AANGEKOMEN. SAMARANG, 25 Maart. Ned. bark Borneo, J. Huwart, Bandjermasain; Ge-agv. VEKTROKKEN. SAMAKANG, 25 Maart. Krans, ba.k Trait dTnion, Demiany, Nederlaad; Xed. Ind. bar-Hab Goan, Ongwat Sijeo, Singapore. 25 Maart. Krans. Stoomb. Fenelun, Le Boneher, Soerabaia.
De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- 26-03-1874
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Geen auteursrecht. Er rusten geen rechten meer op dit object.
- Krantentitel
- De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- Datum
- 26-03-1874
- Editie
- Dag
- Uitgever
- De Groot, Kolff & Co
- Plaats van uitgave
- Semarang
- PPN
- 852209738
- Verschijningsperiode
- 1863-1956
- Periode gedigitaliseerd
- 1863-1903 / 1947-1956
- Verspreidingsgebied
- Nederlands-Indië / Indonesië
- Herkomst
- KB C 76
- Nummer
- 72
- Jaargang
- 23
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Scheepsberichten.
Gemengde Indische Berichten.
— De ijsfabriek te Batavia zal haar product verkrijgbaar stellen voor 0 cents per pond, doch door de resreeiiug voor het in het hospitaal benoodigde ijs 20 cents per pond doeu betalen. De berekening der fabriekauteu te doeu teleurstellen, door het ijs tegen contante betaling dooreen particulier aan de fabriek te doen koopen, acht dj Java Bode de regeering onwaardig. Deu overdreven hoegen prijs echter schijnt dat blad volkomen te billyken. Zoo zouden de bewoners der hoofdplaats nevens hunne straatver.ichting voor oouveruementsrekeniug, nog genieten van eene uit 'slaudskas onderhouden yriabriek. — Te Atsjiu zal eene toko geopend wordeu voor lekeuiog der firma's CavaJiuo en Co. en 'anssen en Co; per John LramaU ii de eerste bezendin'.-daarvoorbecoodi
Samarang.
l'n de Baiavjasche bladen. — DestcombootZ'M.. üeneraalvanSwielen is Zaterdagvoormiddag ter reede gekomen. Aan boord bevinden zich omstreeks 5 0 recouvalesceuteu, eeuige zieke militairen, benevens een 200 tal zieke bannelingen. Zaterdag morgen tyu per Tjiliwong ie troepen, bestemd voor Aisj'n, naar de, Nancg gebracht. Tal vanbelangstellenden waren aan den Kleinen Boom vereenigd, waaronder eeuige hoofd-xticieren der admiuistiatie, de pi. commandant, de adjudant van den Leger-commandant en verscheiden subalterne officieren. Behalve 100 Kuropeanen en eenige haudlaneers vau het hospitaal peisonetl, zyu vertrokken de cverste Wiegaud, kapitein Moltzer, le luitenant Keulemaus, der admiuistratie Filet, officier van gezondheid le klasse Sreenvelt, idem 2e klasse de Wolff, 2e luitenant der administratiL Osten en de kapitein der administratie Watiiu. Gedurtnde het embaiquemeut dertiot-pen aan boord van de Tjiliwong werden door het muziekcorps van het 10 Bataillon Infanterie dj Kra'on-Marsch van den heer Jansen en eenige andere opwekkende melodiën uitgevoerd. De troepen zagen er allen goed uit; de geestdiift onder heu was buitengewoon. Bij het bootje werden eenige hoerahs door de vertrekkenden aangehe^eu, waarin het aauwezige publiek instemde, teiwijl de muziek het „Wieu Neerlands bloed" speelde. Er is nog te weit iq aandacht geschonken aan de ordonnancie van 7 Maart (Staatsblad No. 79), opgenomen iv de Javasche Courant van 10 dezer en rt gelende het ONT- GtNNiNi.sRECHT van den Inlander. V\illen deze bepalingen wortel schieten, dan zal voor het eerst tene ernstige schiede tot toekeubiug van individueel grondbezit door wetielyke beperking van het communale gtdaan zijn. Schrale vrucht van de met zooveel ophef tot sta.d gebrachte agrarische wetgeving! Omtreut de vijf Atsjinsche landen die ouze souvereiniteit erkend hebbeu, merkt de Jaxa-Bode het volgende op: Die staatjes wareu reeds neutraal. Onze verhouding tot Analaboe was zelfs zoodanig, dat va het verlaten van den Kraton door den vijand, er rijpelijk over nagedacht is om - , der 'roepen, in plaats van die naar Java te doeu terugkeereu, te Analaboe ineen Kampement te vereenigen to' na de West-muussoo. Die plaats heeft, een vei ige baai met uitmuntende aukeiplaatsen. Moord. Maandag namiddag te 5 ure had het volgende op Temhahan plaats. Ken Javaan, van zyn werk terugkomende, vond zyue vrouw niet in de gemeenschappelijke woniag, ging daarop naar zijn buurman eu vroeg inlichtingen omtrent het verblijf zijner wederhelft. De buurman was niet in staat ketrangan te geven, en ontving vcor zijne veiklaring een ste.k inden werden. . , De misdadiger werd nog dieuzelfden dag ondei toezicht van den schout Kok naa/de gevangens gebracht. M,u behoeft niet te vragen welke opwelling den Javaan zoo ters'ond naar de traditiaueele kris deed grijpen. (Soer. Court.) Solo Diusdag nacht hebben de dieven te Djebbres weder gewerkt. Op het erf van den heer L. v. B. hebben ie een groot aautal jonge klapperboomen uitgegraven en weggebracht. Meu zou haast zeggen dat het te Djebbres onveilig werd. _ Te Kebalen is weder een paard gestolen van den heer W. Deze heeft een premie van ƒ 50. — uitgeloofd aan hem die den dader kau aanwijzen. Men verhaalt ons dat tr te Karang A.jer en or-.k by Dioerook slachteryen bestaan, waar meni. paard het einde van sün loopbaan vindt. Het is zeker dat als de pol.ue het met haar be'an; kou overeenbrengen, die s achteryeu goed te contioleerer, de paardeudieven de gestolen dieren niet zoo gemakkelyk van de haud zoudeu kunn.n zetten, en dus de diefstallen van die soort aaumerkelyk zouden verminderen. , — Te Djoerook hebben de dieven ecu paard dat geweid werd, gestoleu, maar zyn.niet lang in het bezit daarvan gebleven, daar het zich losgerukt heeft en uit eigen beweginr weder naar zyu stal liep. (Le Vorstenlanden.)
Padang 11 Maart. -^ aar aanleiding van het voorkomende ie een vroeger nommer omtrent deu toestand der kottietuinen in de PaJ._Ksehe Bovenlanden, worden ors van geachte zijde de volgende opmeikinger. toegezonden. " Het kan L bekend zyn- zoo schryft men ons — dat 't de bedoeling der Regeeriug niet is om de koffietuiaen i„ het gouverucmeutdumaira's Westkust als s lands eigendom te beschouwen. Tuinen, boomen en productie behooren der bevolking toe, welke enkel verplicht is om t product aan het gouvernement te leveren. Ue ambtenaren, die volgeus uweo correspondent voor den toestand der koffietuinen aansprakelyk behooren te wo*den cestcld, mogen zich dus niet met t onderhoud noch m-t He beweikiug daarvan inlaten, en allerminst mogen zij daaromtrent bevelen uitvaardigen, welke trouwens toch niet zouden opuevo'gd worden." 'lot hier de opmerkingen, die een zonderlingen toestand teekeneu. Het kotliemouopoüi bestaat of t bestaat met. In t eerste geval behoort 't Beh.ndhaafd te worden, in 't tweede laat meu ook de verplichte levering los en ue zoo spoedig mogelijk naar nieuwe bronnen van inkomst uit. Tusschen hanzen en wur.en bes'aat een toestand die erger is dan de dood; hst is dia van langzame verarming eu uitputing, iv den regel eindigende met koud vuur, verrotting et ca qui suit. _______j By leven en welzijn nomen wij op deze aangclegenneia nog wel eens nader terug. — Onder dagteekening van 6 dezer schrijft men ons van Kau: Aardbevingen zyn hier sedert vier dagen aau de orde. Of.choou zij tot nog toe geene schade hebbeu aangericht doen zjj onze houten met slappen ged.kte huizen onheilspellend krakeu. . De tegenwoordige Controleur heeft een eind gemaakt aan het bestaan vau 8 kceliemaudoor* ouder den.naam van wakils, die ten koste van de bevolking „nde.bouden werden. De kosten van onderhoud van zulk een piaepa, raat waren zoo wat f 35 's maands. _ „Volgens ketgeue ik er vau weet, was deze knoe.iery
reeds lang verboden. Maar dat was blijkbaar niet voordeelig
„Te I'ort-de-Kock hadden ze inteitijd een koeliemandoor, te Eau acht. Die afschaffing is dus een zeer groote stap op deu weg, om aan veel geknoei een eind te maken. Meu ga in deze richting voort zonder vrees voor tegenwerking van wien dan ock."
— Padang. Men meldt ous dat een drietal opzieners der cultures is verplaatst, als: de br. Van Don van Soepaiaug naar Matoeu, Von Kockritz van Matoeu naar Alahan-Pandjang en Van den Broecke van Alahan Pandjang naar Soepaiang.
— Naar wij vernemen hetft de 9chout Van Zolingen wegens ziekte een tweejarig verlof naar Europa aangevraagd. Men noemt als zyn vervanger den opziener der cultures G Van Don, die reeds vroeger die betrekking heeft wanrgenomen.
— Den 12 Maartis hierop de Poeroes ecu nieuw staaltje van brutaliteit geleverd ten huize van den Mandhelinger Sic Soengoet. Op klaarlichten dag zijn de dieven diens woning binnengedrongen en hebben met de meeste zorgvuldigheid alle kisten en kasten, hoeken eu gaten onderzocht. Volgens verklaiiug van den bestolene is hem ontvreemd / 600 aan zilver eu bankpapier, 1 pr. gouden ooiknoppen, 1 stel zilveren kboopen, 2 gouden uaarspeldeu, 2 gouden borstspelden, 1 zilveren buikband, sarougf, slendangs enz. (Sum. Court.)
Het personeel vau het dwangarbeideiskwartier schynt niet verplicht te zy'n, binnen die inrichting den nacht door te brengen, of zoo die verplichtiog besUat, wordt daaraan slecht de hand gehouden, want er vallen nog al eens klachten oier vechtpartijen en audere onaangename tocneelen 's nachts ia de kampongs met kettingmandoers. Gister nacht was weder een hunner, Pa Banteng op Pengapon in de visschers-kampong, alwaar hij een bezoek bracht by eene vrouw, wier man iv de gevangenis zit en van welke hy dus wist dat zij alleen was. De vrouw was echter op het bezoek niet gesteld, en wist hare broeders te doen waarschuwen, dat er een cngewenschte gast te harent was, die daarop terstond kwamen opdagen en den bezoeker sommeeiden heen te gaan, eu toen daaraan uiet voldaan weid met zoodanige vlugheid als zy wel wenschten, vielen zij hem op het lyf en gooiden hem de deur uit, waar hij in handen kwam van het inmiddels te saam ge.loopen kampongvolk, dat hem op een voorbeeldig pak onthaalde, zoodal hy wel vau verdere bezoekeu bij die ouhartelyke vitscherlui zal afzien.
Te Karang Toerie gaat tegenwoordig bijna geen nacht om, dat het volk niet door alarm gewekt wordt om diefstal te keeren. Dezen nacht omstreeks drie uur, werd Karsoon, die daar woont, wakker en zag dat een opening was gebroken in de omwauding van zyn huis. Hy stond op, om te zien wat daarvan de oorzaak was, en zag uu ojk een vreemden man in zyne woning, dien hy aangreep, waarna bij om hulp begon te schreeuwen De indringer was echter eterker dan Karsoon, wierp dezen van zich af en verdween door het gat, waarlangs hij was binnengekomen, eer de buren op het geschreeuw waren toegesneld.
Indekami'ONg Malang zag Abdoel Samat dezen nicht, dat zyu huisoiengebroken eneen dief daarbinnen waa, wien hy den pas afsneed, waarna binnenshuis een harduekkige woistelling aanving, terwyl de vrouw hulp ging zoeken bij de vlak nabyzijnde gardoe, waar echter maar één persoon S.rdeï.. 6 .iciïMèP aa_;elUvaoeiP-a-ia. en ontvluchtte. Na zijn vertrek bleek het, dat reeds voor ongeveer / 80 aan goederen verdwenen waren, zoodat de dief een helper moet hebben gehad, die by den aauvang der worsteling met de reeds buiten gebrachte goederen een goed heenkomen heeft gezocht. Abdoel Samat heeft geen aangifte van het gebeurde aau de politie gedaan, daar hy zegt, zijn tijd voor zijne broodwinning hoog noodig te hebbeu.
Omstreek* half acht dezen morgen had een kadet de brutaliteit, te Pekcdjan van de uitstalling eener toko aldaar een paiong weg te nemen, waarmede hij zich uit de voeten maakte. De Kodja echter die door hem bestolen was, had de daad gezien, liep hem na en haalde hem in, waarna door de aanwezigen op de plaats " afstraffing werd gehoude.i. Met aan flarden gescheurde kleeren eu half kreupel, kou de gauwdief later de woning zyner ouders opzoeken.
Hongersnood in bengalen. Op een inteekenlijst die heden te Samarang circuleerde werd door twee firma's reeds voor ten bedrag van een duizend gulden te zamen iogeteekend.—
Een Brit over Britsche goede trouw.
Een Engelschman, naijverig op Engelauds eer en prestige en zichzelven rangschikkende onder hen die ei een afkeer van hebben hunne natie in eene kleingeestige, lafhartige, onwaardige politiek betrokken ie zieu, heeft een merkwaardig boek (*) geschrevth en onderteekeud Voor ous, naïve, slecht lezende en nog slechter schrijvende Nederlanders, is de merkwaardigheid vau dat door een volbloed Brit geschreven en in Groot-Brittannie's hoofdstad iv druk verschenen werk, dubbel merkwaardig. Het leert ons kennen de wyze waarop de Britsche legeeriog en het koloniaal bestuur der Kaapkolonie tegen den Oianje- Vrijstaat iv Zuid-Afiika goede trouw en eerlijke praktyken hebbeu betracht, en op welke afdoeude gronden zij teu voorbeeld kunnen stiekken aau eene andere Koloniale Mogendheid, die dezerzijds zoozeer geprezen en verdedigd wordt. Volgaarne geveu wy den schrijver van dat boek 't wooid.
In zijne voorrede zegt hij: „Dit is een boek met een bepaald doel. Dat oogmerk is om aau het Britsch Parlement en aan htt Britsche publiek te doen zien, hoe huu gouvtrneinent aan den Oranje-Vrijstaat zyue diamantveldeu ontstolen heeft. Daar de waarin id eu vooral de waarheid in politieke zikeu, zelden aan iedereen aangenaam is, zoo verwacht ik nogal aangevallen te zullen «orden; maar ik heb vertrouwen in 't krachtig gevoel vau rechtvaardigheid en billijkheid, dat nog in den boezem des volks leeft, en hoop alzoo de goedkeuriug vau vele lezers te zullen verwegen. Ik hoop zelfs op meer. Ik hoop dat mijn boek eenig goed zal kuunen doen; dat 't moge bijdrageu om het groote kwaad, dat het aan 't licht zal brengen, te herstellen. De door sommigen beweerde achteruitgang van Engeland kau toch niet zoover gevorderd zyn om de verwachtiug ougerymd te makeu dat, welke zaak ook aan Parlement en Natie worde voorgelegd, recht gedaan z.i woideu in spijt van de Begeeriug, welker politiek als in deze zaak geweest is ouwettig, onrechtvaardig en tneerlyk. Twee jaren heb ik in 't nu brstolen land doorgebracht. Ik heb daar de geheele geschiedenis eu deu loop dezer zaak nauwkeurig nagegaan, en mijne indrukken over de wyze waarop de Oranje-Vrijstaat door 't Britsche eu door 't Kaapsche Gouvernement is bthandeld, zyn nog zeer levendig. Moge ik dientengevo'ge soms wat al te krachtige uitdrukkingen gebruiken, zoo vertrouw ik, dat de overtuiging dat ik strijd voor de zaak van het recht en voor de eer van Engeland, mij tot verontschuldiging zal strekken.
_«#"*# "IM-r-C. Aii "£mf u
„Ik zal verder bewijzen dat de koloniale admiuistraue, de voorlaatste rn de tegenwoordige gouverneur, aan 't Britsch gouvernement eene geheel onjuiste voorstelling der «aak en valsche getuigenissen daaromtrent hebben voorgelegd. Dat gedurende vele jaren de landstreek, waarin de diamautveldm gelegen zyu, de facto en de jure deel van deu Oranje-Vrijstaat uitmaakte, en wel ten gevolge van aaukoop vau de oor?proiikelyke inlandsche eigenaren eu krachtens ecu titel door het B.itsche gouvernement in 185+ op den Oianje-Vrijstaat overgedragen. Dat 't onbeduidende iulaudsche Grika hoofd, voor wien en door wien de Gouverneur der Kaapkolonie oogcuscliynlijk de diamautvelden virmeesterd heet-, da«rop niet 't miuste recht heeft noch immer hal. Ik zal verder aautoonen, dat, enkel op t-roud vau dje volstrekt oubewezeu reclame van een in- Tender, de Britsche koloniale autoriteiten zich niet hebbeu ontzien cm, prudente lite, terwyl 't gesphil nog bij 't Opperbestuur iv Eugelaud aanhangig was, door een vijandelyken inval met gewapende macht, in een tijd van vollen vrede, iv November 1871, zich meester te makeu en sedert ir 't bezit te blijven vau een groot deel van den Oranje-Vrijstaat, waatiu de diamantvelden gelegen zijn, zoonat het blykt dat die autoriteiten 'ter op gezet hadden, zich iv het bezit te stelleu vau de edelgestet nten en voordcelen, welke uit 't land, inkomsten, bedekkingen enz. te behalen waren, ook al was 't oubewezeu dat de reclamant, oen stroepep, eenig recht op deu grond bezat, eu al zou )a:er uitgemaakt worden dat de bezitter, de Viijstaat, de wezenlijke eigenaar was — en dat de handeliogeu dier autoriteiten dus met rpof gelijk stïuu! „Bovenal zal ik onwedersprekJijk bewy'zen dut, alhoewel de Gouverneur der Kaapkolonie d.or het Engelsch gouvernement alleen gemachtigd werd tut 't annex-eren van de diamantvelden cf 't zoogenaamde Criquah/nd II est, met toestemming van het Parlement dier kolonie, nadat dit
* Adam.vniu. The fruth abeel the South-African Diamond fielilx:'er, a vind f the Qrange Vree State tb that Territorg, and an amalgtis o t' Britith Uipiomaty a.-ul ttggritnon, ,1-litcli luis resultei in its Ulegai setzere lij the Oövemor of tl/e Cape of Good Hope. Bij Captain A. I. Li/ullcij Londen IS. 3. Aangekondigd in het November- nommer van dea Economist, door W. O.— eene wet daartoe zou hebben aangenomen en onder de mits, dat alleen zoodanig land zou wordeu geannexeerd als zou blijken wezenlijk aan 't Grika-hoofd toe te behooren, hij de stoutmoedigheid had een deel van den Oranje- Vrystaat met geweld iv bezit te nemen, met verkrachting dier bepaalde, hem van hoogerhand gegeven bevelen. Het Kaapsebe gouveruement heeft uitdrukkelijk geweigeid die handelwijze goed te keuren en 't wetsontwerp, dat ten doel had de zaak te regelen door den gepleegden loof tot eene wettige daad te maken, is iv de zitting van het Kaapsche Parlement van 7 Juni 1872 ingetrokken moeteu worden.
Na er op gewezen te hebb-n, dat het lechtin deze zaak geheel is aau de zijde vau den Oranje-Vrystaat, waarom bij zich opgewekt gevoeld heeft in 't belang van dien staat op te treden, en na van zyne overtuiging te hehben doen blijken dat de Britsche natie eu haar Parlement van al die handelingen onkundig zyn, en vau zyue hoop dat zijn verhaal hunne verbazing en verontwaardiging opwekken en de repudiatie dier onrechtmatige handelingen teu gevolge hebben moge, wydt de schryver eenige bladzijden aan 't wederleggen der bewering van sommigen, dat de OraDJe- Vrystaat, wegens verdrukking der inlanders, niet dan naar verdienste is behandeld. De vraag, wat Engeland bij den diefstal der diamantveldeu kan winueu, beantwoordt hij duidelijk eu zonder omwegen. „Niet» — zegt hy — dau oneer, minachting, haat, verlies vau zyu prestige en achting in een van die koloniale middelpunten, waar eene wyze, rechtvaardige en eervolle politiek eerlang eene confederatie vau staten zou tengevolge hebben, die niet arders dan tot kracht en roem van 't Britsche ryk zou kunnen bijdragen. De politiek daareutegen om de beide Zuid-Afrikaauiche Republieken te benadeelen, vervreemdt van ons duizenden blanke kolonisten, en boezemt aan duizenden anderen haat in voor zulke kleiugeestige staatkunde.
Om zyue voorrede te besluiten wil de schryver er op gewezeu hebben, dat daar de Britteu zich lang het „fair plag" als een nationalen karaktertrek hebben toegeëigend, eu daar zij overeengekomen zyu om vierdehalf millioen ponden sterling iv de Alabamazaak aau de Verecuigde Staten te betalen,—'„waarom" vraagt hij, „uit overdadige edelmoedigheid of uit vrees?" — dat zy nu uit een gevoel vau recht en billijkheid en, va aan den Oranje-Vrystaat zijne diamautvelden to hebben teruggegeven die aau dien staat ontweldigd zyu, hem ook eene billijke schadeloosstelling in geld zullen uitbetalen. Iv elk geval wenscht ouze Biit 't Parlsment en de natie te waarschuwen tegen de goedkeutiug der handelingen vau 't gouvernement en van 't koloniaal bestuur, omdat zulk eene ratificatie onwettig en omechtvaardig en iv de hoogste mate vernederend voor een groot volk zou zijn.
Intusschen is 't gebleken, dat de goede Britsche trouw eu de eerlijke praktijken, die ons ten voorbeeld moeten strckkeu en waardoor de kltine en zwakke Oranje-Vrystaat een groot deel van zyn land verloor, in stryd met de wenschen en verwachtingen vau den schryver van Adamantia, ten volle haar beslag hebben gekregen. De diamantreldeu zyn onder de benaming van „Provincie Griqualand West" by de Kaap-kolonie iogelyfd! (Sumatra Cl.)
Haagsche Pick-Nick.
(Part. Corr. van de Locomotief.) 's Gravenhage, 5 Februari 187-,
Nog altyd zwoegt de Hollandsche natie onder het juk van 't koningsgeschenk. Wat het wezen zal, weet nog niemand. Zelfs de burgemeesters weten het niet, ofschoon deze edelachtbareu, na de algemeene stemming over huu dwaas besluit, nogmaals de hoofden bijeen zullen «teken om op nieuw over de zaak te spreken. Het kiudergeschenk is reeds beter bepaald. Professor Stracké uit A.ms',»r<"o»-__. v-_~ _..-s-..t -v»™.--, _.- _»- _vu.un, -estanddeelen zal gevormd z;jn, dat het onwillekeurig herinnert aan den Duitscher en deu goudsmid. Menigeen heugt toch nog _e_ y. . dat men bij sterfgevallen, doopen of bruiloften van Jq. jes haar allerlei schilderijtjes op ivoor liet verv_,r(-er(]'~edoor een goudsrnid-haarwerker. Zoo gebeurde het, da*. een Duitscher met een haarlok by een goudsmid kwam, e. hem verzocht op 't ivoren plaatje te brengen: tvtee vlammende harten, een kruisje, ecu anker, een honitnkop, een pijl en boog tot eindelijk de goudsmid wanhpend uitriep: „en je malle moeders rugsjj ook, zeker!" De Duitscher, die geen Hollandsch verstond, antwoordde bi\. de : „ hitte, wenns möglich ist!"
Zoo schynt het ook met het kiudergeschenk te zy'n gedaan! Alles wat er by kon, heeft men er opgestapeld. 't Zal een fraaie uitdragerswiukel zyn, waarvau de beeldhouwer Stracké met de meeste Jcunstvaardigheid niets schoons maken kau.
De Amsterdamsohe bouwmeesters die van het oude schouwburggebouw op het Leidschepleiu, een nieuw hebbeu gemaakt, hadden ecu dankbaarder taak. Zy hebbeu iets tot stand gebracht dat aller verwachting zoo overtrotl'en heeft, dat men by de inwijding den heer Jun. Hieman, die den herbouw heeft weten te bevorderen, ten tooneele heeft geroepen. Albregt en Van Oi.lefen hebben met huu gezelschap den nieuwen schouwburg heropend. Een gelegenheidsstuk van den vluggen dichter Rijpens eu het met lauweren bekroonde stuk: „Uitgaan ' van Geanor, strekten ter inwydiug van dit tooneel. De Amsterdam?che wereld was venukt, boven de huizen; iedereen was tevreden — behalve de tooneelspelers zelven, die ondeiling het beeld der grootste tweedracht vormen. Sommigen der besten van Albreqt's kunstenaren hebben rich verzet tegen diens vertrek naar Amsterdam en hem bedreigd dat, iudien de troep zich in de hoofdstad moest vesti'en, zy zich daarvan zouden scheiden. Groote ontsteltenis van directeuren en publiek. Indien dit gebeuren mocht dan zouden de illusiën, die men zioh van deze keurbeude allengs gevormd heeft, geheel in 't niet verdwijnen. Zou, nu eenmaal de kooi goed is, het gevogelte ontsnappen': Gelukkig schynt er hoop te bestaan, dat de vrt.de gemaakt worde, en de eendracht iv het prachtige nieuwo gebouw zetele.
De aannemers van den irieuwen schouwburg, die vernomen hadden dat de pers gaarne gezien had, dat het publiek ook hun zijne erkentelijkheid bjj de plechtige opening getooid had, zijn ontzettend verontwaardigd. Een hunner vraagt, meteen peu, bevend van verontwaardiging, of het soms de meening was, dat zy' ook pp het tooneel voor het voetlicht zouden komen! Horiible, most horriblel Het publiek, getuigt de beleedigde aannemer, is zoo verstandig -.weest, om het uiet te doeu, want zoo iets ware nooit geschied; „dat mag aan acteurs of wie ook geschieden, maar nimmer aau ons. Had dit ook haud aan hand moet< n t aaoï" Veibeeld u, indien Molière dezen kunstlievenden aannemer eeus ontmoet en zich verstout hadde hem aan te spreken? Wat een beleediging voor dezen deftigen aannenemer, die acteurs gelyk stelt met orgeldraaiers en gedresseerde hond-m en apen, eu die zelf meestal minder ontwikkeld is dan een tamelyk afgerichte poedel, en wiens eeeige verdienste bestaat iv het drinken, van ontzaglijke hoeveelheden wyn en het eindeloos vloeken.
Doch laat my den aannemer laten rusten, die zoo weinig lust iv het voetlicht heeft, en liever een ander gedeukeu, die niet aaizelde op het politiek tooneel te verschijnen, en nu voor goed van het aardsche tooneel verdwenen is. De heer Hofeman, die jaren lang lid der Tweede kamer was, en pas kortelings bedankt had, is op 7 .jarigen ouderdom overleden, lu de laatste jaren deed de goede man, ten gewezen handelaar van groot gewicht, niet veel meer dan stemmen, en onderscheidde zich door zijne onvooiwaardelyke aanbidding van de conservatieve richting. Hy' voer later trouw nitê iv het ultra-revolutionaire schuitje van zyn schoonzoon van Wassenaer, en was met Nierstrasz, een der leden, die, gelyk Vargas het „hangen" in den slaap momptlde, het „legen" in den mond bestorven hebben.
Abraham Küii-er, de Amsterdamsche dominé, is nog altyd aan het weifelen. Zal hij 't mandaat aannemen of niet? Zullen de Amsterdammers hem naar 't Binnenhof laten vertrekken of niet?
Men mompelt van neen, en beweert, dat Abraham stil in Amsterdam zal blijven, zich vergenoegende met de eer van gekozen te zyu eu met de lieve attentiën welke zekere ryke Amsterdammers hem gewis bewijzen zullen.
De heer Van Loon, 't kamerlid voor Amersfoort, maakt rich het reces ten nutte om hier en daar preekeu te houden.
Nieuws is er evenmin als koude, en correspondenten van dagbladen die achting voor zich zelven koesteren, ziet men m raieloozen toestand ronddolen. Allen benijden den beïichtgever der Mit/Jelburgsche Courant, een bedorven kind der pers, die van alle gebeurtenissen den fijnsten neus heeft en dingen vertelt, die nog geen ander sterveling heeft vernomen. Atsjin is en blyft schering en inslag, eu wanneer gtneraal Van Swieten terug keert, zal de geestdrift van ons volk ten toppunt wezeu. Uw COItREsI'ONDENT IN WANHOOI'.