(UU alle Indische bladen bijeengebracht.) GETROUWD. J. £. W. Coert en M. W. Warnar, Tapgerang |9 October 1873,
BEVALLEN. H. Matthes, geb Schou'en, D., Anjer 7 October-1873. S. C. Wiegand, gsb. van Gennep. D., Soerabaia 13 October 1873.
OVERLEDEN. A. Verspijck, aan boord stooms. 'sGravenhage 13 Juli 1873.
SAMARANG, 14 October Engl. bark Arbutus, W. Todd, Ckeribon; .Mc. Neill & Co.
SAMARANG, 1-4 October Ned. lad. schoener Tambalan, Hadji Abdul Hamit, Biliton.
Z. M. beeft den 2den luit. D. P. A. Markestijn, van het 6de reg. inf., in rang en anciënniteit overgeplaatst bij bet wapen der inf. van het leger in Nederlandsch-Indië.
BENOEMD: tot lid van het Hoog Militair Gerechtshof de gen.-majoor op non-activiteit R A. Jackson; tot adjunct-controleur der dirbel'., in- en uitg. rechten en ace, als: to Dordrecht J. Hattink, thans surnumerair bij de administratie derzelfde midd., werkzaam iv de Inspectie der dir. bel., in- en uitg. reebten en ace. te Rotterdam: te Groningen C. L Blaauwboer, thans surnumerair bij de Administratie derzelfde middelen, werkzaam inde Inspectie der dir. bil, in-en uitg. rechten en ace. te Amsterdam; Jhr. Van Rixkevorsel van Kassei, ontv. der bel. en ace te Michielgestei, tot ontv. derzelfde middelen te Asten; M. W. Beijrinck tot leeraar aan de Rijks hoogere burgerschool ',c Warffnm, met ingang van 1 September 1873; tot plaatsver/, kantonr. te Zevenaar A. Koolhoven, ontv. der reg. en dom. aldaar; tot 2n luit. bij de dd. schutt. te Tilburg F. A. L. Van den Berg, thans schutter.
BEVORDERD: met ingang van 1 Sept., tot luit. ter zee der lste kl., de luit. ter zee der 2de kl. P. J. Zaïl; en tot luit. ter zee der 2de kl., de adelborsten der lste kl. G. M. Titsingb en J. H. L. J. baron Sweerts de Landas Wyborgh.
OPGEDRAGEN: dj waarneming van de controle der dir. bel., incn uitg. rechten en ace. als: te 's-Hertogenbosch (2e afd.) aan M. A. Bringenberg. thans adj. controleur derzelfde middelen te Schiedam; te Helmond aan M. Schuijlenburg, thans adj. control. dier middelen te Rotterdam.
VERPLAATST: de navolgende adj. controleurs der dir. bel., men uitg. rechten en ace, als: P. A. F. Rooseboom, van Leiden naar Schiedam; D. Van Nievelt, van Groningen naar Rotterdam; N. Glinderman, van Dordrecht naar Leiden; den controleur der dir. bel., in-en uitg. rechten en ace, A. P. Boellaard, van Breda naar Haarlem. VERIUND: am Oorthuys, contr. der bel., ï'^cht. en ace,■ werkzaam bij het Min. van Fin., het aannemen en dragen der onderscheidingsteekenen van ridder der Leopolds-orde, hem door den Koning der Belgen geschonken; aan mr. J. C. De Marez Oi>ns, advocaat te Amsterdam, het aannemen en dragen van de versierselen van offic. der orde van Medjidié, hem door Z. M. den Su tan van Turkije geschonken; aan den voor den dienst in Oost-lndië bestemden soldaat F. C. Schmidt, van het koloniaal werfdepot, op het door hem gedaan verzoek, het dragen vau de Duitsche medaille, ingesteld ter herinnering aau den veldtocht tegen Frankrijk in 1871; aan E. G. A. baron Snouckaert van Schauburg, adj.-komm. bij het Miuist. van B.iitenl. Zaken, het aannemen van het ridderkruis der Leopoldsorde, hem door den Koning der Belgen geschonken. ONTSLAGEN: de offic. van admin. 2de kl. W. Hanegraaff, op zijn daartoe gedaan verzoek, eervol nit den zeedienst; op hun verzoek, eervol: A. H. J. W. Martens, als kapitein bij de dd. schutterij'te Tilburg; en A. i. Lombaers, als lste luit. bij dezelfde schutt., onder gehoudenheid tot het volbrengen van de op hem nog rustende verplichtingen als gewoon lid der schutt. bij de reserve, met al de gevolgen daaraan bij de wet gehecht. PENSIOEN VERLEEND: aan J. J. Schoenmakers, desservant der R. Kath. gemeente te Hoensbroek (Limburg) f 600; aan H. Hoogland, kapellaan der R. Kath. parochie van den H. Joanues den Dooper te Schiedam (Zuid-Holland) f 348 's jaars. Bij Kon. besluit is aan mr. R. L. A. Hamerster Dijkstra, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als burgemeester dei' gemeente Sneek.
Bij Kon. besluit is aan C. F. Carp, op verzoek, eervol ontslag verleend als maj.-command. van het 5e bat. rust. schutt., in Noord-Brabent, onder gehoudenheid tot het volbrengen van de op hem nog rustende verplichtingen als gewoon lid der schutterij bij de reserve, met al de gevolgen daaraan bij de wet gehecht, en als zoodanig iv zijne plaats benoemd A. Van Galen thans kapt bij bet bataillon. Bij Kon. besluit zijn benoemd: tot griff. bij het kantonger. te Beets" terzwaag mr. IJ. Dumbar, adv. te Deventer; tot griff. bij bet kantonger. te Huis jhr. mr. J. Schuurbecque Boeije, wonende te Assen.
Bij Kun. besluit is aan S. W. Praag, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van ontv. der dir. bel. en ace. te Colijnsplaat c. a., behoudens aanspraak op pensioen.
Ter gelegenheid vaa het wetsontwerp op de afschaffing der plaatsvervanging is door den heer Stieltjes krach„ig geprotesteerd tegen de verplichting den soldaten opgelegd om in de kazerne te wonen. „Eén puut vau het voorstel vau de Begeering juich ik zeer toe", zeide hij, „dat is het buiten de kazerne wonen van de jongelieden die men op het oog heeft om een kader te vormen. Dat is door verscheidene sprekers hard bestreden; men heeft er allerhande aardigheden over g-zegd en er den draak mede gestoken; daartegen moet ik opkomen. Toen ik in 1834 tn dienst kwam, bestond er tijdelijk {rt,u 1830— IS3G) geene akademie, en ik moest dus dienen bij eea korps; daarbij had men ouder den ttel, vrijwilligers dingende naar den rang van officier, jongelingen van 14 tot circa 20 jaren, die ecu wetenschappelijke opleiding genoten. By het korps waarvan ik sprak (Ist:; bataljon veld-artillerie) waren er 10, dus een aanmerkelijk getal bij ééue compagnie die in de stad, buiten de kazerne, woouden, en dit had niet den minsten slechten invloed. Die vrijwilligers deden des zomers dienst aau de kazerne, aan de wachten, in de stallen, rukten met de bespannen batterij uit en maakten de practische oefeningen met het zwaar geschut mede; zy' hielpen telken jare eenige honderden militieus drillen enz. Des winters beoefenden zij de wiskunde, de militaire wetenschap enz. Hun wonen builen de kazerne bracht volstrekt geeu schade aanden dienst te weeg, eer het tegendeel. De kazerne is, in mijne oogen de meest an.'i-militaire inrichting die men zich denken kan, en niet ouders dan, in enkele gevallen, een noodzakelijk kwaad Men moet daar eten koken, achter etn mand met ingekocht vleesch loopen en het huis schoon helpen maken; dat zyn geen militaire, maar eigenlyk keukenmeiden-diensten. Het is juist het wonen in de kazernen dat de menschen terughoudt hunne zonen bij het leger te laten dienen. Ik heb alleeu dédrom mijn zooa dit jaar laten remplaceeren.-Als een voorbeeld dat sommige diensten in de kazeruegeen diensten zijn, die iets tot de militaire vorming bijdragen, deel ik nog mede — de militaire leden der Kamer zullen de Souvenirs de Fézensac wel gelezen hebbeu — dat een Fransch joug mensch van gceden huize in 1804 op lSjarigen leeftijd dienst nam, vaar het kamp van Boulogne ging, alle diensten medemaakie, als laatste overblyfsel van de lepublikeiuschc instellingen door zyne kameraden na één jaar dienst tot luitenant gekozen werd, welke benoeming de Keizer bevestigde, met distinctie diende, terwyl hij reeds in 1813 generaal was. Hij beweerde alle dieusten te hebben medegemaakt, uitgenomen de corveeën die hij anderen liet veirichten legen betaling. Het is niet geblekeu dat deze officier er iets minder om was, omdat hij niet met den bezem geloopen had. Ik heb nooit gezien, dat iemand in de kazerne iets goeds leerde. Het tegendeel wel. „Maar ik ga verder. Ik wensch dat de minister het wenen buiten de kazerne niet als privilegie afhankelijk maakte van het betalen der kleeding, maar dat het een algemeene maatregel was. Het kan niet overal, b. v. cp de dorpen niet, omdat de militiens van daar naar de garnizoenen komen; maar laat de jongelieden in de steden althans in huune familiëu. De kleinste, slechtste woning in familie is beter dan de beste kazerne. Maar laat hen, die te laat komen of slordig zy'n, tol straf in de kazerne wonen. Waarom moet toch de militien van den Haag ot' van Delft, die in dezellde steden in garnizoen ligt, in de kazerne wonen? Wij, met onze bevolkte steden, kunnen dat stelsel meer toepassen dan eenig ander lani. Dat men het niet kan toepassen op de dorpelingen is geen reden bet te weigeren aau de stedelingen." „Wat ik zou wenschen is, dut men zooveel mogelijk voortging m:t het localiseeren van de militie, en het uiterste te doen om de geschikte elementen in het leger te behouden door officieren en onder-officieren uit de militie te trekken eu hen te betalen, hen goed te behandelen en ben zooveel mogelijk buiten de kazerne le houden- Denk toch niet, dat zij daar iets militairs leeren. Dan zal meu de sterkte van de militie kuunen vermeer deren en toch den druk van de militie vermindereu." Dit oordeel van deu oud-soldaat ovor de nadeeliga invloeden vau het kazerneleven is zekerlijk alleszins der aandacht waardig, en wij twijfelen geen oogenblik dat, in velerlei opzichten, de kazerne de slechtste leerschool is voor nog onbedorven jongelieden. Van de kostschool, het weeshuis, de kazerne af tot de gevangenis toe, is dit opeenhcopen en verplicht samenwonen van groote aantallen van personen die zeer verschillend vau aanleg eu karakter zijn en de meest uiteeuloopende neigingen en driften hebben, altoos eene oeva&ïlijke proef, op welko velen bezwijken, want ongelukkig gaat het met de menschen evenals met de appelen: het zijn de rotte die de gave asnsteken, en niet omgekeerd, de gave die de rotte weder gaaf maken. Doch, al beamen wij alle 3 wat de heer Stieltjes tegen het kazerneleven aanvoert, zyne conclusie is toch de onze niet. De soldaat, ook de militien-soldaat, de werkelyk dieust doende militie, behoort in de kazerne, niet omdat hij daar „iets militairs leert", maar om de volgen 'e redenen: I°. om hem voortduiead ouder tcezicht te hebben, en 2°. om hem ten allen tyde by de hand eu beschikbaar te hebben. Men moet weten waar de soldaat 'olijft, waar hy is, wanneerhy niet in de kazerne is. Al geeft men volkomen toe, dat de kazerne niet eeue veredelende eu verzedelijkende inrichting, maar dikwijls het tegendeel er van is, zal men aau den anderen kant toch ook moeten erkennen, dat er buiten de kazerne ook nog vele het tegendeel van veredelende en verzedelij kende inrichtingen zijn, waar ds soldaat, aan alle toezicht en tucht onttrokken, aan al zyne kvade driftenen lusten kan bot vieren. Zelfs het ouderlijke huis is lang niet altijd de woonplaats der deugdeu, der goede zeden en der goede voorbeelden. Wanneei daarenboven onverwacht de militaire macht opgeroepen wordt om hare hulp te verleenen, moet, zij daartoe onmiddellijk vaardig zyu en moet zy' uiet behoeven eerst uit alle hoeken der stad opgetrommeld en opgetrompet te worden, waarbij men, behalve het tijdverlies, groot gevaar loopt, dat menigeen, met en zoudei* schuld, op het appèl zil ontbreken.
Onze conclusie is: dat, veruiits de soldaat behoort 'n de kazerne, en vermits het blijkt dat de kazerne schadelijk werkt op het mond vau den soldaat, de kazerne moet hervormd worden. Waarom zou men niet cellulaire kazernen kuunen bouwen, niet om de soldaten, als misdadigers, in hunne cellen op te sluiteu, maar om aan elk een eigen, uitsluitend voor hem bestemd en door h-m gebruikt, vertrek te verzekeren? Hoe meer mtn vau de kazerne, een in de ware beteekenis van het woord, le huis vau den soldaat maakt, des te meer zal èn de schrik èn dc kwade invloed vau het geka7emeèrd ziju verdwijnen.
Het was een wair, ecu voor Kegeering en Kamer behartigenswaardig woord dat de heer Storm vau sGrave-andt sprak, toeu hij zside: „Ik geef mijne toestemming tot d> af=chaffiug van de plaatsvervanging niet, zoo lang niet d kazernen zeer veel beter ziju dan nu. Ik heb het altij betieurd, dat by vele personen ecu zeker enthousiasm bestaat voor eene goede inlichting van de gevangenisse, (daar moeten nette kamertjes mit goede verlichting zijn eu dat diezellde personen zch de moeite niet geven cci te onderzoeken hoe de kazernen er uitzien en de brav niet misdadige jongelingen als militairen daar gelogeer zijn. Neen, daar kan men jongelieden die het beter gewoo zijn niet brengen; men verbetsre eerst dien loestand e: spreke over hetgeen men veranderen wil bij het leger ii andere opzichten, eu eerst dan mag er sprake zyu van eeue afschaffing der plaatsvervanging."
Men behoeft slechts een weinig met katernen en gevangenissen bekend te zijn, cm de volkomen waarheid van dit zeggen te erkennen. Onze kazernen zouden nog te slecht wezen om voor gevangenissen te dieneu, terwyl onze gevangenissen tot modellen zouden kunnen dienen voor eeue comfortable ingerichte kazerne. In de kazerne is, in den regel, alLs vuil, somber en donker; het is er vunzig, te gelyk bedompt en tochtig, veelal is zij besmet; er is niets dat dm bewoner aautrtkt en zeer veel dat hem naar buiten jaagt Onze gevangenissen daarentegen zy'n eene soort van logementen geworden, zeer nut en geriefjly'ï ingericht, opdat de heeren gehangenen zich er gedurende huu verblijf, zooveel mogelijk op hun gemak zouden gevoelen. Er zy'n zelfs gevangenissen met recreatie zalen, opdat de gasten zich in hun ledigen tijd toch niet te zeer vervelen zouden eu met spel vermaken kuunen. Het gelukkig gevolg van deze verstandige w^ze van handelen is dan ook, dat de ontslagenen, door dit gemakkelijke ca luie leven verwend, zich spoedig weder aangetrokken gevoelen door dit gouvernementskosthuis waar zy' op 's lands kosten gekleed, gevoed en geamuseerd worden, waar de tucht eene oude legende is ca zij nog geld toe verdienen. En evenzeer als de gevangenis den boef, inzonderheid den veteraan in de boevery, dea habjtué, aantrekt, evenzeer stoot, de kazerne den soldaat terug. Er zijn honderden voorbeelden, dat soldaten müdrijven plegen met de éénige bedoeling om vervallen van den militairen dienst verklaard le worden, en uit de kazerne le gaan naak de gevangenis. Ziedaar wat in Nederland het kazerneleven oplevert, omdat onze kazernen zijn gelijk zij thans zijn. (Arnh. Ct.)
In een der New Yorksche dagbladen worden de volgende cijfers medegedeeld betreffende de spoorwegen in de Vereenigde Staten. In 1830 waren in exploitatie 23 mylen, ia 1840 2818, in 1850 SO2I, in 1860 30,635, ia 1870 52,398, in de beide laatste jaren werden 8279 en 6427 mijlen spoorwegen in exploitatie gebracht. De kosteu vaa aanleg van dit uigebreide spoorwegnet bedroegen tot in 1872 3,159,423,057 dollars, waaTvan 1,647,844, dollars in aandeelen en de overige in obligatié'n werden uitgegeven. De eigenlijke kosteu van aanbouw bedroegen gemiddeld 55,116 dollars per mijl (van 1609 M.) De brutoontvangsten belie; en jaarlyks 473,21-1,055 dollars, of 8256 per mijl; de exploitatiekosten 307,486,682 dollars. De bruto-opbrengst bedroeg dus 15 pCt. van de kosten van aanleg en materieel, de zuivere winst 5,02 pCt. Aan dividenden werd betaald eene som van 64,418, 51 doll. of 3.91 pCt. van het aandeelenkapitaal; het overschietende deel der wiust, 101,336,222 doll, maakt ongeveer 6 pCt. uit van de verplichte schuld van alle spoorwegen. Deze cijfers zijn alle gemiddeld, en over alle spoorwegen, dooreengenomen; de toestand der maatschappen is echter zeer verschillend. In de staren van Nieuw-Engelaud en in de midden-staten is die veel gunstiger dan in het Ruiden en Westen der Unie.
De verkoop van scbeurpapier uit de verschillende regeeringsdepartementen van Engelanl berengt ongeveer £ 10,000 (ƒ120,000) 's jaars op. Daarvan worden £ 8000 verkregen voor zoogenaamde confideutiëele stukken, zoo ala Opgaven vaa „income-tax„ enz, die rtchtstreeks aan de papierfabrikanteu verkoc.it worden, welke er dadelijk pap van maken. Dj bijzonderheden van het zoogenaamde confideu tiëele papier zyn echter uitgeknipt of onleesbaar gemaakt. — De twee hoogs'e schoorsteenen in Glasgow hebben de volgende afmetingen : die van Tennunt eu Co. heelt totale hoogte van 455 '/^ voet, beneden buitenwerksche middelyn van 40 voet en boven 13x/2 voet; —die van Townsend is 463 voet hoog ca heeft beneden buitenwerks een middellijn van 32 voet, boven vau 12 voet. 8 duim. Teunant's schoorsteen schynt echter hooger, omdat ze op een hooger terrein staat. Bij helder weer kan men ze op twintig mijlen afstands zien.
— Het vervoer van reizigers per stoomboot door het Suez-kanaal schijnt voortdurend sterk toe te nemen, ln 1872 bedioeg het aantal personen, dat het kanaal op die wijs passeene 67,640, in 1871 was het getal slechts 48,421 en in 1870 26, 758
— Te Woolwich heeft onlaugs weer eea nieuw kanon het licht aanschouwd onder den lieftalligen naam van de „Woolwicher zuigeling". De „zuigeling" — een 700 ponder — doorboort bij gewone kruitlading op 600 voeten afstands een 15 duims pantserplaat met daarachter geplaatste houtbekleeding.
— Ter Weener tentoonstelling heeft een New Yorksche boekhandelaar in 119 banden teu toon gesteld proefnummers vau 6000 verschillende N-.Amerikaansche periodieke tydschriften, en couranten, De collectie is evenwel niet compleet, daar in de Vereenigde Staten van Noord Amerika alleen circa 8000 periodieke tijdschriften eu bladen het licht zien. Hier te lande ver=chijnen ciica 550 couranten en tijdschriften.
Op den Bstcn Octob. 1873, des avonds opgemaakt, krach tens art. 18 van het Octrooi en Beglement (Staatsblad 1870. N°. 34), en ingevolge besluit van den Gouverneur-Generaal, dd'. 5 November 1871. N°. 24. Disconto-rekening / J 0.101.904 70 Kapitaal H°HO,°;T Beleening-rekening „ 3.100.623 28 Reservefonds.,, /7.783.1*. Hvpotheek-rekeaing.... „ 1.330.500.— Bankbiljetten in om- Bélegd reservefonds... „ 20.000.— loop „ 37.210.957.5 3 ttüü""*":: "ffIJSS koop.is.nalien m-uA Gebouwen en inven- ~ 50.583.007677 50.583.004 67