 1878. De aangekomen Fransche mail meldt het volgende: BENOEMD: Bij Koninklijk besluit, tot president van het Hoog-gerechtBhof Alting Mees. In Frankrijk wordt streng toegezien op de Bonapaitistische propaganda iv het leger.
De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- 23-01-1873
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Geen auteursrecht. Er rusten geen rechten meer op dit object.
- Krantentitel
- De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- Datum
- 23-01-1873
- Editie
- Dag
- Uitgever
- De Groot, Kolff & Co
- Plaats van uitgave
- Semarang
- PPN
- 852209738
- Verschijningsperiode
- 1863-1956
- Periode gedigitaliseerd
- 1863-1903 / 1947-1956
- Verspreidingsgebied
- Nederlands-Indië / Indonesië
- Herkomst
- KB C 76
- Nummer
- 19
- Jaargang
- 22
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Telegram van Batavia.
AANGEKOMEN. Scheepsberichten.
BATAVIA, 17 Januari Amerik. schip Formosa, Allen, Manilla.
VERTROKKEN.
BATAVIA, 17 Januari Nederl. schip H. W. M., Tjebbes, Soerabaia.
Gemengde Indische Berichten.
Door de Chineezen te Kistten is een vereeniging opgericht, met het doel om door ouderlinge bijdrageu een fonds te stichten tot hulp van behoeftige stamgenooten iv do ondervolgende gevallen: le bij sterfgeval, als er niet genoeg is nagelaten om de begrafeniskosten te voldoen; Se bij huwelijk van een armen Chinees met een vrouw of meisje zijver natie; 3>bij vertrek uit of doortrekking van de plaats. Reeds is ecu bedrag van ƒ 1500 bijeengebracht. Wanneer de bijdragen hoog genoeg stijgen, zal er ook ecu huis worden ingericht ter verpleging vau behoeftigen. VVirodjojo, inwoner vau de dessa Karang (Boiolali), werd on'angs door het ongeluk getroffen, zyne vrouw le verliezen, nadat zij 20 dagen te voren hem vader had gemaakt vau zijn vierden zoon. De slag op zich zelf was genoeg om den man bingong te maken, maar toen hij in het geheele dorp geene vrouw kon vinden, die, zelve nog een tuigeling hebbende, haar voedsel ook a»u zijn jongstgcborene kon aanbieden, en hij dozen hoorde weenen van honger, terwijl ook de drie anderen hem om rijst vroegen die hij niet had, en om welke te verdienen hij niet kon gaan werken, daar hij nierrand had die in zijne afwezigheid voor het kleine kind kon zorgen, toen werd hij geheel eu al radeloos, en voorziende dat de jongste toch uit gebrek aan voedsel zou sterven, nam hij het op en witrp het iv eon kreek, die toevallig juist droog was. Daarna keerde hij terug en ging arbeiden, voor de opbrtugst waarvan hij rijst kocht voor zyne drie overige spruiten. Pas had hij de kreek verlateu, of'Mbok Troenodongso, uit de dessaPosoiijr, welke door de kreek in quaestie vau Wiiodjoio's dessa ge. scheiden is, verscheen, aan de overzijde met het doel om water te halen, dat zy echter niet vond, maar daarentegen werd zij getroffen door de aanwezigheid van een allerliefst kindje, dat zij terstond opnam en met zich naar huis voerde, ta met overvloed van moedermelk verzadigde, daar eerst kort geleden haar eigen zuigeling gestorven was. De buren kwamen natuurlijk kijken, en daar het kind zoo ongemeen fraai werd bevonden, maakten zij uit dat het ongetwijfeld vaneen gandroewo of wilwo of anderen geest, in allen gevalle van fijne herkomst moest zyn. Aan de politie gaf Mbok Troenodongso ran haar vondst kennis, eu spoedig was nu de ware afkomst ran het kind ontdekt, alsmede de reden die den vader het in de kreek had doen deponeeren. Voor het tribunaal te Soeracarta gevoerd, schonk dit Wirodjoio ampon voor zijn misdrijf, uit aanmerking zijner overigens goede antecedenten en den toestaud van radeloosheid waarin het ongeluk hem gebracht had. Maar Mbok Troenodongso wilde het kind niet weder afstaan.— Door den Raid agama te Grissee, zijn aan de Javaansche vrouw Lasrainah, wier man onlangs overleed, ais rechtmatig erfgoed toegewezen: twee groote visclivyvers, een huis en eenig meubilair en gereedschap. Er is echter nog een voorkind van wijlen haar echtgenoot, dat zijn stiefmoeder doodeenvoudig het huis heeft uitgezet en vischvijvers, meubels en gereedschap zelf gebruikt, zonder in '"t minst op de uitspraak van den Raad agama acht te slaan. — Omdat het gedwongen kerkgaan voor de militairen afgeschaft is, wordt te Soerabaia verzocht, nu ook voor de onder-officieren het verplicht deelnemen aan de tafel af te schaffen; daarna zal men afschaffing verzoeken van het verplicht verschijnen bij de exercitie, op do appels, etc. en zoo zal het eindelijk in het leger een recht liberale dienst worden.-—
Brieven over Letterkunde aan de Locomotief.
*jr Mijnheer de Redacteur! Laat mij een gegeven woord gestand doen. Mijn plan is thans, u een oogenblik te spreken over „Akbar; een Oosterschen Roman van Mr. P. A. S. van Limburg Brouwer." Het boek heeft de aandacht onzer letterkundige kringen bijzonder in beslag genomen. Het is over het algemeen zeer gunstig ontvangen, en met recht. Men heeft gezegd dat het eene weldadige verpoozing zal schenken voor kerkelijke haarkloverij. Doch het schijnt mij nog hoogere verdiensta te besitten. De Oostorsohe Roman van Mr. van Limburg Brouwer roert in een zeer onderhoudenden vorm de hoogste vraagstukken aan van het monscheiijk denken. De duistere wereldraadselen waarover wijsgeeren en godsdienststichters hebben gemijmerd en gestreden, worden op smaukvolle en bekwame wijze ter sprake gebracht aan 't hof van Keizer Akbar. Inderdaad Djelal-ed-din Mohammed, bijgenaamd Akbar of de Groote, die het bekende rijk der Mogols in Hiudostan met schitterenden luister beheorechte (1556 — 1605), was ecu wijsgeerig vorst, zooals de geschielenis ze niet bij dozijnen telt. Aan zijn hof, meest in den intiemen hofcirkel zijner vrienden, greep meermalen een philosophischgodgeleerd debat plaats, waarbij 's Keizers Vizier Aboel Fazl de Parsische theosophie, de brahmaan Koelloeka. de Vedaas, de Arabier Abdul Kadir Badaoni den Koran en ds Jezuïet Rodolpho Aquativa den Bijbel verdedigden. Deze historische stof gegeven zijnde was het lichtelijk te begrijpen, dat zij van Limburg Brouwer in verzoeking bracht den Roman te schrijven, welken hij thans ons publiek als viucht zyner Oostersche studiën aanbied. Tot nog toe werd de auteur van Akbar door da lezers van den Gids met hoogachting gewaardeerd, wegens zijne belangrijke studiën op het gebied van Oostersche wijsbegeerte ca oud Indische litteratuur. In het populariseeren van de schatten der Sanskrietsclie letterkunde had mr. van Limburg Brouwer zich reeds een gevestigden naam verworven. Thans treedt hij voor talrijker menigte van lezers met zijn eersten roman op. Dit werk is in alles de vrucht van ijverige studie, van fyn inteliectuëele beschaving. De fantasie heeft meegeholpen in het ontwerpen van dit kunstgewrocht, maar fautasie is niet de faculté maitresse van den auteur, gelijk Taine zou zegggan. De voortreffelyke eigenschappen van Akbar vloeien voort uit belezenheid eu uit de achtenswaardige kuituur van des schrijvers denkvermogen, de zwakke plaatsen komen op rekening van eenealechts matig ontwikkelde verbeeldingskracht. Om mijne meeaing te staven voegt het mij een kort overzicht van het boek te leveren. Wij vangen aan met don romantischen held van hot boek Siddha Rama, een jong edelman uit Kashmir. Deze is op weg naar Agra, de hoofdstad van Akbars rijk. In het Himalaya-gebergte bezoekt hij met zijn leermeester Koelloeka eon geheimzinnig kluizenaar Gauvapada, die later blijkt een koning uit Kashmir te zijn en die door zijne verstandige raadgevingen ecu diepen indruk op Siddha achter laat. De jonkman toeft nu eenige uren te Alahabad waar zijn oom i-'oehana goeverneur is. De dochter van dezen laatste, Iravati, de type eener edele Indische jonkvrouw, is verloofd aan Siddha. Het onderhoud der beide gelieven duurt slechts kort maar is niet zonder poëzia opgevat. Iravati plukt eene blauwe lotusbloem eu laat haar op een breed blai als een schuitjen omgevouwen, in een vijver drijven Het verhaal vervolgt nu:
— „Die bloem is mijn Siddhi",— sprak Iravati half in zich zelve — laat ons nu zien of hij mij trouw zal blijven!"— „Neen 1"— sprak Siddha .... dat is een gek spel! Dat moet gy niet spelen!"-— maar Iravati luisterde nauwelijks en zag met ademloozo belangstelling naar het dobberend boomblad uit, dat daar vroolyk op de kabbelende golfjes danste, — „Trouw ! trouw!—juichte zy .. . Daar streek ecu licht zuchtje van den zuidenwind over het water; het ranke vaartuig helde ter zijde, kantelde en vertoonde weldra niets meer dau het ondervlak, terwyl de lotus verdween. — „Helaas!" -— riep Iravati uit en liet het hoon op de borst zinken, — mijne voorgevoelens zouden mij da» niet bedriegen ?" Het tafereeltje is friscli en schilderachtig; later missen wj dergelijke bij dc; boosaardige hofintrigue te Agra. Siddha wordt bij zijne komst aldaar zeer welwillend ontvangen door AkbabJl Vizier Aboel Fazl eu bekomt een bende ruiterij (UaJjpoets) Zeer spoedig worden aau den jongen edelmau uit Kashmir al de wondereu van Akbars paleizen vertoond eB brengt men hem by Ferzi, den broeder vau den Grootvizier, die even als deze tot de intieme wijsgeerige vrien' den vau Akbar behoort.
SiDDHA geniet achteresuvolgens verscheidene bon nel fortunes te Agra. Iv de eerste plaats ontmoet hij den Shah Akbar in de tuinen vau diens paleis zonder hem t» kennen eu spreekt hij daarbij zijne meening over meuscheD en zaken zoo vrijmoedig uit, dat do groote man later den jongeling met genoegen zijne bescherming belooft. Ten tweede wordt hij op geheimzinnige wijze door een slavin genoodigd tot eene avond-bijeenkomst bij eene jonge Persische dame die zich Rezia noemt en beweert de echtge noote van een afwezigen Armenischen koopman te zijn. Rezia is eene schoone maar al te toegeefelyke dams, die Siddiia in eene samenzwering tegen Akbar wikkelt, waarbij des Keizers zoon Selim en Salhana, Siddha's oom, dhoofdrollen spelen. Verwonderlijk snel wordt Siddha dool de schoone oogen van Rbzia geboeid eu vergeet hij Iravati. De verleidelijke Armenische heet eigenlijk Goedbadam eni is de echtgenoot van Ferzi Ons komt de val vau den romantischen held wel wat min gemotiveerd voor. De schoone dame is eene handigs deerne, meer niet. Van zinuelijk standpunt schijnt zy zeef belangwekkend. Siddha verraadt voor haar den Keizer en daarna schuift de auteur de aanlokkelijke Goedbadam achter de schermen, met de verzekering dat haar echtgenoot Ferzi haar behoorlijk heeft getuchtigd, niet met eene rij zweep, zooals meneer Dijk mejufvrouw Lidetvijde afstrafte> maar door haar in een kerker te plaatsen waar zij zelfmoord pleegt. De historische held van het boek, Akbak, onderhoudt! zich met zijne wijsgeerige vrienden over de betrekkelijk» waarde van den godsdienst in 't gemeeu eu vau de verschillende godsdiensten, int bijzonder; fijne opmerkingen, die den deskundigen schrijver tot geen geringe eer verstrekken, wordeu in de gesprekken met den Shah allerweg» uitgestrooid. Des Keizers geestige poging, om uit Parsisch» vuurleer en Vedawijsheid een systeem van godsdienst saarfl! te stellen, waarbij zoo wel de wijsgeerige denker als de minder hoog outwikkelde beVredigd wordt, brengt ons in de gelegenheid Akbars hooge g'.estontw.kkeliug nader te waardeeren. De beroemde vorst vindt in de Zon en het vuur de Sym-j bolen van het alwezen en het albestaan der Godheid, ett wil door zyne nieuwe leer, die hij Fauhi d i Ilahi (de eenheid der Godheid) noemt, eene poging wagen, om zijn volk wijzer en verstandiger te maken. Het verraad, door Prins Selim met zijne talrijke aanhangers beraamd, komt eindelyk tot uitvoering, wannee. keizer Akbar op het onverwachtst de tijding ontvangt, dat zijn Vizier Aboel Fazl onder weg tusschen Agra eB Pattipoer is vermoord. Doch de machtige vorst is nieM onvoorbereid. Hy had een tocht vaar het Noorden ondernomen om Kashmir te veroveren, maar door verspieder! onderricht van het uitbreken eener samcnzweiiug keert hij snel terug. Siddha Rama, die door diep berouw gefolterd wordt, werpt zich aan Akbars voeten on ontdekti hem deu gansenen tosleg. De vorst vergeeft hem op groot-j moedige wijze, en de jonkman zoekt deu dood in ecu woedend gevecht tegen de rooverbende van het Noorden. Hij wordt alleen gevaarlijk gekwetst en naar oen Boeddhis' ten klooster gebracht, waar de trouwe Iravati hem komt verzorgen. De edele Indische jonkvrouw die intusschen »' de aanzoeken van den verraderlijken Prins Selim heef' afgewezen, vergeeft Siddha zijne ontrouw. Beider huwelijk»' geluk wordt ten slotte nog door eene verzoening met d«n beleedigden Ferzi gekroond.
Het is niet te ontkennen, dat het romantisch slot van Akbar wat vulgair is. Een melodramatisch elemen' gluuit wat al te veel om den hoek. Van Akbar verneem' men alleen, dat hij zyn zoon vergiffenis heeft geschonken en dat men na zijn dood een praalgraf voor hem heeft opgericht. De gemarkeerde rollen Goedbadam, Saldana, SELIM, worden snel terecht gesteld, on alleen Siddda kom' door een tijdig berouw op den beteren weg en wordt te" slotte vrij onverdiend beloond door do zelf-opofferend» liefde van de min of meer sentimenteel dweepende IraVA'
Met dat al blijft Mr. van Limburg Brouwers roman j een zeer verdienstelijk boek, omdat het van degelijke studie en goeden smiak getuigt, omdat het daarenboven doode idealistisch wijsgeerige richting in vuimeren kring da* gewoonlyk by romans plaats grijpt, zal gewaardeerd wo-' den. De kennis van Hindostans geschiedenis en der l*l' dische litteratuur zullen door werken als Akbar meer »■' gemeen worden verspreid. Het eenzijdige denkbeeld, d*' alle beschaving en alle humaniteit noodzakelijk met we** tersch christelijke grondbeginselen in velband moeten stas0' kan niet beter weerlegd worden, dan door een oppervlak' kigen blik zelfs in de were'd die van Limburg Brouw** voor den onwetende onthult. Mocht menigeen er' door worden uitgelokt, om ruim»' re studie te wijden aan de plaats, die Hindostan bekleed in de langzame maar grootsche ontwikkeling vaat* uiens chelij k geslacht. Dr. Jan ten Brink.
De Werkzaamheden der Londensche Schoolcommissie.
Voor meer dan 2 jaar, op den 29en November lß7 Wat den leeftijd betreft wareu 139,095 kinderen tusschen 3 en 5 jaar oud, terwijl er 435,598 tusschen de 5 en 13 jaar vielen. Van de 176014 wegblijvers hadden slechts 95975 geldige radenen van afwezigheid; voegt men dus de overblijvende 80,039 bij de 398679 dio reeds scholen, bezochten dan was deLondensche schoolcommissie verantwoordelijk voor 't onderwijs van 478718 kiuderen. De vraag was nu, in hoeverre de reeds bestaande scholen in 't onderwijs van die kinderen voorzagen. Men won inlichtingen in omtrent elke, school of gedeelte van een «chool waar lager onderwijs de hoofdzaak was, eu waar 't schoolgeld niet meer dan negen pennics per hoofd en per week bedroeg, 't Bleek dat de hoofdstad 3130 zulke inrichtingen telde, voorziende in de behoefte van 370 960 scholieren. Er werden 145 nieuwe scholen of uitbreidingen van oude ontworpen, waardoor met de bestaande voor 413 233 leerlingen zou zijn gezorgd. Schijnbaar was dit een verblijdende uitkomst, dat van een bevolking van meer dan drie millioen slechts 65000 kinderen, waaronder velen van ouder de vijf jaar, zonder scholen waren. Maar toen men aan 't onderzoeken ging, kwam men tot geheel andere uitkomstou. Meer dau de helft der bestaande scholen, 1876 met 63 907 kinderen, werden afgekeurd. Bij nader inzien bleek, dat Albions hoofdstad 1149 bruikbare «cholen bevatte met 312 925 scholieren, en 250 gedeeltelijk bruikbare scholeu met 37 995 leerlingen, du» ju 't geheel 1399 scholen voor 350 920 kinderen van de 478 718 die men wist dat onderwys behoeften. 't Was noodig, 't aantal sehoolgelegenheden voor 't gegeven getal kinderen nauwkeurig vast te stellen. 478 718 kinderen hadden een plaats op de een of andere school noodig. Men kon echter niet veronderstellen, dat niemand hunner ooit ten schooltijd zou verzuimen, en ten einde de verhouding van 't schoolverzuim te bepalen, ging de commissie op 30 van de grootste scholen te Londen gedurende een geheele week na, hoeveel kinderen elken dag wegbleven, By vergelijking bleek, dat van 't aantal ingeschreven leerlingen gemiddeld byna 6 pCt. om tijdelijke redenen dagelijks uiet school kwamen. De commissie, in de hoop dat de door haar vast te stellen bepalingen die verhouding zouden verminderen, trok 5 pCt. af Van 't aantal kinderen dio in de termen vielen om school te gaan, om zoo te komen tot 't gemiddeld getal van hen waarvoor bepaald «-hoolgelegenheid moest worden verschaft. Volgens deze berekening kwam men tot 't besluit, dat sciiolen voor 478 718 kinderen niiustcus 454 783 kinderen zouden motten kunnen bevatten; en daar er nu reeds gelegenheid bestoud voor 350 920, moest de Loudeusche schoolcommissie scholen bouwen voor 103 863 kindaren. Wellicht vindt meu 't vreemd, dat bedoelde commissie iv t schoolverzuim een aanleiding vond om minder scholen °P te richten; maar men bedenke wel dat over zulk een groote massa een gemiddeld getal van 23 935 wegblijvers een groot verschil in kosten geeft; beveudien werd aleeu 't schoolverzuim wegens natuurlijke oorzaken, als t]ekte enz., in aanmerking genomen. Van do tien afdeelingen die 't schooldistrict der hoofdstad vormen, is Tower Hamlets 't slechts van scholen Toorzien; daar toch heeft men localiteit noodig voor 71031 kinderen, terwijl er slechts voor 47 317 is gezorgd. Lamheth heeft echoolplaats voor 54 697, terwyl er behoefte 18 voor 76 962 kinderen. Hackuey heeft 56 906 kinderen €a plaats voor 34 851; Finsbury heeft er 58 049 en plaats voor 44 9Ü; Southwark moet gelegenheid voor 35 230 '•ebben, en er is slechts in de behoefte van 22 525 voorden; Greeuwich moet localiteit hebben voor 32 673, maar lleeft dio slechts voor 28 884, en Chelsea heeft plaats »oor 2g 932 hinderen, terwijl 't er 30 204 moet kunnen °ergen. Maryleboue behoeft schoolgelegenheid voor 57 616; "•chts 3140 kunnen daar niet geplaatst worden. Guusti-Ber nog is de toestand in Westminster, waar slechts op Tpor 959 na in de geheele behoefte is voorzien. Terwijl 'mdeljjk de City niet alleen de vereischte plaats heeft, "■•■« r zelfs plaats te veel voor 1417. , De schoolcommissie nam nu, na deze statistiek te heböen verkregen, 't kloek besluit terstond localiteiten voor rUim log 000 kindereu op te richten, en verdeelde dat Betal zoo billijk mogelijk over de negen afdeelingen die r,*irnte te kort kwamen, hier om bijzondere redenen voor ~eer dan de beuoodigde plaatsen zorgende, elders een afding verzoekende voorloopig met wat minder plaats dan °odig wai tevreden te zijn. De verdeeling kwam uit als T°lgt: Schoolruimte noo- terwijl scholen te dig voor: bouwen voor: Chelsea .... 3 272 4 900 Finspury .... 13 135 10 600 Greenwich ... 3 789 6 650 Hackney .... 22 055 20 000 Lambeth .... 22 265 18 450 Marylebone . . 3 140 7 900 Southwart ... 12 704 11 200 Tower Hamlets 23 962 19 400 Wo»tmi»«ter . . 959 1 000 ..Tbanï lÜn reeds 99 terreinen voor scholen aangekooht, oi „e.doeldo gebouwen gereed ziju, is er schoolpiaats Voor 81,740 van do mim 100,000 kindereu voor wier onderwijs de con,miBsje allereerst heeft willen zorgen. Men heeft met bouwen een aanvang gemaakt, en binnenkort «al men aiom iv Londen die ruime gebouwen zien verrrj>jen die Londen aan de opvoeding Vlm zyn jeugd wijdt. *len wane echter niet dat de commissie den haar opgeven arbeid nu verschuift, totdat de nieuwe «cholen Bereed zijn. 't Is zeer gemakkelijk kinderen to verzamelen en te oni-erwijzen iv daartoe ingerichte lokalen. ])e pnriements*'*« zegt nu evenwel, dat de kinderen moeten onderwezen *°*den, en daar de scholen nog in wording zijU) heeft *e commissie overul waar de verwaarloosde kinderen 't ?ee»t in aautal zijn, kamers en gebouwen gehuurd om t**?1? Toorloopig onderwijs te doen geven. Zoo zyn bijna ju l'g nieuwe scholen geopend, en van de 103,863 kin-611 watrvoor geen plaats was op de scholen ten tijde dat 't ontwerp Forster wet werd, kunnen thans reeds 19,312 't lager onderwijs geuieten. De voorgaande cijfers toonen genoegzaam aan, w*t de commissie heeft gawrocht sinds da Oudorwijs*wet haar een nieuwen werkking gaf. Zij deed echter nog meer. Doch daarover later.