KOFFIK, gewone | f »».— tot 57.— id. W. I. bereiding, j naar qualiteit geboden ■sUIKER No 14/14,75—op levering, voor speciale nummer ge! < dei- . INDIGO, ƒ8,25.— a ƒ4.40; superieure qual enkele centen hoi u/r . KOEHUIDEN, 1' Soort, ƒ 70, per kodie, | , BUEFEL „ I'Soort, ƒ0,23 per pond, j 'eer T-" RIJST Java 1" Soort, f? 50 —2e soort / 6 voor nonti;n.t:e. KLAPPER OLIE, / 26.— KATJANG OLIE, f 25.— ROTTING le kwal. ƒ 13 a f 10 per picol. | „,,.,_-, 2e „ / 9., 1/ 10 do. do. | .«"•■"••■' Wisselkoers op Holland 6 md. dafo 102 Factorij 101%.
De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- 02-07-1874
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Geen auteursrecht. Er rusten geen rechten meer op dit object.
- Krantentitel
- De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- Datum
- 02-07-1874
- Editie
- Dag
- Uitgever
- De Groot, Kolff & Co
- Plaats van uitgave
- Semarang
- PPN
- 852209738
- Verschijningsperiode
- 1863-1956
- Periode gedigitaliseerd
- 1863-1903 / 1947-1956
- Verspreidingsgebied
- Nederlands-Indië / Indonesië
- Herkomst
- KB C 76
- Nummer
- 151
- Jaargang
- 23
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Handelsberichten. SAMARANG, den 2 Juli 1874.
Scheepsberichten. VERTROKKEN.
Si MARANG, 1 Juli. Ned. Ind. schoener Goan Goan, J. 11. van Bangen, Singapore; Engclache Stoomer Ligislator, Cray, Australië; 2 Juli. Ned. Ind.St.omer Willem Kr. Pr. der Nederlanden, I). de Wilde, Batavia.
Uit Nederland.
Z. M. de Koning-jiroothertog heeft bevorderd: lot grootofficier de orde vau da Eikenkroon jhr Van Echten vnu Holthe, lid van Ged. Staten va i Drente, eu tot officier den heer Thin van Keulen, Nederlandsch consul te Dresden.
— Naar men verneemt, heeft het Z M. den Keizer va I Oostenrijk behaagd, bij besluit van 6 Mci den Nederlandschen kunstschilder David bie» te benoemen tot ridder vau de Frauz-Josepk-orde.
— Het getal inoimigranten naar Paramaribo neemt gedurig toe. Dezer dageu is daar aangekomen het schip Howalt, deu 161 eu Januari van (Jalcutta vertrokken met 459 immigranten (waarvan op de reis 13 zijn overleden). Van deze nieuw aangekomen koelie* zijn echter 85 aan boord afgekeurd, die naar het hospitaal zjju overgebracht.
De Commissie vau geneeskundigen, die, onder voorzitterschap van den agent-genera <.1, op onderscheiden plantages in de oude kolonie, op last van den Gouverneur een oud-erzoek heeft ingesteld naar den gezondheidstoestand der immigranten en hunne geneeskundige behandeling en verpleg'iug, heeft hare Tapporten ingeleveid. Uit deze is gebleken, dat op de meeste plantages de ziekenverzorging alleszins voldoende is en op enkele, waar dit niet bet geval was, zjjn de tekortkomingen van huurders en distiicts-geneesheeren gccjnstateerd De stukken z|jn ter vervolging in nanden van den proc.-geu. gesteld.— — Voor cenigon tijd is te Deventer door de firma Hamer & Cranenburg eene fabriek opgericht, welke tot heden ia ons land eenig iv haar 90ort is, namelijk eene fabriek van Keulsch aardewerk. Reeds heeft zjj ze'r gelukkig geslaagde voortbrengselen geleverd. .— De Nederl. Handelmaatschappij wenscht scheepsgelegenheil te zien aangeboden voor het transport van ongeveer: 26ÜÜ Engelsche tons steenkolen naar Onrust ei. 21 ÜÜ Engelsche tons steenkolen naar Soerabaia. De steenkolen worden ir genomen te Newcastle upon Tyne.
— Aangaande een bötsiDg Tan deschroefstoomboot W. A. Schollen, kapt. Hus, van Kotterdam naar New-York, met den schoener Goldseeker van het eiland Mau, deelt de Times mede, dat de zy lichten van den schoener juist waren ingenomen, omdat de pitteD der lampen gelijk geknipt moesten worden. De botsing had plaat 3 vóórdat zij herplaatst konden worden. De Goldseeker verloor boegspriet, topmast en ra's, en werd door de stoomboot op sleeptouw genomen. Hieruit blijkt, dat de botsing niet de schuld was van het Rotterdamsche schip.
Ridderorden.
De Kamper Courant en het Nieuws van den Dag hebben aanmerking gemaakt, dat by de uitreiking van ridderorden op 12 Mei de dagbladpers is voorbijgegaan (sedert is door de benoeming van een der hoofdredacteuren van de Nieuice Rollerd. Ct. dit verzuim hersteld.) Der Amhttmsche Ct. was die aanmerking niet naar deu zin. Zij acht het niet gepast van een dagbladschrijver, den lof der dagbladpars te verheffen. Zy vergelijkt de Nederlandsche per met de buitenlandsche en dat met ecu weiuig vleiend resultaat; was de vergelijking evenwel al gunstig, dan nog zou er geen reden zijn voor de verlaagde decoratie der? pers, omdat het leven vau den hoofdredacteur en de redacteurs in Nederland niet zoo bijzonder afmattend is. Zij gelooft niet dat er zooveel van de pers afuangt, maar als zij er aau geloofde, zou zij tegen deze bedekte bedreiging van afvalligheid nog des te sterker protesteeren. De ridderorden, die meu begeert, schgaen dus beschouwd te worden als belocning voor bewezen diensten, als nieuwjaars^ of kennisfooi voor den journalist, wiens blad het ijverigst artikeleu geleverd heeft ten dienste der Kegeering of der regeereude partij. De Amh. Ct. komt ook op Legen het betoog van de waarde der ridderorden. VVauueer men de instelling der ridderorden — der burgerlijke ridderorden althans — in beginsel gaat voorstaan en verdedigeu, als nog behoorende tot de instellingen van onzen tyd, als werkelijke, niet als conveutioneele waarde hebbende dingen, dan mag het prolest niet acbterblijveu. Vooral niet, wanneer het betoog en het aanzoek kome.i *an de zijde van constitutioneel en liberale organen. Dat tene serviele pers eu geriefelijke dagbladschrijvers bedelen om eene decoratie en solliciteeien om óók eene ridderorde,, begrijpen wij. Zij hebbeu recht, van hunne patronen, iri wier dienst zy hunne hersenen uitputten eu hunne pennen stomp schrijven, dit extra-loon te bedingen. Maai- van zelfstandige en onafhankelijke bladen begrijpen wy zulke sollicitatiëii niet. Eens gedecoreerde pers, eene pers die zich onder verplichting stelt, die hunkert om een lintje, kruisje of rosetje voor Let knoopsgat harer redacteuren deelachtig te worden, kan en zal niet lang eene zelfstandige en onafhankelijke pers blijven."
Het Vad. zegt, naar aanleiding van dit artikel, dat heit de instelling van ridderorden volstrekt niet onschuldig acht. Nuttig, dit is het blad met de Arnh. Cl. eeus, kan zij in geen enkel opzicht werken, maar schadelijk zeer zeker. Zij kan een nadeeligen iuvloed oefenen, zoowel op de zelfstandigheid van verdienstelijke staatsburgers als op het prestige der Regeéring; zij kan leiden tot plichtverzaking; zij kan verderfelijke eerzucht en ijdelheid in de hand wei ken; zij kan leiden tot het drukken van den stempel van verdienste- op onwaardige personen, en eindelijk, zij kan ten gevolge hebben, dat de natie, door den officieelen stempel misleid haar meest verdienstelijke burgers gaat miskeunen. Het Vad. meent dat niet alleen in Frankrijk de riddorordo een gewoon middel van corruptie is ,maar dat ook hier te lande de nadeelen daarvan duidelijk zijn. Wordt ook hier te lande niet gevleid om eene orde? Beschouwen zelfs talentvolle mannen niet een met ordeleeken3 bezaaide borst als het ideaal van een groot man ? Is bij elke uitdeeling van belang het aantal teleur gestelden niet veel gooier dan het aantal verrasten, en lost de teleurstelling zich niet op in wrevel, die zicli ook in hun werk moet doen gevoelen? De waardeeriug der inderdaad verdienstelijke burgers ka,i men gerust aan hunne medeburgers oveflaten, en daar matigheid bij de uitdeeling onmoi>elijk schijnt, trekken waarlijk verdienstelijke mannen er de schouders voor op. De Ministers, die nu de lijst maakten, zullen de eersten zijn om te erkennen, dat er neg evenveel niet minder verdienstelijke personen zijn, die niet gedecoreerd werden, en dasmu ligt de veroordeeling van het s'.elsel Ah men om den een te onde-'schi iden den ander moet kreDken welk voordeel bereikt men dan? Nu er toch uitgedeeld is, is het rad. er mede ii genomen, dat men ook eens in de journalisten wereld heeft rondgezi^n. Maar waarom nu alleen de bevriende pers bedacht „en de oppositie ofschoon de hoofdstad een zeer verdienstelijk, man zou kunnen aanwezen, voorbijgegaau ?" Dat bewijst alweer het onhoudbare der zaak.
Drukpers in Indië.
De drukpers heeft de eer genoten eener uitvoerige administratieve enquête door geheel Nederlandsen Indië. Hooïe en lage ambtenaren, tot jeugdige .controleurs inkluis, züu gehoord en hebben adviesen moeten uitbrengen over de werking der „koningin der aarde" aan deze zijde van de linie en over de wéuscbelijkheid om haar mia of meer aan banden te loggen in het land, dat gedoemd is tot de min of meer vrijzinnige, min o.' meer absolute autocratie. Of Inlandsche ambtenaren, regenten enz., mede gehoord werden, is mij niet bekend. Do uitgebrachte adviezen moeten zeer uiteenloopeud z.|jn. Vele ambtenaren schynen vaa de vijje uiting der gedachten in nieuwï-pepier n volstrekt geen kwaad te duchten vour de openbare orde. Anderen vinden het toch wel wat bedenkelijk voor de „rustige rust", indien de daden der vertegenwoordigers van, het gezag in het openbaar aan den kaak wolden gesteld en daardoor in opspraak komen bij de Inlanders. Deze heeren schynen te vergeten, dat ook zonder de publiciteit der per?, het gedrag der gezagvoerendtn een doorloopend thema van ie gesprekken der Inlanders is, en dat dus niet h^t bespreken van hun gedrag in de publieke papieren, maar de wijze hoe zij met de Inlanders huishouden gevaarlijk kan word-m. Op onfeilbaarheid kan toch het bestuur voor ziju h gio agenten, geen enkele uitgezonderd, bezwaarlijk nanspraak maken. Onder de menigte uitmuntende ambtenaren, zil er wel hier en daar ecu enkel brekebeen gevonden worden. Een schurfterig schaap wo*dt vaak iv de beste kudde aangetroffen- Nu h liet duidelijk, dat als een ambtenaar verkeerde dingen doet en alieen de inlanders, die er het slachtoffer van z^jn, daarvan notitie nemen, wanneer zy piet in 't openbaar mogen gesignaleerd worden, redres bij tjjds schier onmogelijk wordt en de regeeriug eerst gewaarschuwd zal worde, wanneer de bcm losbreekt en de schuld van den ambtenaar tegelijkeitlijd met de gevolgen aan den dag komt. Laat omgekeerd, een ingetogen eerlijk en loyaal ambtmaar zooveel men wil door de pers aangevallen en belaagd worden, het zal op de inlandsche bevolking oneindig minder iuvloed hebben, dan het bczwalken van eerlijke lieden in een groote Europeesche samcnleviug, Het publiek in Europa kent veelzins den handel en wandel niet van de mannen, die in de couranten mishandeld worden, en daar mag 't woord van Bazilo soms waar wezen: „Calomniez, ealomuiez, il en reste toujours quelque chose." In ludië zün de Inlanders te goed pp de hoogte van het privaat zoowel als van liet openbaar leven vau hun heeren en meesters, rra zich door den eersten den beMen kwaadwilligen correspondent van ecu dagblad om den tuin te laten leiden, en van de gemoedelijke, naïve eerlijkheid van inlanders is veel.ier, dan van een steeds eenigszins kwaadzuigend Europeesch publiek te verwachten, dat zü opjuiste, kwaadaardige aanvallen tegen personen i.aar behooren, dat is als \ui-ien laster, brandmerken en er zich n^et verder aan storen zullen. llio dit zij, de enquête over de drukpers iv Nederlandsch Indië is gevolgd door lai gdurige overwegingen bij de regeéring omtrent de beginselen v_A ei n nieuw drukpersreglement. Ben ik wel ingelicht, dan zou daan mtrerit een groot verschil van meeniug bestaan tusschen deu Raad van Indie en den Gouverneur-Generaal. De Kaal moet het stelsel van vrijheid, behoudens ieders verantwoordelijkheid, voorstaan; doch de Gouverneur-Generaal schijnt de drukpers onder den plak te willen brengen door middel van het steisel van waarschuwingen en het opheffen van elke courant, die zich aan een derde waarschuwing blootstelt, met andere woorden het stelsel, waarvau Napoleon 111 ziek aanvankelijk in Frankrijk bediende, en dat later ook daar moest opgegeven worden. Een ontwerp in dien geest is gereed gemaakt en ter bekrachtiging aan het Opperbest'^ur opgezonden. Welk onthaal het daar te beurt zal vallen, is hier niet te bepa- Isd; maar toch durft, men eenige hoop koesteren, dat de tegenwoordige minister van koloniën der Indische drukpers geuadiger zal wezen dan onzen landvoogd. Het is volkomen waar, de heer Londen heeft volstrekt geen reden om in 't algemeen over de Indische dagbladen tevreden te wezen; maar toch het zou verstandig-ir vaa hem zijn indien aij zich over hun geschrijf heenzette, zooals zijn voorganger, eu niet aan zijn misnoegen lucht gaf. Voor Indische landvoogden mag het voorbeeld van Mazarin ter behartigiug worden aanbevolen. De sohier almachtige regent van Frankrijk werd een tijd lang door puntdichters en rijmelaars oubarmhartig uitgekleed. Zijn omgeving was, daarover iv hooge mate gebolgen, en spoorde hem dringend aan om die lieden in de Bastille té laten opsluiten. Mazarin vroeg daarop bedaard of do belastingen nauwkeurig betaald weiden en, op het bevestigend antwoord, antwoordde hij :
I!s paknl, qu'Us chantent. Heizelfde denlibeeld scheen de tuiuister van de Putte toegedaan te zynp'soêß>nij, onSahgs in du Eerste Kauir bt'sr >Tiud. wordende met, eischen tejjjen da Indische drukpers, verdraag aamlieid pr, dikte, en met sussende bonl.om—ie de bejaarde senatoren in Nede'laud b-iuidie, dat da menschen iv iidie toch o>k het geno: moesten hebben iets te mogen zeggen en schrijven. Inderdaad, de miuister had gelijk. Nu men eenmaal op dat genot verzot is geraakt en de i xojntriciceiten der heeren redacteuts meer en meer hare natuurlijke straf by ons pubiek onderdaan, zou het zeer verkeerd wezen van stelsel te veranderen, en het ras der ladiiche drukpersmartelaars te vermeerderen. (T. N. I.) Batavia, 28* Maait 1874. J. G.