Bij Koninklijk besluit van den Susten Augustus 1873, no. 1, is benoemd tot vice-president van deu Raad van Nederlandsch-ludië, de heer O. van Kees, lid van de Iwccde Kauicfc der Staten-üeneraal, laatstelijk lid in gcmelden Raad en op verzoek, eervol uit 's lands dienst ontslagen.
Bj beschikking van Zijne Excellentie den Minister van Koloniën, van 30 Aug-stas 1873, La. Ar/.., i.o. 34, is .ie heer J.H. Scluiijhnburg, in den ring van hoofdkommies, loegovocgd geweest aan nu wijlen den inspecteur-generaal van financiën in Nederiandsch-lndic I. 11. bi. Mütkc thans iv Nederland aanwezig, kraciitens Koninklijke mach tigiug gesteld ter beschikking van den Gouverneur-Generaal van Ne derlandsch-Indie, speciaal om te worden werkz tarn gesteld bij de directie van Financiën' voor de invoering en toepassing der nieuwe bepalingen, omtrent de in- en uitvoerrechten en accijnsea aldaar. bij beschikking van Zijne Excellentie den .Minister van Koloniën, van 3 September 1573, La. AP/., no. 54, zijn de heeren A- 1). Verzijl en J. Groolenboer, kominie/.cu-veiilicatcurs te ({otterdam, en .\. W. Alsdort', commies verificateur te Vatkenswaard, krachtens Koninklijke machtiging gesteld ter beschikkiug van den Gouverneur-Generaal van NedcrlamLch-lndië, om te worden benoemd tot ambtenaar bij de in- en uitvoerrechten aldaar.
"Benoemingen, enz.". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1873/10/21 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010297744:mpeg21:p002
"De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1873/10/21 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010297744:mpeg21:p002
ONTSLAGEN: Op verzoek, eervol, uit zijne betrekking wegens ziekte, de vendumeester te Samarang YV Glaser.
ONTZET: Uit zijn ambt, de gritller bij den omgaandon rechter in het gouvernement (Jelebes en ondtrhoorigheden J, YV. Theunis.
BENOEVtD: Tot predikant hij de protestantsche gemeente te Samarang, de predikant Lij de protestantsche geoieente te Pasoeroean H. S. Balsem. Tot vendumecster te Samarang, de eerste kommies op het residentie-kantoor aldaar 11. E. Agerbeek. Tot gnliier bij den omhanden rechter in het gouvernement van Celebes en oaderhooiigheden, de collecteur bij de landelijke inkomsten te Galesong (Celebes en onderheorigheden) L. Platt. 811 11ET BINNKNL-ANBSCH BESTU fil Ot? DE BEZITTINGEN BUITEN JAVA EX MADURA. Tot controleur der eerste klases, de controleur (!cr tweede klasse J. C d'Engelbronner. Tot controleur der tweede klasse, de ambtenaar ter beschikking van den resident der Westcr-afdeeling van Borneo C. 11. M. le Roux.
"CIVIEL DEPARTEMENT.". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1873/10/21 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010297744:mpeg21:p002
VERLEEND: Een tweejarig verlof naar Nederland, wegens ziekte, aan den onderintendant der tweede klasss bij de militai e administratie -T. Manrer. ONTSLAGEN: Op verzoek, eervol, uit 'a lands dienst, de klerk by de militaire administratie A. M. Salomon. BEVORDERD: Tot eersten luitenant bij het wapen der artillerie, de tweede luitenant G- I. G. A. Scherer.
BIJ HET WAPEN DER KAVALLEKIE. Tot majoor, de ritinccs ter H. K. E. I'crid. Tot ritmeester, de eerste luitcnaul S. F. Gerand.
BENOEMD: Tot militair-ambtenaar der tweede klasse, de militairambtenaar der derde kl:sse G. J. de Haan.
"DEPARTEMENT VAN OORLOG.". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1873/10/21 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010297744:mpeg21:p002
BENOEMD: Tot commies bij het haven-departement te Batavia, tevens belast met de ontvangst en het beheer iet haven- en ankeragegeldra; de commies lij het haven-departement te Soerabaia, tevens belast met de ont angst en het beheer der haven-en ankcrageg :!den G. J- Putman Cramer. Tot commies lij het haven-departement te Soerabaia. tevens belast met de ontvangst en het beheer der havenen ankeragcgelden, de ambtenaar op onderstand E. Roelofs, laatstelijk gezaghebbtr der gouvernements marine.
"DEPARTEMENT DER MARINE.". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1873/10/21 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010297744:mpeg21:p002
(Uit de Memorie vau Toelichting, door den Minister bij de begrooting vjoi- .18 74 gevoegd.) Sedeit jiren was do toestand van het gevangeniswezen in Ned . Indië , eu in verband daarmede de w ijze van toepassing der straf van dwangarbeid, zojwul hier te lande als in Indiö he:; voorwerp vau afscurende oordeelvellingen de, ofschoon meermalen door oveidrijviug zondigeude, echter in vele opzichttn gerechtvaardigd waren door de vele gebreken en misbruiken bij de uitvoering en toepassing van gemelde straffen geconstateerd.
Het verslag van mr. A. J. Swart en dat van mr. Rap[ pard vestigden de aandacht op deze zaak. De Gouv.Gen. ', Sloet gelastte den resident van Riouw een onderzoek in te stellen naar de gevangenissen van Inlandsche misdadigers te Singapore. De resultaten van het genoemde stelsel schetste de resident vau Riouw als uitstekend. Alle openbare, werken te Singapore waren door dwangarbeiders tot stand gebracht en lieten niets tè wenschen over. Niet alleen dekte de wa*-J f~)n f»*»rïV* er vorooraee'tten ac kosten van iun onderhöLu, SlV**^ Missement wierp zelfs winsten af. De inlichting der %ihJ'orstenCa>,. voeding, ligging en kleeding der gedetineerden werden allen door den resident geprezen. In het ruime en luchtige hospitaal waren steeds weinig zieken, en de sterfte onder de veroordeelden was zeer gering. Niet eenstemmig dachten de Indische autoriteiten o-er het al of niet navolgenswaardige vau de Singapoorsche inrichting, waaromtrent de bijzonderheden worden medegedeeld. Had er verschil van gevoelen bestaan over de wijze, waarop het gevangeniswezen zou worden georganiseerd, er heerschte volkomen eenstemmigheid nopens het onhoudbare van den bestaanden toestand. De gevangenissen werden geschetst als ellendig. Voor den onbeschaafden en verdorven misdadiger had de slraf nie's te bcteekenen, terwijl de nog niet verdoivene er geheel voor de maatschappij verloren ging. Zonder behoorlijk opzicht, gaven de ','evangenen zich geheel aau luiheid over, terwijl de dwangarbeiders, veelal belast met het schoonhouden van erven of tuinen en van openbare gebouwen, hunne dagen doorbrachten in eene bedrijvige ledigheid. ilaarin moest veiandcing komen, gelijk daor opvolgende Ministers werd beaamd, en deels ook werd daarin voorzien. De slotsom is de volgende nieuwe organisatie. Het algemeen beheer en oppertoezicht berust by deu directjur van justitie, aan wien een hoofdambtenaar wordt toegevoegd belast met de leiding van den dienst en de nde zaken van de centrale adm.nistiat.i.. Deze hoofdambtoaaar, die deu titel zal voeren van hoofdinspecteur of bispectour, eu die, zoo uocdig, door. inspecteurs of adjunct-inspecteurs wordt bijgei-taiD, wijst eok de plaats aan waar, of hst rayon waar binnen de veroordeelde zijne straf zal ondergaan Nederlandsch Indie wordt in drie tot vijf, voorloopig in drie districten ad hoeve deed. De dwangarbeiders woiden gebezigd aan de groote openbare we:ken. Steeds worden die in den ketting ifgezonderd gehouden van de overigen. Eerstgencemden worden bij voorkeur aau de z ■ aarste werken gebezigd, waar vooitdurtnd, ofiatige jaieu, eengroot aantal werkkrachten gevorderd worden. De valide mannelijke veroordeelden worden verdeeld in sectiëu vau ongeveer 150 hoofden Over iedeie sectie is een opzichter. De administratie vau het depot stelt de veldsectiën aan; in ieder district is minstens één sectie voor bouwwerken; en zooveel mogelijk wordït bij iedere sectie een piloton handwerkslieden gevormd. Er ziju verder sectiën, bij voorkeur bij militaire werken te bezigen, of bij aaidwerken, lossen, laden enz. De verdere bijzonderheden worden uitvoerig omschreven, zoowel wat liet toezicht als de indeeling iv klassen, de tucht en de straffen op overtreding daarvan en wijdei-3 de behandeling .betreft De voorkeur wordt gegeven om, zooals wordt voorgedragen, van het singapoorsche stelsel in zoover af te wijken, dat de veroordeelden worden ten arbeid gesteld aan de penbare werker, zoodat van hunne diensten overal in geheel Nederlandsch Indie kan worden party getrokken. Van de invoering van hat alzoo gewijzigde stelsel kunnen met recht gioote voerdeelen verwacht werden. De straf zal alzoo een werkelijk kwaad zy'n, eene boetedoening voor het gepleegde m sdrijf, die den veroordeelde den weg opent tot verbetering, door hem het heilzame van den arbeid te doen beseffen, terwijl bet vau hem zelven afhangt zyne positie gaandeweg dragelijker te maken. De misdadiger zal, onder behoorlijk toezicht, de waarde van een gestadig werkzaam leveu op pry's leeren stellen; de aanhoudende arbeid moet zoowel zijn lichaam als zijn geest, verharden, en hem, als hy later in de maatechappij zal zijn teruggekeerd, minder vatbaar maken voor de verlokkingen der luüie.d eu daaruit voortspruitende ongebondenheid ca misdaad. De besware! elders tegen de tenarbeidstelliug van veroordeelden geopperd, namelijk de moeielijkheid van s renge bewaking en de vrees voor mededinging, gevaarlijk voor dea eerlykeii arbeid, verliezen iv Indie grooUndecls tunne kracht. Verzet en or.tvluchting komen— de ervaring heeft het geleeTd — niet dan zelden voor onder de inlandsche veroordeelden, waarvan trouwens, volgens dit plan, de meest verdo-veuen iv eene afzonderlijke inrichting geplaatst worden. Kn aan werkkracht n bestaat in Indie overvloedige behoefte. Een tal van openbare weken, waarmede de ontwikkeliii"" en de productiviteit der Indische gewesten nauw samenhangen, als: spoorwegen, bruggen, waterleidingen, kanalen, havenwerken, ontginning van delfstoffin, enz, kunnen door de Regeering worden opgevat, wanneer zy daartoe beschikken kan over een aantal krachtvclle mannen, dat gemiddeld 's jaars op niet m nder dai 10,000 kad worden geschat. Van zelf wordt men hierdoor gebracht tot de vraag, welke de geldelijke gevolgen zullen zijd van het bedoelde stelsel. De uitgaven, hoewel nog niet met juistheid te ramen, zullen een aanmerkelijk cijfer bedragen. De Indische rogeen'ng berekent aan gebouwen eene som van plus minus f^SOO.OOO modig te zullen hebben, terwijl de vermeerderde uitgaven voor personeel 's jaars plus minus f 260,000 zullen beloopen. Maar die uitgaven zullen ruimïchóots worden vergoed door de geldelijke voordcelen, van de invoering van het stelsel te wachten. Aangezien de iudienststelling van het benoodigde personeel eerst zai plaats hebben wanneer en naarmate de vereischte gebDiiwen zullen verrijzen, i 3 bij deze begroeting voor 's hands een mem ,-iepost u'tgetrokken, welke de gelegenheid aaubiedt zoo mogelijk met de invoering van iiet stelsel geleidelijk in deu loop van 1874 een begin te maken. i
De Mirister verwacht, na deze uiteenzetting, met vertrouwen de uitspraak der Vertegenwoordiging. Hij meent er op te msg-:n rekenen, dat de Kamer, die het noodzakelijke, der Staatszorg voor de krankzinnigen in Indie' erkende hare medewerking niet zal we:gs"en cm ten behoeve d;r talrijke veroordeelden tot dwangarbeid een stelsel toe to passen dat zoowel aau de eischen eener goede strafweto-evino a's aan die der mensehely'kheid beantwoordt.
"Departement van Justitie in N. I.". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1873/10/21 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010297744:mpeg21:p002
SAMARANG, 19 October NÜd. bark friesland, F. Sipkea, Amsterdam, Grasihoft; 20 October Ned. Fregat Samarang, A. i.ehm:\uu, Batavia, Dorrepaal ca Co.
"Scheepsberichten. AANGEKOMEN.". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1873/10/21 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010297744:mpeg21:p002
Naar SINGAPORE, met het Ned. Ind. stoomschip I'rins Alexander, kapt. van Emmerick, de heeren van Deutekoru en tam., Steenhovcn en fam., Kloesmeijer, Slingerlandt en echtg., Lichthout, Stel, Nahapiet, Chiarrai en pairdenrijders.
"Vertrokken passagiers van Batavia.". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1873/10/21 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010297744:mpeg21:p002
De Locomotief van 8 dezer no. 236 vestigt, onder den titel van „Een raadsel of een schande," onze aandacht op een opstel in de Straits Times van 27 September jl. betreffende de stoomvaart op Australië en vraagt ons: wat we daarvan wel zullen zeggen? Tegenover de groote woorden van onzen collega kunnen we zesr kalm blijven. De Locomotief wilde immers niet van een subsidie weten tot bereiking van een doel, waarnaar door den handel op Java sedert "jaren gestreefd werd. Elk argument tegen het verleenen van subsidie was goed omdat de N. I. S. M. de zaak wilde ondernemen. Van onze zij^e hebben we vooropgezet, dat als de Regeering dezelfde of betere voorwaarden by eenig ander ondernemer kon bedingen, wij zeer gaarne deze stoomvaartlijn in andere handen zouden zien komen. De Locomotief wilde vau de N. I. S. M. niet hooren; ons was het niet te doen om de ' aanvrage van den superintendent, maar om eene noodzakelijke stoomvaart communicatie. Niet de personen, maar de zaak stonden we voor.
De Locomotief bestreed het cijfer van het hier aanvankelijk aangevraagde subsidie. Wij hebben het niet te hoog geacht ten behoeve van eene lijn Java-Australie, die in den beginne onmogelijk winsten kan opleveren. Wij hebben echter met de Regeering in Indië en in Nederland eene proefneming voor een of twee jaren verlangd Maar wij hebben er steeds bijgevoegd-, kan m^n het voor minder gedaan krijgen, des te beter. Voor vijf reizen om de 75 dagen werd dan ook een subsidie toegezegd, lager dan de superiutendent gevraagd had. Wij hebben herhaaldelijk tot de Locomotief gezegd: wek anderen op het zonder _sub- of voor lager cyfei te wagen; maar als na jaren delibereeren eindelijk eens een voorstel wordt gedaan, dal serieus schijnt ie zijn, zonder dat iemand opstond om te concurreeieo, wilden wij dat men eene proef voor korten tijd zou ntmen. Meen, werd door de locomotief geantwoord, en^ de geachteJ schrijveT van de „Koloniale Kronijk" in de Ned. Economist stond hem ter zyde, Aastralie moet voorgaan. (*) Bestond en bestaat nog eenig uitzicht, dat Australië rich het bela- gTÏjke cffer zou getroosten, dat noodig is? Niet het allerminst. De Strails Times deelt een uitvoerig verhaal van de pogingen om den maildienst te verbeteren mede en toont aan, dat Engeland bereid was voor het vervoer der mails naar Austialie belangrijke voordcelen toe te kennen: kosteloos vwoer tot Gal,e en 40.000 ponden sterling voor eene lijn van daar naar Australië. Indien de naijver der Australische koloniën dat plan niet bedorven had, want elke kolonie wil dat hare hoofdplaats het eind punt zij, zou er geene kans zijn geweest om een subsidie voor den maildienst door de Torresstraat te verkrijgen, al willen enkele Australiërs die ten behoeve eener „avontuurlijke politiek." In elk geval wil geene enkele Australische kolonie sedert jaren een subsidie toestaan dan tot vervoer van de maandelijksche waü naar Europa. Daar lag de knoop. Vroegere onderhandelingen voor eene lijn op Java zijn steeds daarop afgestuit. Geen ondernemer had nu den moed in verband daarmede tusschen Java en Australië —en zeer zeker niet enkel op de havens van Queensland — te varen, zonder een zeer aanmerkelijk subsidie. Wil men toch van Java eene directe vaart hebben, dau moet men verschillende havens van Australië aandoen en dan is daarvoor een tijds. verloop noodig langer dan de maandelijksche dienst toelaat of een dubbele dienst. Thans zou Queensland er in geslaagd zyn een ondernemer te vinden, die tegen eene toelaag van £ 20,000, dus f 20,000 per reis, de mail naar Galle brengt, „vermoede iyk via limor en Soerabaia." Men schijnt ook op een subsidie vau onze zyde te hopen, want daarop wordt in eene Australische brochure over de zaak gewezen. Maar welke geldelijke voordcelen zijn vau de Kngelsche postadministratie toegezegd ? (t) Kan de Locomotief ons dat oplossen ? En hebben we° dan de verlangde directe vaart f Neen, want dan zal eene verbinding met ééne haven van Queensland bestaan; daar moet men dan de goederen opslaan of ze met een anderen dienst, veTder brengen. Te vergeefs is jaren achtereen onderhandeld om een voldoen* subsidie vtor eene lijn. door Toriestraat te bekomen. Is men daarin ihans gelukkiger geweest; zijn de Engelsche schatkist en die van Queensland tot een tffer bereid bevonden, dan juichen we dat om meer dan eene reden toe ui (list. (j) Blijkens de brochure geen enkel. Eed. Loc.
en dan dringen wy er op aan, dat onze Regeering zorg drage, dat men al onze havens niet vooiby vare. Dar, is althans iels, hoezeer weinig, lntusschen is het niet voldoende louter met Queensland eene communicatie met stoomers te verkrijgen. Deze is de jongste Australische kolonie en hoezeer zy zich door goud- en tin-ontdekkingen zeer ontwikkelt is het groote débouché voor onze koloniale produkten diiir niet te vinden. De nieuwe lijn zal Queensland echter tot eindpunt hebben. Dat we van hier uit evenwel eene d;reete vaart op Melbourne, Victoria, Sydney, Adelaide verkrygen, blijft van overwegend belang. De Locomotief ziet dat tteeds voorbij en ontkent dat van onze zijde steeds eenig offer noodzakelijk zal zijn om daartoe te gerakeu. Al het ijveren tegen de N. 1. S. M. kan echter niet wegcijferen, dat wij nog geene directe verbinding met de beste débouches voor onze producten bekomen, zoo men alleen op Brisbane vaart.
Dat wy „het niet beaeden ons hebben geacht de trechter te zijn, waardoor de superintendent van de N. I. S. M. tot den volke sprak", is een even gegrond verwijt, alscf wij zouden schrijven: dat de Locomotief, den oorlog tegen Atsjin verdedigende, het niet beneden zich acht een officieus orgaan te worden, of dat het blad, ten vor'gen jare een prulroman van den heer Wilsen de eer van een geestig hoofdartikel gunnende (de redacteur vau het Alg. Dagblad noemt die boeken „misbaksels") de trechter wa», waardoor de landhuurders in de Vorstenlanden hun toorn 1 'tegen den Duitsch-Oostenrijkscheu kladschryver lieten luchten.
Maar dat in deze zaak wrevel tegen de handelingen van ie N. I. S. M. opgewekt is, dit spreekt vanzelf. Najaren toeyens opent de superintendent met veel ophef aan den handel van Java het uitzicht, dat men de gewenschte directe stoomverbiuding met verschillende havens van Australië zal verkrijgen. De Regeering zegt een subsidie van uiet minder dan ƒ 100,ij00 voor 4 of 6 reizen in 1873 toe. En ii N. I. S. M. laat de zaak rusten, alsof er nooit iets van vernomen was. Eerst heette het: in Maart wordt de lijn geopend. Toen weder luidde het: dat men teleurgesteld was in de af'eveiing van nieuwe stoomschepen. Maar de Maatschappij krijgt nieuwe of koop!, gebruikte booten en vaart t.iet op Australië. Dj superintendent verhuurde alle beschikbare schepen voor de expeditie naar Atsjiu en de dienst in dezen Aichipe! werd zelfs tot groot ougeiief van den handel gestremd, 'v'en ?al van deze of gene zijde wellicht het belang des vaderlauds of een auder stopwoord aanvoeren. We nemen dat dan voo.- het verledeue aan. Maar wij vragen: of thans de lyti op Australië voor goed vau de diensten van de N, I. S. M. is geschrapt, daar geruchten w'!len datzeahvelei vijf booten beschikbaar weet te stellen voor de tweede expeditie? Vindt de N. I. S. M. haar voordeel er in vau den oorlog te profiteeren, het zij zoo; maar zij zegge ons dan niet meer, met het oog op de stoomvaart op Australië of wat ook, dat zy hare belangen steeds in overeenstemming brengt met de van den Staat eu van den handel op Java, argumenten, waarop eene onmogelijke onderhandsche verlenging van het contract werd gevraagd. Alleen dan wanneer in dezen Archipel concurrentie zal bestaan, kaa de handel verwachten dat zijno belangen er goed bij zullen varen. Wij hebben hoop dat eerlang die concurrentie in het leven zal treden. Dan zal wellicht ook kans bestaan op eine lijn naar Australië die, we blijven daaromtrent van dezelfde meening als vroeger, (*) niet met den maildienst op Queensland in de eerste jaren te vereenig-u zal zyn, totdat onze handel met Australië eene mime vlucht heeft genomen, zoodat men per maand en wellicht me! een dubbelen dienst kunne varen, en die in den beginne van onze zyde gesteund zal moeten worden, wil ze tot stand komen, daar d;e vaart aanvankelijk geene winsten kan opleveren.
Bovenstaand, aan de Indiër van 11. Vrijdag ontleend, artikel, meet een antwoord heeten op ons in do Locomotief van den Ben dezer geplaatst artikel „Een raadsel of een schande." Tot ons leedwezen vinden wij in dat antwoord echter wel veel heftigheid en woordenomhaal, maar niet de gevraagde verklaring van de verschijnselen dat: Queensland, in 1872 volgens de Indiër te arm om een subsidie van 6000 pond sterling te verleenen, thans rijk genoeg blijkt om met 20,000 pond sterling te hulp te komen; en dat een subsidie van 30,000 gulden voor elko reis van Batavia naar Australië, volgens de ImVfic alweder, slechts verlies voor de Ned. lud. Stoomv. Maatschappij kan opleveren, eu tbans ƒ 20,000 subsidie voor elke reis van Ceylon naar Australië als winstgevend wordt beschouwd. De Indiër heeft gezegd wat zy had behooren te verzvfij gen, en alles verzwegeu, wat zy had belmoren te zeggen. Wat betreft de qualificatiën van de ludiït dat de Locomotief een officieus orgaan en verder een trechter van een „Diütsch-Oostenrykschen prulschrijver," zou zy'n, misschien spraken wy daarovjr later nog een woordje; daar zij echter vol strekt niet in verband staan met de zaak in quaestie, hebben wy ons niet te haasten. Als het de Indic'r conveniëert, vernamen wij gaarne wat zy' met die woorden „trechter van een Duitsch-Oostcnryker" bedoelt; we begrijpen dat niet. Maai laat ze daarbij toc'a vooral niet weer vergeten, dat die quaestie slechts een bijza(*) Heeft hier de Indiër niet dire woorden geschrapt. „Maar laten overigens wel merken, dat de Superintendent het ook bij ons verbruid hoeftP'. lledactie Loc.
Bouwvallige woningen-. In de kampong Kobong staan twee huizen wier bewoners \oortdurend aan het gevat-.: om door de instoitende wanden verpletterd of gekwetst te worden, zijn blootgesteld. Een dier huizen telt vijf ingangen, die elk een gezin herbergen, het andere telt negen verschillende afdeelingen. Van dit laatste is bij een onlangs gewoed hebbend onweler met harden wind reeds een gedeelte ingestort, ditmaal gelukkig zonder menschen te deren. Bij volgende windstoten zal men echter van zulk een gelukkigen afloop niet verzekerd kunnen zijn, en daarom schijnt het wenschelijk de bewoners uit beide huizen te verjagen en do eigenaars te dwingen de noodige herstellingen tot bewoonbaarmaking aan te brengen, of op hunne kosten de beide kavaljes voor den grond te werpen. Ongelukken die anders onvermijdelijk schijnen, zullen hierdoor worden voorkomen, waarvan wel onze fatalistische inlanders niets voorzien, maar waarvan zij toch de slachtoffers zouden zijn. Laat voor deze enkele maal dwang hen ten goede strekken.
Rechtspraak. Eenigrn tijd geleden reed de Chinees Lim Kong Wan (koelie of bediende van den amfiaenpachter, belast met den verkoop van opium in het kleiu in de Maleische kamp), des nachts omstreeks te 1 ure in een glinding en werd door deu mantri politie aangehouden; de Chinees kwam op last van den mantri politie uit de glDe Chinees Lim Kong Wan stond gisteren en heden ter zake terecht voor den landraad, beschuldigd van in het bezit van clandestine amfioen te zyn gevonden, doch werd vrijgesproken.— r Op passer Damaran werd heden morgen een Javaansch koopman door een soldaat vau denzelfden landaard aangerand, en van zijn geld beroofd. De menigte aanwerigen durfde den ongelukkigen beroofde niet bijstaan, noch den dief arresteeren. Politie om dit laatste te verrichten, was er natuurlijk ook niet.— Eex bezitter van een ongedresseerd paard had dat dier heden morgen voor eene bendy gespannen, waarin hij vervolgens gestegen was, om naar de stad te Ty'den. Met veel bochten werd een gedeelte van de Bodjongsche allee afgelegd, maar op dien breeden weg was erin de ongeregelde baan die paard en voertuig beschreven niet veel gevaar. Ter hoogte van de alon-alon gekomen, waar de weg weinig versmalt, werd het dier geheel en al den ongewonen last moede, nam een paar zijsprongen en buitelde met bendy en menner in de zich dapr bevindende sloot. De ontramponeerde toestand wa'.rin alles weder op het droge werd gebracht, ?.al geruimen tijd tot les strekken voor liefhebbers van _paardenafrichting.
"Stoomvaart op Australië.". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1873/10/21 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010297744:mpeg21:p002
Op den 15den October 1873, des avonds opgemaakt, krachtens art. 18 van het Octrooi en Reglement (Staatsblad 1870. N°. 34), en ingevolge besluit van den Gouverneur- Generaal, dd. 5 November 1871. N°. 24. Disconto-rekening f 10.233.030 21 Kapitaal 8.000000.— Beleening-rekening „ 3.671623.28 Reservefonds. „ 77.783.17. Hypotheek-rekening.... „ 1.330.500.— Bankbiljetten in om- Belegd reservefonds 20.000.— loop „ 37.906.657.50 Specie in de kassen 81.772.644.68 Bank-assignatien in Muntmateriaal „ 637.328.66 0m100p.... „ 105.995.13 Ombouwen en inven- Rekcnmg-conrant . taris 460.346.76 saldo's .5.630.496.96» Diverse'rekeninisen '„ 2.577.524.16 Diverse rekeningen „ 982.065.98» f 50.702.997.75 ƒ50.702.997.75
"Verkorte balans der Javasche Bank.". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1873/10/21 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010297744:mpeg21:p002
Bij goed weêrmorgen, Woensdag, MUZIEK op Büdjjng van half zes tot half zeven.
"Muziek-uitvoering.". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1873/10/21 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010297744:mpeg21:p002
Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten. (bit alle Indische bladen bijeengebracht.) ÏSKVALLKN. H. P. E. Macliielsc, geb. Frappier, D., Pontianak 18 September 1873. OVKHLKDBN. J. H. 1). Wagner. echtgenoot van W. C. H Rouiswinckel, Batavia 14 October 1873. K. C. van Aardenne, echtgenoot van A. Benioit, Bitavia 15 Sept. 1873.
"Familiebericht". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1873/10/21 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010297744:mpeg21:p002
(UU de Memorie van Toelicating, door den Minister v. Kol. bij de begrooting voor 1874 gevoegd.) Buiten bekende, inde overgelegde staten reeds genoemde, werken, bevat de begrooting :iog aanvragen om fondsen voor: a. de beveiliging teren ove;stoomingen zoo van Batavia als van Samarang; b. de voortzetting van den bouw van een lasten stuwdam in de Sampeanrivier, welk werk is uitbesteed; c. de voortzetting van den bouw van een krankzinnigengesticht to Buitenzorg. lleeds bij het entwerp der begroeiing van 1873 werd eea post uitgetrokken vpor werken ter beveiliging van de hoofdplaats Batavia tegen overstroomingen. De Tweede Kamer stemde den post af, omdat haar geen voldoende gegevens konden worden verstrekt ter beoordeeling van het plan, dat men in Indie wenschte uit te voeren en van de kosten aan de uitvoering verbonden. Later is nit Indië eene globale raming Tan kosten ontvangen, te zamon bsloopende / 1.795 000.
Daarbij wordt opgemerkt, dat wanneer de kanalen door dwangarbeiders gegraven werden, de kosten met f 783,000 verminderd en das tot ƒ 1,012,000 teruggebracht zouden kunnen worden.
Gedetailleerde plannen en begrootingen konden niet worden opgemaakt vóór de grendkaarten waren ontvangen vau het kalastraal bureau te Batavia, dat daarmee zeer achterlijk bleef.
Intusschen is bij het uit Indie ontvangen begrootingsont werp voorgesteld voor de uitvoering der werken in 1873 f 420000 uit te trekken, onder opmerking dat de over stroomingen te Batavia zich in het bug'n van dit jaar herhaald hebben en dat ds behoefte aan beveiligingsmaatregelen zich dringend doet gevoelen.
Met betrekking tot den mem or* epost voor de havenwerken te Batavia uitgetrokken, meent de Minister o. a. te
moeten opmerken: ïoenin voldoeningarm een voorstel van het Indisch bestuur op het ontwerp der Indische begrooting van 1873 een post van ƒ 1,000,000 werd gebracht voor den aanleg eener haven te Batavia, is daarbij dadelijk door den Regetring opgemerkt dat zij slechts in het bezit was van voorloopige plannen en ramingen. Een gevolg van het overleg met de Vertegenwoordiging is geweest, dat de po-t vau de begrooting is teruggenomen en vervangen door een post van f 50.000, welke de Regeering in staat zou stellen alle onderzoekingen te doen welt e zij alsnog noodig mocht achten tot hare inlichting en cm met volledig uitgewerkte voorstellen bij de taten-Geueraal terug te kernen Zoodra deze nieuwe post was toegestaan, is aan den Gouverneur-Generaal èene aanschrijving geiicht, ten doel hebbende om ti verzekeren, dat de opnemingen, waarmede reeds een aanvang was gemaakt, krachtig voortgezet werd-.n en aan volledigheid niets te wenscheu overlieten. Tevens is het verlangen te kennen gegeven dat, zoodra alle gegevens voor een definitief plan zouden zyn verzameld, de ingenieur, d:e liet grootste aandeel had gehad in het ontwerpen van het aauvaukelyka plan der Regeering, met de stukken naar Nederland komen zou, opdat omtrent e-n definitief plan iv overleg zou kunueu worden getreden met deskundigen hier te lande.
lteeds bij een besluit van 25 April 1872 had de Gouverneur Generaal nauwkeurige opneming bevolen van den zeebodem op de plaats waar de haven, naar het door hem aanbevolen plan, zou moeten worden aangelegd (beoosien het tegenwoordige havenkanaal.) De vosrkeur, welke ook van zeer desku.idige zijde, gegeven werd aan audere ha« venplannen, deed het noodzakelijk achten ook by Onrust en Tandjong Priok gedetailleerde onderzoekingen te bewerkstelligen en voldedige plannen en begroot.ngen voor aldaar aau te leggen havenwerken te doen opmaken. Het terrein, waarover de rpuemiugen zich uitsti.kton werd dus tamelijk uitgebreid, mnar blijkens een schrijven van den Gouv.-Gen., dd 15 Meijl., bestond toen toch nog de verwachting, dat vóór 16 Juli de onderzoekingen zouden fijn afgeloopen, en naar aanleiding daarvan dour eene Camniissie, bij ziju beslui* van 9 Januari 1873 ingesteld om de Indische Regeering te adviseeren omtrent do geschiktste plaats voor den aanleg eeuer haven, rapport zou zjn uitgebracht. Ia 't laatst van Juli werd er evenwel van den Üouv-Gen. het bericht ontvangen, dat het mg in 1874 met den aanleg eener haven te Batavia zal kunnen worden aangevangen. Het schijnt daarom rationeel by deze begiooting voor dat werk een memoriepost uit te trekken Personeel van den Waterstaat. Voorstellen tot reorganisatie van 't personeel van den Waterstaat en de Openbare Werken zy'n niet ty'dtg ontvangen, daarom is een memoriepost uitgetrokken voor vermeerdering van personeel. Het kader der opzichten 2e kl. is gebracht van 30 op 45 en zyn tevens, ten eiud-i bedreven personeel van hier uit te kannen zenden, de traetementen der opzichters verhoogd en voor dio der le kl. gebiaeht op / 250 's maands, voor de 2e kl. op ƒ 200 's maands en voor die der 3e kl. op f 150 's maands. Een en ander weid bepaa'd by' Kon.besluit vau 14 Januari 1873 no. 30 In den lo?p van d't jaar is dat personeel naar Indie uitgezonden.
Ten aanzien der vooislellen tot reorganisatie van het technisch personeel heeft inmiddels nog eene andere gedachtenwisseling plaats gehad met de Indische Kegeering, welke er toe heeft geleid dat van die zijde nogmaals krachtig is aangedrongen op de voorgestelde uitbreiding.
De ontvangen midedeelicgan, in verband met hetgeen reeds vroeger hieromtrent was gebleken, laten de Regee ring niet toe de gestilde eischen noglanger tegen te houder.
Die voorstellen der Indische Regeering strekten toteene uitbreiding vau het personeel, op den grondslag der aalvragen vsn de hoofden van gewestelijk bestuur, met inachtneming der weuschelykheid om rivierdiensten en waterbesturen op Java in het leven te roepan, op welk punt door den Minister van Kolonjen De Waal de aandacht der Indische Regeering was gevestigd. Het aantal ingenieurs zou van 64 op 80, dat der architecten en opzichters van 83 op 170 moeten gebracht, worden. Deze voorstellen vonden aanvankelijk zoowel In Indie als by de Regeering hier te lande bestrijding. Men was niet overtuigd, dat de verbetering van den toestand der openbare werken in do opgegeven mate van vermeerdering van tecbnLci peisoneel afhankelijk was. Dat de klachten betreffende het beheer der openbare werken inzonderheid zijn gerezen en t-.egenomen na de instelling van een afzonderlijk departement ia 1854, „dit kan verklaard worden" — zegt de directeur — „uit de om„standighéid, dat omstreeks denzelfdea tijd de gedwongei „leveringen werden afgeschaft en het aanwenden van onbeloonde arbeid der bevolking werd beperkt." Toen het régime der gedwongen leveringen en beloonde diensten gold, kwamen vele openbare werken spoedig ca zonder kosten tot stand. Er was geen deskundig toezicht; er werd zeer slecht gewerkt, maar men hai een onbeperkte beschikking over de eigendommen en werkkrachten der bevolking, en kon dus in elke zich voordoende behoefte dadelijk weder voorzien In dien tijd werd niet geklaagd, waut de Kuropeanen waren spoedig geholpen als het noo dig was en de Inlandsche bevolking berustte stilzwijgend in haar lot.
„Toen die toestand ophield," — vervolgt de directeur der openbare werken — „toen alles moest betaald worden, en men had iugezien dat door niet-deskundigen veel was verknoeid, werden er niet genoeg gelden tn technici disponibel gesteld, om in eens ia een gezoaden toestand te geraken ; want hetgeen meer aan geld werd toegestaan, was op verre na niet de waarde van hetgeen vo'ór dien tijd onbetaald werd benuttigd, en hetgeen men aan technici meer verkreeg, wa? uiei, voldoende om het door onbekwame handen verknoeide terecht te brengen." Het kan niet ontkend worden dat er een groot verschil bestaat tusschen die vroegere methode van werken, ioen de inlandsche bevolking in onbeloondeo keereiidjenst met verplichte levering van Inlaudsohe materialen, en onder het niet deskundig toezicht van het Europeesoh en Inlandse^ bestuurspersoneel, de meeste werken tot stand bracht, en de nieuwe methode van werken, met beloonden arbeid, met deugdelijke, betaalde materialen, onder deskundige leiding van ingenieurs, architecten, en opzichters.
Zoo laat het zich \erklaren waarom „de werken van grooteren omvang" tot dusver niet tot hun recht konden kernen, niettegenstaande daarvoor de benoodigde fondsen worden toegestaan. Het technisch personeel, bezig gehouden met de bewerking van den „achterstar;d" in de kleine werken, kon niet belast worden met het ontwerpen en uitvoeren der groote nieuwe werken. Daarvoor had men dus geen personeel. „Het gevolg daarvan", schreef de directeur, „is dan ook dat de uitvoering van lang gewenschte en noodzakelijk geachte werken telkens wordt verschoven en dat de toegestane fondsen sedert jaren niet kunnen worden verwerkt. Ik heb maar te wyzen op eenige belangrijke werken als het Kaboh-kanaal, de haven van Samarang, de haven vaa Probolingo, den dam te Sitoebondo, de waterleidingen van Demak, den militairen weg over Java, de waterverdeeling van Indramayoe en tal van irrigatiewerken."
Deze mededeelingen hadden inderdaad een hoogst ernstig karakter. De Regeering kan er zich over beklagen dat noodzakelijke werken onuitgevoerd blijven, maar hoe kan zy' deze klachten tegenover het departement van openbare werken met ernst doen gelden, wanneer dit departement bewijzen kan, dat het nut beschikt over het vereischte personeel om die werken uit te voeren? En dat dit bewys geleveid is: de Minister kan zich dit niet ontveinzen, na onderlinge vergelijking der mededeelingen van den directeur met de vertoogen der hoofden van gewestelijk bestuur, waarin werd aangedrongen op beschikbaarstelling van meer technisch personeel.
De Kcgeering rekent zich onder die omstandigheden net verantwoord, om tegenover dien steeds klimmenden aandrang slechts de bewering te stellen, dat het personeel der openbare werken zich te veel met kleine zaken beziV houdt. Het is moeielyk te betwisten dat het personeel der openbare werken zijne handen vol heeft met de herstelling en verbetering van tal vaa werken, die ouder het vroeger regime gebrekkig zyn uitgevoerd en spoedig onbruikbaar moeten worden.
Evenmin zou het in 's lands belang zy'n, de werken welke thans onder technisch toezicht worden uitgevoerd, wederom aan dat toezicht te onttrekken en aan onbedreven handen over te geven. Koorden dirceteur is duidelijk het voordeel aangetoond, date/ in gelegen is om ook de uitvoering van zoogenaamde kleinere welken naar de regelen der techniek door technici te doen plaais hebben, in tegenstelling vandoor niet deskundige ambtenaren met inlaudsche materialen.
Hier volgen nu nadere bijzonderheden uit de ambtelijke rapporten, de gevoelens vau opvolgende ministers, nadere onderzoekingen enz. — met deze slotsom, dat de Minister in dezen staad der zaken het geiaden acht de voorstellen der speciale commissie tot regeling vaa het irrigatie-wezen af te wachten. Wel ;s wair's van ut Indie aangedrongen, om ook hj'„ psrsoneel voor een rvierdijnst in de nieuwe fo-matis van het personeel by den waterstaat te behouden, ook met betrekking tot de zorg voor voldoende voedng*. middelen der bevolking en in het bijzonder voor de rijstcultuur, doch door de ui'breiding van het personeel, we ke de Ragooi'ing thans wenscht tot s'and te z'eu komen, zullen ook zonder de instelling vaa é3ii rWierdienst enhe' in het leven roepen van waterschappen, dio irrigatiewerken kunnen worden dsargesteld, welke in het belang van den laudbiiiw noodig ziju. Op personeel voor den rivierdienst wordt derhalve thans niet gerekend. Eene uitbreiding van het personeel bij de openbare werken naai den maatstaf door de hoofden van gewestelijk bestuur aangegeven en waarop wederom doorliei Indisch bestuur ten ernstigste is aangedrongen, kan echter bezwaarlijk langer worden verschoven. De Regeering deinst er voor terug de verantwoordelijkheid op zeb te nemen voor de gevolgen van een langer uitstel. Het corps ambtenaren vau den waterstaat zal derhalve zy'n samen gesteld als volgt: 5 hoofdingenieurs le klasse ieder op een jaarlyksch tractement van / 14,400; 5 idem 2e klasse op j 12,000; 15 ingenieurs le klasse op / 9000; 25 ingenieurs 2e klasse op/ 6000; 15 ingenieurs 3e klasse op f 4200; 10 aspirant-iiigenieuis op/1 3000; 10 architecten le klasse op ƒ 5400 tot/ 7200; 10 architecten 2e klasse op f 3600 tot/ 5400; 43 opzichters le klasse op/3000; 60 opzichters 2j klasse op/ 2400; 43 opzichters 3e kl. op f 1800. De gezamenlijke traetementen gemiddeld, wat de architecten bjtreft, zullen bedragen f 968,400 's jaars cf f 889,225 meer dan thans.
Spoorwegen. De voorbereiding der uitgifte van concessien veor den aanleg van spoorwegen op Java is nog niet ver genoeg gevorderd, om reeds nu fondsen uit te trekken met het oog op de ondersteuning, van Staatswege aan eveutueele concessionarissen te verleenen.
"Burg. Openbare werken in N. I.". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1873/10/21 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010297744:mpeg21:p002