le. gedeelte, No. 1 Margen .Courage" KORN. 2 Ouverture „Die lustigen Weiber von Windsor....NICOLAI. \ 3 „Donan" Waher STRAUSZ. " 4 Fant-usie Somnambule" BELLINI. 3e. gedeelte. No 5 „Zehn Madehen und kein Mann" HöSEL. , 6 „Columbinen" Polka LUMBIIE. 7 Solo voor Picolo Fluit HoSEL. „ 8 Marsch »
De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- 14-10-1873
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Geen auteursrecht. Er rusten geen rechten meer op dit object.
- Krantentitel
- De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- Datum
- 14-10-1873
- Editie
- Dag
- Uitgever
- De Groot, Kolff & Co
- Plaats van uitgave
- Semarang
- PPN
- 852209738
- Verschijningsperiode
- 1863-1956
- Periode gedigitaliseerd
- 1863-1903 / 1947-1956
- Verspreidingsgebied
- Nederlands-Indië / Indonesië
- Herkomst
- KB C 76
- Nummer
- 241
- Jaargang
- 22
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Muziek-uitvoering, Heden. Dinsdag avond, den 14 Oct. 1873 onder leiding van den Heer W. Hösel. PROGRAMMA.
Scheepsberichten. VERTROKKEN.
SAMARANG, 11 Oct. Ned. schoener Goan-Goan, J. H. van Bargen Siam; Deensch. bark Flensborg, M. M. Koedt, Soerabaia; U Ned Fregat Johanna Maria, M. van Aken, Nederland; Ned.l. stoomboot Prins van Oranje, E. W. Fabritius, Soerabaia; Ned-I. stoomt). Will Mackinnon. D. Buijs, Batavia; 13 Oct. Ned .1. bark Alnoer, Secb Fadal bin Achmat Rowegie, Batavia; Ned.-I. stoomb. Minister Fransen v/d. Putte, B. J. Tergast, Soerabaia.
Benoemingen, enz.
Bij Koninklijk bealnit van den i3sten Anguatu» 1873, No. 24 zijn benoemd tot ridders der Orde van den Nederlandschen Leeuw, de kapiteins der infanterie van het leger in Nederlandsch-Indië L. W. C. Gerlach en H. Demmeni en de gezagvoerder van het stoomschip „Prins Hendrik" E. Oort. Bij beschikking van Zijne Excellentie den Minister van Koloniën, Tan '20 Augustus 1873, La. Apz., no. 34. zijn de hoofd onderwijzers J J J Moerman en J. J. Moerman gesteld ter beschikking van den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië, om te worden benoemd tot onderwijzer» der derde klasse voor den dienst aldaar.
CIVIEL DEPARTEMENT.
VERLEEND: Een tweejarig verlof naar Nederland, wegens ziekte, aan den eersten klerk bij 's lands kas te Batavia G. E. Samuel». ONTSLAGEN: Eervol, uit 's lands dienst, met behoud van aanspraak op pensioen, de president der wees- en boedelkamer te Amboina D F, Pietersz. Eervol, wegens vertrek, als buitengewoon snbstiuuit-griffier, buit n bezwaar van den lande, bij den landraad te Bondowoso (Bezoeki) en bij den residentie raad te Riouw, W. J. G, Voamaer en jhr. A. H. na 4»r Does de Bije. INGETROKKEN: Wegen» vertrek, de aan C. van der Errelen verleende acte van toelating als particulier apotheker te Djocjocarta. BENOEMD: Tot aa»i»tent-re»ident yan Priamao (gouvernement Snmatra's We«tku»t), tevens vendumeester «Jdaar, d» controleur der cmte klasse bij het hinnenlaadaca bestuur op it bezittingen buiten Java en Madura jhr. J. C. W. D. A. van der Wijck. Tot griffier bij den landraad te Ngawi (Madioen), J. C. F. Baron van Hecrdt, J. R. D. Tot schout voor den achterwal van Groot-Banda (Amboina), de schout te Koepang (Timor) J. Mu'ler.
BIJ DEN RAAD VAN JUSTITIE TE MAKASSAR.
ONTSLAGEN: Eervol, wegens vertrek, als lid, J. C. Spengler, onder dankbetuiging voor de door hem als zoodanig bewezen diensten. BENOEMD: Tot Jid, D. Groeneveld, agent der Javasehe bank aldaar.
GOEDGEKEURD:
dat door den Residentie-raad te Riouw IS BENOEMD: Tot buitengewoon substituut-griffier bij die rechtbank, buiten bezwaar van den lande, J. Boers, controleur der tweede kla3se bij bet binnenlandsch bestuur op de bezittingen buiten Java en Madura. Door den Directeur van Binnenlandsch Bestuur is INGETROKKEN: De benoeming van S. de Bruin Veldkamp, adjunct-kommies bij de posterijen, chef van het hulppostkantoor te Oenarang (Samarang), tot opziener der derde klasse bij het boschwezen op Java en Madura. BENOEMD: Tot opziener der derde klasse bij het boschwezen op Java en Madura, W. Bohl, klerk bij het departement van binnenlandsch bestuur; met bepaling, dat bij als zoodanig zal staan onder de bevelen van den houtvester, belast met bet beheer over het boschdistrict Samarang.
INLANDSCH BESTUUR.
ONTSLAGEN: Eervol, uit 's lands dienst, onder toekenning van onderstand, de wedono van het district Soeracarta (Banjoemas) mas Soera Redja.
BENOEMD: Tot wedono van het district Selokaton (Samarang), de wedono van bet district Demak, mas Rono adi Koesoemo. Tot wedono van het district Rengel (Rembang), de kliwon van het regentschap Toeban, raden ngabebi pandji Moerdo Koesoemo. Tot wedono van het district Salatiga (Samarang), de assistent-wedono van dat district, raden pandji Djoio Koesoemo. Tot lid bij den landraad te Serang (Bantam), de ondercollecteur der afdeeling Serang, mas ngabehi Ario Tisra Widjaja.
BESTUUR OVER VREEMDE OOSTERLINGEN.
BENOEMD: Tor kapitein der chineezen te Pasoeroean, de luitenant der chineezen aldaar, Kwee Sioe Sien. Tot luitenant der chineezen te Pasoeroean, de wijkmeester der chineezen aldaar, Kwee Tong Tjiang. Tot hoofd der arabieren te Bandjermasin (Zuider- en Ooster-afdv \ng van Borneo), Said ldroes bin Hassan al Habesi, lid van den landraad aldaar.
DEPARTEMENT VAN OORLOG.
VERLEEND: Een tweejarig verlof naar Nederland, wegens 2iekte aan den kapitein der infanterie F. C. Burgers.
BIJ HET WAPEN DER GENIE.
BEVORDERD: Tot eerste luitenants, de tweede luitenants H. J. Bijleveld en H. A. G. von Dentzsch. BENOEMD : Tot tweede luitenant bij het wapen der artillerie, de sergeant J. M. van Braam, van het wapen.
Uit Nederland.
ROTTERDAM, 3 September. De Minister van Koloniën en Buitenlandsche zaken hebben 28 Augustus eene langdurige conferentie gehouden met den Directeur van het Kabinet des Koniugs. Op 1 September meldde onze correspondent in den Haag, dat baron van Lynden van Sandenburg, die door Z. M. naar den Haag was ontboden, belast is met de samenstelling van een nieuw Ministerie. Z. M. heeft benoemd tot vice-president van den Raad van Ned. Indie de heer O. Van Rees, lid der Tweede Kamer, laatstelijk lid van gemelden Raad. Wij vernemen dat het standbeeld van wy'len den Minister Thorbecke met goedkeuring der Regeering zal worden opgericht op het Binnenhof en wel op de plaats, waar thans de lantaarn staat. — Bij besluit van 29 Augustus 11. heeft Z. M. o. a. H. D. tevredenheid betuigd aan den heer A. Van de Velde Az., commies bij het departement van Binnenlandsche zakun, „ter zake van zy'n belangiijk aandeel in de samenstelling „der beschrijving van het lager en middelbaar onderwijs „hier te lande, voornamelijk van de ontwikkeling, welke „het heeft verkregen door de invoering der wet'en van „1857 en 1863, welk boekwerk op de wereldtentoonstelling „te Weenen bijzondere onderscheiding is waardig gekeurd." Aan deze beschrijving, die, naar men verneemt, eerlang iv den handel zal worden gebracht, is op de wereldtentoonstelling de hoogste bekroning (het eerediploma) tebeurtgevalkn Het gedeelte „lager onderwijs" is bewerkt door den heer A. Van de Velde Az., het gedeelte „middelbaar onderwijs" door Dr. D. J. Steyn Parvc; de vertaling in het Duitsch geschiedde door den heer H. Haitmann te 's-Gravenhage Naar men verneemt is de referendaris bij het Departement van Binnenlandsche Zaken, de heer C. J. Feith, eenige dagen geleden met eene bijzondere zending naar Parijs vertrokken. Men gelooft dat deze zending met eene aangelegenheid, het armwezen betreffende, in verband staat. He Commissie, in den Haag werkzaam tot het opstellen ven de regelen ten behoeve van eene Indische brigade, bestaat uit de volgende hoofd officieren, als, van het Nederlandsche leger: generaal-majoor Weitzel, luitenantkolonel Netscher van het 6de reg. infanterie, majoor Wilhelmie, commandant van het koloniaal werfdepot. En van het Indische leger: kolonel Diemout, luitenant kolonel Rijnen en de gepensioneerde majoor Bloem. Secretaris bij die Commissie is mr. Van der Wy'ck, ambtenaar by' het departement van Koloniën. De Commissie moet reeds byna gereed zy'n met hare taak. Den Bsten Sept. ie van het koloniaal werfdepot naar Vlissingen vertrokken een detachement suppletie troepen, sterk 300 man, waaronder 18 onderofficieren, en embarqueeren aan boord van het aldaar liggende stoomsship Holland, om met dien bodem via Suez naar Java te vertrekken. Het bevel over dat detachement is opgedragen aan den kapitein der infanterie van het 0.-I. leger J. W. Van Bon, met mede-geleide van de 2de luitenants der infanterie van dat leger G. F. Soeters en A. A. Van Blommenstein, en den officier van gezondheid der lste klasse P. W. A Beijen en die der 2de klasse P. Schijf en N. L. Holwerda, allen van het 0.-I. leger. De kapitein Van Son en de officier van gezondheid der lste klasse Beijen keeren van verlof naar Java terug. — De 2e luit. van het le regiment infanterie te Zwolle in garnizoen, de heer W. baron van Heeckeren van Mo lencate, heeft aan den Minister aanvraag gedaan, om voor 2 of 3 jaren naar Indië te worden gedetacheeerd, met het aanbod afstand te doen van de f 1500, die tegenwoordig aan de voor Indië bestemde officieren wordt uitgereikt. ..
Z. M. heeft bepaald dat, zoo lang de behoefte aan sfficieren van gezondheid bij het leger in Ned Indië zulks vordert, ook civiele geneeskundigen, Nederlanders van geboorte, die ofschoon bet radicaal van arts niet bezittende evenwel krachtens de wet van 1 Juni 1865 bevoegd zijn om hier te lande de genees- en heelkunde uit te oefenen, onder genot eener gratificatie voor eerste uitrusting van f 4500, kunnen worden benoemd tot officier van gezondheid 2de kl. by' het voormelde leger, mits zy' bij een \ooraf te houden colloquium doctum blijken van bekwaamheid voor die betrekking hebben gegeven. 30 Augu=tus 's te Nieuwediep ingescheept aan boord van het naar Batavia bestemde stoomschip Jason, kapt, de Boer, een detachement kolonialen, steTk 300 mililairen, waaronder 18 onderofficieren, onder het bevel van den kapt. der O, I. infanterie E. Peiné. Genoemd stoomschip is 1 Sept. naar Batavia vertrokken. De heer Charles Ferdinand Pahud, is 31 Aug. in den Haag overleden. Hij was geboren 18 April 1803, te Amsterdam. Een groot gedeelte zijns levens heeft hij in 's Lands dienst in Indie doorgebracht. Hij was daar van klein emplooi af opgeklommen tot directeur der producten en civiele magazijnen, en met al wat de innerlijke gesteldheid van Java en de cultures aldaar bttreft, van nabij bekend. Van daar ook dat, toen hij zich met verlof in Nederland bevond, en terwyl hij op scheepsgelegenheid wachtte om naar Indië terug te keeren, hij naar 's-Gravenhau ■ gcroipcn werd om de functiën van secretaris-generaal hij het Departement van Koloniën op zich te nemen. In 1849 volgde hij den Minister E. B. Van den Bosch op als Minister vau Koloniën, welke hooge betrekking hy tot in 1856 bleef vervullen. In dat jaar verving hy den heer Duymaer van Twist als Gjuverneur- Generaal van Ned.-Indië; hij kwam den 20sten Mei van dat jaar ter reede van Batavia aan en aanvaardde twee dagen later het bewind, dat hij tot 1861 bleef voeren. Onder zijn bestuur als Minister van Kolon'ën had o. a. de herziening van het O. I. Regeerings reglement plaats, zoomede de gewichtige wijzigingen iv de betrekkingen met Japan en de sluiting van het eerste tractaat met dat land. Het dorpje Putten, dat, zooals men wtet, op de Belgische grenzen ligt en half tot Nederland, half tot Belciö behoort, is tegenwoordig de geliefde duelplaats voor Belgische officieis. Binnen deu tijd van twee maanden hebben er nu reeds drie duels plaats gehad, en een met doodelijkeu afloop. De Astronomische Vereeniging, die te Hamburg vergaderd is geweest, heeft besloten, in 1575 hare vergadering in Nederland te houden, en wel te Leiden. — Dat ook het piardeuvleesch hier to lande veel ge bruikt wordt, moge blykeu uit het volgende: In 1872 zijn te Haa.lem 385 paarden in consumptie gebracht, dat is bij een bevolking van 32,000 inwoners 1 paard per jaar op ongeveer 85 inwoners. Als men nu nagaat da! in Let le halfjaar van 1873 te Paiijs 5186 paarden zy'n geslacht, dat is per jaar ] paard op ongeveer 180 personen (de bevolking uier stad berekend op 1,800 000 inwoners) dan is het gebruik vau paardenvleesch te Ilaailem, eu ook te Amsterdam, waar de verhouding dezelfde is als daar, ruim tweemaal zoo groot als te Parys. — Op verzoek der Fransche regeering is haar een vertaling toegezorden vau het uitgebreide rapport der commissie over de spaarbanken, dat onlangs in de algemeene vergadering der Maatschappij 10l Nut van 't Algemeen behandeld is. — Onder den titel Alcmaria Viclrix geeft de heer W. J. Hofdijk een verhaal uit van het beleg en ontzet van Alkmaar in 1573; een geschrift, waarop wij de bijzondere aandacht vestigen van hen, die roem dragen op de groote daden der vaderen. — Hel Vaderland verneemt dat bij het leggen van den eersten steen van het op te richten gedenkteeken te Alkmaar, dr. N. Beets als foestredenaar zal optreden. Uit de voorgestelde begrooting van inkomsten en uitgaven voor 1874 blijkt, dat Burgemeester en Wethouders van Amsterdam den Gemeenteraad voorstellen een leeuiug van veertien millioen te sluiten. Deze 14 millioen zyn bestemd als volgt: f 326,000 voor aanleg van nieuwe straten en wegen, f 100,000 voor het Rijksmuseum van schilderyen, f 2,200,000 voor de Beurs, f 100,000 voor waterverversching en rioleering, f 300,000 voor uitbreiding der stad en verbetering van land- en watercommunicatiën, f 60,000 suppletiepost voor den schcuwburg, f 135,000 voor de inrichting der gebouwen voor de brandweer en de telegraafleiding, f 100,000 voor de hcuthaven, f 200,000 voor de onteigening en verdere werken in den Binnendijkscheu Buitenvelderschen polder, f 50,000 voor de verbouwing van het Raadhuis, f 320,000 voor de kade aan den Oosterdoksdjjk, f 660,000 voor schoolbouw. — Burgemeester eu Wethouders van Amsterdam hebben den Raad aangeboden een ontwerp tot aanleg van paardenspoorwegen te Amsterdam. Een spoorweg leidt in een groot halfrond van het Haarlemmerplein langs Marnixskade, Schans, Leidsche Bjsch, Stadhouderskade Hoogesluis, Sarphatutraat tot de Muiderpoort. Len twtede halfrond gaat uit van het geprojecteerde centraalstation langs Damrak, Dam, Rokin, Reguliersbreestraat, Botermarkt, Amstolstraat, Nieuwe Amstelstraat, Rapenburgerstraat en Schippersgiacht tot de IJgracht bij de Kweekschool voor de Zeevaart. Hen 4 September is na een korte ongesteldheid te 's Gravenhage overleden Dr. M. Hoek, hoogleeraar in de wis- eu natuurkunde aau de Hovgeschool te Utrech*. — Te Amsterdam is in de vergadering der Commissie voor de viering der 25jarige regeering van onzeu tegen woordden Koning, een plan goedgekeurd ontworpen door de heeren Rennefeld, Stracké en Verdonck, iv overleg met de heeren Hofdijk en de Veer. De kern vau dit plan vormt een groote historisch allegorische optocht, waarbij de hoofdpunten onzer geschiedenis van Willem | den Zwijger tot Willem V in zeven g:oepen en het Koningschap allegorisch zullen worden voorgesteld. Een algemeene versLriug de** gemeente is tevens in het plan begrepen, dat zóó is ingericht, dat alle klassen der maatschappij daaiaau kunnen deelnemen. Aan het admissie examen voor de Hoogere Burger: school te Leiden hebben zich 44 jongelingen onderworpen. Van deze zyn toegelaten: 25 tot de lste, 11 tot de 2e en 3 tot de 3de klasse. Daarenboven zijn twte jongelingen zonder examen als toehoorders in sommige vakken aangenomen. Een Amsterdammer, vriend van het lager onderwys, overtuigd dat de tentoonstelling te Weenen in menig opzicht nuttig ock voor onze school zou kunnen zyn, was van oordeel dat de belangrijke verzameling van voorwerpen, bruikbaar voor het onderwijs, wel waard zou zyn door het oog van een Nederlandsch onderwyzer te wordea bezen. In ds meening dat nog ons Gouvernement, noch eenig Onderwy'zersgenootschap of Vereeniging voordat doel op zulke eene wyze de tentoonstelling zou doen bezoeken,' koos die An sterdammer twee Amsterjamsche onderwijzers aan de openbare lagere school, en wel de heeren O. Degenhardt en G. J. Vos Az, en stelde die beide mannen in staat, niet alleen de tentoonstelling te bezichtigen maar ook, waar zy' het goed vonden, scholen in Duitschland te bezoeken. Genoemde onderwijzers, aan wie zulk eene belangrijke taak wèl was toevertrouwd, hebben gedaan wat de nobele Amsterdammer wenschte en een schat van aauteekeningen over hetgeen zij zagen en hoorden meegebracht. Aan de N. R. Gt. wordt van de Iruisiscbe grenzjn medegedeeld, dat Pruisisch e fabrikanten, sedert zij door de schoolwetten vau hun Vaderland verhinderd worden Pruisische k.nderen in hunne fabrieken'e laten werken, gebruikmaken van de hebzucht der Nederlandsche ouders, die in hetzalii; gevoel hunner „vrijhe.d" niet aarzelen hunne kleinen vau » tot 12 jaren tegen hoog loon aan de naburige vreemdelingen af te staan. — Een correspondent van de Arnh. Cour. beweert, dat de kosten van het feest te VTissingen thans reeds/ 44000 bedragen, en meent dat deze feestviering de financiëele krachten der gemeente zal te boven gaan. Het diner, dat den Koning zal worden aangeboden, moet f 5000 kosten, dat is f 2000 me:r dan de toelage uit de provinciale kas — Uit de Noordelijke gewesten wordt gemeld, dal bijna overal gebrek is aan werkvolk. Eene extra opvoering van de daglconen zal dus onvermijdelijk blijken te ztjn. — De voor rekening der JNederlandsche en Belgische Regeeringen aanbestede bedijking van schorren in het Zwin is thans voltooid, en de beide regeeringen hebben be-lo ten, dat de nieuwe polder, waarvan 124 hectaren op Nederlandsch en 505 hectaren op Belgisch gebied liggen, den naam van Wülem-Leopold-polder zal dragen.
— He welbekende heer P. Kegout, te Maastricht, is dojr den Bey van Tunis benoemd tot grootofficier dei orde van Nischan Iftibar. l)e Ami du Limbourg zegt, dai hier fe lande Prins Alexander de eenige is, aan wien dezelfde onderscheiding ten deel viel, en dat de heer Regout deze eerbewijzen te danken heeft aan den opgang, dien zy'n aarde en tristalwerk in Afrika maakt. — Volgens de Prov Gr. Cl. is door de nieuwbenoemde adelborsten der le klasse J. D. Wolferbeek en L. Adriani dezer dagen een by'uondere onderscheiding ontvangen. Op audient.e bij den Minister van Marine rntvingen zij ieder uit handen van den Minister een geschenk: de eerste een gouden horloge, de ander een binocle of nachtkijker, als blijk van tevredenheid wegens ijver en vlijt en lofwaardig gedrag gedurende hun driejarig verblijf op het Koninklijk Inst tuut voor de Marine te Willemsoord, dat zy' onlangs verlieten om als officieren in werkelyken zeedienst over te gaan. — Het plan, door den Minister van Oorlog opgevat, om de traetementen vau de t meieren der landmacht te vei beteren — wat thans gezegd wordt weer te ziju opgegeven — meet, naar de Leidsche Ct. verneemt, voor een groot deel toe te schrijden zijn aan de vereende pogingen van de heeren officieren vau het 4 e regiment, te Leiden in garnizoen. In het vooijaar hebben genoemde heeren zich ieder schriftelijk tot hun betrokken supereuren gewend en hunne bezwaïen kenbaar gemaakt over de wanverhouding tusschen deu stand dien zij in de maatschappij moeten ophouden, en de bezoldiging aan hun rang verbonden. Met cyfers heeft ieder aangetoond dat zyne bezwaren niet zouder grond werden geopperd. Curieuse, maar niettemin overtuigendefeiten moeten bij die gelegenheid zijn blootgelegd.
Koninklijke Besluiten.
Z. M. heeft benoemd lij het personeel van den geneeskundigen dienst van het leger in Oost-Indie, tot officier van gezondheid der 2de kl. de studenten voor genoemden dienst (artsen) P. Schijff, N. L. Holwerda, J. O Gaerthe en H. \V. Sandberg.
Z. li. heeft benoemd tot ridder der orde van den Nederl. Leeuw, de kapts. der inf. van het leger in N.-I. L. W. C. Gerlach en H. Demu.eni en den gezagvoerder van het stoomschip Prins Hendrik, E. Oort.
Z. M. heeft aan F. N. Nieuwenhuyzen, vice president van den Raad van N.-1., onder dankbetuiging voor de langdurige en trouwe diensten, in verschillende betrekkingen door hem aan den lande bewezen, op zijn verzoek, met ingang van den sden -september 1878, een eervol ontslag verleend uit 's lands dienst, met behoud van aanspraak op pensioen.
Z. M. heeft, op verzoek, aan den 0.-I. ambten, dr. O Swaving, laatstelijk lste stadsgeneesteer te Batavia op non-activiteit en tijdelijk belast met de waarneming der betrekking van 2den stadsgeneesheer aldaar, met ingang van 7°. September 1873, en aan den 0.-I. hoofdambten. J. H. Van der Palm, laatstelijk resident van Bantam, (beiden thans met verlof hier te lande), met ingang van 1 Januari 18 il, eervol ontslag verleend uit 's lands dienst, met toekenning van pensioen.
BENOEMD: tot ridder der orde van den Nederl. Leeuw: mr. A. Hoynck van Papendrecht, wethouder te Rotterdam; dr. D. J. Steyn Parvé, inspecteur van het middelbaar onderwijs; dr. J. Bosscha jr., gewezen inspecteur van het middelbaar onderwijs; de majoors L. M. E. VVilhelmi, kommandant van het koloniaal werfdepot; N. Van Rhijn, van het korps ingenieurs, mineurs en sappeurs, werkzaam aan het Dep. van Oorlog, en den heer J. C. Jansen, referendaris bij het Departemeat van Koloniëo; tot lijdelijk leeraar aan de Rijka hoogere burgerschool te Winterswijk, met iigang van 1 September a. s , J. (J. Van den Berg, te Gorinchem; tot ontv. der reg. voor de burgerlijke akten n°. S te Amsterdam: J. H. Van Nonbuijs, thans ontv. der reg. en dom. te VBosch; tot lid van het bollege van regenten over 't huis van arrest te Breda mr. E. W. Guljé, advocaat aldaar; tot komui. van politie te Amsterdam L G. Vernee, thans adj.-komm. van het buis van correc'ie te Iloem; P. Visser, thans kouina -verlicat. van de lste categorie te Helmond, tot ontv. der dir. bel. in- en uitgaande rechten tn accijnien te Wieringen; D. Engelen, thans kommies-verificateur van de lste categorie voor den actieven dienst der directe belastingen, in-en uitgaande rechten enaccijusen te Zalt-Bommel, tot ontvanger derzelfde middelen te Ballum.
OPGEDRAGEN: aan den ingenieur der mijnen in het hertogdom Limburg, P. J. .1. Bogaert, het beheer en toezicht der mijnen en groeven in Nederland en, in verband daarmede, voormelden titel vervangen door dien van „ingenieur der mijnen."
VEKGT'ND: aan J. P. H, Van de Loo, doctor in de genees-en heelkunde te Venlo, het aannemen en dragen van de medaille voor niet-strijdenden, ter herinnering aan den oorlog van 187 U—1871, hem door Z M. den Duitschen Keizer, Kouing van Pruisen, geschonken; aan P. Kegout, te Maastricht, het aannemen en dragen der versierselen van grootofficier der orde van Nischan ll'tihar, hem door den liey van Tunis geschonken; aan 1). J. Griot la Cave, doctor in dc genees- en heelkunde te Blaricum, het aannemen en dragen der versierselen van de Kroonorde 4de kl. met het Koude Knus, te dragen aau het herinneringslint, hem door Z. AI. den Duitschen Keizer, Koning van ï'iuisen, geschonken; aan dc voor den dienst in Oost- Indic bestemde soldaten E. Jüngit en O. Ziegler, van het koloniaal werfdepot, op verzoek, het dragen der Duitscbe medaille, ingesteld ter herinnering aan den veldtocht tegen Frankrijk in 187 u en 1871, en laatstgenoemde ook het dragen vau het Pruisische hcrinneriogskruis voor het deelnemen aan den veldtocht tegen Oostenrijk in 1866; aan den heer VV. J. Van Duysberg, adj.-eomm. bij het ministerie van Buitenlandsche Zaken, het aannemen van het ridd r.ruig der Leopoldsorde, hem door Z. M. den Koning der Belgen geschonken; E. H. i. VV. Mathon, oirecteur der registratie en domeinen te Middelburg, tot het aannemen >.n diagen der ondersiheidingsteekenen van Ridder der Leopoldsorde, hem door Z. M. den Koning der Belgen geschonken.
ONTSLAGEN: mr. A. Schouten, op zijn daartoe gedaan verzoek, met ingang van 1 October 1873, eervol, als kantonrechter te Druten; M. A. Van den Acker, op zijn verzoek, eervol, als lid van het college van regenten over het huis van arrest te Breda.
PENSIOEN VERLKEND: H. Van der Zon, gewezen Rijksveldwachter 3de kl., opziener der jacht en viggekerij te Vinkeveen, f 131 'g jaars.
Z. M. heeft den 2den luit. D. P. A. Markestijn, van het 6de reg. inf., in raag en ancienncteit overgeplaatst bij het wapen der inf, van het leger in Nederlandsch-Indië.
Joseph Arch.
Joseph Arch, de voorzitter van de Engelsche National Agricultural Laborers' Union, wiens aankomst in Noord- Amerika thans met algemeene belangstelling wordt tegemoet gezien, heeft in een gehucht op drie mijlen afstands van Warwick in Engeland het levenslicht aanschouwd. Hij telt nu 45 jaar, heeft een ineengedrongen breede gestalte en een verweerd gelaat, zooals veelal de boerenarbeiders kenteekent. Hij behoort tot een der Methodisten secten, waarbij by jaren achtereen als voorganger optrad en is een streng matigheidsvriend. Mooit heeft hy eenig onderwys ontvangen; alwat hy weet, heeft hij uit eigen aandrift geleerd; eerst op later leeftijd heeft hij zich op het verkrijgen van kennis toegelegd en stelde zich door het ijverig lezen van de dagbladen op do, hoogte van de gebeurtenissen van den dag. Zoo kreeg de jongebng Arch de overtuiging dat de klasse der burgerij waartoe hij behoorde, niet naar billijkheid werd behandeld; hiertegen begon van lieverlede zy'n gemoed in verzet te komen. Voor het welzijn van vrouw en kinderen getroostte hy zich de grootste ontberingen, maar ziende dat ondanks hard werken de toestand van zijn gezin niet verbeterde, vam hij het kloek besluit vau werkkring te veranderen en, vrouw en kinderen in Warwick-Shire achterlatende, geheel Engeland te doorzwerven, zoekende naar hooger verdienste, het uitgezuinigde geld aan zijn gezin toezendende en 's Zondags predikende in het bedehuis of in de open lucht. Daar Aich een bekwaam werkman was, die iv alle opzichcen boven zijn gelijken uitmuutte, kou hij ten laafste een kapiiaalje besparen, groot genoeg om de hut te Barford, waarin zijus familie woonde, in eigendom te bekomen. Hier zette hy' zich nu voorgoed neer; hy werkte in den oogsttyd by de naburige pachters en bebouwde tevens een eigen stukje grond-i. Toen in Februari 1872 door de bcereu-daglooners een werkstaking was aangevangen, verkozen zij Joseph Arch tot nun leider iv plaats van zekeie Johu Lewis, die wel veel gereisd had, doch lezen noch schrijven kon. Op voorstel van Lewis werd besloten een Unie tot stand te brengen, üe heer van Wellesboume, het plaatje waar de strike 't eerst was uitgekeken, was Charles Mordauut. Mordaunt belegde een vergadering, waarop al de landheeren uit den. omtrek verschenen en besloten werd, dat zy geen arbe;dera zouden in dienst nemeu die lid van de Unie waren, en dat alle middelen in 't werk zouden gesteld worden om de Unie er onder te helpen Mordaunt gaf op zijn landgoederen terstond gevolg aan het op de meeting gevallen basluit, — de daglooners, leden van de Unie, werden op staanden voet uit hun woningen gezet, en zy'n voorbeeld werd aanstonds gevolgd door den predikant en landeigenaar Millar te Radway. Deze ondoordachte handelwijze wekte echter voor de arme daglooners de sympathie der burgers vau de nabijgelegen stad Biimingham en opende tevens hun beurzen, zoodat de werkstakers door de rijke fabrikanten van Birmingham voor gebrek en hongerdood werden bewaard. Intusschen ging Arch onvermoeid voort de arbeiders in hun meetings toe te spreken, en de Unie nam voortdurend in uitgebreidheid toe.
De philanthroop Auberon Herbert kwam eenigen tijd doorbrengen te Leamington en moedigde aldaar de werklieden met woord en daad aan. Op deu 22n Maart 1872 had de eerste Algemeene Vergadering der Unie plaats te Leamington onder voorzitterschap van Jolin Arch, bijgestaan door Auberon Herbert en andere sociale hervormers. Daar verscheen ook Langford, de uiigever van een Birminghamsch dagblad met een aanzienlijke som, in die stad voor de boerenarbeiders gecollecteerd, benevens verscheiden vrijzinnige fabrikanten en leden van haudelsljchamen. Door de Amaliiamated Society of Engineers werd ecu bijdrage van 300 pond sterling toegezonden.
Doch hoe gedroeg zich Arch te middelvan al die aanzienlijke mannen en vrouwen? — Hoogst eenvoudig, als een verstandig man, die weet wat hy wil en een rechtvaardige zaak voor heeft. Zijn taal was merkwamdig gematigd. De gevaarlyke agitator, zooals de conservatieven hem noemden, sprak jn dier voege: — Laat nimmer, waarde vrienden, tegen iemand een woord van uwe lippen komen, dat onge recht, onedel, slecht, dwaas of oi.kiesch is!
Na de meeting te Leamington was de Unje voor goed gegrondvest; overal kreeg zij vertakkingen, en twee maanden later verschenen op een tweede meeting te Leamington aigevaardigiien uit alle doelen van het Vereenigd Koninkrijk. De beweging, die eerst betrof een vraag om een loonsverhooging van enkele shillings per week, is nu reeds tot een zaak van politiek gewicht aangegroeid, want de arbeiders op het platteland eischen, dat huu het stemrecht worde verleend, evenals het aan de werklieden in de steden reeds is toegekend. Arch heeft eerst alle inmenging in de politiek vermedeo, maar sinds Koningin Victoria de arbeiders op haar particuliere eigendommen, die om verhooging van daghuur hadden gevraagd, liet ontslaan, heeft hy een anderen toon aangeslagen.
Aanvankelijk werd landverhuizing niet door de Unie der arbeiders aangemoedigd, doch de goede ontvangst, te New-York in Maart 11. ondervonden door eenige Engelsche arbeiders, die aau de mislukte kolonisatie in Brazilië hadden deelgenomen, heeft Arch doea besluiten om persoonlijk te gaan onderzoeken, of 't raadzaam zou zijn de landverhuizing vaar Noord Amerika voor te bereiden voor niet minder dan 200 000 Engelschen uit den landbouwstand.
Men zegt dat het Gouvernement der Vereenigde Staten geneigd is aan John Arch de behulpzame hand te bieden. Zeker is 't, dat Canada reeds geldelijken steun en andere voordcelen aan de emigranten uit het moederland heeft toegezegd.