Aan Correspondenties in de Bataviasche bladen voorko mende, is het volgende ontleend
2 December. De (hancellor, bolland, Sumatra, Kroonprins, Sleet van den Beele en Maddaloni kregen achtereenvolgens bevel naar I'oeloe Nassy te stevenen en daar de zieken ai te geven. De geneeskundige dienst had outseheping dringend noodig geacht. Het 3e. bataillon, verveerd door de ca de Sloel, was door de cholera en andere riekten zwaar aangetast. Het rechter halfbataillon, onder bevel van majoor Itngtl, leed het meest; onder de wachiparade vielen so-us manschappen nrder. Het linkerhalt had kort va hei debarquement bijna geen zieken .De twee halve bataillons werden dan ook op een half uur afsttnd van elkander gekampeerd. De Sumatra werd van Singapore door den Prins Alexander twee etmalen lang gesleept. Toen was de machine weder in staat de Sumatra met halve kracht te doen stoomen Den 27sten verliet de Prins Alexander — voorbij Edi — zyn medegezel, want Z. M. 's oorlogschip Sumatra was genaderd en meende de Bunudra ta kunnan sleepen. Maar dat was veel te bout gesproken voor een schip van Z. JL's -lavine in Indie. Na een kwartier tyds bleek, dat hoewel koopvaarder, met onklare machine, slechts 5 mijlen liep .ie oorlogsbodem verten achter bleef! Nu wilde de laatste sleepen, maar na een half uur gaf hij dit op. Zoo kwam de Sumatra ep eigen beenen ter ïcc en te Poeloe Nassy. Het oorlogschip is echter naar men mij verzekert, een der beste loopers v;n Z. M. 's vloot. Aan boord van Sumatra en Scotland leden olficieren en manschappen letterlijk hongeren misère. De eersten hielden zich goed, Maar op de Sumatra waren bij aankomst 20 dcoden en 34 zit ken. Elk ander scl^p heeft zijn contingent en dus werd gedebaiqueeid. Welk eene lange rij barakken! E' zijn choleralyders, maar dit is het kleinste getal; dianhee en koortsen, ten gevolge van de gebrekkige voed-ng of de opeenhooping, hebben velen aangegrepen. Er zy'n kompagnien, die tot 27 man daar hebben liggen, waarvan 15 reeds begraven zijn. 8 Dec. Het weder is sedert den Sden voortdurend goed. Te Poeloe Nassy, waar men een baTak heeft opgericht, werden giste-en ongeveer 200 lijders verpleegd, terwyl eergisteren nacht 20 man stierven, d. i. slechts 10% der lijders. Er is natuurlijk eenige troepenmacht ter bescherming achtei gelaten, doch de schepen zijn nu allen weder op de reede verzameld.— (Indiër) 7 December 1873. Zonder nog iets gedaan te hebben zijn enze verliezen op het oogenblik al dubbel zoo groot als het getal ver gesneuvelden bij de le Expeditie, niet te spreken van de ontzettend zware taak die de officieren aan boord van de volgepropte schepen hebben gehad, om de soldaten op te beuien en den pernicieusen invloed der ziekte te breken. 8 December 1873. De tijd om veel te schrijven ontbreek-, my', daar dit epistel spoedig moet worden verzonden De choleia heeft hevig onder de troepen gewoed vooral onder het 3de Bataillon. Wij hebben veertien dagen in de Baai van Poeloe Nassie gelegen en zijn gisteren op de Reede van Atsjin teruggekomen; er stierven geregeld op Poeloe Nassie 15 cholera-lyders daags, behalve het aantal op de schepen. Het is een geregelde slachting geweest onder de troepen en bet schijnt nu een weinig beter te worden. , . Er «as gebrek op sommigo schepen aan provisiën voor de troepen en officieren. (■'■ '... Penang, 14 December. Den 12dcn dezer arrivee-de alhier het stoomschip Baron Mackay van Atsjin met het ber-che, dat de troepen op den 9ien' en 1 Oden dezer met goed succes oo Pedropunt geland zijn. De At-jineezen hebben tich slechts een oogenblik verdedigd; doch zoodra de oneen voet aan wal hadden, hebben zy dadelijk hunne strand, versterkingen verlaten eu zijn meer laandwaarts in gevlucht, met achterlating van verscheiden vaandels en vlaggen. Gxen dor onzen is daarby gedood.
Naar ik verneem, hadden de At'jineezen de landing niet op dat punt verwacht. Het eskader en de troepenschepen hebben tot den Sslen voor de plaats gelegen, waar bij de vorige expeditie geland is, waardoor de Asjineezen jn de meening verkeerden, dat de landing wesr terzelfder plaatse zou geschieden. Doch in den nacht van deu Bsten op 9den stoomde de geheele vloot vaar Pedropunt en met het aanbreken van den dag werd onmiddelijk met de landing een begin gemaakt. De marine opende een geweldig vuur op de strandversterkingan, en naar men mij mededeelt, moet het vuran van het eskader niets te wenschen overlaten; vooral van de Citadel van Antwerpen, die haar ouden roem van de lste expeditie trniw gehandhaafd heeft. De cholera ucemt gelukkig zeer af. Op het eiland Nassy waren nog ongeveer 120 man onder behanieling (8.H.) I In de Java Bode wordt de volgende dagorder medegedeeld j aan de expeditionnaire troepen dd. 1 December voorgelezen: Tweede Expeditie tegen het Buk van Atjeh. No. 1. Hoofdkwartier Batavia. 20 November, 1873. Dagorder voor de vereenigde Zee- en Landmacht, uit makende de 2e expeditie tegen Atsjin. „Door den Koning benoemd tot Civiel Regeerings-eommissaris en Militair Opperbevelhebbai- der 2e expadite tegen Atsjin, verklaar ik, het bevel over de gezamenlijke strydmiddelen te hebben aanvaard. Het hervatten der krijgsoperatiëu zal aan velen uwer ontberingen en vermoeienissen opleggen, die gij echter, vertrouw ik, met geduld en volharding zult weten te verdragen. Duldt net dat uw vaandels, op den vyandelijken bodem overgebracht, door roof of brandstichting worden ontsierd. Zij die de wapenen tegen u keeren, moet gy met dapperheid en volharding bestrijden; maar aan vrouwen en kin deren, en csannen die zich vreedzaam gedragen, moogt gij geen leed doen. Vijandelijke versterkingen moet gij onschadelijk maken. De woningen en kampongs moogt gij niet vernielen. Het zijn misdrijven die met den dood gestraft worden, eu die u van de middelen berooven om onder dak te komen of b schutting te vinden. Het Vaderland en de Koning verwachten dat gij uw plicht zult doen. Laat ons zorgen, dat die verwachting niet worde teleurgesteld. De Opperbevelhebber, enz. enz. (w. gj VAN SWIETEN. Europa's toestand. Professor Quack zegt aan het slot van een veertiendaa-rsch politiek overzicht: „In Versailles, in Berlijn, in Weenen en in Romeom nu niet van de kleinere Statea te spreken — zijn weldra overal de Parlementen in volle beweging. In allen s*aat overal op de bres, naast en tusschen de gelederen der zuiver politieken, de clericale partij. De liberale partij wordt bang — en het is haar waarlijk niet euvel te duiden — wanneer zij ziet hoe de clericale partij overal ééa plan, één combioatie uitwerkt. Velen uit de liberale partij eerbiedigen zeer den godsdienst van het gemoed; mnar wat-neer zij de godsdieustigen in de eers'e plaats ziet trachten naar macht, en nog ééns naar macht, dan rijst voor hen waarschuwend op het beeld, eens door Molière geteekend, en dan zien zy Tartuf l'e staan, die den mantel heeft afgeworpen, en nu stout en bevelend, met dien gebiedeaden oogopslag en dat fiere gebaar, tot hen roept: Cest d. vous (Ten sortir, vous qui parlez en maitre; La maison m'apptirtienl, je le ferai connailre "— Letternieüws. Wallace 's reizen door den Oosl-Indischen Archipel, vooral door de vertaling van Prof. P. J Veth ook hier te lande zoo guustig bekend, zijn thans voor jonge lezers bewerkt door den Heer A. Ising. Aantrekkelijker, beter lectuur kan men deu aankomenden kmap bezwaarlijk in handen geven. Den Heer Ising mag de lof niet onthouden worden, dat hij op uitstekende wijze geslaagd is, om het werkje onderhoudend te maken, en wel heeft hij recht als hy' spreekt van de herinnering der indrukken die 't lezen van Robinson Crasoë op hem maakte. Wal.aces reizen zyn niet minder aantrekkelijk dan de beroerr-de geschiedenis van Robinson Crusoë. Door de zeer nette uitvoering is het uog beter geschikt gemaakt voor een geschenk voor de jeugd Een bundeltje gedichten van den populairen „Betuwsche Novellen" schryver, den Heer J- J Cremer, zal zeker velen welkom zijn- Wij hebben het bundeltje met genoegen gelezen, Het Betuwsch dialect in onderscheidene dezer gedichtjes, geeft er iets zear naïefs aan ca ma>kt dikwerf nog aardiger effect dan schiy?er's verdienstelijke prozastukjes in dat dialect. Mieke's bepeiming op 't hooiland, is een juweeltje dat door ziju eeuvoud en natuurlijkheid uitmunt, en er zijn er meer van dien aard in het bundeltje. — Sedert eenige weken hebben te Osleade proefnemingen plaats met een monsterkanon, dat den vorm heeft van een monsterachtige chamoagueflesch. Het wordt van achteren geladen, waar de laadruimte 25 centimeters bedraagt. Het stuk weegt 16,000 kilogrammen. De kogel he»ft den vorm van een suikerbrood eu weegt 130 kilo grammen. Elk schot vereischt 24 kilogram buskruit. In twaalf second n doorloopt de kogel tienduizend vijftien mijlen, en heeft dan nog zooveel kracht, dat hij een schip doorboort Het telegram betreffende Atsjin, heden morgen te Samarang door ons verspreid, eu thans, eenigszins aangevuld, in dit nommer opgenomen, is meer belangryk, dau verblijdend. Het bericht van de ziekte onder de troepen en de tijding, dat van onze zyde nog altyd een onderhandeling met den Sultan gezocht woidt, maken geen aa- genamen indruk. De troepen staan nu op hoogstens een kwaitier afstands van den Kraton — Het hei-en hier aangekomen nommer der Javasche Courant behelst een nieuwe, voor 1874 geldende, prijscourant; de vorige was foutief.— De verstrekking vau opium aan den pachter van Banjoemas voor 1874 heeft eindelijk plaats gegrepen. Ofschoon het Kersfeest was, hield de Algemeene Pakhuis meester zoowel eergisteren ah gisteren het pakhuis opeu, om dadelijk nadat de autorisatie van Batavia ontvangen zou zyn amfioen uit te keeren ; gisteren middag kwam dat bericht.— De NIEUW*! Controleur der In- en Uitvoerrechten en Accijnsen te Samarang de Hr. Soeterik, die den Hr. Mentz zal vervangen, is hier reeds aangekomen — Militaria. Samarang verliest eerstdaags ïijn plaats, Milit kommandant: d« Luit Kolonel Stoecker vertrekt den 7en December naar Padang Padjang, om daar het commando der Padangsche Bovenlanden te aanvaarden.— Controle Wy vestigen nogmaals de aandacht onzer stadgenooten op de wenechely'kheid, dat door allen voldaan worde aan het verzoek van het Hoofd van Gewestelijk Bestuur, om opgaaf van de na»en, val. der bedienden. I Een van de voornaamste oorzaken, waaraan de achteruitgang in gehalte van de beüenden op de hoofdplaatsen te wyten valt, js zeker het gimis vau controle. In dat gebrek wil het bestuur thans ten algemeenen nutte voorzien; laat het publiek nu ook medeweiken. Ue moeite is waar- Ijk gering genoeg, en wordt later nog geringer, daar dan den Europeerch -n hoofden vau hu'sgezinnen staatjes zullen worden aangebod n, «elke zij sltchts met een paar woorden in ti vullen hebben.— Liefdadigheid. Voor het Protestarïtsch Wees-en armhuis ingek^Lüen by het lid Nortier van den Heer LvT. Samarang f 100.— „ „ „ B. „ „ 10.— „ » „ B. „ „ 50.— „ „ VKqq gift u t Solo „ 11.— „ „ „ HED. I j.eja „ 10.--„ „ „ HEC, te N. „ 20,--f 201.— volgens vroegere opgave „ 175.95 / 376,95 Een büvvoner der dessa Lampertenga in hst district Srondol, die den 25 dezer 's avonds naar bel gaande een fraaien hengst nog op stal had staan, ontdekte den velgenden morgen toen hij te zes uur wakker werd, dat het der verdwenen was. By' onderzoek bleek dat in dienzelfden nacht een daar wonende koelie, Reso genaamd, mede was verdwenen. Tot heden haeft het ijverig zoeken van den «bestolene en de politie van het district noch het spoor van het paard, noch dat van den koelie doen vinden.— De heer Kinsbergev, wien door het Gouvernement het nemen van photographiën en htt zooveel mogeiyk restaureeren van den Borohboedoer is opgedragen, heeft voor dit jaar zijn taak geëindigd en zal eerstdaags naar Batavia terugkeeren om in een volgenden drogen moesson het aangevangen werk voort te zetten. Het reeds door hem veirichte doet ons gelooven, dat het Gouvernement zeer gblukkig is geweest in de keuze van den kunstenaar aan wien hat deze belangrijke taak heeft opgedragen. — Heden morgen had alh'er een examen plaats van de leerlingen der inlandsche school, iv tegenwoordigheid van den resident en de leden der schoolcommissie. De leerlingen gaven over het algemeen voldoende blijkeu van gemaakts vorderingen en by' de der hoogere klassen was het ecu lust te zien met hoeveel vaardigheid zij op de kaarten bewy'zen van goede geografische kennis wisten te geven. Ook in l>et rekeneu werden bewijzen van geotfendheid en met viucht genoten ouderwys gegeven, evenals in het teekenen en het zingen. liet schrift van alle klassen mocht uitmuntend genoemd worden en met recht kan van alle klassen verzekerd worden dat zij de tevredenheid der aanwezigen hebben opgewekt. Na afloop van het examen had ecu prijsaitdeeling plaa's, waarbij aan ongeveer 140 laerliugen die zichtbare aanmoedigingen voor een volgend schooljaar werden uitgereikt. Onder algemeene betuigingen van tevredenheid, zoowel van leerlingen als onderwijzers, schoolcommissie en hoofd van bestuur, nam de plechtigheid een eiude.— Gister avond omstreeks 9 J/_ ure stortte een gedeelte der stallingen van een inlandsch logement op Djoemblang in, gelukkig op een oogenblik dat er zich geene menschen of paarden in bevonden, die anders onder het gewicht van balken en dakpannen ernstig zouden gekwetst, zoo niet gedood, ziju geworden. Daar meer dierge'ijke inrichtingen iv den omtrek der stad in zeer bouwvalli^en toestand verkeeren, schijnt het tyd te worden, dat door de bevoegde autoriteiten last wordt gegeven tot tijdig herstel, ter voorkoming van eventueele rampen. Valsche bankbilletten. Door het comité van de Nederlandsch Indische spoorwegmaatschappij i» aan belanghebbenden mededeeling gedaan, dat aan hare kantoren de bankbilletten van hooger bedrag dan ƒ 10 niet in betaling worden aangenomeu. Eergisteren* heeft de openbare les van de openbare Teekenschool de opgekomen belangstellenlen van de goede vorderingen der leerlingen overtuigd. De Resident betuigde in een flinke toespraak zijn tevredenheid,— Uit Solo deelt men ons mede: 25 Dec. Eergisteren weiden in het Solosche door de politie eenige vrouwen opgepakt, die zich schuldig maakten aan het binnensmokkelen van zout vau Djocja. De vrouwen gingen gewillig met haar koopwaar mede en vergezeldeu de polniedienaren naar de woning van den landhuuider, om er ecu eerste verhoor te ondergaan, en vervolgeus aan de bevoegde autoriteiten overgeleverd te wolden. Maar zie, daar komt het gezelschap aan een waterleiding; de vrouwen hebben verzocht even vooruit te mogen gaan en kieschheidshalve wordt het baar vergund, maar nog altijd met het zout belast, werpeu zij dit in de rivier en kiezen toen het hazenpad! De politied.ouaren zatten haar na och neen! de poljtiedienaren lateu de vrouwen loopen, en gaan in de riviei het zout zoeken 1— Uir A.muarawa schrijft men oas, dd. 24 Dcc: De cholera blyft hier zoo hevig woeden, dat meer dan een cltisier besluit vau woning te verwisselen, of zyn familie naar elders te zenden. Gelukkig hebben op aandringen van deu geneeskundigen dienst tegenwoordig de begrafenissen ten spoedigste plaats, zoodat zich de omstandigheid, dat een lyk 16 uur langer dan noodig is boven aarde blijft, nog niet herhaalt heeft. De veiligheid wordt er net beter op.— Uit Djocja, wordt ous dd. 25 December geschreven: Gisteren bezweken twee iulaaders aan de gevolgen van de cholera in 's lands overvulde gevangenis alhier. De regen is sedert eenige dagen weggebleven, ca de hitte over dag '3 her ondragelyk. Volgens geruchten zouden vier soldaten, die hier op het scjyfschietterreio de wacht hadden, eergisteren eene voorbygaaude Javaansche vrouw van mudelbaren ljeftyd geweld aangedaan bebben, tengevolge waarvan men die vrouw weg moest drtgen naar de dessa, waar zy te huis behoort. Na de tijding, dat men by opgravingen in de nabijheid van de spoorbaan, niet ver vau het stat'on Solo, eeue belangrijk hoeveelheid valsche banknoten heeft gsvonden, ïs men hier bij ontvangst van bankbilletten buitengewoon op zijne hcede. Uit Djocja wordt dd. 26 December ons gesc'ireven: Gisteren avond was er tombola in de Sociëteit alhier gevolgd door een kinderbal. De resident gaf van zijn belangstelling blijk. De partij slaagde volkomen. Men kwam daarby op het idéé om onder de aanwezige heeren en dames een collecte te houden en van de recette loten in de tombola te nemen voor de k'nderen van Amboiueezen uit de 2e school, en het is volkomen gelukt, om ook dien kinderen een genoegelyken avond te bezorgen. Sedert eenige dagen heerschen in het regentschap Goenoeng Kidoel, buikziekten en diarrhaea, dikwerf met doodelijken afloop. Het is te verwachten, dat het Bestuur maetregelen zal nemen, dat aan de aime bevolking dier streken de noodige hulp worde verleend.— In het Grobogansche is, naar wy vernemen, de stand der voedingsmiddelen gunstig; de djagongoogst is zeer goed uitgevallen; reeds zyn de rijstprijzen begonnen te dalen.— Van de beede van Atsjin wordt ons dd. 8 December geschreven: De eene is reeds twaalf, de andere elf, een derde negen, maar niemand op de geheele vloot is minder dan acht dagen ter reede van Atsjin, en eerst heden werd de order uitgegeven, dat wij debarqueeren zullen. Morgen, den 9en December, tegen vier uur in den ochtend begint het. Hoe kon het zoolang verschoven worden? In het begin, ja, hadden wij slecht weer, maar nu reeds vier dagen achtereen is het weer zoo gunstig mogelijk, en waarde niet de dood onophoudelijk in de schepen rond? Op een vreesely'ke wijze heeft de cholera hier geheerscht; met „hier" bedoel ik de troepen in 't algemeen. Wie door de ziekte aangevallen werd, kon als reddeloos verloren worden beschouwd: ik herinner my' niet één geval van beterschap. Eergi3teren bezweek de officier van Helden; hy was pas ut Nederland by het 14e bataillon overgeplaatst. Hoeveel illusiën zy'n door dien roemloozen dood veruiet'gd! En het lot trof velen: ik reken, dat wij ongeveer 250 man aan de cholera verloren hebben: meestal Europeanen en kett'nggangers. Onder de inlandsche militairen werden slechts twee of drie voorbeelden waargenomen. Nadat de schepen de reede van Atsjin hadden bereikt, zijn ze meerendeels naar Poeloe Nassie gegaan, om daar water in te nemen; het escader stocd onder de orders van den Kolonel Wiggers van Kerchem. Voorts heeft men er een temporair hospitaal opgericht, waarby als doctoren, Dr. Benjamins en Erkelens met nog een officier van ge zondheid werden geplaatst, en waarby verder, voor de intendance, de Kipt. v. d. Maasen als chef optreedt. Van de bewoners werd voor 15 matten een karbouw gekocht; daarna zouden ze er nog ean twintigtal leveren, maar die hebben zij achter gehouden. Het schynt, dat de verkoopers uit vrees weggebleven zijn.
Morgen dan gaan we er op los. Barst debarqueert het 14e, daarna het 3e bataillon. Twee spionnen, zekere hadji Sikisap van Baros ei een oude inlander uit Troenon afkomstig, zijn ons voorgegaan; het waaien met een of twee zakdoeken zal, zooals den soldaten aangezegd is, het teeken zijn, waaraan zij de bespieders zullen herkennen. Wy' zyn vol goeden moed—