De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad

Trouw-, Geboorte- en Doodberichten uit Nederland. GEHUWD: Berg, P. v. d. en J. De Bruijn, Maasland. Best. C. en T. Oly', Beets. Blok, J. en M. F. Brandauw, Velzen. Bouman Az, J. en A. Bosmolcn Ad., Piershil. Buhrmann, P. en A. Van Muy'den, Amsterdam, Crefeld, A. en M. C. H Holtsmuller, Alkmaar. Delden, P. G. Van en P. Landbrecht, Menton. Ebling, G. Ph. en P. C Palte, Botterdam. Hargh, B. G. Van der en M. M. Verhey, Botterdam. Hazeveld, A. en G. VV. Houthujjsen, Amsterdam. Hey'st, H. Van en B. Tan de Lindt, Botterdam. Henisjer, H. P. G. L. en H. P, M Beindorff, Rotlerdam. Heusden, J. P. Van en M. S. Van der Sande, Amsterdam. Hoek Jz., D. J. Van den en M. A. Visser, Heerjansdam. Hoen, J. D. en C. A. Van der Zwaag, Zuidbroek. Hoog, Mr. J. M. en C. J. Ketelaar, Botterdam. Koopman, J. P. J. en E. H. Meijer, Amsterdam. Ly'ster, D. De en VV. Van den Hoek, Pernis. Lorch, P. C. H. en J. Berkhout, Amsterdam. Mierop, L. B. C. G. Van, wedr. van A. M. Van Lelyveld van Cingelshouck, en J. M. P. Van LelyVeld, Apeldoorn. Oosterzee, P. C. Vanen, A. Beesse, Utrecht. Sannes, E J. en C. M. Van Essen, Amsterdam. Schelling, A. en J. A. Overwater, Stryen. Schmidt, J. M. en C. P. Dd Groot, Amsterdam. Schreij Vorstman, A. en M. C. Knol, Amsterdam. Schuylenburg. M. en T. B. C. Wanrooy, Helmond, Teengs, A. N. en G. Lakeman, Kdam. Tol Lz., L en A. K. Bosmolen, Pierschil. Wetering, J. P. Van de en C, L. Boggeveen, Amsterdam. Wyrox, J L., wedr. van Vrouwe P. J. A. Wittermans, en C. F. Brouwer, 's Hage. Witsen J, Jz., J. J. en L. W. H. Van Vloten, Amst. Zyp Hz., J. en A, Zy'p, Twisk. BEVALLEN: Baars A. Den — Buth, D., Somm.lsdyk. Barendrecht, H. C. — Gritters, Z., Amste.dam. Beer Poortugael, C E. Den Hamming, Z., Leiden. Bentfort, M. C. P. — Pronk, D., Doetinchem. Berkemeier, M. — Wartmano, D., Amsterdam. Brevet, H. D. — Logger, Z., Hees. Brugman, L. M. C. — Pek D., Amsterdam. Comereli, M. E. — Gottmann, D., Amsterdam. Coops, J. E. — Kakebeeke, D., Doetinchem. Cordes, A. — Moormann, Z., Bentheim. Dorsser, M. Van — Doelman, D., Bozenburj<. Drescher, M. — Zehle, Z , Amsterdam. Dutilt, L. J. — Winkelman, Z., Botterdam. Gunters, G. C. — Eggers, Z., Amsterdam. Heeten, G. H. Den — Stutterheim, D., Koiterdam Jansen van Gelder, J. M. — Brakke, Z., Kampen. Jong, M. J. De — Van Santen, Z., Hardinxveld. Koert, L. — Sehilperoort, Z., Du Bommel. Kooiman, J. M. O — Schepp, D., Schoonhoven. Koster, J. — De Koning, D., IJselmonde. Kruyt, M. — Kaadtgever, D., Botterdam. Lourens, F. H. M- —Evrard, D., Delfshaven. Mareband, K. —Proeder, D , Amsterdam. Marinkelle. A. P. J.—Goeman, D., Nieuwelieg Mijnlieff, A. M. —Mrjnlieff, D., Cappelle, a/d IJsel. Molendijk, A. —Van Weel, D., Piershil. Morisoo, H.—Van Straten, Z., ZeAenbergen. Nieuwland, f». M. C.—Timmermnn, Z., Amsterdam. Perk, Z.—Van Waveren, Z., Haarlem. Plok, Mevr.—Stibbe, D., Botterdam, Rooijaards, A. L.—Veenhuyseu, D., Amsterdam. Santveer, A.—Bors, D., Amsterdam. Schaardenburg, J. Van—Rolloos, D., Dordrecht. Seep.rs, M.—Millenaar, Z., Botterdam. Snitsier, H.—-Kapper, D., Antwerpen. Stadt, M. C. Van de—Prins, Z.. Koog aan de Zaan. Stetjling, A. C.—Van Bergen, D., Amsterdam. Stroethoff, H.—Moeten, D., Amsterdam. Telchoys, K. A.—De Wilde, Z., Naarden. Torley Duwel, M. C. G.—Verhoeff, D., Botterdam. Velsen, M. A. Van—Van de Drift D., Haarlem. Visscher van Aalst, H. G—Huyse, D., Nieuwveen. Vliet, M. Van—Van der Kooy, Z., Botterdam. Vuerhard, B- C.—Barendeen, D., Amsterdam. Wonder, E.—De Jong, D., O. N. Verlaat. OVEBLEDEN: Ameijden, Wed. A. Van—Van Efferen, 79 j , Hardinxveld. Barendregt, Kindje van Jb., 15 d., Charlois. Bas, J., 20 j., Buigervlotbrug. Berg, A. M. Van den, 14 j., Haarlem. By'l, P., 55 j., Oosthuizen. Boer, H. A. P. De, 25 j., Zwolle. Boor, P„ 28 j., Huizen. Brutel de la Bivière, J. J., 83 j., Leiden. Bruynzeel, W., St. Annaland. Doorn, C. Van, 72 j., Haarlem. Elandt, M., 45 j., Amsterdam. Èvera, C. S., 46 j., Delfshaven. Qlansbeek, H. A. Van, 74 j., 's-Hage. Öodron, N. J., 87 j„ Utrecht. Groen, W. A.—Aarts, Botterdam. Harkema, E. 8., 74 j., Amsterdam. Holst, G. Van, 69 j., Botteidam. Honing, J., 21 j., Haarlem. Jongebreuk, H.—Barendregt, 64 j„ Ouderkerk a/d IJsel. Koperdraat, 8., Delft. Lely, H. C, 14 j., Maassluis. Wi, B. J., 46 j., Schiedam. Lüuiug, E. C, Botterdam. Lüyteu, W. A., 11 j., Kraliogsche Veer. L. G. M. De, 50 j., Kralingen. Meyer, D., 29 j., Stellendam. Oorebeek, W. — v. d. Schilt, 26/- j., Spykemsse. kaalte, W. A. Van, 66 j., Arnhem. denken, F. A., 14 j., Amsterdam. bitter, G. L., 84 j , 's-Hage. B*rpbati, E., 90 j., Amsterdam. Schalij o*»., C., 77 j, Leerdam. Mz., G., 80 j., Oudkarspel. W T. — Hait. 44 j , Oterleek. »_i__J_ Stoel, G. Van der — Van der Vind, 69 j., Botterdam. £»k, E. De Jong, 36 j., Amsterdam. •roesom de Haan, J. W., Botterdam. Rilling, F., 7 )., Amsterdam,

door ecu medewerker van de Locomotief. I. De telegraaf zal voor eenige weken ook v zeker wel bericht hebben, dat de Siameesche tweelingen gestorven zy'n. Beeds eerder had ik v eenige bijzonderheden, die ik vóór hun sterven van hen wist, willen mededeelen, maar ik meende te moeten wachten, tot ik in een van de wetenschappelijke tijdschriften iets nieuws aangaande hen vond. Tot nu toe deelden zy' niets anders mede, dan dat de bekende broeders gestorven zyn en de band, die hen verbond, doorgesneden zou worden; van den uitslag van de operatic is nog maar altyd niets bekend. — Het wachten begint me te vervelen en wat ik van hen weet, interesseert v wellicht, al kan ik v niet melden wat de operatic ons heeft opgeleverd. Gelyk u bekend is, zy'n Chang en Eng Bunker te Siam in 1811 geboren. Zy waren volgens Touchet aan elkander verbonden door een soort spier aan den boyenbuik, die door de huid bedekt was, 19 c M. omtrek had en juist lang genoeg was, dat zij naast elkander konden liggen, maar niet lang genoeg om elkander den rug toe te keeren. Beiden schijnen een afzonderlijken bloedsomloop gehad te hebben ; het bloed van den eenen ging niet in den anderen over; zekere geneesmiddelen toch, die in het bloed overgaan en die men den eenen had toegediend, vond men niet in het bloed van den anderen terug. Hieruit zou men afleiden 2 lichamen, aan elkander verbonden, dus 2 individus. Toch dachten, voelden, liepen en zwommen zy als 1 mensch, ze sliepen te gelijkertijd, kregen dezelfde ziekten, en genazen ook weer te gelyk. Zy spraken weinig met elkander en nooit heeft men ze met elkander zien spelen, ook niet te gelijkertijd met 2 verschillende personen; dat zou volgens hen golyk staan, alsof de eene hand met de andere wilde spelen. Herhaalde malen zyn ze in Europa geweest. Zoo waren zijn op 8 jarigen leeftijd te Pary's te zien, waar men ze terugvond in 1830 om de geneeskundige faculteit, te raadplegen, of zy' zonder levensgevaar konden gescheiden worden. Het antwoord was hun niet gunstig. — In 1839, na geheel Europa doorreisd en etn aanzituiy'k kapitaal bijeenvergaard te hebben, vestigden zy zich als tabakplanters iv Noord-Carolina. Zy' bleven daar tot 1869, toen zij, na door den burgeroorlog geruïneerd te zijn, zich opnieuw in Europa vertoonden en ook nu weer met een tweeledig doel: in de eerste plaats om zich te laten bekyken, om zoo doende in hun levensonderhoud en dat der huonen te kunnen voorzien, en dan om alweer met geneeskundigen te spreken over hunne scheiding. Zy hebben tal van voorname geneeskundigen geraadpleegd omtrent de mogelijkheid eener doorsnyding van den vleeschband, die hen verbond, doch vry algemeen was het advies van deskundigen, dat een dergelijke operatie voor hen doodely'k zou zijn. Beiden waren gehuwd, hunne vrouwen waren zusters; Eng had 6 zonen en 3 dochters, Chang omgekeerd 6 dochters en 3 zonen; de harmonie tusschen de moeders liet wel wat te wenschen over. — Van hunne beenen (4) en armen (4) waren de beide middelste minder ontwikkeld dan de uiterste, — ook waren de 2 middelste oogen kleiner en zwakker. Als men ze gescheiden had, zouden zy' misschien met moeite hebben kunnen loopen, daar de eene helft van 't lichaam (by den eenen het rechter, bjj den anderen het linker gedeelte) lichter zou zijn dan de andere. In enkele opzichten verschilden zy van elkander. Zoo was Eng grooler en had een kalmer polslag, Chang was zwakker, zwaarmoediger en scheen ouder. — Zy' spraken weinig met elkander; meestal dachten en wenschten zy' het. zelfde. Men heeft wel een. gezegd, dat -zij op lateren leeftijd elkander niet konden uitstaan — dit schijnt volgens de jongste berichten volstrekt niet het geval te zy'n. Integendeel zy moeten tot het laatste oogenblik zielsveel van elkander gehouden hebben. (Pelil Journal). Beiden spraken Fransch en Engelsch, hielden veel van muziek, literatuur en kunst. Eng stierf een half uur (volgers andere berichten 2 uren) na Chang. De telegraaf deelde ons dea 20 Jan. hun dood mede. Heeft de natuur meer dergelijke afwijkingen opgeleverd? De Pheks. Transact. deelen ons iets mede van de aan elkander gegroeide tweelingen uit Hongarije Judith en Helena. Dezen werden geboren in 1781, en stierven by'na op hetzelfde oogenblik, toen zy 21 jaren oud waren. Zjj spraken Hongaarsch, Duitsch en Fransch, konden goed teekenen, zingen en borduren. — Autenrieth teekeade in zijn Naturund Seelenleben het een en ander op van 2 aan elkander gegroeide kinderen, die in 1717 te Wetzlar geboren werden; ieder at, dronk en sliep op zyn eigen gelegenheid.— Meer bekend zyn de 2 meisjes Öeine en Oise in 1838 geboren, die op gelyke wijze als Eng en Chang aan elkander gekluisterd waren. Toch verschilden zy' in vele opzichten van het broederenpaar. Niet altyd sliepen zy te zoo gelyk; sliep dikwyls de een, terwijl de andere om voedsel schreeuwde. Kneep men 1 van de 4 beenen, dan gaf 1 kind teekenen van pijn. Polsslag en ademhaling hadden niet te gelijk plaats, — bij de Siameesche tweelingen ook wel niet altyd, maar meestal wel. — Den 11 Jan. 1838 werden in het Beiersche dorpje Stamried een paar aan elkander gegroeide levenlooze kinderen geboren. Zy' hadden te zamen 2 hoofden, 4 arrren en 3 beenen (de middelste voet had 10 teenen). Van den navel af waren zij aan elkander gegroeid, zoo dat zy' een gemeenschappelijk onderly'f en een gescheiden bovenlyf hadden. — Verleden jaar werden in de voornaamste plaatsen van Europa ten toon gesteld twee 15 jarige kleine negermeisjes uit Nieuw Carolina, die door een band aan de schouders aan elkander verbonden zy'n. De „Misses Christine Millie" droegen 2 duetten in de Engelsche taal voor en voerden verschillende dansen uit. — Aau elkander gegroeide tweelingen waren nog Bitta en Christine uit Sardinië, in 1829 geboren. Zy' hadden een gelijken polsslag maar een ongelijke ademhaling. Zy stierven, toen zy 18 maanden oud waren; zy' waren zoo aan elkander gegroeid dat zij slechts één lichaam en een tweetal beenen met haar beiden badd n, met 2 hoofden en 4 armen. Zy legden ecu zeer verschillenden aauleg en geaardheid aan den dag.

Een interessante verschijning wa 3 het kind, dat in 1783 Ie Calcutta geboren werd. Dit kind toch had een hoofi, waaraan een tweede, schedel tegen schedel, gegroeid wa«. Dit 2de hoofd sympathiseerde in vele opzichten met het eigenlijke, want wanneer het kind weende, stoitte ook ty'n 2de hoofd tranen en werd het gezicht er van vertrokken. Als het kind zoog, drukte het door de beweging van den mond genoegen uit en een groote voorraad speeksel kwam voor den dag; het lachte, wanneer ook het kind lachte, had echter dikwy'ls de oogen open, als het kind sliep. Jammer dat dit meisje op tweejarigen leeftijd door een vergiftige slang gebeten werd en aan de gevolgen hiervan stierf; ze zou op ry'peren leeftyd tot een interessante physiolcgiscl e studie aanleiding kunnen gegeven hebben. Onder by'na alle rassen en volken komen individuen voor met een melkwitte kleur van huid en haren en roode oogen. In de tropische landen zy'n ze vry wat menigvuldiger dan in Europa, Het meest bekend zyn ze onder den naam van Albino's; in Amerika noemt men ze ook wel Kakkerlakken, in Zuid-Afrika, Dandos; op Ceylon, Bedas. Het albinisme, waarvan de oorzaken onbekend zy'n, is een aangeboren gebrek van de organisatie, dat bestaat in een te geringe hoeveelheid of zelfs volkomen gemis van pigment (') in de huid, baren, het regenboogvlies (iris) en de choroidea (het vlies dat achter het netvlies ligt), waardoor die eigenaardige witte kleur van huid en haren, en de roode kleur van het oog veroorzaakt wordt. Witte muizen, witte konijnen, fretjes (de albinos van den bunsing), witte olifanten zyn wel bekende albinos onder de dieren. Men heeft lang gemeend, dat zij onder de menschen alleen by' het Legerras gevonden werden, vandaar de naam van witte negers, zooals men hen wel eens noemt. We weten nu, dat zij ook onder de andere menschonrassen aangetroffen worden. — Zij kunnen het daglicht niet goed verdragen; zoo is de naam van Heüophoben (zonschuwen) of wel van maanky'kers ontstaan. Gewoonlijk bereiken zy den leeftijd van 25 tot 30 jaren, de meesten missen het vermogen om zich voort te planten. Zoowel in Afrika als in Indië beschouwde men ze als heilige wezens, en nog velen zien ze voor zulke ran. Africaansche en Indische vorsten plaatsen ze zooveel mogelyk aan hun hof, gelijk vele Americaansche het vroeger deden. In Loango zijn alle dwergen en albinos het eigendom van den Koning; ze moeten hem steeds omgeven om de booze geesten te weren. In Geheel Zuid-Guinea worden de Albinos, die daar in bijna elke plaats gevonden worden, voor heilig en onschendbaar gehouden. Hun kleur is daar by'na geheel wit, hun haar wollig en melkkleurig, hunne oogen zy'n licht grijs en in voortdurende beweging, ook daar schijnen de meesten zich niet te kunnen voortplanten. — Van enkele Albiros weet men, dat ze ouder dan 30 jaren geworden zy'n. Zoo deelt Lenz in zyn: Zoölogie der allen Griechen und Romer van een Albinos-familie mede, waarvan de broeder op 63 jarigen en de zuster op 69 jarigen leeftijd stierf. Hun' oogen waren zeer gevoelig voor scherp licht, en zraren arbeid konden zy' niet veirichtan. 't Is de vraag of deze en die men in Zuid-Guinea vindt, echte Albinos zyn of geweest zy'n; — tusschen het albinismus en den normalen toestand zyn tal van tusschenvormen. Niet op eens ontwikkelt het zich, maar gedurende het verloop van verscheidene geslachten; van do ouders of grootouders van een Albino is de vader of moeder of zyn beiden bijzonder blond. Er worden soms zoowel by de dieren als by den mensch individuen geboren, die zekere deelen in grooteren getale bezitten, dan zulks in normalen toestand by' de soort, Waartoe zij behooren, wordt waargenomen. Zoo zy'n er menschen, die aan handen of voeten een grooter aantal vingers of teenen bezitten dan het gewone aantal. Gratio Kalleia had 12 vingers en 12 teenen, een van zyn kinderen Sal aor had hetzelfde aantal; de 3 anderen George> Andreas en Maria het gewone getal. Toch hadden 2 kinderen van George weder 12 vingers en 12 teenen, één 10 vingers en 12 teenen en de 4de 10 vingers eu 11 teenen. Andreas had geen nakomelingen ; 3 kinderen van Maria hadden 10 vingers en 10 teenen, een echter 10 vingers en 11 teenen; 3 van de kinderen van Sal vator hadden gelijk hun vader 12 vingers en 12 teenen, een naar zyn moeder 10. — Hyrtl (Handboek der Topographische' ontleedkunde) deelt het geval van een persoon mede, die aan eiken voet 12 teenen en aan elke hand 13 vingers had zeker wel het sterkste voorbeeld van polydactylisme, dat bekend is. Nog een paar voorbeelden van deze overtolligheid om er de erfelijkheid van te zien. Behalve de in de middeleeuwen bekende familie der Bilfingers (Veelringen), zegt Hyrtl in het zooeven aangehaalde werk, die haar naam aan deze misvorming te danken heeft, behoort ook ecu nieuw geval hiertoe; Zerak Colburu, de beroemde rekenaar uit het hoofd, had aan den buitenrand van elke hand een zesden vinger en eveneens aan eiken voet een zesden teen. Zyn vader had dezelfde afwijking; van zy'n 7 zusters zy'n 5 normaal gevormd, 2 gelyk aan den vader eu een heeft wel 6 vingers aan elke hand, doch slechts aan één voet 6 teenen. De grootmoeder had deze bijzonderheid in de familie gebracht, die zy' wederom van haar moeder overgeërfd had, wier 11 kinderen allen met deze afwyking (') Onze huid bestaat uit 3 lagen: de opperhuid (epidermis), de lederhuid of eigenlijke huid en het bindweefsel, dat de lederhuid met _e daaronder gelegen spieren vereenigt. De opperhuid is een doorschijnend huidje, dat men met een naald gemakkelijk kan opheffen. Xn dat gedeelte van de huid vindt men, noch zenuwen noch aderen. Het bestaat uit _ lagen, de buitens te, hoornlaag genoemd, bestaat uit -erdroogde harde cellen. De laag hieronder (slijm of malphigisch net) i> samengesteld uit zachte cellen met een vloeibaren inhoud, waarin kleurende stoff'n of pigmentlichaampjes zich hebben neergezet; deze laatsten bepalen de kleur van de rassen. Ze zijn zwart bij _e Negers, roodachtig bij het Americaansche ras, bruin bij de Maleiers, geel bij de Chineezen en wit bij de Blanken. — Achter het netvlies in ons oog heeft men ook een kleurstof (pigment), maar deze ii zwart, waardoor het oog een kleine donkere ruimte is, waarin dechts door de pupil het licht komt. Die donkere stip in het oog (pupil) is niets dan een opening, waardoor men de donkere ruimte Tan het oog kan zien. Bij de Albinos ontbreekt dit zwarte pigment. _ Ook de regenboog van het oog heeft zijn kleur aan de pigmentlichaampjes te danken; zijn^deze blauw, dan noemt men 't oog blauw. Ontbreekt deze kleurstof, zoo als bj de Albino's, dan is het voorste gedeelte van deu regenboog doorschijnend en heeft een roode keur, door dat dan de talrijke bloedvaatjes van het oog te zien zijn. Ook in het haar zijn kleurende stoffen; verdwijnen ze en worden ze ver- Tangen door lucht, dan worden de haren wit.

behebd waren. Broron maakt melding van een Spanjaard met 6 vingers, wiens kinderen allen 6 vingers hadden, behalve he'. laatste, dat hy' hardnekkig weigerde als het zyne te erkennen, omdat het slechts 5 vingers had. BuijschTbeschreef een geraamte, dat aan de rechterhand 7, aan de linkerhand 6 vingers, tevens dubbele duims, aan den rechtervoet 8 tn aan den linker 9 teenen had. Het oudste bekende geval van polydactylisme vindt men in Samuel 2 XXI: 20. Op een eigenaardig verschijnsel, dat men waarneemt by' overtollige vingers, wil ik u nog wy'zen: ze groeien dikwijls aan, als zy afgezet zijn. In zyn „variation of animals and plants" geeft Darwiu de volgende voorbeelden van overtollige vingers, die nadat zy afsrezet waren opnieuw aangroeiden: „De. White beschrijft een kind van 3 jaar oud, dat van het eerste lid af een dubbelen duim had. Hy sneed den kleinsten duim, die, van een nagel voorzien was, af; tot zijn verbazing groeide hy' weder aan, en bracht op nieuw een nagel voort. Het kind werd nu naar een uitnemend heelmeester te Londen gebracut, en de nieuw aangegroeide duim werd aan zyn grondgelediug volkomen verwijderd. Hy' aroeide echter nogmaals a.n en bracht een nieuwen nagel voort. Dr. Struthers deelt een geval mede van het gedeeltelijk weder aangroeien van een overtolligen duim, die geamputeerd was, toen het kind 3 maanden oud was-, en wylen Da Palconer deelde mjj een soortgelijk geval mede, dat hy' zelf in de gelegenheid was waar te nemen. Een heer, die het eerst my'n opmerkzaamheid op deze zaak vestigde, heeft my de volgende feiten medegedeeld, die in zy'n eigen familie gebeurd wareu. Hij zelf, 2 van zyn broeders en een zuster werden met een overtolligen vinger aan elke extremiteit geboren. Zyn ouders halden deze misvorming niet; er bestond ook geen overlevering noch in de familie, noch in de plaats, waar die familie lang gewoond had, dat ooit een lid daarvan met die eigenaardigheid behept geweest was. Terwyl hy nog een kind was, werden de beide overtollige teenen, die door beenderen met den voet verbonden waren, op grove wy'ze afgesneden. De stomp van den eenen groeide echter weder aan, en op zyn drie en dertigste jaar werd een tweede operatie uitgevoerd. Hy' had veertien kinderen gehad, van welke drie overtollige vingers geërfd hadden. Een daarvan werd door een uitnemend heelmeester, toen het ongeveer zes weken oud was» geopereerd. De overtollige vinger, die door beenderen aan de buitenzyde der hand bevestigd was, werd tot in de ge. leding verwijderd. De wond genas; maar oumiddelijk daarop begon de vinger opnieuw te groeien, en ongeveer drie maanden later werd de stomp andermaal van den wortel verwijderd. Sedert dien tyd is hy' echter weder aangegroeid zooiat hy'ten derden male afgezet zal moeten worden." Bekend is hel, dat de normale vingers van den mensch niet weer aangroeien als zjj afgezet zijn — toch vormen zich op de stompjes beginselen van nagels in den vorm van hoornachtige plaatjes. Zoo zag men bij een Fransch soldaat, die by' den overtocht van de Berezina 2 vin«ers verloren had, beginselen van nagels ont.taan. Hetzelfde nam men waarby een marketentster, die 4 vinger, door de koude verloren had. Op esn paar andere anomaliën by den mensch zou ik u nog gaarne wijzen, maar ik z.u te vee! van uw geduld vergen. Daarom liever over deze in myn volgenden. 8. K..

Advertentièn. Parfameriën en Zeepen van RIGAUD &> C . voorhanden bij DE GROOT, KOLFF &, Co. EN thans tegen mindere pryzen dan vroeger VERKKIJGBAAÏL Savon _ 1' ylang ylang 3 stuks in een doos f _.'/a vroeger / 6.— * au Kananga „ „ ___„_. „„ 6.— « Suc de Laitue „ „ „ . „ 3.50 _ _ s.__ « Miranda _ _ 41/ k »» » ■ » „ _/2 -- o.— Üau de Kananga per flacon „3. , 4 — Eau de Toilette 1' ylang ylang „ „ „ _3. s*__ Extraits de Kananga 3 flacons in een doos „9. " 12— » >, I'ylang ylang 3 flacon» in een doos „9. m " 12 — Poudre de riz an Kananga per pakje „ 1.50 "„ 2^50 » » » »1' ylang ylang per doosje - met donsje „2. „ „ 3._ Pommade de I'ylang ylang in een potje „ 2.50 „ 5._ „ au Kananga „ „ „2. 3 _ füilicome a 1 ylang ylang „ „ „ _2. _ 3.— Huile au Kananga per flacon „ 1 50 3. Cosmétique al' ylang ylang per stuk „ 1.50 „ 2.50 Vinaigre de Toilet per flacon _ 1.50 " 2.50 u aux Fleurs d' Orangei va la Mouselin in een doos, 6.— . _ lo.—, n au Bescda H „ ui au Musc ?* Cour de Bussie I„ _ _ 6. „ 10 —■ \> Santal | Ü West End. GDA la Violette » >, » „ 6.- _ . io.__. " Es Bouquet Verdek,: Magnolia, Frangipane, Mil d' Augleterre Patchouly, Mille Fleurs, a la Vanille, Violette, Tubereuse, Béséda," Santal, Bouquet de la Mode Jockey Club, in Flacons van f 2', f 1.75; ƒ1.50; ƒ1.20 en /l. (1835; Toko vau der Wal. Voorhanden: Zeer dikke DAMES-KINDERKOUSEN. (1696; Modemagazijn en Galanteriën R MEIJER Steeds voorhanden Schotsohe Wollen Doeken, Haarnetten, Corsetten, Haaren borsistiikken, Kanten, Kragen en Mouwen, Fluwe.len en Patynen linten. Valencienne kanten en Entredeux, Chignons en Bouleaux. Prachtige bloemen (Guirlandes.) V O O E T s: Goudwerken, l Jap. Porcelein en Lakwerk en fyne Odeurs. (1786)