Wie zich nog voor het resteerende kwartaal van dit jaar op de Locomotief -wenschen te abonneeren, ontvangen de nog in deze maand verschijnende nommers gratis.— DE GROOT, KOLFF & Co.
De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- 18-09-1873
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Geen auteursrecht. Er rusten geen rechten meer op dit object.
- Krantentitel
- De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- Datum
- 18-09-1873
- Editie
- Dag
- Uitgever
- De Groot, Kolff & Co
- Plaats van uitgave
- Semarang
- PPN
- 852209738
- Verschijningsperiode
- 1863-1956
- Periode gedigitaliseerd
- 1863-1903 / 1947-1956
- Verspreidingsgebied
- Nederlands-Indië / Indonesië
- Herkomst
- KB C 76
- Nummer
- 219
- Jaargang
- 22
- Toegevoegd in Delpher
- 20-11-2013
BERICHT.
Geschenken aan ambtenaren.
Zijn we optimistisch door de bewering, dat het aannemen van geschenken bij de ambtenaren tegenwoordig vrij wat minder genade vindt, dan vijfentwintig jaar of meer geleden ? Als we getuigenissen uit dien tijd vergelijken met hetgeen door eigen aanschouwing of ondervinding bleek, en de eerste niet wraken mogen, moeten wij inderdaad tot de verblijdende gevolgtrekking besluiten, dat het kwaad voor 't minst veel van zijn openbaarheid heeft verloren.
't Is overigens twijfelachtig, of het ooit geheel te genezen zal zijn. De gewoonte, zegt de Straits Times terecht, om aan een meerdere giften te doen is essentieel een üostersche gewoonte. De üostersche talen wijzen het uit. Neem het Maleisch bijvoorbeeld, met zijn oorspronkelijke of elders ontleende benamingen voor geven: zijn kassi, het geven als liefdesuiting of als gunstbetoon; zijn sambah, het aanbieden van ecu geschenk aan een meerdere; zijn hadyah, het geschenk aan een die boven den gever staat; zijn kumea, de gift van een meerdere: al die woorden toonen helderder dan honderd argumenten aan, in welk een verschild licht eenzelfde daad door de berekenende Oosterlingen beschouwd pleegt te worden. Het Britsch- Indische gouvernement, meent het zooeven genoemde blaij heeft aan die ziens-en denkwijze der Oosterlingen altijd zeer veel gewicht gehecht, het heeft de geschenken aa»1 ambtenareii steeds als een verleiding tot oneerlijkheid aangezien, en het heeft strenge voorschriften uitgevaardigd, die zoowel voor den Onderkoning als voor den minsten onder de staatsdienaren worden nageleefd. Wordt ecu ambtenaar een geschenk aangeboden, dan neemt hij dat aan — een weigering zou de Regeering zelve hem als ecu vergrijp aan de wellevendheid toerekenen — maar het gegevene, wat het ook zijn moge, wordt vervolgens in het openbaar verkocht, waarna de opbrengst aan de schatkist vervalt, om, indien zulks uoodig geoordeeld wordt, te dienen voor den aankoop van een voegzaain geschenk aan den gever van het eerste.
De namen ter aanduiding van de verschillende geschenken zijn in Nederlandsch-Indië minder veelvuldig, en ook is het middel tot keering van het kwaad hier een ander dan bij onze buren. Het aannemen van geschenken is onzen ambtenaren verboden. Laten wij er bijvoegen, dat dit een beter middel is. Hoe men ginds de wellevendheid gered kan achten omdat men den gever niet door een weigering kwetst, maar terwijl het aangebodene aangenomen wordt met het bekende doel om het later op een publieke vendutie te gelde te maken, zal wel voor iedereen die werkelijk de kieschlieid beseft, volkomen onbegrijpelijk blijven. En dat is de eeuige bedenking niet, schoon het de voornaamste is. Niet alle geschenken kunnen met het gewenschte gevolg op een veiling worden gebracht; eenige zijn in zich zelven zóó onbeduidend dat zij geen koopers zullen lokken, andere hebben alleen een waarde voor het oogenblik, of uitsluitend een waarde voor hem wien zij gegeven worden. Men zal dus hier een grens moeten trekken. Maar dat doende, beleedigt men hen wier armoede hun het geven van kostbare geschenken onmogelijk maakte, eert men dus alweder de wellevendheid niet: handelt men nogmaals ten zeerste onkiesch.
Zoekt men in verbodsbepalingen heil, men verbiede elke aanneming van geschenken. Hier mag geen quaestie zijn van het meerdere of mindere, want alles is betrekkelijk. De waarde van de gift, de waarde, door den gever en door den ontvanger aau een geschenk gehecht, zal steeds, om nogmaals met de times te spreken, een verschillenden standaard leveren: een mand met vruchten van een arme en een diamanten ring van een rijke kunnen beide als onbeduidende geschenken worden beschouwd, en misschien is de laatste nog wel het onbeduidendste van alle. Het kan voorts hoogst bedenkelijk zijn, om met de verklaring van den ambtenaar die een geschenk aannam, dat de gift nagenoeg geen waarde heeft, genoegen te nemen: als taxateur zijn beide, zoowel de gever als de ontvanger, maar is vooral de laatste verwerpelijk. Zoo gebeurde het eens in den Oosthoek, dat een hoofdambtenaar,, wien men het ontvangen van kostbare geschenken en daarmede velerlei knoeierijen verweet, zich deswege het slachtoiïer van vuigen laster noemde: het eenige, klaagde hij, dat* ik het geheele jaar door, van den rijkstenderChineezenbij voorbeeld, ontving, was een visch, een kakap ! Zeer onbeduidend zoo 't scheen. Maar inderdaad zeer belangrijk en buitengewoon; immers, de Eesident vergat er bij te voegen, dat de kakap kuustoogen had, uit twee kostbare brillanten bestaande, en dat men in plaats vau ingewanden eenige rolletjes goudstukken vond, wat, geïooven wij, met de andere kakaps uit dien tijd, die niet voor geschenken moesten dienen, niet het geval placht te zijn. Te Batavia — om nog ecu voorbeeld te noemen — ontving een zeer hoog geplaatst ambtenaar eenige jaren geleden slechts een kistje thee; dat er onder de thee ƒ 20.000 aan bankbiljetten lag, verzweeg men liefst. Men vergete intusschen niet, dat men door besluiten alleen geen zedelijkheid schept. Een wet vermag veel, maar wonderen te doen gaat haar vermogen te boven. De wetten lijden hier dikwijls onder twee verlammende invloeden; ten eerste passen zij niet in de lijst van het koloniale stelsel, ten tweede worden zij ongestraft overtreden. Het blijft ons aller roem, dat het corps der tegenwoordige Indische ambtenaren, wat eerlijkheid betreft, zijn voorgangers verre overtreft, maar het mogelijke zal ook dienaangaande ongezien zijn, Zoolang bet regeeriugssvsteem zelf niet meer gezuiverd wordt: slechts weinigen blijven gezond iv een bedorven atmosfeer. Er moet eenheid zijn in de wetten, zoowel als vastheid. Hoe b. v. verdraagt zich het verbod om geschenken aan te nemen met de verplichting der ambtenaren om nagenoeg op elke dienstreis de gastvrijheid der inlanders in te roepen, wijl er sedert de wegruiming der pasangrahans geen enkel ander middel tot huisvesting is? En hoe strookt dat verbod met dit onweerlegbare feit, dat ambtenaren, van wier oneerlijke practijken met rijke Chineezen of Javanen te Djocja of op Banka, niemand onkundig was, desniettemin opklommen van sport tot sport, totdat zij onder de hoogst geplaatsten in den lande behooren? Waarlijk zoolang zulke tegenstrijdigheden bestaan, zullen zij bet rechtsgevoel dei* ambtenaren vervalschen. Zoolang zal de Chinees, boe bar de weigering hem ook uit de voorgalerij van een ambtenaars-woning worde toegebeten, voor zijn geschenk licht aan de achterdeur twee open handen vinden.—
Samarang.
— Gedurende de eerste helft van dit jaar zijn door de postkantoren in Indië verzonden 990,407 binnenlandsche brieven, waarop aan porto is geheven een som van f 117,873.70. Tien jaren geleden, gedurende het eerste halfjaar 1803, bedroeg het aantal verzonden brieven 529,311, en het bedrag der porto's / iiü,527.—
Met het oog op de aanstaande expeditie deelt men ons het volgende mede:
Het ziet er tegenwoordig treurig uit met het overschot van het leger, want van de achterblyvende troepen, zoowel aitillerie als infanterie, is letterlijk geen man over, behoorlijk in staat om de wapens te dragen, zoo is alles geplunderd, om de op expeditie kaande troepen te completeeren. Het is bijna ongelooflijk en toch de zuivere waarheid: er blijven nu niets dan rekruten en onbruikbare kerels achter.
De zaak van de voor den raad van enquête zittende kolonels moet er lang niet rooskleurig uitzien; het is te hopen dat loontje om zijn boontje komt, want ik heb van ooggetuigen gehoord hoe onverantwoordelijk zij bij de jongste expeditie den boel hebben laten liggen. Voortdu rend worden er officieren als getuigen opgeroepen vcor den raad.
Wij lazen onlangs in een der Indische bladen dat eene vereeniging van Amsterdamsche makelaars zich zou gevormd hebben, ten doel hebbende het gehalte te depreciëeren van Loemadjang tabak.
Naar aanleiding van dat bericht ontvingen wy' dezer dagen eene mededeeling van enkele fabrikanten in het artikel, inhoudende dat aan deze tyding geen waarheid hoegenaamd tot grondslag ligt, maar dat zij haar ontstaan te danken heeft aan het minder gunstig slagen van een ieugdig beginner in het vak, die, ontevreden over de afkeuring van het door hem geleveide, het heeft goed geacht dit verzinsel di wereld in te zenden. {Soer. Court.)
I ir Solo. Morgen den 17 September vertrekken een en dertig Europeesche soldaten van hier naar Samarang ter completeering van de linker helft van het derde bataillon, zjj zullen vervangen worden door 31 andtre die pr. Conrad zullen aangebracht worden.
Kapitein Mack van de linkerhelft van het le bataillon te Salatiga, is overgeplaatst bij het 3e te Samarang en wordt vervangen door kapitein Vlijsman, voor twee jaren uit Nederland gedetacheerd. Insgelijks is. de 2e Luitenant van Geusau voor twee jaren alhier gedetacheerd, geplaatst bij het le bataillon te Salatiga.
— Aan menigeen die uit nieuwsgierigheid dan wel uit belangstelling, een blik in de Gouvernements tweede lagere school wierp, is het opgevallen dat die school overbevolkt is, iets wat vooral in deze gewesten nadeelig op deu gezondheidstoestand der kinderen moet werken. Het locaal is te klein voor de behoefte en zulks was dan ook in den beginne reeds opgemerkt. De school, die uit twee localen bestaat, kan volgens officieele opgaven 96 leerlingen bevatten eu thans zy'n er 116, die dus voor het grootste gedeelte als haringen op elkander gepakt zitten.
— Ten gevolge vau eenige ous ter oore gekomen geruchten, raden wy' de Heeren landhuurders en adminis trateurs in het algemeen, maar die in de afdeeling Sragen in het bijzonder, aan om de bevolking der door hen in huur bezeten landen, te gelasten om voor alle betalingen die door de politie van hen gevorderd woiden een petoo* (kwitantie) te vorderen. Waarschijnlijk zal dit een middel wezen om de emolummtenzucht van dat ligchaam eeuigszins te breidelen, daar het ongaarne een bewijs zal afgeven alsj de geldigheid der heffing, ook maar ceuigermate in tujjfel kan worden getrokken. Van een bekel, die aan de politie de som van f 1. moestbetalen werd f 5. geëischt. Hij toonde zich bereid die te betalen mits hem ook daarvoor een petook werd gegeven; hij pretendeerde die te willen bewaren als een tanda mata van den bewaarder der openbare rust. Deze vertrouwde het echter niet en liet den man slechts / 1, die hy werkelijk schuldig was, geven.
'De Vorstenlanden.)
De Japansche teleuraaplijn is nabij Kobe gebroken De communicatie met Nagasak' is open.
N i.vii \v*TJ vernemen is de majoor van Heiningen bestemd om naar Dcli te vertrekken, Ten einde den luitenantkolonel van Stusve in het kommando aldaar te vervangen, waarna laatstgenoemde naar Solo -a! komen, om daar de plaats van den gepensioneerden luitenant-kolonel Loggere te vei vullen.—
Heden morgen stond voor den Itaad van Justitie alhier terecht de peroou vau L , die indertijd den schout Kochel diende als spion, en op zekeren nacht zich veroorloofde een lamp en een tafelkleed uit de woning van dien schout weg te nemen, vau welke hij dtn volgenden morgen — om het spionnenloon le verdienen — kwam opgeven, dat hem de daders van den diefstal en de plaats vau oponthoud bekend wareu. Voorts rust nog op hem de befchuldigiig van diel' stal van aardewerk in een toco. Op beide aantijgingen had hy zich heden morgen te verantwoorden, maar kon er zich niet van vrij pleiten.
Bij de paardenvendutie, die he den morgen op het plein achter de toko der firma Soesman werd gehouden, naderde een oudachtig Euiopeaan een der paarden alsom het dier aan een nauwkeurige inspectie te onderweipen, hetgeen den vieivoeter niet erg scheen te bevallen, ten minste hij sloeg achteruit en trof den man op de boyendij zrlb krachtig dat hij achterover viel en bewusteloos bleef liggen. Doo:i de politie werd gister nacht in de kampong Ternessan een .Javaansch soldaat opgepakt, die van zyne kompagnie gedrost was. Onderscheidene dergelijke sujetten houden zich in de onmiddellijke nabijaeid der stad op, maar daar zij doorgaans hunne militaire kleeding blyven dragen, durft de bevolking hen niet op *e pakkeu, niet wetende of het gedroste, of met verlof zyiide, dan wel gepensioneerde militairen zijn, die hunne uniform afdrageu. Verwijderen zij zich ver van de stad, dan heeft de dessabevolking hen dikwijls spoedig te pakken en levert hen uit, maar dat gevaar hebben zij in de nabijheid van het garnizoen niet te vreezen. Als plaatsen van oponthoud zijn de kampongs Karang Brangtie, Ternessan eu kampong Baroe door hen bijzonder gezocht, wijl daar veel soldatenvrouwen wenen, die hun gereedelyk huisvesting verleenen. Ecu rasia in die plaatsen van tyd tot tijd gehouden, zal gemeenlijk het resultaat opleveren, eeuige dier weggeloopen soldaten te doen oppakken. het omgaand oehecht werd dezen morgen de zaak behandeld van den Arabier die een 32tal Javaansche jongetjes vau S i 10 jaren van hier wist te iransporteeren naar Palembang, waar zij op verschillende vaartuigen werden ingedeeld, om dienst te doen. Eene vrouw die hen. in dat ronselen behulpzaam wa?, was mede ter terechtzittin < aanwezig. Na afloop zyn beide weder in de gevaugeuis gebiacht. Uit Padang wordt geschreven ; toch niet, wat de Sumatra-Couraiit voortgaat ten aanzien van honderd zoogencemde requestreerende hoofden uit d; Bovenlanden te beweren. Er is hier niets, dat reden tot bezorgdheid geeft, en de Toeankoe nan ïiuggi heeft niet te klagen.
De Toeankoe is een gepensionneerd districtshoofd. Zijn opvolger moest naar zy'n verlangen een familielid zy'n, dat het grootste gedeelte der kiesgerechtigden gekozen had. Die man is echter een slecht sujet: hij moest voor verscheiden zaken crimineel teTecht staan, en is bij de politierol voor dobbelspel en voor het houden van een speelhuis gestraft Terecht dus heeft de Gouverneur niet hem benoemd, maar een andere verkiezing laten houden, waarbij hy uitgesloten weTd.
Nu is Toeankoe nan Tinggt een parvenu/in oorlogstijd een voorvechter, heeft hij zich zelven in vredestijd vooruit weten te brengen, zoodat hij larashoofd werd, hoewel het volgens eenigen (zie de Stuers, 2e deel) bewezen is, dat hy' met den vijand heulde. Als larashoofd heeft hij zich zeer gevreesd gemaakt; zelfs controleurs ontzagen hem, eenigen uit zwakheid, anderen uit erkentelijkheid! De controleur Michielsen echter wist hem over te halen om ontslag te nemen: de Toeankoe zou daardoor een vervolging wegens misbruik van gezag, enz. ontgaan. Daarop werden alle middelen in het werk gesteld, door deu Toeankoe namelijk» om een kleinzoon als opvolger te verkrijgen, en toen dat, tot geluk voor de bevolking werkelijk, mislukte, zju verschillende personen, die, meertndeels uit vree?, voor den kleinzoon gestemd hadden, opgeruid om requesten te onderteekenen, waarmede men op Bativia sensatie kon verwekken, omdat men daar niet begiijpt, dat het volstrekt geen moeite kost, om menschen, die voor een niet benoemd hooft gestemd hebben, te bewegen, om hun handteekening nog eeu3 onder een verzoekschrift te zetten, 't Is waarlijk niet voor de eerste kter, dat zulks nu ten fan ure van den Toeankoe gebeurd is, 't is zeer dikwijls voorgevallen, maar omdat men steeds de overtuiging had, dat de door den Gouverneur benoemde aau de overgroote meerderheid der bevolking welgevallig was, heeft meu zich nooit om dergelijke requesien bekommerd. De Regeering echter, zooals ik reeds ze:de, weet dat niet, daarenboven brengt de oorlog met Atsjin agitftie teweeg, en zoo gaat men te Batavia misschien geïooven, dat de bevolking in de Padangsche Bovenlanden ontevreden is. Ik intusschen kau u verzekeren, dat het van hier tot aan de gbenzen van het Atsjineesche rijk zoo rustig is als ooit: de inlander weet ter nauwernood, dat wij met Atsjin in oorlog.zijn —
Oproeping van debiteuren en crediteuren.
Door militaire commissarissen A. D. J. de Man en J. van den Hout te Tjeringin, in den boedel van L. G. H. Liekens; b nnen drie maanden na 31 Juli 1873. Door den gesubstitueerd executeur testamentair T. G. J Keiler te Tjiomal, in den boedel van E. Aileweirtldt; vóór of on 1 Octobe.--1873. ' Door de weeskamer te >amarang, in den boedel van de weduwe Ingelaire, geb. Philips; binnen drie m anden na 25 Augustus 1878; Door de gecommitteerden in onchristt-n ste.fboedels te Telok Betong, in den boedel van Abdul Hamid; binnen onbepaalden tijd. Door den gesubstitueerd executeur W. R eb te Samarang, in den. boedel vaa G. Hoeven; binnen -irie maanden na 23 Augustus 1573. Door den testamentair executeur F. li. Jutting te Serang, in den boedel van J. P. Pattiasina; binnen drie maunden na 29 Augustus 1873. Door de executrice testamentair F, Loheijde te Bandong, in den boedel van G\ Loheijde; uiterlijk ultimo September. Door den executeur P. F. Kraal te Amboina, in den boedel van H. Celen; binnen drie maanden na 8 Augustus 1873 Door den mede-exec.iteur L Kollmann te Makasser, in den boedel van T. A. Fischer; binnen zes weken na 8 Augustus 1873. Door de weeskamer te Samarang in de boedels van J. J. Grieder, A. Boot, A. Dannegger, A. van den Aarsseu, M. van der Koe»t, P. F Severijns, C. Mulder, J. L Quast, A. Hofman, *'• Spaak, W. D ,uken, J. J. van der Laar, H. Claessens, N. Michels, binnen een maand na 4 September 1873. Door de boedelaanvaardster L. J. E Broedele- te Samarang, m den boedel van H. ,1. Broedelet Wzn.; binnen onbepaalden tijd. Door de agenten der wees- en boedelkamer te Sitoebondo, in den boedel van J. H. O. A. Koelman; binnen drie maanden na 1 September 1873.
Verkorte balans der Javasche Bank.
Op den lOden Sept. 1873, des avonds opgemaakt, krachtens art. 18 van het Octrooien Beglement (Staatsblad 1870. N°. 34), en ingevolge besluit van den Gouverneur-Generaal, dd. 5 November 1871, N°. 24. Disconto-rekening ƒ 9.216.687.81 Kapitaal f 6.000.000.— Beleening-rekening . 2.170.596.61 Keservefonds. „ 77.783.17. Hypotheek-rekening....,, 1.374.500.— Bankbiljetten in om- Belegd reservefonds 30.000.— 100 p....... „ 33.569.547.50 Specie in de kassen 31.668.020.96 Bank-assignatiën in Muntmateriaal 651.530.52 0m100p.... „ i.400.323.38 Gebouwen en inven- Rekening-courant taris „ 460.045.54 saldo's „ 6.168.592205 Diverse rekeningen „ 2.642.532.55 Diverse rekeningen „ 897 067 735 ƒ 48.113.913.99 / 48.U3.yJ4.99
Handelsberichten.
SAMARANG, dtn 18 September 1873. KOFFIE, gewone 50 i/ 53 n ar qualiteit; West Ind ber. ƒ 61 è. SUIKER, ƒ 14.75 pr. No. 14. (ƒ 54 naar qaaU INDIGO, 1 3,25 a ƒ 4.40; superieure qualiteit. eenige ets. hooger. KOEHUIDEN, I'Soort. / 68, per kodie, niet aangebeden, BUFFEL „ 1- Soort. / 0,20 per pond, do. KUST le soort f 8 I 2e f 1 \ Toor c°nsumptie KLAPPER OLIE, f 24 — KATJANG OLIE, fS\ — ROTTING le kwal. f 13 a f 15 per pikol. 2e „ ƒB., i/9 do. do. Wisselkoers op Holland 6 md. dato 102 a 108'/, pCt Faktorij 101'/2.
Scheepsberichten. AANGEKOMEN.
SAMARANG, 17 Sept Britsril bark Star of Hope, J. Borowski, Monte Video: Mc. Neili en ('o. Ned. fregat Prinses' Amalia, G. H. Timmerman, Amsterdam; Daendels en Co. Fransch fregat Petit Poucet, L. Mchou.s, Liverpool; Mo. Neill en Co. 18 Sept. Ned. Ind. bark Batavia, Lim Kwanban, Pekalongan; . GezagvoerJ. Britsch schoener Good lucki, Lim Tiangsiang, Cheribon; Tjia Ke-poa.
PASOEROEAN, 15 September Ned. schip Waterloo, Steevert, Soerabaia; Ned. schip Noordzee Kanaal, Bron, Soerabaia
VERTROKKEN.
SAMARANG, 17 September Eng. stoomb. Wvberton, J. Smith, Indramaioe; 18 September Eng. bark Daylight, J. C. Reed, Singa. pore; Ned. Ind. stoomb. Willem Kroonprins, der Nederlanden, Dde Wilde, Soerabaia.
In lading liggende Schepen te Pasoer.
Zweedsch schip Hilja, Anderson. NederLmd; Suermond & Co. Ned. schip Electra, Landweer, Nederland; Gezagvoerder. Ned. schip M'aterloo, Steevert, Nederland; Abraas & Co. Ned. schip Noordzee Kanaal, Bron, Nederland; Abraas & Co
De Wereldtentoonstelling te Weenen.
XXI. Nog in de Kunst-Halle. i Correspondentie van de Locomotief.) Wi men, 31 Juli 1873. België heeft alle lichtingen zijner kunstenaarsbent opgeroepen, om let overzicht zoo Tijk en volledig mogelijk te maken. Daarbij heert het zich om den tienjarigen termijn weinig bekreund, zoodat men er stukken van Gallait. Leys, De Keizer en anderen vindt, die wel 20 en 30 jaar oud zijn. Leys is er b. v. niet alleen vertegenwoordigd uit zijn laatste tijdperk, toen hij de kunsf. van Hans Memlino en de Van Eyck's zccht te doen herL-ven, maar zelfs noo- uit zy'n vroegeren tijd, toen hy zich Ostale ex TEXitßs' ten voorbeeld had gesteld. Zoo is ook het schoonste, wat Madotj inzfn lange kuns'.e-naarsloopbaan gewrocht heeft, hier in zeven keurige doeken aanwezig. Willems en Stevens, wier genre-schild^rijen zoo algemeen bekend en hooggeschat worden, hebben alles bijeengebracht, wat den hoogen dunk vau hun talent kon versterken: Willïms in zeven tafereele*.. waarin hij Terbükgh, Metzu eu X_tsc___ op zijde Btreef£j e„ het leve_ joenlyke wereld uit de 17e eeuw, ïn zyn dagelijksch net zijn fluweelig penseel vertolkt; Stevens in 16 doeken, waarin hjj meer de dame der demi-monde in hare exentrieke kleedy vertoont. Volgens den zonderlingen wensch van den laatste heeft men zyne 16 schilderyen naast elkander gehangen, hetgeen volstrekt niet in het voordeel daarvan is. De uHmuntend natuurlyke zeegezichten van Clags ; de prachtige poitretten van Gallait, en niet het minst 't indrukwekkend tafereel van Wadters, dat verleden jaar ep de expositie te Brussel de algemeene geestdrift opwekte — deze allen zijn zoo vele illustratiën dezer galeiy.