Te MACASSAK. WISSELKOERS op Holland 6/m. dato 101%. ia. Engeland 6/m. nclt ƒ 11.87'/_ id. „ Singapore 1U d/z „ 258 SOVKREIGNS 12.50 AGIO op den zilveren gulden . 5%. RIJST, Bali. ƒ B,— per pic. id., Maros . „ 9,—= „ KOIFIJË, (Bontham' . 70,— » id. , (Paré-Paréi _, 62,— „ » ROTTING, . 10,— . HUIDEN, Koe- „ 47_/_ „ » id. , Buffel- . 22,— BIJEN WAS, „ 150,— „ . GETAH PF.RTJA, „ 185,— „ „ Aanvoeren te ver-1% „ „ (wachten. SC ILDPAD, . . „ 1500,— „ IF.it, * . » 21,— „ „ Opiam, B.nares . . „ 1800,— ü / 1800— per kist.
De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- 05-03-1874
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Geen auteursrecht. Er rusten geen rechten meer op dit object.
- Krantentitel
- De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- Datum
- 05-03-1874
- Editie
- Dag
- Uitgever
- De Groot, Kolff & Co
- Plaats van uitgave
- Semarang
- PPN
- 852209738
- Verschijningsperiode
- 1863-1956
- Periode gedigitaliseerd
- 1863-1903 / 1947-1956
- Verspreidingsgebied
- Nederlands-Indië / Indonesië
- Herkomst
- KB C 76
- Nummer
- 54
- Jaargang
- 23
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Handelsberichten.
Gemengde Indische Berichten.
— Ue heer Jansen te Hatavia heeft een Atsjins Kraton ma-sch gecompo-'eerd en deze opgedragen aar 'L. Exc. den Gouverneur-Generaal, di-) de beleefdheid heeft bjaotwoord met het vereeren van den componist met Z Exc. ka'dnrt portret. Da heeren Hageinan en Meijll hebben het mv i.kstuk als een technisch en harmonisch mi-baksel afgekeurd, maar de kapelm_«s>ter der stafmuziek eu hut publiek zyn het eens met den landvoogd en vinden het stuk boven allen lof veiheven. En zoo wordt het nu by allgelegenheden voorgedragen en geapplaudtaeerd. — De kinderen in het Parapattan-weezsngesticht hebben Woensdag der vorige week openbare les gehad, waarbij alle belangstellenden die de plechtigheid bijwoonden zich zter voldaan betoonden. 's Avonds was er feest voor de wetzeu, di« toen op hunne beurt zeer voldaan waren. — Het Batavia? che publiek maakt ijverig gebruik van de gelegenheid om io de citadel de te At'jin veroverde stukken geschut te bezichtigen. Daatbij is er eea, dat bijzonder de aandacht, tiekt, daar het 5.9 met-r lang is en ecu monding heeft waarin gemakkei jjk twee mensehm kunnen gestopt worden.— Zaterdag avoud om zes uur, trokk.n op de Boode brug te Soerabaia twee inlanders de a grmetne atte-itie, doordien zij twist hadden die op een vechtpartij beloofde te zullen uitloopen. Natuurlijk nam het aantal belaugsteüeud^n vooitduiend toe, eu groeide de oplocp gedurende een half uur steeds aan, maa- petitie kwam er niet. Toen alles was afgeloopen en het volk uitten was gegaau, kwamen schouten en dienders toegesneld. — Aan het Bataviaasch postkantoor i* geweigerd de brieven aan te nemen van iemaud, die het frankeerueld Liet ha_ afgepast. Hij is zeker wegens by'zondere eigenschappen bij het poatperroneel niet goed gezien, daar de geemployeerdeu hem ongeveer tien minuten voor het geopende luik lieten staan, alvorens hem aan te hooren.
Haagsche Pick-Nick.
(Part. Ccrr. van de Locomotief) 's Graveniiage, 15 Januari 1871. Het „Verzint eer gij begiut" is eene echte vrucht san den nationalen bodem. ledereen zet er den mond aan. Ons wikken t n wegen, is taai als Deventersche koek en omslachtig als de adviszeu van deu Ueventerschen hoogaangeslagene Dlymaer van Twist, gouverneur-generaal in ruste. Vandaar, dat hier een eenmaal opgeworpen plan van alle zyden wordt bezien, omgekeerd, bedacht, besproken eu dan weder van nieuws aangevallen eu verdedigd, voor men tot de uitvoering besluit. Vandaar ook, dat handelen ons vreemd is, en dat briefschrijvers, die zoo gaarne een tuiltje van nieuws zamelen, bier een viooltje, ginds een tulp wenschten te plukken, weken laug eene en dezelfde bloem vinden. Zoo is en blijft de historie vau het KoningegeavXrnA -"(. _l opleidingsstudiën en ervaring hem meer eigenaardig aanwezen als de rechte man voor deze rechte plaats. Da litteraire kundigheden van Domme. Piccahdt >vordenten onzent te zeer gewaardeerd, omindeze beschouwing iets onaangenaams voor zjjn bemiunelyken persoon te \rillea zien; maar iü beginsel is dergelijke handeling van het Hoofdbestuur-van 't Nut niet billijk. Vermaedelykzal men nu ?poedig vernemen dat een gepensioneerd majotr ler cavalerie het schrijven van een be'aog overüenan's jongste werk is opgedragen, en dat juffrouw Mina Kktjseman zich, op verzoek vau datzelfde bestuur, bezig houdt met bet samenstellen van een geschrift over het getrokken geschut. "Van den beer FraSsen van ive Putte die ougetwjjfeld welwilleud zijue medewerking heeft toegezegd, wordt eene bijdrage verwacht over Kinderpoëzie, terwjjl de heer Beocx, in zjjne nu vrij talrijke ___»«" stunden zich bezi.; houden zal met het schrjjven eener geschiedenis van de Nederlandsche hall; de. Doch waar raken we verzeild met al dien spot, en da* tegenover de eerste mannen des lands, en dat, terwyl de 39 hoogst aangeslagenpn op het Binnenhof vergaderd z.u ! Mea culpa, mea culpa! Beeds hebben de heer_n drie las* u over de staatsbegrooting geredekaveld, en dd vlugheid, die zy' bjj de behandeling daarvan betrachten, is waarlijk verrassend. Hunne redevoeringen zijn zacht en gt-maigi als 't weer; zjj glijden over alles heen, omdat de oorlog met Atsjin ben weerhoudt, dit ministeii- uit het zadel te lichten. De discussie is eentoonig als de grauwe lucht dv-er dagen. Alleen de Ministervan Fiuantiön heeft de roede der pairs niet kunnen ontgaan, en is ook hier zoodanig in de engte gedreven, dat hem niets maer overschiet dan gulhartig uit te roepen: liet-ren, ver ge tft het mij; ik wist niet wat ik deed, toen ik de port.feuüle van finauticn aanvaardde! Met zulk eenen sneltrein'zu'len de zwaarwichtige mannen zeker morgen avond klaar zjjn, en naar hunne penaten kunnen vertri kken, tenzij La fille de Madame Angd, hen ui"t wiGrhoude, «'io alsdan hier ter stede voor bet eerst verschjjnt. Ken opera van Of.'rni.ai'-'i, die zoo aardig, en kluchtig i*, dat men ze achtereenvolgens 400 maa' ie !'a. ijs opvoerde,moet. na zulk een vervelenden \ ierdaagschen voorden^t-iji wel eene aangename afwis9elin_r rijn. Eu daarbjj telt Offen-bacii zyue vereerders hier bjj duizenden. De residentie is uiet heel klassiek, 't Beste bewjjs daarvoor geeft het conceTt Diligen/ia, waar het mecrecdeel van 'i zeer deftig publiek, bij 't slotnummer, dat gemeenlijk eene pynpliinie van Bectuovex of SohüM-N i?, zonder plichtpleging opstaat eu vertrekt, tot groote verontwaarding van den directeur Veïhulst, di;i dan eenvoudig dat domme publiek den rug toewendt; ecu tableau vivant vaa Mültati'i.i's: Publiek, ik veracht u! De ernstige musici diein de goddelijke muziek nog iets an■■ der? zien en gevoelen dan streelend zingenot betreure» een uitstekend talent, dat aan hunne niet zeer talrijke gelederen ontvallen is. De een-eu-twintig-jarige Du gr._a> bezweek jl. Vrijdag aan de tering. Hij was de eenige violist van earsteu rang, waarop Nederland zich beroemen kon Beeds op vijfjarigen leeftijd wist de Graan zijn instrument tonen te ontlokken waartoe menig volwassen musicus nooit bjj machte zal wezen. Toen hjj tien jaar was, zorgde de veelbelovende jongen reeds met zyne kunst voor het onderhoud zijner hulpbehoevende ouders. De heer Knep- PILHOUT, de schrijver van de bekende „studententypen", kwam toen met den bemiuueljjktn jongen kunstenaar iv aanraking, en stelde de Graan in de gelegenheid om zoo onbekrompen mogeljjk zijn loopbaan voort te zetten. Fu/.ns Coenkn ontsluierde hem eerst de geheimen van de techniek; later werdt Joaoium, Duitschlaud's groote vioolspeler, zjjn meester en deze verklaart openljjk, dat de Graan tot heden zijn beste leerling wa». Doch helaas! de kwaal waaraan rijue ouders bezweken waren, ondermijnde alleugs de krachten van den fyu b.schaafden, zich meer eu meer ontwikkelenden kunstenaar. Ten slotte ontbrak hem zelfs de physieke kracht om zijn instrument te hanteeren, en ging hij diep gebukt onder zjjne onmacht. Wie de rauke deftige gestalte met zyne aristocratische vormen eu weemoedige uitdrukking ontmoette, bad meegavoel voor den grooten violist die alle anderen ten onzem in rijkdom vau gaven overtrof. De arme kunstenaar werd docr veten ten giave gebracht eu w.rdt di'-p betreurd door zoovelen, die hem om zjjne kunst en _$- persoon Hef hadden.
Onbetaalde Dwangarbeid.
Onder dezen titel vestigt het D. v. Z.-H. de wkndßebt op ecu artikel in het 'lijds-.hr. van het Lodi-oi Lau-bo--* genootschap. „Er wordt heel wat zware stbeil verricht op aarde; vooral ia den _,ieuweren tyd wordt er in de. beschaafde maatschappij h-el wat iarpauning gevorde d van de heeren der scheppiug om i". de aangroeiende behoeften te voorn.n en aan de verscherpte coi currentie het hoofd te bieden : voor ben. dij met handenarbeid iv huu bes'aau moeten voorzian, wordt de e'sch vau de dagtaak op ecu mi-.i_r.ii_ van ecu tieutal ureu gesteld, dat meestal verre wordt overschreden; van den intellectueelen arbeiier wordt meerendeels nog langer en aanhoudender inspanni-ig gevorderd; gelukkig nog zjjn zjj ouder beide categoiien, aar. wie de behoorlrj'ce nachtrust wordt gegunti- Dat wordt gemeenlijk als de gewone, onvenngdelyke loop van zaken beschouwd; beklag er tegen wordt, ja, wei eens individueel aangeheven, maar algemeen openbaart hel zich niet. Hoe zou er ook grond voor bestaan? Al die arbeid wordt immers vrywillig gedaan en hjj wordt wel is waar niet steeds even ruim, maar dan toch altyd betaald. Men moge nu wel tegenwerpen, dat die viy'willigheid slechts betrekkelijk is, want dat gebrek aan he ooodige ook ecu zware dwang r_ag betten, bij zulke redeneiriugeii staat men niet lang stil: de cm-taudi_-lieden hrengeu het uu eenmaal zoo mee en daarmede uit-, de betaalde vrywi-lige aibeiders mi-sen tot klagen of m rren het richt. - Maar hoe geheel andeTS is het gestild met den oobetaalden dwangarbeider, zooals wij er wel iiü-t hier te lande vaar ia cnze overzeesche bezittingen kennen met den aimen Javaan! Zjjn zweet en blotd, aai het allereilendigst cultuurstelse) gee-ff..rd, roepen om wrftak ; 't is waar, hjj werkt riet eiken dag en op de dagen als hü 't doet werkt hij maar enkele uren en niet met overmatige iuspauning, maar hy verlicht zfn atb id gedwongen en zonder betaling. !^en moge hisr nu. tegen inbrengen, dat de Javaan zonder dwang zoo min mogelijk, als 't kan i; 't, geheel niet welkt, dat aan hem-elven dan bewaarheid wordt dat ledigheid des duid» oo.kussen is, en dat zijn kostba-e grond, zondei bet oefenen an dien dwang, braak blijft liggen, — dat is alles goed en wel, maar het blijft dan toch dwang; hy verricht dan toch onbetaalden dwangarbeid. — Arme Javaan?" — Na die voorafspraak deelt het I). v. Z.-H cijfers mede die het aan bovengenoemd tijdschrift ontleend en door den heer H. B. van Hees te Lawa ,
IJsverbruik te Parijs.
In een der vorige alkveiiu^en van dit tydschrjjft bespraken wjj htt verbruik van ijs in New-York; in Pa jjs i-s die CüLusui-.ii_. vit.- njtt minder gewicht, en ook daar heeft het ijs een plaats vetkregen naa*t de ande/eaitikelen va-i dageljjksch gebruik. Men gebruikt bet om allerlei voedingsmiddelen in te pakken voor v -r-etidiog, of in de kelders om vleesch en dergelijke», voo?- bederf 'e bewaren; de kelders vau de vleesch- en vi chmaikten (e Parijs worden dagelijks van fröotia hoeveelheden voorzien. Ook voor hat verkoelen van daken wordt ftel ijs in massa gebruikt: iv do groote. k.liiehuiz.n of audere iunclitiigen van dien aard, doet met; het ijs v, ____ kik) te gelijk op, en het moet al een aeer weinig betekenende ververschiugspiaats zjJD. waai i (js "ags wordt gebruikt. Hel affci ï> een oostersche gewoonte, en eetst in lóss— 60 in Frankrijk iv -.wang gebracht door een Italiaan, Procope gtheeten, die te Parijs een kollie! de, waatin met, ys verkoelde dranken ver_ar waren Dit gebruik verbreidde zich snel over Frankrijk; in ;750 kon men te Parjjs in alle jaargetijden ij» bekomen. Tegenwoordig schat meu bet jjsvorbruik te Parjjs dagelijks op 100.000 kilogrammen.— Les Mondes.
Genezing van stotteraars.
Chervin heeft een methode uitgedacht om het stotteren volkomen te genezen. Het gemis vau een juiste aanwending der organeu, die de spraak vormen, is de oorzaak van het stotteren. Chervin draagt nu iv de eerste plaats zorg voor deu rcgelmatigen gang der ademhaling, geeft den tyd van rust aau tusschen iedere inademing, en waakt 'voor een verspilling van lucht. Door het uitspreken van klinkers worden de stembanden geoefend, en, komen de klinkers goed te vootschyn, dan kunnen de lippen, de tong en andere deelen van den mond die bij de vorming vou woo]d,Mi noodig zyu, de medeklinkers vormen. Op ecu duidelijke wyze wordt den leeiling zichtbaar voorgesteld, hoe wjjd hjj den mond openen, welke.i stand hjj aan de lippen geven moét om dtn een of anderen klinktr, toonklank of medeklinker goed uit te spreken; door een .'oort vau notenschrift kau de leerling de waaide van de uit-ptaak van iederen k inker inzien. Voor de verder gevorderden wordt dour punten aangegeven waar mott worden opgehouden, zoodat de stem rust krijgt en de longi-n een nieuwen voorraad lucht kunnen opnemen Allengs krygt de stotteraar zyne spiaakwerktuigen in zyn macht, en kau juist en zoid-.r hap. ren spreken. Het onfeilbaar midiel om het stotteren af te leeren, is iv korte woorden taamgevat. Diep ademhalen voor met. borint, langzaam spTekeu, iedere lettergreep een weinigje albreken, en bjj het spreken m'n of meer declameeren. In het eerst kan een kleine beweging met de haud, gesticulatie in geiiuge mate, het spreken ondersteunen; na koiten tjjd zal de vroegere stotteraar, ook zender die hulpmiddelen, zonder haperen kunn»n spreken. Les Mondes.
MENGEL WERK. De eerste rechter Lynch. HISTORISCHE NOVELLE. VAN FELIX LILLA.
Aau eene diepe en wjjde baai der lersche kust ligt Galway, welke hoofdstad van 't graafschap van dienzelfden naam in vroeger eeuwen tot de aanzienlijkste zeehandelplaatsen van het noorden behoorde. De stad, tegenwoordig erg in verval, was eertjjds de hoofdzetel van den uitvoer vau lersche linnens, zalm en hariug, die ver naar het zuiden, naar Frankrijk, Spanje, Italië en al de havens van de Levant verscheept werden. Aan de Arabische en Turksche kooplieden, die vsn Hamburg en Londen nooit iets vernomen hadden, was de naam Galway teeT goed bekend, en in Venetië, de groote handelsmarkt dermiddeneeuwen, behandelde men de gezagvoerders der lersch. schepen met nog meer achting, dan de Hanseat-che kariteius, waarschjjnlyk wy'l da salinen eu haiiugen van de kasten van lerland den zuidlanders in den vastentijd bster dan andere smaakten en hooger in prjjs stonden, dan de gelijktijdig aaukomende, uit Bergeu en Noorwegen afkomstige vischvrachteu iv de schepen der Hansa. De burgers van Galway waren rijk, machtig en weerbaar, terwijl hun mayor bjjna het aanzien van een soüvereiu genoot. Tegen het midden der vyftiende eeuw droegen zjj een hunner rijkste medeburgers deze hooge waardigheid voor den geheeleu duur van zjjn leven op. Ja mes Lynch had door zyne schranderheid eu zjju ondernemingsgeest een zeer ainzieuljjk vermogen verworven en bezat veel huizen, landerijen eu schepen iv eigendom; maar bovenal achtte men hem om zyne eerlykheid en strenge, onpartijdige haudhaung vnu hot recht, welke laatste hem, niettegenstaande de zachtheid en men.chlievendhtid vau zyn kaïaktor, zjju bewind met eene daad deed besluiten, die nog heden als sage in den mond des volks leeft en aan di b„zoekers van Galway ver eld wordt, als zjj naar de beteekenis van een kunstig in zwait marmer gehou i doodshoofd en twee daarboven zich kruisende beenderen vernemen, welk sombe:- zinnebeeld daar aan een root ouderwetsck patiicisch lis is aangebracht. James Lynch hadtenzoon Edward, die doorscLoon heid, vlughe-d, bedrevenheid iv alle wap^noefeniugen en door zjjne losheid en bevalligheid in houding ca manier?-boven al de jonge'in^en dr stad uit.muiitte. Hy was met ii -choone en zachte Elfrida, de docttsr van den rjjkfen handelsheer Blake, verloofd, en _(ƒ_. vader hoopte, dat de vetbintenis met deze JÓn'ge dame op _!ijn wel éeu- wat al te heethoofdigen en hartstccliteiykeu zoon een Leilzamen invloed zou uitoefenen. Zoo had alles dan ook goed kunuen gaau, indien niet op een da, ij de haven van Galway een Spaansch schip was aangekomen, aai booid waarvan-ich eennor Gomez, een koopman uit Cadix, met zyn zoon Gonzalez bevond. James Lyuch had zich iv vroeger tyd lang in Cadix opgehouden en kennis gemaakt met dien Spaauscheu handelsheer, met wien hij otk uu nog gewichtige zaken deed. Gomez moest *yu intrek by den vrieud nemen, met wiens hulp hy zjju schip wetï bevrachtte. Toen dit geschied was, nam hjj het haiteljjkst alschi id en giug onder zeil naar zyu vaderlaud, vanwaar h^j na een half jaar wilde toiugkomen, om eene tweede vracht te halen. Om die tjjdig byeen te krijgen, liet hjj zyn zoon Gonzalez te Galway ten huize van zjjn gastViiend achter. De jonge Spanjaard was pas twintig jaar oud, schoon als een Adonis, met smachtende donkerblauwe oogen en een zacht, innemend gelaat onder dn ryke kastanjebruine lokken. Als hy langs st.raat ging, zagen de jonge mei jes hem vol belangstelling na, eu Elfrida deed dit ook. Weldra had Gonzalez ten huize van den mayor, die Spaansch sprak, genoeg van de landtaal geleerd, om zich met de jonge dames te kunnen onderhouden, Met Edward waa hy' spoedig 6éa hart en éene ziel; met hem reed, jaagde en vocht hij tot tijdverdrijf en tot oe.fenin- schoon meest slechts om ham in, daar hij iv grond meer met stiller uitspanningen iphtid en 't, gel ar der wapens •n de toon van den jicluuoreu voor hem weinig aanlokkends hadden. Hjj speelde liever op zijne mandoline en zong daar Spaausche romauces bjj, en vooral deed hij dit gaarne, siudshy'opgemerkt had, dat Elfrida, de aanstaande zjjns vriends, met welgevallen naar dat vreemde gezan" luisterde. De jonge dame, die door haren, meest op de jacht zjjuden of met vroolijke makkers feestvierenden, verloofde niet zelden erg werd verwaarloosd, .oud iv den zachten vreemdeling kennelyk behagen, en het gevolg was, dat deze, na in de eerste maanden aau Edwards uitgelaten gezelschappen deel te hebben genomen, zich nu aan dat wilde leven meer eu meer outtrok. Terwijl de vriend op de jacht ging, dwaalde hij mat zjjne mandoline onder den arm naar Blake's tuiu en hield zich daar met Elfrida bezig. Op een fraaien Septembermorgen gaf Edward eene groote jachtpartij en wilde dat Gonzalez daaraan deel zou nemen. Deze wees dit van de haud en verdrietig brak -.dward op, tot hjj de verzamelplaats zijner vrienden eu makkers bereikte, in welker vroolijk gezelschap hjj zyne mismosduheid spoedig vergat. „Waarom brengt gij Gonzalez niet meeF'vroe*- een. *,/ Aa "t?, geen be--I*g,-u «eer iv de edele jacht," ant-2lt E/ward- "H" «t thuis, speelt op zyne mandoline en zingt de jonge me.sjes smachtende romances voor met zyne zoete stem, waarmee Ljj ons ni.t schaden kan, vrienvSaa?" " " ge'"9' *" Spaausch kirren „Ik verbeeld mij toch, dat uwe aanstaande, de schoone --1 ir-da, er al lang wat van begint te vatten," zei een van het geselschap op spotachtigen toon. „Elfrida? Wat bedoelt gij daaimee?" vroeg Edwa*-d met gerimpeld voorhoofd. ,M zeg alleen, wat het algemeen geïprê- onzer goede •jeiu--13.' '* ls ''. algemeane zegden, dat de knappe Spat- JT ..,u '* schoone meisje uw plaats heeft ingenomen. erwyl gjj or) de hei(jo eQ doo_, de bossollen omzwerftj zit hy met haar bjj den oudau Blak ein 't prieel...." „Dat is niet waar." ..Op miju woord, Edwa rd, ik durf u verzekeren, dat het zoo 13. Waar zijt gij gisteren avond geweest?" „Me', mijne bout bui:-a op de baai, waar ik ia den maneschijn wat gevi.eht heb." „En Gonzalez was niet bij ü?" ' «Neen, hy had geen l-i-t; de zeelucht/was hem te koel." „Ei, de avontllueht bjj Blak e iv Jen tuin schijat hem toch niet te koel te zyn geweest." „Hebt gij hem daar gezien?" „Neen, gezien niet; maar, Edwar d, zijn meesterlijk spel is io Galway aan iedereen bekend. Toen ik gisteren langs U ake s tninmuur kwam.... 't was schemerdonker en de volle maan kwam uit de baai op — hoorde I ik de welbekende tonen eener zekere mandoline klinken, en bjj scherper toeluisteren vernam ik een zacht fluisteren, zooals men dat alleen vau verliefden hoort." „Hebt ge dan ook eenige Spaaasche stanza's gehoord?" „iNeen." „Nu, dan isjde mandolinespeler ook niet Gonzalez geweest, die altyd romances ziügt. Er zijn in Galway meer mandolines dan de zyne, en als ergens in een tuin 's »Tonds in schemerdonker heimelijk gefluisterd wordt, volgt daaruit nog niet, dat juist hy daaiby moet geweest zjjn. me durft Elfrida Blake, myne bruid, verdenken?" Op deze vraag, die als eene uitdaging klonk, antwoorde niemand, schoou om semmige lippen wel een spotachtig lachje speelde. De zoon van den mayor bemerkte dit wel en kou slechts met moeite zichzelveu bedwingen. Waarschijnys zou het nog tot een heftigen twist gekomen zyn, zoo niet enkele ijverige jagers tot opbreken hadden aangedreven. f-j"»0™I Vooruit!'' riepen zjj. „Wjj verzuimen den "i — Onder groot gejuich wtrd aan deze, roepstem geuoor gegeven, en weldra was de troep in beweging met ■edward aan de spits. Iv de berst vau den jongen mau was nu echter eens een donkere argwaan opgewekt, en ofschoon hjj er niets van liet merken, was het toch wel zeker, dat hjj door de bitterste ijverzucht gepijnigd werd. Hjj zocht zjjne gedachten van alle audere diugeu af te trekken eu alleen op de jacht te richten; doch dat gelukte hem slecht. En toen het avond werd en men naar de Stad terugkeerde, verzonk h(j opnieuw in ecu stil, sonber gepeins. Hjj riep zich enkele kleine vertrouwelijk heden yoor den geest, dia in zijne tegenwoordigheid tusschen Elfrida en Gonzalez waren voorgevallen. Wat hem vroeger ten volle onschuldig had toegeschenen, kwam thans zrjn door wilden ijverzucht veihitten geest zwart en vloekwaardig als de hel voor. Tegen donker kwam het gezelschap voor de Moor1, aau, waar ieder zjjns weegs ging. Edward reed naar _i_ .< huis en vernam daar dadelijk naar Gonzalez. hem dat deze dien namiddag uitgegaan en io_ uut .drug was. „Heeft hjj zijne maudc'.ipe m u?" vroeg de ergdenkende jongeling. -De oude disna-tr, deze vraag richtte, aatwoordde toes: nmend- Edward ging naar ziine kamer, legde zyn jagerscostuum af en wierp zich in ; ie gewone kloediug. Vervolgens ftak hjj een langen, scharpen dolk bjj zich, wikkelde zich in een mantel cd .nelde de straat op.' Voorzichtig sloop hjj in den donker na-- !_n tuiu van zyn aanstaanden schoonvader, en opende i \i- in de éoilnittlng een deurtje, waar hij de sleutel vau bjj ri sh droeg. Omzichtig ging hy toen verder, tot hjj by' een dicht begroeid prieel kwam, waarin licht brandde. Behoedzaam, boog hjj nu eenige kleine takten up zij, zoadat hjj de pla.t» zien kou, waar hy zelf ook wel soms na-_.t,-<.iju.i liniid had gezeten. Thans Ba-; hy E lf rida aan de. zijde van G o ux a le z , aie zijne mandoline voor zich op den grond uee'gelegdhnrl. De beiden waren m een vertrouwelijk gesprek verdiept, maar spraken zoo zacht, dat de buitenstaande er geen woord van kon opvangen. Boven de ho.fden van het schoone paar hing aan een tak eene kleine lan'areo en gaf wel zoo veel licht, dat men alle voorweipen iv het kleine prieel duideljjk kon ondetscheiden. De twee schiuen over eene haarlok te spieken, weke het nieisjo iv de hand hield en met belangstelliug bekeek. Ei.__.tlyk gaf zij de lok aan den jongen Spanjaard over, die ze eerst kuste eu toen in een étui legde, dat by iv zyn boezem verborg. Dit alles had de buiton loerende mee aangezien. Dus had dan de ontrouwe bruid met den valschen vriend wel wezenlijk eene liefdesbetrekking aangeknoopt! Hieraan twjjfoitn kon hjj i ia. meer, daar hij baar zoo even eene harer lokkeu had zien wegschenken. Weer fluisterden de twee daar binnen; zij schenen van elka.r afscheid te nemen. Daarna stond Elf ii da open •verliet het prieel, om naar huis u-gaan. Gonzalez ook raapte zyne mandoline op, deed hot licht uit en verliet, den mantel vaster om zich toehaleud, de plaats der bijeenkomst. Edward Bnelde vooruit, den tuin door, om hem op eene eenzame plek buittn den muur op te wachten. Na, weiuige minuten hoorde hy de voetstappen des jongeu Spanjaards naderen. „Sta, Gonzalez!" riep hij. . "^"-e roept mij daar ?" vroeg öon ta! Ez, verschrikt rondrende, 6
„Ja, ik ben het, ellendeling ! Ik wil voldoening. Gjj hebt mijne bruid verleid — gy moet sterven. Gonzalez!" „Gjj droomt, vriend I" „O, ik heb u iv liet prieel wel gezien, wang aan waug— ik hoorde uw verliefd gefluister — zag, hoe Elfrida u een van hare lokken schonk." „Elfrida heeft mij geen lok geschonken." „Gy durft dat nog ontkennen?" „Ik zeg de waarheid. Gjj doet haar en my onrecht. Dat zweer ik u, vriend...." „Verdoemde leugenaar!" schreeuwde Bd war d woedend. „Neem dit voor uw ve-raad!" En onstuimig op den jongen Spanjaard aanvallend, bracht hij hem ecu diepen dolksteek toe. Met een doffen kreet zeeg deze aan zjjne voeten neer. „Dat God en alle heiligen u dai vergeven mogen," rochelde hjj stervend. „Ik zei de waarheid. Ik draag de lok op myne borst ... neem haar.... en zie zelf." Met deze woorden blies hij den adem uit, Toen de gruweljjke daad volvoerd was, stond Edward eenige oogenblikken als beselfeloos. De dolle drift week voor bedaarder overleg. En toch meende hjj, dat zyne ;eigan oogen hem niet konden bedrogen hebben. Hy sloeg vuur en stak da kleine lantaren aan, die ieder destijds 's avonds altijd bij zich droeg. Hy' rukte het bebloede kleed van den vermoorde open en nam de kleine gouden doos van de borst van het ljjk. Toen hjj die geopend en den inhoud nauwkeurig bezien had, kre :t. hjj het uit van ontzettiug; want de lok was.... zwart ca niet 'blond. De moordenaar wierp zich wanhopig op het lichaam neder en rukte ?ich de _iir-_r uit het hoofd. Al de goede hoedanigheden vau Gonzalez kwamen hem voor den geest: zjjne zachtmoedigheid, zjjne trouw; hij herinnerde zich, hoe de. vriend hem eens had meegedeeld, dat in Spanje eene geliefde hem wachtte. Zjjue -erkeering met Elfrida kon dus wel van den onschuldigsten aard zjjn geweest. Met haar, de door haar eijeu verloofde verwaarloosde, liad hy wellicht alleen over zijn vaderland, over zjjne liefde gesproken. Hjj had haar de zwarte lok van zyu mtis-je getoond, — en daaiin lag dan immers reed? een bewijs voor de louterheid van beider gezindheid. Door gewetenswroeging gefolterd, bleef Edward bij het lijk, tot do dag begon te schemeren. Hjj hal den moed niet, naar huis te gaan en zyn vader, wiens gastvriend hij verslagen had, onder dr oogen te treden. Als Kaïn vluchtte hij van de plaats van den moord naar een naburig klein bosch, waar hjj ronddwaalde, tot de wilde gemoedsaandoening hem eindelijk zjjne beziuuiug deed verliezen eu hjj onmachtig onder aan boom neerzonk. Tegen den morgen werd hef lijk des jongen Spaijaards door eenige burgirs gevonden. Zjj zonden een bode naar d'; woning vau den mayor, om dezen van den noodlottigen dood van zjjn huisgenoot kennis te geven. Verschrikt snelde deze naar de plaats, waar de daad gepleegd was, en vond daar eenige lieden, die zoo pas de versche voetsporen van een mensch hadden ontdekt, die zich van het ljjk naar het vermelde bosc'ije meest hebben begeven. Diep ontroerd knielde James Lynch bij het lichaam neer en zwoer ten aanhoore van allen een pleehtigen eed, dat niets den moordenaar aan de gestrengheid der wet, aan den dood am d* galg onttrekktn zou. — Vervolgeus besteeg hjj zjjn paa>-d en ging met een sterk geleide op het opsporen van den schuldige uit. Na_ kort rondzwerven voud hij onder een boom zjjn zoon Edward, die met bebloede kleederen bewusteloos op het gias uitgestrekt lag. Esrst gelo.fde hij, dat o-k deze vermoord was geworden, tot zich ai spoedig duideljjke teekens van leven openbaarden. Edward oatwaakte uit, zjjne diepe onmacht en stond daar nu te.renover zyu vader. Luid jammerend wierp hjj zich aan diens voeten neer en bekende zjjne daad. De oude man leunde sidderend tegen een boom en staarde den schuldige aan. „Dus gy', Edward, gy hebt dat gedaan? Gy' hebt den gast gedood, die onder vws vaders dak het gastrecht genoot?" „Ja, ik heb hem gedood, ik liet my dooi mijne onzali ge drift vervoeren," stamelde de zoon. „Gisteren avond laat verraste ik hem bij Elfrida in haars vaders tuin. Wilde y'verzucht greep mjj aan. Ik wachtte hem bjj zjjn weggaan op on stak hem overhoop." „Dat is dus het bloedig gevolg van u .ve Minde tfrift. Tusscheu Elf rida en Gonzalez is nooit iet* >.? af baars voorgevallen en uwe dolle jjverznoht was geheel ongegrond. Gonzalez is buiten zjjn iten meteen arm Spaansch meisje verloofd. Ik zou bij Je terugkomst vau mijn vriend Gomez zjjne voorsprra1 "it. volle overtuiiuug zeg iic u dus, dai Gomaiez en Elfrida ten volle onschuldig zjjn. Er bestond ;_.«sehen hen sl.chts het gevoel van opviiendschap, terwijl uw wild leven hun innig leed deed. Jt. beiden, hadden u lief, u, den schandelijken moordenajr. vervloeken booswicht!" E dward boog het hoofd en ziide geen woord. „Brengt de boeien!" risp de mayor. „Legt ze den moordeuaar aan en leidt hem naar- de gevaugenia." De stadsknechten deden dad,; jjk wat hun gelast werd. In ketens geklonken werd Éd» e ,mar Galway gebracht en daar in een torenkamertje vau . =t stadhuis opgesloten. De mayor rie de oudsten der stad bijeen om recht te preken, eu ve, oordeelde, als voorzitter van den raad, zjjn eenigen zoon tot de galg. Zoodra dit vonnis iv de stad was bekend geworden, deed het een algemeen ontevreden gemor en gemompel ontstaan. Edward was bjj de bevolking gezien en bemind ■st. Zijn jeugdige moed, zjjne hoog; artigheid, grootmoedigheid, mildheid eu al do verdere lichtzijden van xjjn karakter hadden hem populair gemaakt Toen men de nad.re bijzonderheden van den moord vernam was men veel meer ..eneigd, den moordenaar dan zijn slachtoffer te bekla.en. De burgi_rjj zond een paar harer aauzieulykste leden aau den mayor af, om bjj hem genade voor den ve-oordeelde uit te werken; doch de strenge min der wet, de onverzettelijke handhaver van wat hij voor recht en plicht hield, wees hun aanzoek van de hand en liet op het open pleiu voor het stadhuis eene galg oprichten. De ontevredenheid der bevolking sloeg tot luid tumult over. De wreede gerechtigheid des vadeis deed de bloedige schuld van denzoon vergeten Eene talrjjkemenschenmeni>-_e verzamelde zich voor het stadhuis en eischte driuo-enH ett tierand de loslating van den gevangene. De mayor bleef nochtans onverzettelijk en beschikte zelf al het noodige tot de terechtstelling. Toen bleek echter, dat de beul verdwenen wasen zich, zeker door E d ward s vrienden omgekocht, bij nacht en ontyd uit de voeten gemaakt had. James Lynch zond dadel jjk een renbode af, om een anderen scherprechter te halen. Toen het volk van de onbuigzaamheid des strengen vaders kennis kreeg, geraakte de geheele stad in oproer. Men drtigde het stadhuis te bestormen, en voorzag zich daartoe van de benoodigde werktuigen. De mayor liet hierop de zware poorten beletten tm versterken en begat zich, gevolgd door een piiester, naar de gevangenis var. zjjn zoon, die hoog boven in den toren was „Brengt gjj mij genade en vergiffenis?" vroeg bevend de jonge man, die van de bemoeiingen zjjuer viienden en de»; oDwil des volks kennis scheen te dragen. „Neen, ongelukkige!" ■•piak op va.ten toon de oude man, v.iens haar binnen korte dagen' vergrjjsd was. „Uw leven is aan de wet vervallen; gij hebt den vriend gedood, de gastvrjjh.id geschonden, den banvrede der stad verbroken —gy moet sterven! Denk nu alleen nog aan den hoogen rechter daar boven! Gemeenschappelijk willen wij zyne genade voor u afsmeeken. En dan hoop ik, zal myn zoon, di. zijn leveu verbeurd heeft, althans met eere weten te sterven. Kniel met mij neer tot het laatste gebed." Gelaten onderwierp Edw ard zich aan zyn onveranderlijk lot en aan zjjns vaders onbuigzamen wil. Hjj knielde tusschen dezen en den. priester neder en bad lang en vurig, terwijl het volk daar buiten het uitbrulde van woede en ongeduld. Vervolgens legde hem zija vader den str. p eener koord om den hals en leidde hem naar het hooge boogvenster der gevangenis. De menigte op het ruime plein verstomde, toen zij de beiden dair zoo aan het open venster zag verschijnen. ledereen zag stil en angstig de ontknooping van het bloedig drama te gtmoet. De mayor van Galway boog zich over de steenen borstwering eu riep met luid kliukeude stem; „Gij mannen van Galway, hoort mjj! Ik heb gezworen, dat Gonzalez's moordenaar sterven zou volgens de uitspraak der wet. Mjjn zoon is de moordenaar; gevolgeljjk moet hjj sterven. Verdwaasden, leert dan nu van een diep on gelukkigen vader, dat geene bedenking den loop van het recht mag stuiten, dat voor den wil der. wet zelfs de banden der natuur moeten breken." Gedurende deze toespraak had hij de koord aan een uit stekendm haak iv den muur vastgemaakt. Vervolgens nam hjj den verooideelen zoon iv zyne krachtige armen, drukte hem een kus op het voorhoofd en duwde hem toen het venster uit. Ben algemeene kreet van ontzetting giug op, en toen werd alies weer doodstil. De mayor van Galway bleef na het volbrengen van deze gruwelijke daad aan het venster staan en verliet die plaats eerst, toen hjj overtuigd was, dat met de laatste stuiptrekkingen het leven uit het omhulsel van den veroordeelde geweken was. De menigte verstrooide zich. De ongelukkige vader ging iv zjju huis, om dat nimmer weer te verlaten. Hjj legde zjjn ambt neder, onttrok zien aan alle zaken en reeds na eenige maanden werd hy' ten grave gedragen. Voor zjjn buis had hij een beeldweik laten aanbrengen: een uit «wart marmer gebeiteld doodshoofd met gekruiste beenderen daaronder, welk somber zinnebeeld nog heden de plaats aanwijst, waar de strenge vader woonde, die de wet zoo onveibiddelijk naar de letter handhaafde. Van deze strafoefening vau deu mayor Lynch te Galway is zonder twijfel de uitdrukking „lynchen' afkomstig, die vooral in Amerika gebruikelijk is. Uit lerland is het „lynchen" naar Engeland en van daar naar Amerika gekomen, waar de oorspiong van het woord zoo weinig bekend is, dat meu, om de uitdrukkiug te verklaren, eerst, de fnbelachti^e geschiedenis va 1 zekeren „rechter Lynch' moest verziuueu, welke persoon echter in werkelijkheid uooit bestaan heeft. (Huisvr.)
Brood met zeewater bereid.
leder, die wel eens zeewater in den mond Leeft gekregen, zal hebben op_*e_.erkt dat het een zeer onaangenameu smaak heeft. Dit is het geval niet, wanneer men het voor broodbeveidiug gebruikt; het bezit het voor brood noodige zoutgehalte, en houdt het brood lancer verscb dan gewoon water. Broodjes, waarvan het deeg mat 25 wichtjes zeewater bereid was, bleven "gedurende acht dagen versch. Dat het hoegenaamd niet nadeeiig is voor de gezondheid is gebleken op de rei* van de Louu'.ana, een zeilschip onder bevel van kapitein Liger eu bemand met 25 matrozen eu 100 pas.aders, bestemd van Havre naar San Franscisco. Op Hese reis, die vijf maanden duurde, werd uitsluitend brood mot zeewater gekneed gebruikt, en gedurende deu langen overtocht kwam aan boord geen enkel ziektegeval voor. Misschien zou brood met zeewater bereid io sommige ziekten, b. v huidziek'en, wel goede diens.en kunneu bewijzen. Les Mondes.
Gemengde Berichten.
— De brug, die men op dit oogenblik te Wezel voor een spoorweg over d
— Den hertog van Ediuburg, prins Alfred van Groot- Brittannië, is dezer dagen een bijzondere onderscheiding te beurt gevallen, zegt de Vossische Zeilung; by is namelijk „aaagostrld'", als kolonel - la suite van het Thuringsche regiment infanterie No. 95. Dit ia' het eerste vooibeeli van dien aard. Vroeger is het gebeuld, dat een Kngelsche prins, do her'og van Cumberland, (later koning Ernst August vau Hanover, vader van den trgenwoordigen ex-koning George van Hanovei) den titel had van generaal en eerechef van het toenmalige 3de regiment huzaren; dat de hertog van Wellington den rang had vau Pruisisch veldmaarschalk en chef van het 28ste regiment it fanterie was, maar de betrekking, waarin zjj tot liet Pruisische leger stonden, was geheel anders dan het geval ia met den hertog van Ediuburg. Aan |irius Alfred is ï iet eershalve die titel geschonken, maar hij is by het leger aangesteld. De lezer zal zich herinneren, dat deze prius onlangs in het huwtljjk is getreden met de grootvorstin Maria, -de eenige dochter van den keizer van Busland. — De redacteur van Maranatha deelt meê, dat de Vereeniging voor Christelijke Maleische lectuur te Batavia, op 't oogenblik slechts iv 't bezit is van acht nieuwe testam.nten in 't Javaansch, ofschoon zuster Philips te Poerworedjo in Bagelen er gaarne meer rou hebben voor hare vierhonderd Javaansche Chiistenen. Een poging, om over Pitiang Malcieche Christelijke gescluiften naar Atsjin te Zenden, is dusverre niet geslaagd. Voorde Ambousche soldaten, die den krijgsiocht derwaarts mededoen, kon de veldprediker Rulemau Voget slechts diie en dertig Maleische psalm- en gezangboeken koopen, en de Vereeniging was niet bjj machteer hem kosteloos te verstrekken. De Episcopaalsche predikant Francis koopt deze boeken voor zj ne Maleische geloofsgenooten voor f 1.50 van de Vereeniginr, ze verkoopende voor 50 Ct., zoodat blykbaar de prijs te hoog
— Eene groote menigte toeschouwers werd in de vorige maand te Florence naar het marktplein gelokt door het „reizend museum" van den heer Gosner uit Duitschland. Dit museum bevatte namelijk een zooveel mogeljjk eompleete collectie foltertuigen en pjjnigings-instiumenten, zooals ze in dat bange „eertijds" in onderscheidene landen van Europa door de bekende Inquisitie gebruikt werden. Behalve de ketenen, pijnbanken, duimschroeven, tangen, priemen en soortgelijke instrumenten, vond men er ook een s_nlal in was geboetseerde modellen van mannen ei- vrouwen, voorgesteld op het oogenblik dat ze de wrcsd-te martelingen ondergingen, die de bloeddorst in staat was uit te denken.