Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten. (Uit alle Indische bladen bijeengebracht.) B_ VALLEN. J. E. Rering, geb. Remmers Z., Soerabaia 8 Febr. 1874. J. C. Michel, geb. Seket, _ Soerabaia 9 Febr. 1874. J Stam, geb. Diederichs, I)., Soerabaia 6 Febr. 1874. S. C. Kroon, geb. van Weusen, 1)., Solo 9 Febr. 1874. Mev. Cox, geb. Cochius, Z., Batavia 5 Febr. 1874. OVERLEDEN. Mr. van der Poel, Soerabaia 7 Febr. 1874. Huibert Constant, :oou van W. F. van Ryckervorssel, 2 j., Probolingo 3 Febr. 1874. C. J. Stolp, legerkamp te Atsjin.
De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- 12-02-1874
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Geen auteursrecht. Er rusten geen rechten meer op dit object.
- Krantentitel
- De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- Datum
- 12-02-1874
- Editie
- Dag
- Uitgever
- De Groot, Kolff & Co
- Plaats van uitgave
- Semarang
- PPN
- 852209738
- Verschijningsperiode
- 1863-1956
- Periode gedigitaliseerd
- 1863-1903 / 1947-1956
- Verspreidingsgebied
- Nederlands-Indië / Indonesië
- Herkomst
- KB C 76
- Nummer
- 36
- Jaargang
- 23
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Familiebericht
Scheepsberichten. AANGEKOMEN.
BATAVIA, Feb. 6 Eng. schip Nil Desperandum, Groffin, Makao
VERTROKKEN.
BATAVIA, Feb. 6 Ned. schip Madura, Ordeman, Cheribon; Am schip Idella Berry, Pasoeroean.
Straat Sunda doorgezeild.
Feb. 3 Oost. schip Ondito, Gelletisb, van Zebu naar Liverpool. . 4 N. I. schip Fathool Moebarak, Sech Alkap, v. Lainpongs n. Soerabaia.
Aangekomen Passagiers te Batavia.
Per steamer Neva van Singapore: de heer en mevr. van Walcheren en dochter, de H. H. Erdmann, Bleekrode, Beckma, Moreau, Roufaert en Hesch, mej. de Moutin.
Uit Nederland.
ROTTERDAM, 30 December. Den 25sten December is hier aangekomen de mail uit Ned. Oost-Indië dd. 22 November. — Onder leiding van de Beulsche Hand els-G eseltschaft te Frankfort a. Mam, is aldaar dezer dagen een consortium voor algemeenen in-en uitvoerhandel opgericht, met een kapitaal van 20 millioen mark (f 12 millioen) en voor den duur van 5 jaren. By' de bekende verhouding dier maatschappij tot een der voornaamste handelshuizen alhier, kan de oprichting van dit consoitium voor onze stad van gewicht zijn. — Door de Commissie voor de feestviering by gflegenheid van de 25jarige Regeering van Z. M. den Koning, hier ter stede, is ingezameld het aanzienlijk bedrag van f 28.588.16. Door de boofonderwijzers Van Wouw, Derksen, Bijle veld, v. Geest, De Keizer, v. d. Laan, Mackenzie, Hillen v. Bentveld, lost, De Boer en Biunewiertz, alhier, zijn adressen heiicht aan het hoofdbestuur der Vereeniging van Christelijk oi.derwy's en aan het Centraal comité te Amsterdam, met het dringend verzoek dat beide Commissien zich vereeuigen in zake het kiudergescheak aan dej Koning. — Wy' vernemen, dat door het Centraal-tomité voor het kindergeschenk aan Z. Al. den Koning reeds circa / 25,000 ontvangen is. — Kapitein W. H. Voomeman, die by de tweede expeditie tegen Atsjin, aan zijne" bekomen wonden ia overlecen, is een van die ofllcieren, welke in den afgeloopen zomer bij het Indische leger zy'n gedetacheerd voor den tyd van twee jaren, ten einde aan den oorlog tegen de Atsjineezen deel te nemen. De man die ter Noordkust van Sumavra op het veld van eer het leven liet, werd in hot jaar 1834 geboren en telde 17 dienstjaren als Nederlandsch officier. In 1856 de officiersloopbaan als 2de luitenant begonnen hebbende, werd hy' twee jaren later tot den rang van lsten luitenant bevorderd en den 4 Augustus ] 867 tot kapi'ein benoemd by het 8e regiment infanterie. Vóór zyne overplaatsing by het leger in de overzeesche bezittingen, hield hy garnizoen by' het tweede bataljon te Nymegen. — Den 30sten werd alhier geopend eene rieuwe i_rirhting, dis met volle recht kan gezegd worden in onze koopstad eigenaardig op haar plaats te zyn. Het maiitiem museum werd opengesteld. De Kaad der Koninklijke Nederlandsche Yacht-Club heeft hiertoe het initiatief genomen en aan eene (Jommi se uit syn midden opgedragen, aan de belangrijke verzameling scheepsmodellen en de maritieme bibliotheek, indertijd grootendeels door de milde hand van Z. K. H Prins Hendrik geschonken, die uitbreiding te geven, dat de verzameling als een goed geheel onder de oogen vau het publiek gebracht kon worden. Te dien einde heeft de Regeliiigs-commissie eenigen rijd geleden eene circulaire verspreid, waarin onze maritieme nijverheid en ook particulieren uitgenoodigd werden oni en andere zaken, op het zeewezen betrekkiug hebbende, in te zenden. Aan die nituoodigiug is van verschillende zjjdm voldaan en vele belangryke i.zendiogen zijn ingekomen, terwyl de gelden, voor de organisatie enoodigd, geheel uit particuliere bijdragen en zonder subridii van de zy'de der Yacht-Club zijn bijeengebracht. Dank zy' den voorzitter Prins Hendrik eu den vice-voor" zitter, den heer Joost Van Vollenhoven, zijn de benoodigde localen in het Vereeniringsgebouw op sierlijke eu doeltreffende wy'te in oide gebracht kunnen worden en levert het museum, hoewel voor het oogenblik uog op beperkte schaal, toch reeds een geheel op, dat alleszins bezienswaardig i. — De Nederlandsche Industrieel geeft iv zyn nummer van heden de volgende lyst van gedecoreerden by gelegenheid der Weener-tentoonstelliig, voor zooveel Nederland aangaat' te weten: het coinnji^ndeurskruis met de ster aan deu voorzitter der Ned. Commissie, den heer J. W. L. Van Oordt; het commandeur;-kruis aan prof. Vonßaumhauer; hetridderkruis aan de herren: De Bordes, Vogel Witte, Hartogh, leden der Conpjjjissie; Muijs.en, Schmidt, Fijnje, Serruner, De Borst, Van Kempen, Vaa Test en Liernur, — allen van de Frans Jozef-orde. Het Russisch Volkslied werd door den kapitein-kapelmeester van het regiment grenadiers en jagers, Dunkler, den", moesten dan ook tot rechtmatige vrees aanleiding vóór dertig jaren gekozen tot thema van een ouverture, die voor 't eerst ten Move te '9-Hage is uitgevoerd, tijdens Let kortstondig verblijf van Keizer Nicolaas (1844) aldaar. De Czaar gaf toen zijn hooge tevredenheid over dit toonwerk te kennen, nam een afschrift der partituur mede, en deed het fraaie stuk op het repertoire zyner Hofkapel brengen. Thans vernemen wij dat de directeur der muziek van de Kon. Engelsche Lijfgarde onzen beroemden musicus verzocht heeft om eene kopie van zy'n uitmuntend toonwerk, ter uitvoering door het Britsche muziekcorps by gelegenheid der plechtige terugkomst van het doorluchtig huwelijkspaar uit Peersbur., Prins Alfred van Engeland en de Russische Grootvo stin Maria, in den lo^p van de volgende aaand.
— De Nieuwe Alkmaarsche Courant laat haren zwanenzang hooren. Zy houdt op te bestaan. Het is een harde doodstrijd geweest.' Al van 1870 af (zoo deelt zy mede) was door hare „stichters en bescheimers" tot haren dood besloten.
Zoo blykt uit dit voorbeeld opnieuw, hoe moeielyk bier te lande conservatieve bladen kunnen leven en tieren.
— Naar aanl iding van het wekenlang proces tegen den maarschalk Bazaine, zendt men van eene bevriende hand aan de Rott. Lt. de volgende bijzonderheid, die heeft plaats gehad in den Duitsch-Deenschen oorlog. Zeker kapitein kwam steeds te laat op zrn post of maak e zich schuldig aan andere laakbare handelingen, zjodat de houding van hem en van zyne compagnie in het oog viel en zy'n officieren weigerden langer met hem te dienen. De zaak werd in stilte onderzocht, ook om der wille van zyn broeder, die als generaal in het Duitsche Lger diande. Het resultaat van dat onderzoek was, eene commissie, waarin niet alleen officieren van verschillenden rang, maar ook een onderofficier, een korporaal en een soldaat, zich naar de tent van den kipitein begaven. De hoogste i_ rang dier kommissie overhandigde hem een revolver met de woorden: „Herr Hauptmann, befehlen Sic Ihre Seele an Gott". De commissie vertrok. Er viel een schot. Later vernam men, dat de kapitein voor Duppel was gebleven.
— Het volgende in de Weener Nette freie Presse voorkomende bericht uit Amsterdam, n oge dienon als een staaltje, hoe de Buitenlaudsche dagb'adpers over Nederlandsche personen en toestanden wordt ingelicht, gedeeltelijk wellicht ook als eeue proeve van slordige correctie.
„Amsterdam, 21 Dec. (Orig. Cor.) (De Kamer en de expeditie tegen de Ashantyneu). De heer Fianten van den Putte heeft het departement van zy'n voormaligen ambtgenoot van marine, den Heer Brocx, ad interim op zich genomen en by het debat over het budget van koloniën weder eene kracht van longen ten toon gespreid, waarin men den gewezen matroos herkent. Toen zyn tegenstander, de heer Wintgens, hein zyne opbruisendheid en zyn schreeuwen veiweet antwoordde de Minister van Koloniën, dat iedere vcgel zingt zooals hy' gebekt is, en daarin niets opzettely'k kwetsends gelegen was. De Minister had ook zy'n toorn als verzachtende omstandigheid kunnen aanvoeren. Dj heer Fransen vanden Putte was namslyk geheel buiten zich zelven van woede geraakt, toen de heeren Mer trusz, Wintgens en Lijnden van Gravesend der Regeering verweten, dal de Kamer en het land nog alty'd in onwetendheid gelaten werden van de redenen, die haar bewogen hadden om den oorlog aan Atsjin te verklaren De herige aanval der oppositie bracht den Minister van Koloniën ten slotte tot de bekentenis, dat de oorlog daarom ouvermydely'k geworden was, omdat de Keizer van Atsjin met eene bepaalde weigering geantwoord had op de hem door den Nederlandschen commissaris overhandigde uituocdigiog, zich aan de Nederlandsche opperheerschappij te onderwerpen. In hoever"... enz. —■ Voor den dienst van het stoomwezen in Ned -Indië is aangevraagd een ingenieur der tweede klasse. — De Gemeenteraad van Amsterdam heeft besloten, zich ter zake van de aiti examens vco." Amsterdamsche studenten te wenden tot de Tweede Kamer. De Minister van Rinuenlandsche Zaken had namelijk bericht, dat hij geen termen void zich te vereeDigen met het denkbeeld eener speciale Amsterdamsche Commissie voor dat examen, omdat al?dan het jus examinandi aan de AmsterdamscLe hoogleeraren vanzelf zou zijn verleend. — Iv Deventer zyn Mormoien aangekomen om proselieten te maken; totdusver zijn zy nog niet gelukkig geslaagd. — De dysenterie, welke dit jaar iv Gelderland geheerscht heeft, heefc zich iv 33 gemeenten ve; toond en 652 personen aangetast, waarvan.) EO zijn gestorvei.. — De Kamper Contant, de Landbouw-courant en de Nieuwe Arnhemsdie Courant zyn by' den aanvang van het nieuwe jaar ia virgroot formaat verschenen. De Heldersche Courant heeft haar formaat gewijzigd en haren inhoud uitgebreid. Be Tijd heeft de spelling van De Vries en Te Winkel aangenomen. — Uit Harderwijk werd gemeld, dat daar de deseitiën nog steeds aan de orde van den dag zijn. Als bewijs werd genoemd, dat dezer dagen even buiten de poort weer eene uniform gevonden was, tn dat een Fransch werver was ontdekt, die zelf eene poos geleden zich had laten keuren, zijn handgeld had ontvangen, daarop naar Frankrijk was teruggekeerd, om korten tijd later, belust op het Hollandsche geld, als wener weer te komen. Ons weid echter medegedeeld dat desertiëu byna in 't geheel niet meer voorkomen; dat het vinden van een uniform onwaar was, en dat de wener geen wener was, maar sieb zelf kwam aanbieden. Op 't bureau van den commaudeerenden officier werd echter ontdekt, dat de man een paar weken te voren gedeserteerd was en zich uu onder een anderen naam aanmeldde. Hy' is >'n arrest en /.al voor den krijgsraad terecht staan. — De Vereeüiging van jongelieden der H. B' S. en van het gymnasium Oefening en Vrienschap in Den Haag heeft den heer Fabius eou brief vau dankzegging gezonden voor zyne rede van 3 December. Verder hebben niet slechts de leerlingen der Dordtsck„ H. B. S. genoemden afgev. bedankt, maar ook die van Groningen, Leeuwarden en Delft. Ook de kweekelingen van de Kweekschool voar Zeevaart, te Amsterdam, hebben aan den vice-admiraal Fabius hunne portretten toegezonden, als een blijk van erkentelijkheid voor het vleiend oordeel, door hem in de Tweede Kamer, by de discussie over het Middelbaar onderwijs, over hen uitgesproken. — Op 29 December is door de correctioneele kamer van de Arrondissements-rechtbank te Maastricht, een begin gemaakt met de behandeling der belangryke strafzaak tegen de heeren A. en V. Tieltns en Clem. Bruis, vroeger bankiers aldaar, tbans aangeklaagd van bankbreuk. Men weet dat gemelde heeren, na eenige maanden preventief iv hechtenis te zyn geweest, in afwachting der behandeling hunner zaak, tegen een borgtocht van ƒ 150,000 voorloopig in vryheid zy'n gesteld. Twee-en-twintig getuigen d charge en zeven-en-twintig gemigen „ decharge zy'n in deze zaak opgeroepen. Het verhoor van den eeisten getuige, deu curator mr. L. Van Opper, heeft de geheele eerste zitting i'igenomen. Verdedigers der beklaagden zy'n de heeren mrs. Th. Micheels en Gust. Triepels. — Men meldt uit Dinxperlo: De gefailleerde bankier J. H. G. is deze maand naar Amerika gevlucht. Zy'n passief btdraagt, voor zoo verre men kan nagaan, / 240,000; ook vele landbouwers en renteniers daardoor gevoelige verliezen lijden. Een telegrafisch bericht uit Bnltimore in de Vereerigde Staten meldt, dat genoemde G. van Dinxperlo, incognito, reizende onder den naam van Herr Schröder mit sammtlichen Gepack, zoo als de Duitschers zeggen, ij gevat. — De Commissie uit de Tweede Kamer der Staten-Geneiaal, in wier handen zyn gesteld de inlichtingen op het adres van B. Begon te Roetmond, betreffende de uitlevering van zijn broeder, heeft haar verslag uitgebracht. Men weet dat des adressanten broeder, na by arrest, in kracht van gewijsde gegaan, wegens poging tot moord veroordeeld te zijn, getracht heeft zich aan de opgelegde straf te onttrekken, door de wy'k naar België te nemen, doch op dezerzijds gedaan verzoek door de Regeering van dat Land werd uitgeleverd. De Commissie erkent de juistheid der opmerking in de nota van inlichting, door den Minister van Justitie ingezonden, dat het vragen van uitlevering in geen geval onwettig kan zijn, waarmede aan des adressanten beklag de grondslag ontvalt, zoodat aan zijn verzoek door de Kamer nooit gevolg zou kunnen wotden gegeven. Zy meent verder, dat voor de zienswijze van den Minister gegronde redenen pleiten en stelt ten slotte voor, aan de Regeering dank te zeggen voor de verstrekte inlichtingen en ten aanzien van het adres van B. Begon over te gaan tot de orde van den dag. — De pakketbooten van Southampton naar de Kaap de Goede Hoop zullen, te rekenen van den sden Januari aanstaande, te Prymouth aanleggen tot het opnemen van supplementaire brievenmalen. — Mijn verblijf te 's Gravenhage op sen 6 November 1873. tijdens de jaillietverklanng van het Bankiershuis Overklift k Co., is de titel van ecu vlugschrift, dat de heer J. G. Jiiger by Gebr. Binger te Amsterdam heeft uitgegeven. „Het faillissement van het Bankiershuis Overklift k Co." op den 6den November jl. te 't-Gravenhage uitgesproken, zegt de heer Jiiger, „heeft aanhidiug gegeven tot geruchten, die voor mij noodlottig zyn geweest, ik bekleedde verschillende openbare betrekkingen van vertrouwen, waarvan ik mij sedert heb teruggetrokken, omdat mij bleek dat het vertrouwen, de grondslag dier vele en uitgebreide relatiën, was geschokt." Na al de betrekkingen te hebben opgesomd, welke hij bekleedde, verklaart de heer Jiiger den 4den November, by zy'n terugkomst van een zitting der Provinciale Staten, jhr. Henii De Gyselaar, oudste lid der firma Overklift & Co. in zyn woning te hebben gevjnden. Deze heer deelde hem mede, dat hy — ten gevolge vaa het opvragen van depots, dat dien dag had plaats gehad en waaraan hy' niet had kannen voldoen— „buitenslands zou trachten medewerking te bekomen." Hy verzocht hem den volgenden dag naar 's Hage te gaan, om met -iJQ vader en met zy'n broeder uit Gorinchem maatregelen te beramen tot behoud van naam en kantoor. Daar zyn broeder, die medelid van het kantoor was, dien dag ook op reis wa-> gegaan, gaf hij den heer Jü^er een procuratie voor du beide eerste bedienden, de heeren J, en deelde hy hem mede, dat hem te 't-Hage de sleutel van ecu schryflessenaar zou wordeu gegeven, en dat de bedienden dan de andere sleutels konden vinden. De heer Jager trok met zy'n jougsten zwager dea sden naar 's-Hage, waar hy werd opgewacht door jonkheer E. De Gyselaar uit Gorinchem, wien hy een blief overhandigde van zijn broeder Henri, waarin deze hem verzocht met den heer Jiiger in vriendschappelijk o/erleg te treden. Het sleuteltje werd hem overhandigd, en zy reden naar het kantoor. De heeren J. namen de procuratie op zich, wat loopende kantoorzaken betreft, en openden de brandkasten om met de betalingen aan te vangen waarop men reeds stond te wachten. Met jhr. E. De G. werd door den heer Jager, die op het kantoor bleef, overeengekomen, dat zü te 2 ure zouden vergaderen „om den stand der zaken te overle/gen" en indien zich aanvragen voordeden van teruggave van fondsen, waarvan de eigenaars bekend waren, daartoe iv den braudkelder te gaan. Wat nu gebeurde melden wy in 's heeren Jagers eigen woorden: „Tot teruggave van fondsen meldde zich aan de heer M. R., waarop ik, bijgestaan door een der procuratiehouders, in den braudkelder ging en slechts de portefeuille daaruit kreeg, die de heer M. R- ïecht had 'e vorderen. „De inhoud bleek niet overeen te komen met de opgaven van dien eigenaar; doch ZEd. gaf aan den bediende een re<;u van hetgeen door ZEd. werd terug ontvangen. „Daarop werden de heeren M. uit Rotterdam aangediend die mij mededeelden de zaktn met het kantoor af te breken, en die aan de heeren S. en Z. op te dragen. Ik verzocht hun (met oog op de voorgenomen samenkomst met de familie) te wachten tot het einde der week; doch dit bleek vruchteloos. „Inmiddels bleek er op het kantoor, waar ik mjj slechts bij 't openen en sluiten van da kasten en 't schryfbureau in tegenwoordigheid van een der procuratiehouders bevonden heb, veel aandrang tot betalingen 11 zijn geweest en kwamen de heer graaf L. v. B. en de heer P. by' my binnen. De graaf v. B. vroeg omzijn portefeuille met effecten. Ik deelde hem mede, dat de heer Henri deG. my over ZHG. had gesproken en de hoop had geuit, dat de zaak van ZHG. in orde zon komen, waarna ik ZHG. verzocht tot den volgenden dag te wachten, waarmede ZHG. verklaarde geen genoegen te nemen; ZHG. zou echter tot drie uur bij zich bericht wachten, alvorens rechtsmaatregelen te nemen. „Om twee uur begaf ik my met den graaf R. De C, dien ik had laten roepen, naar het kantoor van mr. J. v. d. J., alwaar wij volgens de gemaakte afspraak den vader en den reeds genoemden broeder van den heer Henri De G. ontmoetten. Ik gaf te kennen, dat ik my'n taak geëindigd rekende en verzocht een advocaat in te roepen, die de zaken kon regelen; dat de liquidatie my echter onvermy'delyk scheen, tenzij de familie alsnog teu spoedigste besloot tusschen beiden te komen. „De graaf De C. was in relatie tot de Ranque Territoriale d'Espague en zeer bevriend met haar gouverneur, den heer C. D., Minister van Koophandel iv het laatste tijdperk der Regeering van Keizer Napoleon 111. Met deze Bank en haar gouverneur stond de firma Overklift in nauwe betrekking. Een betrekkiog, geheel buiten rry om aangeknoopt en waarvan ik den aard en de bijzonderheden tegelyk met de mededeeling van een aanrienly'k geldeiy'k belang had vernomen." Nadat de heer Jiiger des nachts een conferentie had gehouden mtt de heeren E. De G , zy'n oom mr. 's J. en graaf De C, waarbij mr. v. d. J. toevallig tegenwoordig was, trok de familie zich terug en schenen operatiën, in verband met waarden op de balans der B. T. dE voorkomende, onmogelijk te zyn. Na des nachts in 's-Hage gelogeerd te hebben, begaf de heer Jager zich den volgenden morgen naar het kantoor, oai aan een der procuratiehouders het verzegelde pakje met sleutels ovsr te geven, waartegen door hem bedenkingen werden gemaakt Intusschen kwam een aanzienlijk getal mannen binnen, de meesten behoorende tot de Haagsche aristocratie, dij het huis vulden, dringend vragende om hun geld of effecten. Zij wenddeu zich tot den heer J. om inlichting, terwijl de procuratiehouders weigerden de sleutels (die des nacnts in het Hotel Bellevue verzegeld waren) over te nemen. De houding der procuratiehouders en het „braak laten liggen door de familie van de belangen die hier op het spel ston. geven, sieënt de heer J. Eindelyk nam jhr. H. De B. het pakje in bezit, en onder het oog van den commissaris van politie werden nu de waarden uit de kelders gehaald. De eigenaars controleerden, dat er veel aan ontbrak. Door het feit, dat de sleutels in het bezit van den heer J. waren, ofschoon geconstateerd werd, dat hij slechts eenmaal en dat met een der procuratiehouders in den kelder geweest was, ontstond Zoodanige opgewondenheid, dat volgens den heer J. „wellicht vuistrecht een .dücussie zou nebben vervangen, die op dat oogenblik onmogelijk bleek." De heer J. vertrok dus, na afzonderlijk inlichtingen te hebben gegeven aan den substituut-officier van justitie. Sedert zijn zes weken verloopen, en met uitzondering van een getuigenverhoor, door den heer J. den lOden te s-Hage voor den Rechter commissaris ondergaan, heeft hy' niets meer van het voorgevallene vernomen. Ten slotte geeft de heer J. nog eenige inlichtingen aangaande de Nederl. en tweede Nede.-l. loodmijn in de genoemde Banque T. dEsp, waarby' de firma Overklift geïnteresseerd was, en waarvan de heer J. de bijzonderheden kende. Doch nooit heeft hij een boek van, of op het kantoor van Overklift en Co. „inwendig ingezien." De namen der personen, in dit verhaal met initialen aangewezen, welke velen onzer lezers wel zelven zullen weten aan te vullen, zy'n volgens ecu verklaring aan het slot vuluit te lezen ia een exemplaar der brochure, dat by mr. J. A. H°vy te Amsterdam berust. — Volgens eene mededeeling vau den Haagschen correspondent aan het Nieuws- en Advertentieblad van Bergenop-Zoom, is door eenige slachtoffers van de voortvluchtige heeien De G., te 's Hage, wat ge:d by elkander gebracht, om iemand naar Londen te zenderi, en is deze er in geslaagd hen daar te vinden. De oudste za' veel te huis, terwijl de jongste grove verteringen maakte. Vóór echter van de verkregen inlichtingen gebruik is kunnen gemaakt worden, zy'n, zoo men zegt, de vogels gewaarschuwd en mot hun Gepack verdwenen. Opnieuw — zegt dezelfde correspondent — heeft op financieel gebied in de residentie een treurig voorval plaats gehad. Een de.- hoofdambtenaren aan een der Ministeriën is gestorven, o. a. een deficit van ruim een ton nalatende, voor een deel van mindere ambtenaren geleend, of door hen aan hem in bewaring gegeven.