Men zal zich herinneren, dat toen uit den strijd ' tusschen de waarheid en de officiëele waarheid de ellende aan het licht was gekomen die onder de bevolking van Demak heerschte, ook kort daarop liet oog werd geslagen op de naburige residentie Japara, waar zooals men beweerde — evenmin alles zoo rooskleurig was als de officiëele rapporten deden veronderstellen. Wij zullen thans die geschiedenis niet meer ophalen; zij behoort gelukkig tot een verloopen tijdperk; doch de herinnering was noodig om, uit den gang der zaak en de officiëele rapporten, te constateereii: dat door den Resident van Japara steeds hardnekkig werd volgehouden — en hij deed /.ulks nog onlangs — dat er in zijne residentie geen gebrek gelieerscht heeft; dat hij eerst zeer laat, en minder uit overtuiging dan wel toegevende aau den aandrang van plaatselijk bestuur en inspecteerende kommissies, fondsen toestond voor het uitvoeren van werken iv twee districten, aan Demak grenzende; dat hij voor de overige districten in zijne residentie geen gebruik heeft willen maken van de machtiging — _elfs aanmoediging — der Itcgeering om, ter tegemoetkoming van de bevolking, artikel 16 der comptabiliteitswet „onbeschroomd" toe te passen; dat aan de Commisssic voor < hiderstand der noodlijdenden in Midden Java, op de vraag over hoeveel gelden hij wenschte te beschikken, door den Resident geantwoord werd: dat hij wel wat geld kou gebruiken voor zieken en opiumscliuivers, maai- gebrek lijdenden waren <-r viel. Wat was hier waarheid? Wij zullen dat niet gaan onderzoeken, maar verwijzen naar eene circulaire van den Resident van Japara den 26 April 1878 gericht aan de Administrateurs van alle in zijne residentie werkende suikerfabrieken. In die circulaire — die ook uit andere oogpunten zeer curieus is en de moeite eener critiek wel zou beloonen — komen deze merkwaardige woorden voor: „Aangezien door eenige suikerfabrikanten de wensch „is geuit om den aanplant ten behoeve hunner ondernemingen reeds in Juni te doen aanvangen, zoo strek„ke deze tot medcdecliug, dat om bovengemelde re„denen geene pressie hoegenaamd van Bestuurswege zal „worden uitgeoefend om aan dien wensch gevolg te gc„ven, aangezien velen der bevolking nog ge„bukt gaan onder den druk tengevolge der „hooge rijstprijzen gedurende de laatste vijf „maanden die bij hen geldschaarste hebben veroorzaakt, waaraan een goed deel der beweerde, meer dan in „vroegere jaren plaats gehad hebbende riet-dieverijen wor„den toegeschreven." Men gelieve te letten op de eigenaardige uitdrukking ,»die bij hen geldschaarste hebben veroorzaakt :" alsof de bevolking onder het gezegend bestuur in het bezit ware van spaarpotten waaruit zij geteerd heeft gedurende de hooge rijstprijzen der laatste vijf maanden, en welke thans weer moeten worden aangevuld. ledereen echter weet, dat zulks niet hei, geval is, en vooral niet in Japara, en alzoo constateert de Kesident zelf door het bovenstaande .dat de bevolking vijf maanden lang den „drüV heeft gevoeld der hooge rijstprijzen; dat die „druk" zoodanig was dat er meer dan in vroegere jaren suikerriet werd gestolen — („netdieverijen" is de euphemistische uitdrukking voor schromelijke diefstallen), en dat die „druk" zóó groot was, dat de bevolking er thans nog onder gebukt gaat; zelfs in die mate nog dat „van Bestuurswege geene pressie hoegenaamd zal worden uitgeoefend" om haar aan het werk te zetten. Twee vragen dringen zich op: le. Wordt het bestuur voor den aanplant ten behoeve der suikerfabrieken wellicht niet meer betaald, of kan het zich op anderen grond van die zoogenoemde „pressie" onthouden, zoolang het een eerlijke uitvoering wil geven aan een overeenkomst, ter goeder trouw door de fabricanten met het Gouvernement gesloten? 2e. De Resident van Japara loochent het gebrek der inlandsche bevolking, loochent het voor de Regeering, loochent het voor de particulieren, die beiden gereed staan om den lijdenden inlander ter hulpe te snellen, en vijf maanden later wijst hij de fabricanten die krachtens hu» contract een tijdigen en goeden rietaanplant Ir- I 'I ' !.:-:.•
vragen af, niet de mededeeling, dat ilc bevolking zich eerst herstellen moet van den druk der liooge rijs» prezen, waaronder zij nog altijd gebogen gaat! Wal is bier ernst, wat lichtzinnigheid ? De Resident beroept „eh gaarne op „een schoon verleden" en op zijn „meer dan dertig dienstjaren"; — het zou 's lands belang niet schaden, indien de Regeel ring hem belette1; om zijn repntaiie nog een enkel jaar te overleven.—
"Eene merkwaardige bekentenis.". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1873/06/09 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 07-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010297629:mpeg21:p001
"Samarang. Maanstanden over Juni.". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1873/06/09 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 07-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010297629:mpeg21:p001
"POSTKANTOOR SAMARANG.". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1873/06/09 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 07-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010297629:mpeg21:p001
"Nederl.-Indische Stoomvaart Maatschappij. Dienstregeling der Stoomschepen over, de Maand. JUNI 1873.". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1873/06/09 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 07-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010297629:mpeg21:p001
De Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-fud ie, opperbevelhebber der land- en zeemacht, van zijne Majesteit, den koning der Nederlanden, bcoosten de kaap de Goede Hoop. Brengt ter kennisse van een iegelijk wien zulks mocht aangaan, dat, naar aanleiding van den toestand van oorlog, waarin het Gouvernement van Nederlandsch-Indie met het rijk vau Atsjin verkeert, de havens en landingsplaatsen, kusten, rivieren, baaien en kreeken van genoemd rijk en zijne onderhoorigheden worden verklaard te zijn in tlaal run blokkade, met al de gevolgen daaraan verbonden, en dat met de uitvoering van dezen maatregel is belast de kommandant der in de wateren van Atsjin gestationeerde zeemacht. Gedaan te Buitenzorg, den 4 Juni 1873. LOUDON." — Bij tüblicatie van den 23 Mei maakt de Gouverneur van Celebes en onderhoorigheden bekend, dat tijdelijk en van dat oogenblik, in dat gewest, verboden word! de in- en uitvoer, zoomede het binnenlandsch vervoer door particulieren, van vuurwapenen, buskruit, eu ander oorlogsmatcriëel. Or Embong Mala.no te Soerabaia wordt door een Chinees een kolossaal huis gebouwd, tusschen de daar o-degen woningen van Europeanen. Naar de inrichting te oordcelen moet het bestemd zyn om door Chineezen bewoond te worden.
Sedert lang wordt aan de voorschriften, omtrent het wonen ia afzonderlijke wijken voor oosterlingen de hand niet meer gehouden; zoude het daarom niet beter zijn, ze maar geheel af te schaffen? Het zou toch hai'4 voor de eigenaren zijn, indien een ander hoofd van ge westelijk bestuur eens de oude bepalingen met! gestrengheid toepastte.— (Soer. Hand.)
Volgens ofliciëele berichten van de Zuider- en Oosterafdccling van Borneo is aldaar tot op 2 dezer niets bijzonders voorgevallen. Het stoomschip Admiraal Kinsbergen vertrok den 19en Mei naar de Oostkust en is nog niet teruggekeerd.— Men schrijft ons uit Toeban: Voor ons heb ik u van hier weder treurig nieuws mede te deelen, daar namelijk de vorige week de „roode haan", va zeer lang te hebben gezwegen, zich onverwachts weder liet hooren. Zij scheen zich dan ook voorgenomen te hebben hare schade in te halen, want het betrof ditmaal eene der grootste tabaksschuren van de onderneming Nicot, welke aan opbouw en inventaris de niet onbelangrijke som van £ 15,000 had gekost,. De brand ontstond natuurlijk weder door kwaadwilligheid, en daar de boosdoener zijn helsch werk onder begunstiging van een vrij hevigon Z. O. wind ten uitvoer bracht, viel er aan geen redden te denken, zoodat het geheele gebouw dan ook binnen den tijd van 1 J/_ uur totaal door de vlammen werd vernield. De flinke Wedono Mas Bey Soero Prodjo van het district Djattirogo, deed dien nacht juist patrouille in de afdeeling van zijn Mantri waar deze schuur stond, toen de brand uitbrak, en verscheen onmiddellijk op de plaats des onheils, doch ziende dat hier niets te redden viel, daar men op geen 20 ellen afstand, door de schrikkelijke vlammen het brandend perceel kon naderen, begon die als immer voortvarende en verdienstelijke Inlandsche Ambtenaar dadelijk een grondig onderzoek in te stellen bij de Europeesche geemploii;erden naar vermosdelijke daders of oorzaken, liet verder de personen uit de omliggende wachthuisjes der paddie-velden waarbij de schuur was gelegen, voor zich komen, welke laatste spoedig zeer veel inlichtingen gaven, en den dader noemden, die zelfs zoo brutaal was geweest, na het in brandsteken der schuur en naar huis terugkeerende, door zijn dessa-genooten herkend, hen met moord te bedreigen bij de minste poging tot verraad,—om kort te gaan binnen den tijd van twee dagen waren zes getuigen gehoord, en de dader, die inmiddels gevlucht was, gevat. Ziedaar trui de anders zoo dikwijls (maar niet altijd ten onrechte) miskende inlandsche politieambtenaar vermag, als bij hem goede wil en ijvtr voorzitten. Ook het, hoofdbestuur wendde alles aan om den schuldige in handen te krijgen, daar de Assistent-Resident \an Toeban direct na ontvangst der tijding van het voorgevallene, zich op reis begaf naar de op 12- posten ver gelegen onderneming, om zoo noodig een onderzoek in te stellen Verder kwam ook de Regent, zoo men zegt, op uitilrukkclijken last van den Resident, doch gelukkig vóór dien tijd was de dader reeds gevat. Wy twijfelen dan ook geenszins dat ingeval de brandstichter lastgevers tot het in brand steken der schuur heeft gehad, deze onder het tegenwoordige Europecsch bestuur wel bekend zullen worden.— (Soer. Ct.) Politie. Van Donderdag op Vrijdagnacht was Sodrono der kampong Gendingan afwezig om bij een zieken soedarah te waken. Zijne vrouw bleef alleen te huis en daar het echtpaar een steenen woning occupeerde eu veel vertrouwen stelde in ce waakzaamheid der politie, scheen dit, volstrekt niet uewaagd. Jammerlijk werden de menschen teleurgesteld. Noch de steenen muur, noch de politie beschermden hen tegen de brutaliteit der dieven, die aan de achterzijde der woning den muur wisten door te breken, zonder de vrouw in haar nachtrust te t-toren, daarna den sleutel van de groote kist van den spijker nabij hare slaapplaats wegnamen, de kist openden en er alle kostbaarheden die zij bevatte uithaalden, waarmede zij verdwenen. Een paar ringen met diamanten bezet, een stel gouden knoopjes, drie lanspunten en 4 krissen van groote waarde, drie bundels feestklceren en andere zaken werden bij haar ontwaken 's morgens door de vrouw vermist, die torstond alarm maakte en hare buren riep, waarvan echter geen enkele in staat was, haar hare kostbaarheden terug te geven. Toen haar man te huis kwam, onderzocht deze de kist nauwkeurig en haalde uit een hoek een zakje met 500 zilveren guldens te voorschijn, dat den dieven niet in het oog gevallen was. Nog weder een geluk bij zoon droevig ongeval. De politie werd roet het voorgevallene in kennis gesteld, en de mantri-politie met een der schouten kwamen ter plaatse, bezagen de gemaakte opening in den muur en de geplunderde kist en vertrokken.— Dhie sciiurkex haddon gister nacht een aanval beraamd Op de woning van 'Mbok M. der kampong Maiang, waar nog wel een goeden buit, zou te b ehalen zijn. Terwjjl zij reeds bezig waren den wand van het huis Ie doorbreken, deed eene buurvrouw, die eens naar buiten wilde gaan, de deur harer woning open en zag de drie kerels. Stil keerde zij in huis terug en wekte haar man met aanmaning zich te wapenen en de dieven aan te vallen. Deze verklaarde echter ten stelligste geen zin te hebben iv het gedane voorstel. De vrouw, die zooveel meer ziel bleek te bezitten dan haar man, kon toch niet over haar hart krijgen, hare buurvrouw stilzwijgend te laten uitplunderen, eu daar een gewapende aanval op de kerels geheel buiten haar sfeer lag, maakte zij gebruik van het speciaal vrouwenwapen, de tong, en begon luid te schreeuwen: „maling, maling !!" Zij bereikte haar oogmerk volkomen. De dieven gingen op de vlucht en de eigendommen van 'Mbok M. waren o-ered. Gister middag omstreeks vier uur stortte de muur eener woning in kampong Gadjahan, die reeds sedert lang in bouwvalligen toestand was, en waaraan men juist dien morgen was begonnen te repareeren, omver. Geen ongelukken hadden daarbij pla-its dan dat een koelie een steen tegen zijn voorhoofd kreeg en daar licht werd gewond,—* r.GiiAiiE. Een telegram die eergister morgen te negen uur 52 minuten vau Batavia werd gxzonden, kwam eerst gister te tien uur, tö Samarang aan, en te elf uur in handeu va,n den geadresseerde! — Naar wij vernemen, zal de Kommandant van 2. M Kanonneerboot No. 14, als wachtschip dienstdoende tei reede Samarang, vervangen worden door den Luitenant der Marine de Goeje.—-
GISTE* avond brachten de miizlekauten van het stedelijk schutterücorps een afscheidsserenade aan den binnen weinig dagen van hier vertrekkenden chef van het telegraafkantoor. Zij waren, evenals hun kapelmeester, in uniform gekleed en hieruit nam een niet in uniform gekleed luitenant der schutterij aanleiding zich mei de zaak te bemoeien en hen te gelasten naar huis te gaan, daar het niet geoorloofd was, zonder speciale vergunning van den Kommandant in uniform te verschijnen. De muziekanten volgden het bevel op en alzoo was aan de feestvreugde een einde gemaakt.— Ar IE schout Oosteweghel is naar Salatiga vertrokken, met de opdracht, om de ketjoepartij tot klaarheid te brengen. Een fraai compliment voor den Assistent-Resident van Salatiga ! — f Spoorwegzaken. Heden morgen kwam de trein van Solo ruim een half uur te laat, te Samarang aan: te Xe» dong-Djatti derailleerde een locomotief. Ongelukken vielen daarbij, gelukkig! niet, voor, en dank zij de activiteit van den' opzichter der lijn en den macliinist-opzichter was het tijdverlies voor de passagiers betrekkelijk gering. D_ oroote weg naar Batavia, in het distrikt Kendal is in de laatste dagen voorzien van nette nieuwe wachthuizen van inlandsch maaksel, een verbetering die zeer noodig was, daar de oude over het algemeen in droevigen toestand verkeerden en zelfs hier en daar geheel ontbraken. Nog een andere verbetering is' daar merkbaar en die zeker nog nuttiger werkt, namelijk: een aanzienlijke toename in dienst" ijver der inlandsche ambtenaren. De mantri-politie van Mankaug o. a. laat tegenwoordig geen nacht voorbijgaan, zonder persoonlijk ronde binnen zijn ressort, te maken, hetgeen natuurlijk op den goeden dienst der patrouilles van de kamponghoofden een heilzamen invloed uitoefent, welk een en ander het aautal diefstallen aldaar zeer heeft doen verminderen. Dit alles mag worden aangemerkt als een uitvloeisel van het optreden van Samarangs tegeLwoordigen resident, die de assistent-residenten flink ondersteunt,—. Uit Japara werd ons gemeld, dat ter hoogte dier plaats, eenige dagen geleden eene prauw tjemplon werd aangezeild door eene prauw ijunia, waardoor eerstgenoemd vaartuig zoo werd gehavend, dat het in zinkeuden toestand verkeerde. Niettegenstaande het hulpgeroep der opvarenden die in doodsgevaar verkeerden, zeilde de prauw tjunia weg, zonder eenige poging tot hulp te doen. Op het, uiterste oogenblik, toen de acht leden der bemanning van het zinkend vaartuig niets anders meer dan verdrinken voor oogen hadden, schoot eene nabij zijnde visschersprauw toe°en redde de lieden. Het andore vaartuig ging in de diepte.—. Uit Koedoes schrijft men ons: y Het ziet hier in de residentie treurig uit. Toen de Resident zijn bestuur aanvaardde, beloofde hij het „Je maintiendrai" in toepassing te zullen brengen; tot heden is hij er echter minder dan de dieven in geslaagd, om het publiek te overtuigen, dat die zinspreuk krachtig gehandhaafd wordt. De onveiligheid heeft hier inderdaad gedurende de laatste vier jaar groote vorderingen gemaakt. De schade daardoor aan suiker- en houtcontractanten berokkend, loopt over vele tienduizenden. Acht van de negen suikerfabricanten dan ook hebben een verzoekschrift om beteugeling der diefstallen bij den Resident ingediend, maar het gevolg is tot lieden slechts geweest, dat den requestranten de toegang tot de offioiëele recepties werd ontzegd, en de vraag ter beantwoording werd gegeven, waarmede zij de gegrondheid van, hun klacht bewijzen konden, wat geen vau allen moeilijk viel. In 't algemeen wordt hier veel gebruik gemaakt van het deponeer-stelsel. Het deponeer-pakhuis of residentiekantoor, is reeds vrij wel van onafgedane stukken voorzien. Een schoon gewest, dat Japara! — Uit Djocja schrijft men ons dd. 7 Juni 1873. den avond van 4 dezer werd bij zekeren alhier ge» boren Europeaan BL, eene belangrijke hoeveelheid clandestine opium achterhaald door den Assistent-Resident, bijgestaan door den Griffier bij de Rechtbank voor Crimineele Zaken. Naar men verzekert, zou by die aanhaling db drie thail gesloken amfioen, plus eene som zilveren en papieren geld, allen in een trommel besloten, in beslag genomen zijn, terwijl M. zonder verder uitstel in preven, tieve hechtenis werd genomen.— is uog van eenige gevallen van volksoploopen te spreken, welke zich dezer dagen hier andermaal hebben voorgedaan. De Inlandsche bevolking op de huurlanden W. en K. P. heeft bij menigte in opgewondenheid bezwaren bij het Bestuur ingebracht, omtrent de regeling der werkzaamheden, welke haar te zwaar toeschijnen, omtrent gepresteerde heerendiensten, omtrent het kosteloos leveren van bamboe aan den Administrateur, waardoor de gemeene man zwaar belast wordt, enz.— Uit Ambarawa schrijft men ons dd. 7 Juni het vol~ende ter aanvulling van het bericht omtrent het arresteeren van eenige roovers. Heden zijn hier onder zeer goede bewaking vier ketjoes doorgetrokken die vermoedelijk medeplichtig zijn aan de allerbmtaalsie rooverij ten huize van Mevrouw de Wed. Hoff te Salatiga. at) kwamen uit de dessa Pakkies, Kadoe, en moesten naar Salatiga overgebracht worden. Bij een dier personen heeft men een zilveren siridooa en een paar krisschelcn gevonden, welke Mevr. H. als de hare herkend heeft.
XJrr Batavia meldt toen ons: Den uitzevers van de Java-Bode is namens den Landvoogd door den Resident vaa Batavia kennis gegeven da', wanneer in de Java-Bode wordt voortgegaan met aanranding van de Begeering, de Gouverneur-Generaal, gebruik makende van de bevoegdheid, hem in artikel 43 van het Regeciïngsrcglement verleend, de drukkerij zal doen sluiten.
Het blokkeeren van de drukkerijen in Nederlandsch- Indië schijnt hoe langer hoe algemeener te worden: mis schieu ligt daarin eenige vergoeding voor het weinig effectieve van de blokkade van Atsjin.—
"PROCLAMATIE.". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1873/06/09 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 07-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010297629:mpeg21:p001