AANGEKOMEN:
SAMARANG, 91 November Engelsche bark: Snny Eegion, A. Kenny, New-York; 22 November Ned. Ind. Prauw Toop, Makaiaoot, Grissee; Ned. Ind. Pranw Toop Malisa, Malook, Soerabaia; Ned. Ind. Stoomer: W. Cores de Vrie», G. Zuiderhoudt, Batavia. VERTROKKEN: SAMARANG, 22 November Ned. Ind. Stoomer: Baron Bentinck, D. Bui», Batavia; 23 November Ned. Ind. Stoomer: W. Core» de Vries, G. Zuiderhoudt, Soerabaia.
"Scheepsberichten.". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1874/11/23 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 15-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010298076:mpeg21:p002
"De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1874/11/23 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 15-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010298076:mpeg21:p002
Per Ned. Ind. Stoomer: W. Cores de Vries, kapt. G. Zuiderhoult, van Batavia: de Hr. Machielsen, Echtg. en 2 land, tweu Hr. Andre-is, Vastinar, Thomas en Varlot, Zr. Ms. Troepen en Bannelingen, Inlanders en Chineeien.
"Aangekomen Passagiers te Samarang.". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1874/11/23 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 15-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010298076:mpeg21:p002
Naar NEDERLAND, met het Ned. schip 't Gravenhage, de heeren van Weelderen en fam., Deibert en fam, Malga en fam., Reincke en fam , mevr. de Vogel, jutfr. Berghuis en 1- gepasp. militairen.
"Vertrokken Passagiers van Batavia.". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1874/11/23 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 15-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010298076:mpeg21:p002
Te Batavia is op het Militair Liefhebberij- tooneel een voorstelling gegeven ten bate van een Europeesch fuselier. Htj heet van der Horst, behoort tot het 9e bataillon in-; fanterie, en hem werdei", even als den Luit. Comfarius, j beide oogen uitgeschoten. Zou men te Samara iq, Solo en j elders voor dien diep or gelukkige ook niet iets willen doen? Als de zekerheid gegeven werd dat de gelden goed baheerd zouden worden, zou men wel wat geld bijeen krijgen. — Te Soerabaia heeft men voor de nieuwe Jongenschool in de woning van wjjlen den Hr. Wittich een geschikt locaal gevonden. In de eerste dagen der volgende maand misschien reeds wordt de school geopend. Fjink zet men daar de zaak door. — Een employé vaa een handelskantoor te Batavia miste herhaaldelijk _eld u:t zjjn trommel. Daar sprak hjj den schout over, en die ried ham aan, om de nummers en letters van de bankbiljetten op te teekenen, en dan dadelijk als h'j op 't kantoor terugkwam den trommel eens na te kijken. Dat werd gedaan, en zeer kort daarna waren er weer tien biljetten van f 10 elk, verdwenen. Toen werd de sohout geroeper; deze kwam op 't kantoor, ging naar een oppasser van de firma, trok hem den hoofddoek af, en daar kwamen de biljetten voor dea dag. Verbeeld u zoon schout, zonder aanzien des persoons overal op Java aan 't werk! — In de keuken, van den Assistent-Kesident van Sragen is brand ontstaan, juist toBu 't avondeten klaargemaakt werd. E-n flinke regenbui echter viel neer, en de vlammen werden gebluscht. — In de kampong Djagallan (Solo) heeft de bliksem een buffel doodgeslagen. — Da County of Forfar . is met een gedeelte van hat groote Ijzeren dok, dat voor ■ Batavia bastemd is aangekomen. — Te Amoenthai is een j loods met genie-materialen verbrand. — Te Solo ne+.ft -t verleden Woensdag het vuur restig huizen van kampong j Slompiettan vernield. Ora 12 uur *s middags brak de brand * uit, het woei vrij hacd, en tot overmaat van ramp vatten j 20 blikken petroleum vuur. De schade zal wel een f ?51.00 bedrageD. — Ean getrouwd paar in de dessa R., residentie Djokdja, heeft vee! opspraak verwekt. Toen de man op een avond van zjjn werk tehuis kwam, vertelde z(jn vrouw hem, dat hun kind zeer ondeugend en brutaal was geweest. De vader werd driftig, wierp ean scherpe arit naar den kleinen deugniet, maar trof daarmae de moeder, De blessuur is echter tiet heel trg. — Te Buitenzorg werd Generaal de Neve een serenade gebracht, omdat hij een decoratie gekregen had! Gelijktijdig ward een Chinees vermoord; toen liet de tongtong zich hooreD, en een groot gedaelte van het prachtige der se~enade was weg. Zau men niet wat zuiniger met ovaties kunnen worden ? —■ Te < Batavia zal een jepensionneerd sergeant eerstdaags een heu- j sche komeneis- en kruidenierswinkel opzetten, waar men , ham, tong, rookvleeech, boter, kaas, enz. brj kleine Hoeveel- i heden kan koopen voor weinig geld. Met het oo^ op den J armoedigen toestand van veel landsdienaren in het zooge- ; noemd weelderige Insuliode is de oprichting van zoon j winkel een uitkomst te heeten: ze zullen zich te Batavia nu \ eens per maand wellicht het genot van een schijfje ham of een j kluitje boter kunnen veroorloven. — De Indiër vertelt ) van het rijstland Kandanghauer. Het heeft ongeveer 50000 • ingezetenen, en die lijden gsen gebrek. — De Kegeering ] wil te Batavia nog twee lagere scholen oprichter); een zou | er voor meisjes rijn, en in de Willemslaan komen.— Van j een generalen staf sc'rgnt nog niets aanstaande. „Des') kundigen zgn van meening dat de organisatie onvolledig | en gebrekkig zou zjjn, en op vele plaatsten gebrek aan ie noodige kennis van Indië zou verraden," zegt het Bat. H. B. Een fraai compliment voor de Regeering!— Ben Javaan heeft vereohillenie koeien en karbouwen van de Djokdjasche indigo- onderneming W. vergiftigd, en ze vervolgeus voor een prijsje gekocht, om ze aan een slager, die met hem beulde, weer over te doen. t' Heeft lang geduurd, eer z(jn 6chelmei(jen ontdekt werden. Menige vergiftigde koe is reeds smakelgkdoor de bevolking verorberd. — De Singapore lag voor Gighen ten anke;, toen een inlandsche vrouw die kleeran wilde wasschen in de zee, overboord sloeg en iv 't water viel. Men wierp haar—de lezer denke niet aan een ironk! — een stoel toe, maar dat hielp niets, en daarop sprong de le Machinist, een Engelschman, te water, en ofschoon 't vrij donker was, redde hij de 1 drenkeling. Eere den Hr. Lawson! — De wijkmeester van j kampong Menjan_,an in Batavia heeft een gedeserteerd ia- ! landsch soldaat van het 10e Bat. opgepakt.—ln Djokdja wordt neg al vee gestolen. Oo k Boedhabeelden worden verdonkermaand. De Rasident doet streng onderzoek.— ' mWÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊIÊÊÊÊÊÊÊÊmWÊÊÊlm9KtB
"Gemengde Indische berichten.". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1874/11/23 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 15-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010298076:mpeg21:p002
Het ideaal van vula Fransche journalisten is eenmaal eene hooge sta.t betrekking te krijgen. Dit is ook het ideaal van Emih dj Girardin, doch hij zou alleen tevreden z.n mot enj plaats in hat ministerie. „Ls grand! Emile," zooals da spotvogels dar Boulevards hem nosmeß, j is de oprichter van „La Presse" en de eigenaar van „La j Liberté." H$ drargt een langen haarlok over zija voorhoofd, gelijk Napoleon de Groote, en evenals zekere dansmeester in de vorige eeuw zeide: „deze eeuw telt drie groote mannen, Voltaire, Frederik de Groote en mij," zoo zou De Gimdin gaarne zeggen.- „twae mannen zga de roem dezer eeuw: ik en Napoleon." Hg is nu reeds over de zaventig, en heeft de gebeurtenissen, die hij beleefde, altijd bekeken door zijn helderen bril, die ham eens echter allerlei dwaallichten deed zien, zoodat hij zgn volk trachtte te leiden op het veld van de ijdele staatkutdige theoriën, van financieele poelen en diplomatieke moerassen. Op een leeftijd, waarop de meeste jongens nog ter school gaan, had De Girardin reeds een roman geschreven; voordat hjj zich geschoren had, riep hg reeds eene bankvereeniging in het leven; toen hg vgf èa twintig jaar oud was richtte hij een dagblad op. wahraan hg, oprecht genoeg, den naam gaf van Le Voleur, etn dat hij de beste artikelen uit andere journalen stal; een half jaar later had hem dit blad reeds drie civiele processen op den hals gehaald, benevens één crimineel proces en twee duels. Doch De Girardin won zijn civiele processen, werd vrijgesproken van de majesteit-schennis, die hem ten laste gelegd was, en won zijne twee duels. Daarna toog hg met frisschen moed aaa het woik, opende een nieuw, sclitterend tijdperk voor de journalistiek, door in zgn blad eene serie van novellen en romans te combineeren met politieke artikelen, en dit mengelmoes een hal ven stuiver goedkooper te geven, dan de overige bladen kostten. Het groote denkbeeld van het roman-fjuille'ou schonk De Girardin een gevestigden naam op het gebied der journalistiek. Alle overige bladen, zelfs de ernstige Debat» (die hun debiet verdrievoudigden dt-or de opname van Sue's Mystère» de Pari»), gevoelden zich verplicht, hunne politieke bsschouwiugen af te wisselen met romans van langen adtm. De Preste die de eerste proef van het rcman-feuilleton genomen had, bracht zga eigenaar eene zuivere wintt van ƒ120,000 in het jaar op. Hierop trouwde De Girardin met de schoone Delphine Gay, sedert op letterkundig gebied bekend als Vicomte de Launag en schoot ia 1836 Armaad Carrel, het hoofd der republikeinsche journalisten, in eea duel dood. leder cabinet. dat niet wilde luisteren naar zijne raadgevingen, voorspelde hjj den ondergang, en telkenmale werd bg gedoodverfd als lid van het toekomstige cabinet. M» zfjn tgd zoo goed besteed te hebben zou De Girardin ten volle recht gehad hebben, zjjn ve'dere levensdagen rustig 1 te gaan doorbrengen in zgn prachtig hotel in de Ghampt ' Elyséet, naast dat van de ex-kouinnin Isabella van Spanje, doch Emile is een van die mannen, die niet tegen de stilte kunnen, en hg schept er nog ht.itn, evenals altgd, groot i vermaak in on advies te geven aan staatslieden, zonder ' hiertoe uitgeioodi^d te zijn. Men heeft hem ook wel eens genoemd le taint tacremenl, het laatste olies: 1, omdat men opgemerkt heeft, dat de regeerin -en hem dan alleen raadplegen, wanneer hun toestand bedenkelijk wordt en hun einde nabij is. Den 23-;tan Februari 1848 zag men hem naar de Tuilerieën ijlen om Louis Philippa aan te raddn, dat h(j abdiceeran zou, — juist toen het even te laat was. i Hg werd door Napoleon 111 geraadpleegd in 1870; door de keizerin-regentes na Sedan; door Thiers op den avond var. den 24sten Mei; doch het is hem nooit gelukt eenig vorst of premier te overtuigen, dat hij een bruikbaar man zou zjjn voor het cabinet. Hierdoor heeft hjj iets gevaeligs en lichtgeraakts in zgn toon, en doet hij zich onwillekeurig, voor als een miskend genie. Hij heeft bepaald meer gericht gemaakt in de were'd, dan twaalf andere ' dagbladschrjjvers te zamen, want er is geen enkel politiek geloofsartikel, dat hg niet voorgestaan en weer prjjs gegeven heeft. In dit opzicht is hjj een merkwaa-dig en sterksprekend voorbeeld van buigzaamheid voor het na hem komend geslacht van dagbladschrjjvers. Ook in andere opzichten heeft hjj een goed voorbaeld gegeven, want hö is de baanbreker gewe:st op het gebiod vaa die hoofdartikels, die nu classük geworden zijn, geschrevm in eea stuipaebtigen stijl, in kerte paragrafen en halve regels. Er is niet veel kunst en moeite voor noodig om zulke artikelen te schrijven, en Da Girardio, dia zich nooit verwaarlied heeft, da jaarboeken van eenige audere natie dan de Fransche te bastudeeren, is een maester in de kunst om . allerlei brokstukken van historische geleerdheid door elkan- i der te smgten, die hy bijeenverzameld heeft, door eene van den hak op den tek springende lectuur. In 1848 toen j hij zich met hart en ziel wi :rp op de verdediging van I Louis Napoleon's candidatuur voor het Presidentschap, onthaalde hg de lezers van de Preste eiken avond op eenige artikelen van dan navolgenden of dergeljjken inhoud Gewoonlijk stonden er vier zoodanige artikelen in een nummer, en men moet er bij in he' oog houden, dat el f. der zinnen, hier afgebroken door streepjes, een afzonderlijken, groot gedrukten regel vormde en dat er tusschen eiken zin oene behoorlijke hoeveelheid wit gelaten was: „L'Empire c'ett la Taixi Het keizerrijk is da v/ede. — Vrede is het keizerrijk. — Zorder Keiterrijk geen vrede. — Waarom is het keizerrijk de vreda?—Omdat het gesteund wordt door bajonetten. — Waarom zgn da bajonetten steupilaren van den vreda ? — Omdat zg den vreemdeling bang maken. — ledere na. tic heeft haar providentieel rrau. — Engeland zjjn Pitt; Frankrijk z|jn Napoleon. — Waarom was Pitt sterk ? — Omdat hij Kngelaad vrijzinnig regeerde. — Waarom was Engeland vrij ? — Omdat het geregeerd werd door Pitt. — Er was een koning, —Nebukadnezar. — Eja koning van Babyion en Ninivé.— Waarom k^n de Fransche natie vaigeleken worden brj Nebukadnezar ? — Omdat de koning van Babyion zgn verstand had verloren en veroordeeld nas om zeven jaren lang gra3 te eten met de dieren van het veld. — Zal Frankrijk ooit weiden met da diaren van het veld? — Ja, en het zal herkauwen. — Het herkauwstl van spijt en vernedering. — Waaneer en waarom ? — Frankrijk zal zeven jaren weiden met de domme volken der wereli. — En veracht worden. — Ea bespot. — f n uitgelachen. — En het zal dit lot verdienen. — Indien bet niet verkiest Louis Napoleon." Der-e soort van Btijl zou in de Timet of in de Indepen ' dance of andere bladen van Europa niet veel toejuiching vinden, doch het Parijsche publiek had er behagen in, wanneer het zoodanige artikels las, voor het diner met een ; glaasje bitter voor _;ch. Tot heden toe wijzen de Franechen '. met eene soort van nationalen trots op de heldendrden . door den grooten Emile OP het gebied der journalistiek : verricht, en op het Kroot aantal van _ijne leerlingen en hun ! glansrijk succes. Nooit, zeggen zjj, kan de ster van zijn roem ten ondergaan. En toch zal Da Girardin niet zoozeer \ in de herinnering blijven leven om zgn fraaien stijl, als wel om de goedhartige manier, waarop hij steeds jonge letterkundigen ondersteund heeft in hunne worstelingen om ' eene positie in de wereld. Zelf een avonturier — het woord is geen scheldnaam; in zgne autobiografie geeft hij zich j zelven dien naam met welgevallen en trots — heeft hij ncoit eene gelegenheid voorbij laten gaan om een jeugdig talent aan te moedigen en te hulpen. Zgne voornaamste medewerkers zgn altgd jonge menseben geweest. De zoodanigen had hg gaarne cm zich heen, en iedereen, hoe ,' haveloos ook van kleeding, hoe exoentriek, hoe verlaten ' ook in do wereld, koa er zeker van wezen, dat zQn wensch . om geplaatst te worden vervuld zou worden, indien hg de proef behoorlijk doorstond, waaraan De Girardin hem onderwierp, ten einde zich op de hoogte te stellen van de meerdere of mindere scherpzinnigheid des vrage.s. . Een van dia proeven — eene proef, waarmede de groote Emile bijzonder veel ophad — bestond hierin, dat h|J tot [ den sollicitant zeide: „Kom morgen te zes ure bg mij." ; Kwam hij te zss ure des namiddags, dan was zjjn kans verkekeD, doch was hij scliraadar genoeg om te begrijpen,; dat zuli een verheven personage, als dase schrijver, lege- '. lgk met do kippen gereed en gekleed moest zgn, dan lach- \ te de groote man hem vriendelijk toe en zeide: „Goed zoo, ■ blgf hier, en ontbijt mot mg.''
"De helden der Fransche dagbladpers. II. EMILE DE GIRARDIN.". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1874/11/23 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 15-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010298076:mpeg21:p002
11. Op het eiland Bali, waar het Hindoeïsme de diepste wortels heef*: geschoten, en waar men met recht verwachten zou een gtkeel anderen poütieken toestand te zullen aantreffen, worden nog dezelfdo staminstelliagen teruggevonden. De heer P. L. van Bloemen Waanders zegt in zjjn „Aanteekeningcn omtrent de zeden en gebruiken der Üaiineezen inzonderheid van Boele'teng." voorkomende in het Tijdschrift voor Lid. Taal-, Laad- en Volkenkunde 1858: „Zooals ik boven reeds nut een paar woorden aantoonde, is de inrichtiug van bet Boe é éngsch bestuur wellicht ééuig in hare soort, ca valt het uiterst moeielijk eene verklaring daarvan te geven. „Evenmir als er een geregelde indeeling van het rijk in tegentechappen of districten gevonden wordt, evenzcorain bestaat hier een geordend dorpsbestuu'*. Immers, htt zijn niet de dessa's of gezamenlijke inwoners daaraan, wel ke zich een hoofd klazen, doch de afzonderlijke onderdanen. „De weiniga eensgezindheid, die tusschen de dorpsbewoners bestaat, doet telkens den band verbreken, zoo noodzak, lijk cm orde en rust te bewarerj. „Twintig, ja zelfi vijftien huisgezinnen eener dessa scheuren zich, om eene nietigheid van het overig gedeelte l los, en stellen zich onder da bavelen van een loenggawa, j wiens woning wellicht uien ver van de hunne verwijderd is. „Zjlfs bij verhuizing naar éane andeie dessa zijn ze niet! verplicht zich aan het gezag van den Pêmbêkêl, alwaar zij I hun nkuw verblgf vestigen, te onderwerpen." | En \erder:
„Nad__ual _ü, zooals wij hieiboven zagen, het £,ebew oafoa kan, dat in één en d~ze!fd' Jesea zelfs tot tian Pos"?- De was het gezag uttoefsnen." j |W Ea later: . I Wt „Bebouwde gronden en weilanden zgn individueel W 'vond dnm. Da eigendom van gronden wordt verkiegen door e" W nii occupatie, aankocp, erfenis ca schenking. Bij ieders' ochte panding, verkoop of overdracht vaa een erf, woning"' Porte wah en tagalvelden vt ordt een bewijs van wege den '' ïoem uitgereikt. **4 ■ „De eigenaar heeft het recht om naar willekeur ° vrian zgne gronden te bescaikken. , *ii ( „Ook zijn vele alang-alangvelden particulier eige-°' tt'tge geworden. . '»a „Niemand heeft het recht bosch of onbebouwde gW — te ontginnen, dan wel in bezit te nemen zonder verlof inget dan vorst of den sêlaban, die van wege dea vorst d»*" — de bevoegdheid heeft gekregen. .1 ■— „Zonder gewichtige en overwegende redenen wordt ' porti vergunning nooit geweigerd. . •— „Eenmaal van dien grord bezit genomen hebbende,!1' — die onverdeelde eigendom van den ontginner." — In Zuid-Celebes, waar de vorsten en adellijken ken-B' (Wil van Hinloe-polyneesischen oorsprong zijn, in tegenstel" _ van het volk, dat van zuiver poiyaeesisch ras is, baho-" _ de woeste gronden aan den staat. — De vorsten hebben als privaat-pe-sonen grondeige&d' — men, en in hun qualitèit van regeerende vorsten ben' — zg kroondameinen, dia in een stuk over Taneite en B& *cv« voorkomende in hot Tijdschrift voor Ind. Taal-, Land* «. Volkenkunde door den heer J. Bakker» „ornamentsveli* worden genoemd. Dj schrijver zegt in dat Btuk : 'On „Sterft een grondbezitter zonder bakende nabests»0* achter te laten, dan komen zijne velden of andere gro»*. üe ten voordeele van den regeerenden vorst of de vorstea, <•■ wie dan ook da opbrengsten worden genoten. „Dergelijke velden behooren, volgens gebruik, r.ccb i exp de ornamentsvelden, noch tot het persoonlijk eigende» 1 keiden vorst, maar worden bewerkt door hem of haar, cien vorstelijk gezag in handen heeft, zoodat zoodanige vnM tot door den vorst niet mogen verkocht of aan anderea ' geschenke gegeven worden. Fc» „Mag men geloof hechten aan hetgeen mg' dienaang*1 oo_ de zoowel in Tanette als in Barroe is medegedeeld * 5 zoude van zoodanige velden en gronden aanteekening eit_ een af-onderljjk register gehouden, en zoo zich later ds»r' tilt rechthebbenden voordoen mochten, die velden en gTOü" .cc aan hen teruggegeven worden." w-s In zgne nota betreffende het particulier landbezit ' lijk Celebes (*) zegt diezelfde schrijver, dat babouwde gron* immer individueel bezeten worden, en slechts de on"" 'ït tonueu terreinen, weidepaatatn, bazaats en begraafp'^ ''t .en gemeenschappelijk eigendom zgo. *i' Wel vermag de eigenaar alleen zgn grond verpand' maar die transactie staat volkomen gelijk met verkoop* 4e> want veelal worden daarop zulke hooge sommen beleend, <> *« die nimmer, althans hoogst zelden, kunnen worden afgel-* He Gemeentegionden, zooals die op Java en wellicht nog" 'o a-. dere plaatsen v orden aangetroffen, bestaan, kan -*' zeggen, op geheel Celtbe» noch in de gouvernements, n"' *■* in de VorstenlandeD, met uitzondering vaa de hiervoi* la bedoelde. E< Ook in M-leische landen ter Sumatra'» Weskust behoor* alle onbebouwde gronden, welke nooit ontgonnen zijn Vi 'k weast, aau de negri, binnen welker bepaalde grenzen * gelegen zgn. Zij zijn ter beschikking van al de ingezeten* «1 der negri, onverschillig van welke soekoe zg zijn, " *' kunnen door hen in cultuur worden gebracht met me»' '< weten van de gezamenlijke panghoelce's, die, als ve**tege' woordigers van de negri, het recht van uitgifte (oel*'s ' hebben (*J. 1 Die vergunning «trekt allcó- als middel om later, ** , noodig, zijn eigendomsrecht op den gecultiveerden gro" t tegenover aanmatigingen van anderen te doen gelden. Ia het Bantamsche leefde in het begin der 16e ce» v een stam, aan het hoofd waaTvan, volgens de volksove' leveringen, een zekere Poeljoek Oernon stond (f) J De woeste gronden binnen het gebied van dien st'? ' konden dcor de leden ontgonnen worden met voorkant' van het hoofd. ' Bebouwde gronden werden toan evenals thans nog '' c dividueel bezeten. Slechts één akker werd hierva.i uitgezonderd; deze h' hoorde aan de gemeente en werd ook gemeensehappeH) I bewerkt. Op dezen grond, hoema serang of tesérangan f naamd, werd de rijst geteeld, benoodigd voor de jaarltr sche feesten. _ . Men beweert, dat het stambestuur eenmaal gevestig was te Banten girang; deze bewering is niet onwaarschi""' lijk, aangezien in de nabghcid de tegenwoordige hoof-1' plaats
"Lets betreffende den oorsprong van het Cmmunaal landbezit op Java.". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1874/11/23 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 15-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010298076:mpeg21:p002
— Een vriend, die met een der laatste mailbooten van verlof uir, Holland terugkwam, vertelde mij dezer dagen daar* van een staaltje. Die brave jongen dat weet ik, heeft sedert vele jaren aan twee tantes en twee ongehuwde zusters, wier jours de féie sont pastei, zoo rijkelgk gedelegeerd dat hij het viertal eerbiedwaardige dames bg elkander inwonende, in onafhankalijken toestand, fatsoenlijk levende aantrof. Bjjna alles wat zg hebben, zgn zg hei» verschuldigd, waarom hjj er dan ook alleihartelgkst weï* O&tvangen en gekoesterd. De logé vloog echter gauw weg en ging pierewaaien foor Europa. De laatste week vóór zijn vertrek naar Indie '•Beft h^j er wee» gelogeerd en op den plechtigen laatsten •■■ond, toen men uitgepraat was en mgn vriend vroeg of -f niets meer te bedisselen viel, want dat hg den anderen ochtend vroeg weg moest kwam tante Neel.je, die de Portefeuille van fiuanciën hield, daarmede aanzetten, en "Ofmde een sommetje, dat ze nog van hem te ontvangen *-»4 voor wasch-, naai-, en maatlcor. „Very welt", zei mgn Tiend. En tante Geertje, zoo vertelde mijn vriend verder, •*i, dat mgn goed er nog nooit zoo in de puntjes had u'tgezien. „Ik wil 't best gelooven, tantelief 1 en ben er •Un ook hoogst dankbaar voor." — „Theo! je htbt in die lange kist tien potten met •■-gemaakte vruchten en ingelegde —• „Nu hebben jelui toch te veel moeite gedaan. — „De kersen heb ik betaald/ 5, de abrikozen / 5, de Perziken — Och, tante, zeg u maar hoeveel 't zamen is. — „Zamen zgn de vruchten f 10." — „Nu, ik moet zeggen dat hot allerliefst van u is. (Wil betalen). — „Nu is er nog voo: suiker en brandewijn.." — „Hoeveel zamen?" — „Ja, met een en ander f 8.34." — „Mooi! Zijn we er nu?" — „Daar staan nog f 4 voor azgn, voor kruidnagelea teven stuivers, voor — „Hoeveel zamen, tante?" — „Maar, Theo, je laat me nojit uitpraten; ik heb a11e5.... —* „Is er dan nog meer? Zeg u dan in eens de heele torn maar." — „Ja, Tho, we moeaten tooh Koulsche potten hebbau; 4ie kosten.... — „Soeda tante!" ■— „En we hadden zoon pan niet; daar moet je een "Xpresse pan voor hebbeu om die suiker en azgn le koken, en hout — en touw.... — „Mijn hemel, heb ja hout en touw er ook in geconfgt?" — „Och, die Theo! Hoe kan ja van avond nog gekheid •Haken, als we allen zoo bedroefd zga ; jelui mannen bent °ek zóó dom! Nu met het kaneel en nog" Zenuwachtig geworden (vervolgde mgn vriend) vroeg ik '•odelijk, op wat te luiden toon misschien: „Hoeveel is *Uea, te zamen? Ja en lang heb ik ja bewezen dat ik ep faen stuiver of gulden zie, maar dat hout en kaneel en ,onw, ik moet het je maar zeggen, dat vind ik belache- Mjk en het grieft me! Hoeveel is alles in eens?" Ach lieve hemel, c'etait pus fort que moi! Ik had de 'rae zielen verschrikt; de eene na de ander begon te hui'te, ik ging naar mijn kamer en zoo eindigde deze ge"•ehtine avond. t' Was reeds laat, toen mijne aime zus Truitje aan mijn •W klopte en met roode oogen vroeg of ik nog boos **'■ en dat ik 's anderen ochtends toch maar in vrede en '•efde moest afscheid temen, want zij bleven achter en ie '"uden het nooit kunnen vergeten. ' Iv dit nachtelijk uur bood zg mij nochtans de noodlottige voorschotten-rekening aan, omdat het morgen zoo vroeg 'kg was, en dan hoefde men niet meer aan die akelige geldzaken te denken. , — „Hier is 't geld: Trui! ga nu maar gerust slapen, 'k ben niet meer boos." Des anderen ochtends voor dag en dauw waren de vier 'loven met de meid reeds in de weer. Toen ik beneden »wam stond een keurig ontbijt op mg te wachten, en mjjn 'Wsgoed klaar vooi de vigilante, die weldra voorkwam. Truitje zou mg naar het spoor brengen, omdat z(j de jte*kste zenuwen had, en zij daarna met die vigilante nog , °°4«thappen wou doen. Toen ik hij het heengaan het bittere verdriet dezer vier 'Wakke dames, alsmede haar innige liefde voor mtj zag, ■•rak mg 't hart, dat ik die teedere zielen dts avonds te 'oren zoo had ontroerd. AUes was vergeven. De schrille stoomfluit nit de verte *eed ons ineen krimpen leder onzer dacht toen: „Voort Uatst!" «Voor 't laatstl" — O hoe oneindig smartelijk zijn deze *°orden! Zij klinken als het suizen van den nachtwind *Qor het dennen,-,oud. Van die laatste, door suikken telkens onderbraken klanei en woorden, herinner ik mtj niets meer dan die van Unte Neeltje, die nog eens naar het portier sukkelde. ■— Och, Theo! met al die narigheid hebben we nog *»t vergeten". — „Wat, Tante? *— „Vier en veertig centen voor de blazen . . .." —- „Voor de blazen, tante ?" — „Ja, varkensblazen op de potten! Geef het geld ""d.rweg mear aan Trui 1" (Soer. Hbl.)
"Gemengde Berichten.". "De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad". Semarang, 1874/11/23 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 15-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010298076:mpeg21:p002