?öieuw kunststuk van »reörganisadoor minister Gremer aan de fasteld, ditmaal van het
De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- 10-03-1900
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- Datum
- 10-03-1900
- Editie
- Dag
- Uitgever
- De Groot, Kolff & Co
- Plaats van uitgave
- Semarang
- PPN
- 852209738
- Verschijningsperiode
- 1863-1956
- Periode gedigitaliseerd
- 1863-1903 / 1947-1956
- Verspreidingsgebied
- Nederlands-Indië / Indonesië
- Herkomst
- KB C 76
- Nummer
- 57
- Jaargang
- 71
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Van Dag tot Dag.
Indische Rechtswezen.
|?*g »reörganisatie", maar evenals Nï dus noemde voor bet Binn. r 1" is het weer niets anders dan Stje geknutsel, met het sterk op r°fgrond tredende doel om, zon« r*Waar voor de schatkist ja met ra klein winstje, eenige der hoor*Chterlijke ambtenaren nog wat [te bezoldigen, een ontwerp dus, den hoofdzakelijk voor zijn Wrs zorgenden raadsb.ear Mr. 7^ (die het gedurende zijn verlof ?lapt) als den vriend der rijken, 16r Gremer, waardig, i Wntessence dezer zich noemen" 'e<"vorming" is:
De hooging van de traktementen
!^en van het Hoog Gerechtshof, 'öten, leden en officieren der 1 van Justitie op Java.
«"■-adsbeeren en raads-presiden- tot heden een aanvaDgs- van f 1000, met twee driejaar !*• verhoogingen van f 200; zij zulkrijgen een terstond ingaand f^ent van f 1400. Da justbieraad* padden f6OO (Batavia f 700); zij
L^ een aanvangS'-trak'ement van v «"net twee driejaarlijkscba verleen van f 50, dus maximum f 900. Reieren v. justitie bij de Raden f1* f 800 (Batavia f 1000), krijgen 31900, maximum f 1000. Pee afzonderlijke verhoogingen, 5 Van den advokaat -genaraal bij het .^ van het grilhers-persoueel, welke * slechts een noodzakelijk uitvloeien het verlies hunner emolumea- I* ik met stilzwijgen voorbij. Des * kern is, dat de hoogste traktes vorden verhoogd en de laagste
j «af2so voor gegradueerde ambl^l) onveranderd blijven. Lr'Ueeoe niet dat ik overdrijf door Wn dat traktements-verbetoring L°°gere rangen het bjjna uitsluiü doel is dezer ontwerpen. Dit toch I ka duidelijk te wanneer men na» l *W eigenlijk als zakelijk* hervormd t voorgewend en in hoeverre l?8 voorgestelde maatregelen aan L^noogmerk beantwoorden. C officieel voorgewende doel is Cr D 8 er rev'sie van veroordee- L'^draadsvonnissen; ij, *«ting der raden van justitie van maar tijdroovende en bui\ houding kostbare zaken. bedenke wel, dat aan deze ver- sinds tal van jaren dringend \'[e bestaat. Ijm hoofdfout in de tegenwoordige van landraads-vonnissen is, dat iT*1* veroordeeling door den land\kp Persoonlijk en nauwgezet verhoor klaagde, getuigen, overtuigisgs rijfi lokaal onderzoek, het Hoog CJ^hof in laatste instantie over klJjje zaak beslist enkel op de over►^e «fufc&en, het proces*verbaal kb rechtzitting en soms een memorie d, van den hootddjaksa hetzij van }ueklnagde, d i. diens verdediger M, er een heeft. Geen persoonlijke •W*en dus omtrent beklaagde of de Aardigheid der getuigen, geen
scherpzinnig verhoor, louter tbéDrethisch onderzoek van een proces-verbaal of van een geschreven verdediging, zoo geheel iets anders dus dan de Nadarlandsche rechtspleging in appèl, waar de beklaagde zelf yerscaijut, oude zoowel als niauwe getuigen nogmaals worden gedagvaard, verdediger en beklaagde persoonlijk met meer nadruk kuanea wijzen op hetgeen buns inziens de eerste rechter verzuimde of onjuist inzag. Daar geeft het hooger beroep inderdaad waarborg voor beter recht, bier is het slechts de schijnvertoouing van te voldoen aan moderne eischen (hoogere instantie) voor deugdelijke rechtspraak, maar die integendeel tegenover den onontwikkelden inlander die rechtspraak op losse schroeven zet door elkaar tegenspr kende beslissingen, en hoegenaamd geen waarborg geeft, eerder het tegendeel, dat bet vonnis van den hoogeren rechter juister zal zijn dan dat van den lageren. Had de minister dus inderdaad de loffelijke bedoeling om dezen misstand uit den weg teruimen, dan zou bij de revisie van landraads-vonnissen moeten overbrengen op een college, dat niet op de stukkon oordeelt maar evenals in Nederland op nieuw de zaak tegenover b;k!aaa;de en getuigen onderzoekt, bij voorbaeld een omgaande revi» sie-rechtbank van drie led n, intestel» len in bet ressort van iederen raad van justitie, zicb met niets anders bazig houdende dan met revisie van landraadsvonnissen (des noods voor minder betee^enende zaken aftescbafen), en door bare verplaatsbaarheid tegemoet komende aan het Indisch bezwaar der te groote afstanden en armoede (d. i. onmisbaarheid voor onderhoud van 't ge. zin) der getuigen. In de plaats diar« van brengt het tweemanschap Winc^el- Gremer de revisie over van het Hof op de Raden v. Justitie, die evenmin beklaagde en getuigen voo r zich zullen doen verschijnen en evenals te voren beslissen louter op de stukken. Geen zweem van pogen dus om bet vooze hooger beroep voor den inlander werkelijk te verbeteren, maar alleen een handige combiaatie om een Kamer vaa het Hoog Gerechtshof le kunnen afschaffen en daaruit, benevens uit bet annexeeren der griffiers-leges voor de schatkist, het geld te vinden om de overige raadsheeren (onder voorwendsel dat een miandeUjksch traktement van f 1000
f 1400 hen niet voldoende geschikt zou maken voor hun ambt, noch waarborg leveren voor «volkomen onafhankelijkheid" en »maatschappelijk aanzien"!!) hooger te bezoldigen en ook da justitie* raadsleden voor het meardere werk beter te baloonen. i)t laatste u trouwens in het kadar der nieuwe bepalingen primo billijk, omdat zij bijna nietinaan-* tal vermeerderd worden en inderdaad veel meer werk zullen krijgen, en secun» do noodig wijl /ij, als in hooger instan ie oordeelande over landraads-vonnissen, voortaan in rang en ondervinding hooger behooren te staan dan landraadsvoorzitters.
Niet anders — nl. slechts schijn baar aangelegd tot zakelijke verbatering—zijn de voorstellen in verband met de ontlasting der justitieraden van tij droovende snertzaken, die degelijken ar* beid verhinderen en getuigen zoowel als beklaagden noodeloos op kosten ja - gen. De minister en zijn adviseur begrenzen deze ontlasting tot de z. g • klapzaken", die zij willen overbrengen naar de residentiegerechten, d. z. tegenwoordig overal de rechtskundige landraadvoorzitters. Blijkt weer niet de erbarmelijke middelmatigheid van hun arbeid uit het feit, dat zij geheel voorbijgaan al de andere bagatelzaken, die de Raden v. Justitie in bun werk zoozeer belemmeren, kleine en eenvoudige diefstallen, bedriegerijen, vernielingen, doen ontstaan van onbeteekenend brandgevaar en dergelijke, die evengoed kunnen worden toevertrouwd aan den alleen sprekenden residantierechter ? Wie den rooster nagaat van den Semarang* schen Raad v. Justitie in de laatste maanden, zal zich ergeren over het tijd verknoeien door zulk een college van rechtsgeleerden aan allerlei gebeuzel, het hooren van getuigen op getuigen over een ontvreemde trom, een naar 't hoofd geworpen scheldwoord, een mannetje dat hazardspel houdt. Ik weet wel dat, bij het fransche stelsel van vóór-omschrijving der rechterlijke competentie voor alle misdrijven, een wettelijke afbakening van de juiste grens waar de misdrijven bij den hoogeren of bjj den lageren rechter zouden thuis behooren, moeilijkheid geeft. Maar een raadsheer die een minister adviseert is er dan toch niet om vliegen te vangen, niet om maar te blijven vastkleven aan de oude fransche sleur, zoo iemand moet toch ook wel eens hebben gehoord van een engelsch stelsel, met summary magistrates en justices of p<*ace, die voor ieder geval afzonderlijk uitmaken of zij, in verband met de bedreigde maximum-straf, competent zijo en, zoo niet, de zaak verwijzen naar het hoogere college [jury], welk stelsel bier — wil men aan dun residentier echter die voorloopige instructie niet toever» trouwen — zou kunnen worden giwij^ zigd door het openbaar ministerie bij den Raad zulke misdrijven [mishandel .1 lieg, diefstal, verdai•,,.cria£, tia^di£Ïc|,' hazardspel, opzettelijke brandstichting] xoorloopig te doen instrueeren en overwijzen hetzij naar den Raad hetzij naar den resideniierechter? Dit is slecbts een schema, maar men voelt dat het euvel zeer goed is te verhelpen. Niets echter van een dergelijke poging, behalve voor de afgezaagde en reeds veel minder voorkomende tklapzaken", wordt in deze plannen tot rechterlijke hervorming, van een ervaren Indisch jurist en een minister die beweert Indie weltedoan, aangekondigd. Is het dan niet duidelijk dat ook deze »reorganisa * tic" niet ernstig is gemeend, maar dat slechts de persoonlijke, de traktementsquaestie der hoogere oornes, de heeren neeft bezig gehouden? Ik zou nog een derde desideratum kunnen noemen voor eene Indische rechter*, lijke reorganisatie van eenig balang, namelijk het afscheiden der rechtspraak over inlanders van die over Europeanen, aangezien de rechter die zich nu eens op deze dan weer op gene moet toehggen, vooral in studie en toepassing van het civiel recht allicht tekort schiet, en bovendien het geldende stelsel de moeilijkste taak, rechtspraak over inlanders, in haaden geeft van de jongere en miust ervarene rechtsgeleerden, wat nog erger zal worden nu de landraadsvoorzitters in bezoldiging lager komen te staan dan de leden van justitie-raden, en dus na de griffiers ongeveer de onderste sporten op de ladder zullan vormen. Een afzonderlijk corps landraadsvoorzitters, met omgaande revisie-rechtbanken, da eersten met pario >ieka traktements** verhoogingen tot 11000 (va langen diens tiji), de laatsten met een traktement als dat der raadsheeren bij het Hof, <***. dan gerust op een fixum vau f 1200 kin worden gesteld, terwijl het aaavaogstraktement dar leien van een justitieraad f 600 kan blij/en ziedaar een organisatie dia den inlander een stabiele rechtspraak van bezoldigde, ervaren rechters zou verzekeren en de promotiekansen van beide corps-deelen voldoende verzekeren. Maar met zulke rationeele voorstellon om de rechtspraak te verbeteren behoeft men bij mannen, die alleen de hooge traktementen willen verbeteren, niet aantekomen. Bezoldigings-geknutsel — een anderen naam verdienen de plannen (n. 1. volgens de inlichtingen des ministers, want de eigenlijke bepalingen moeten nog worden geformuleerd in een koninklijk besluit, dat niet wordt onderworpen aan de goedkeuring derStaten-Gmeraal, welke alleen hebben te oordcelen ovar de dubbaltjes-qiaes. tic en de Hot «ontbinding) — een andereu naam vardienen deze dingen niet. En dan hebben zij nog het typisch- Indische gebrek, dat zij — althans voor de kleine luyden — weer geen rekening houden met benadeeling van verkregen aanspraken of verwachtingen. Schoon namelijk voor de leden van het Gerechtshof verschillende overgangsbepalingen en waarborgen tegen schade worden gegeven, blijven de grootste nadeellijdprs, de griffiers en hunne substituten, hiervan geheel koud. Het beginsel dat ook deze ambtenaren hunne diensten moeten bewijzen uit plichtsgevoel, tegen behoorlijke vaste bezoldiging, wil ik niet bestrijden — sïhoou dan ook, waar de minister zoo hoog opgeeft van het aanzien dat een behoorlijke finantiéele positie den Indischen rechterlijken ambtenaar moet verschaften, de gelegenheid om enkele oppassende rechters met een groot gezin, die door omstandigheden in geU deiijke moeilijkheid zijo. geraakt, met een tijdelijk voordeelig baantje er bovenop helpen m. i. juist dezen minister moest toelachen. Maar dit daargelaten — in geen geval is het overeen te brengen met de billijkheiden de humaniteit, huisvaders die men met zulk een uitkomst had gelukkig gemaakt en inden waan gebracht dat zij over enkele jaren uit hunne moeilijkheden zouden zijn (waarop dus hun huishouden, d<-> opvoeding hunner kinderen, de voldoening aan oude verplichtingen is gebaseerd) on» verwacht van een inkomen van f 1600 a f 2JOO 's maands terugtebrengen op «en aanvangs-traktement van f 600, met vier drie-jaarlijksche verhojgingen van f5O. Dit is meer dan onbillijk, dit is btjoa kwade trouw, ca zelfs eea zoo ministeriel gezind blad als het Nieuwe v. den Dag (1 Februari 1900), dat overigens zija hooge ingenomenheid met de voorstellen betuigt, wraakte dan ook dit onrecht, zoo ongunstig afstekende bij de billijke voorzieningen voor da rechterlijk^ reörganisatiên van 1875 en 1877 in Nadarland, en bij da voorzieningen die de Nederlaudsche minister van justitie nu weer aan de Eerste Ka!ij^rr toeegde, in verbind met de voor- o^ïvSum dei' grifflsrs-emoluraafiiten in Nederland. Eene bepaling voor de thans iv functie zijnde griffiers, dat hun — nrar de gemiddelde opbrengst dar drie laatste jaren te schatten — inkomen slechts geleidelijk, bijv. jaarlijks met f 1000, zal worden verminderd, terwijl natuurlijk bij overlijden of pensioneer ing om geldige redenen de Regeering bare volle vrijheid van handelen terug krijgt, is m. i. een eisch van allereerste rechtvaardigheid. Het schijnt dat de legercommandant een nauwkeurig onderzoek heeft gelast naar de
hospitaal-schandalen.
aan het licht gebracht door den officier van gezondheid der Iste klasse
Dr. L J. Eilerts de Haan.
Uitnemend. Maar het schijnt ook dat ia den last tot dit onderzoek de clausule is opgenomen om te onderzoeken, of die militaire geneesheer wal eerst al het mogelijke tot verkrijging van ver» betering deed bij zijne chefs. Dit geeft te denken. Er ligt zoo iets in van : tósh zullan wij dan lastigen kerel wel krijgen! Ik wil niet vooruit loopeu, maar toch d*n legercommandant verzekeren dat bittere verontwaardiging in den lande, en zeker ook in de StatenaGeneraal, zou ontstaan indien deze man, die den moed heeft gehad om, tot verkrijging van redres in 't belang van den zieken soldaat, openlijj-ï te ze„-gaa wat ladjr reeds lang wist, nu tot een
slachtoffer van valseh snbordinatiebegrip
mocht worden gemaakt- Natuurlijk baeft Dr. Ederts de Haan wel eerst bij zijn chefs geklaagd, maar het is de vraag hoever en hoelang het legerbeatuur zulke pogingen wil zien uitstrekken. Indien Dr. Eilerts de Haan wellicht — ik weet er niets van, onderstel slechts—wat spoediger dan een ander tureluursch is geworden over de eeuwige officieele uitvluchten waar het geldt breken met de sleur, en maar altijd zijne zieken laaghartig zag bestelen, zal ham dit dan te kwade warden aangerekend? Zal op de vingers worden nageteld:hij hal dit oog kunnen doen, en dat nog kunnen vragen, en op dit of dat nog kunnen wachten ? Moet liever ook de legercommandant niet op prijs stellen, dat de knoeierij nu eens duidelijk aan bat licht is gebracht en den man hoogachten, die dit heeft duro ven doen ? In Gods naam hier niet van die valsche militaire eer, die de fransche leger-administratie in de laatste jaren aan de algemeene verachting heeft prijs gegeven ! Verbeter liever den smerigen toestand, Excellentie, en draag Dr. Eilerts de Haan voor tot ridder van den Nederlandschen Leeuw! * De berichtaa der afgdo>pen waak van
het oorlogsterrein
bevestigden wat niet kon uitblyvea: het concentreeren dor Boeren-verdediging op de bargpas3en vand?n Vrijstaat ten oosten ca de linie tusschen R oberts en Bloemfontein, waarvan Abrahams-* kraal ongeveer het noordelijkste punt vormt, ten westen. Verschillende teekeneo zijn echter voor de Boerenpartij niet zeer bemoedigend. Vooreerst bebben zij blijkbaar, met snelheid uit Nital en de Noord-Kaapkolonie moetende aanrukken, geen tyd gehad om hun verdedigingslijn met zorg te kiezen en te versterken. In Natal, waar zij op hun manier olfensief waren, koaden zij hunne stellingen aan de Tugela en om Ladysmith op bun gemak uitkiezen en otvestigen ; evenzoo hunne positie tegenover Methuen ten noorden der Modderrivier ; hier echter moeten zij zich in haast verschansen in een betrekkelijk vlak terrein, dat zij met hun vrijen wil zeker nooit tot het tooneel van den strijd zouden hebben gemaakt. Dit is de grootste nawee van het maanden lang bijna werkeloos om Ladysmith liggen, zonder tevens te darvn of te kunnen besluiten tct eet. beslissenden stormaanval, waartoe naar 't scbijot herhaaldelijk door de verschillende commando's krijgsraad is belegd /onder dat het er ooit toe kwam Ladysmith, belegerd maar niet veroverd, waar de insluitende commando's maanden lang een gemakkelijk en zorgeloos (te zorgeloos) levenf'e leidden, is hot ongeluk der Boeren geworden en heeft hen in slaap gesust over de gevaren aan de wsstersche grens. Voorts blijkt langzamerhand, dat generaal den Beer Portugael toch wel gelijk had met gebrek aan discipline als een groot nadeel voor de Boeren in rekening te brengen. Slordigheid, zorgeloosheid, gebrekkig wacht doen, doorzetten van eigen wil tegen bevelen van superieuren, bepaalde dienstweigering zelfs, blijken zoowel in Natal ah aan de Moddererivier herhaaldelijk te zija voorgekomen. Da officie ale berisping van Krüger en Steyn aan de Vrij. staters bewijs, dat deze in hunne verdediging ten Westen zeer bepaald zijn tekort geschoten, en aan iets dergelijks moet dan ook wel te wijten zrja hot nog steeds niet opgehelderde voet stoots doordringen van French benoorden de Modder-ri vier, waar de Boeren eerst zulke sterke stellingen hadden. Dat onder deze omstandigueden de taak van Joubert om den vijand van Bloemfontein aftehouden, vooral nu de En gelsche macht van Storcoberg, Golenso en de Zuidgrens van Oranje-Vrijstaat ook zal komea opdriugen, een zoor netelige is, kan »el niemand betwijfelen. Roberts schijnt dan ook den rechtervleugel der Boereu-stelling onder de commandanten de Wet en de la Rey, bij Abrahams-kraal aan de Modder-ri* vier, reeds te hebben teruggedreven en terstond daarop drie divisiên de rivier te hebben doen overtrekken. Daardoor staat hij op den heirweg die oostelijk naar Bloemfontein en noordelijk over Boshof en Hopstad naar de Transvaal loopt. Of en waar een Boerenmacht is opgesteld om hem noordelijk tegentehouden, werd nog in geen telegram gemeld. De eerstvolgende gevechts-tijdingen zullen nu waarschijnlijk Joubert's moeilijke verdediging van Bloemfontein betreffen. Hij zal zich ten westen tegen Roberts, ten zuiden tegen Gatacre en Brabant, ten noorden tegen French en KellyKenny hebban te keeren. Voorwaar een reuzentaak.
De verdediging der van Reenen- en Majuba'passen is voor de Boeren heel wat gunsliger. Met een betrekkelijk klein getal kunnen zij daar groote engelsche drommen tegenhouden. Maar de van Reenenpas wordt, zooals ik reeds herhaaldelijk «ei, ook van achteren gevaarlijk wanneer Roberts doordringt naar Bloemfontein en dan zonder twijfel een colonne in snellen marseh over Bethlehem en Harrismith zal zenden om de verdedigers in den rug te vallen. En Majuba, waarvoor de Engelschen een begrijpelijk ontzag hebben, zullen zij waarschijnlijk vermijden door de B uffalorivier overtetrekken en door het Natal» sche Zoeloeland in het Transvaalsche Swasi-land te vallen. Reeds werd Don - derdag bericht dat vliegende colonnes langs dien weg waren doorgedrongen tot Gaisa, 9 mijlen op Transvaalsch grondgebied. De Boeren hebben daar wel verscheidene forten, maar de grenslijn is te uitgebreid om haar zonder Ben groote macht, die nu natuurlijk moeilijk hierheen kan worden afgegeven, tegen een talrijken vgand te verdedigen. Aan deze zijde (Gaisa, Ladysmith) staat de vijand nu ± 500 kilometers, of ongeveer 90 uren gaans, van Praetoria. Aan de zuidzijde (\brahamskraal) oogeveer 550 kilometers. Of het French zal lukken, van Kimberldy noordelijk door* tedringen en per spoor (die, voor zoover vernield, spoedig is te herstellen over Vrijburg Maieking te gaan ontzetten (dat op 't punt van bezwijken schijnt) moet nog blijken. Zoo ja, dan zal ook van de westzijde Praetoria wor* den bedreigd. Negen dagmarschen van 10 uur is nog een groote afstand, en voor dat de vijand, met alle gevechten meê, die heeft afgelegd, kan er veel gebeuren.Zelfsinhet ongunstigste geval dus zullen de Boeren hem nog in weken niet voor hun hoofdstad zien, en deze zelf is en wordt bijna onneembaar gemaakt. De oorlog zal dus door de Engelschen niet gemakkelijk afdoende worden beslist, en of zij vóór Praetoria te bereiken niet zullen worden genoodzaakt al hunne krachten te keeren naar Rusland en China, schijnt met het oog op anti-Engelsche verschijnseltjes m'het Hemelsche rijk en Russische woeligbeid aan de Perzische en Afghaansche grenzen twijfelachtig. De berichten daaromtrent zijn echter nog te vaag om er eenige gissing op te bouwen. Van de beweerde achteraankomende oproerige Afrikaaoder-bewegiog in eenige districten der Kaapkolonie verwacht ik niet veel. De ware Afrikaander onafhankelijkheidszin schijnt er daar niet intezitten. Illusies van afsnijden der eogelsche macht van hare basis bahodt men zich dan ook m. i. niet meer te maken. Integendeel blijkt de engelsche transportdienst zóó goed ingericht, dat alle voorspiegeliogen van müitikasters iv den aanvang des ooi logs, als zou een talrijke engelsche macht bij doordringen inde republieken nooit behoorlijk zijn te approviandeereo, nu wel mogen worden beschouwd als in rook verdwenen. P. R.
Advertentie
Wy hebben het genoegen den lezers van de L/Ovomol ie f mede te deelen dat binnen kort een NIEUW STEL LETTERS voor het blad verwacht wordt. Nieuwe abonnee op de „LOCOMOTIEF" ontvangen het blad van af I Maart tot ultimo Juni 1900 VOOR / 10. DE ADMINISTRATIE. Voor de Transvaalsche Strijders. Bij het Dames-coaüté ontvangen: Vorige op?aat. t 16.345.191/ s Bij De Loo. ontvangen „.„„„ Vorige opgaat t 49*2.36
Eick wat Wils.
Veel verwachting. — Juffrouw A. • »I>*/f* je, juffrouw: 'altijd voorüchtig zun. Geer ik mijn man *ens een oneffen woord, dan glin altiid eerst de kinderen de deur uit I Juffrouw» B.: «Maar vindt u dat niet gevaarlijk voor hen, zoo altijd op straat om te hangen J"
Het juiste middel.— Een Methodisten-predikant te Kansas-City (Missouri), die met alle geweld sijn toehoorderessen wilde gewennen haar hoeden af te zetten in de kerk, sprak D« het begin van xün preek : . , »Ik zou de dames wel willen verzoeken haar hoeden af te zetten, maar dat zou velen vin haar een verkoudheid bezorgen. Alle hoeden bleven onbewegeluk op de hoofden der schoone draagsters. •Anderen," vervolgde de predikant, xouden dat allicht niet willen doen, omdat het haar onderde hoeden niet goed rit en zij er slordig zouden uitzien, als zij den hoed afnamen." In een oogwenk zat de helft van zijn vrouwelijk gehoor blootshoofds. »Bn nog anderen," sprak de predikant verder, nemen haar hoed niet af alt vrees dat het haar meé zou gaan." *. Nu ontstond een algemeen geritsel en alle dames zaten zonder hoed. Maar uit het ritselen eo schuifelen kon men toch verontwaardigde uitroepen als: »Een vreesehjke manl en »Dat is toch wat al te ergl" hooren.
Merkwaardige verzoekschriften.— Tol de merkwaardigste verzoekscb.rif.eo, die door één persoon bü het Engelsehe Parlement werden inßediend, behoort dat van een «keren John Buil, die in Augustus 1896 tot het Boogerhuis een verzoekschrift richtte. Tot den 30en Juli van dat jaar was de Heer Buil oprichter van het Palels van Westminster geweest. De Opper-Kamerheer ontsloeg hem en was er niet toe te bewegen op dal besluit terug te komen, waarom de Heer Buil het Hoogerhuis verzocht hem in zijn betrekking te handhaven. Een ander merkwaardig verzoekschrift kwam b« het Lagerhuis in, opgesteld door een Indiër, die zichzelf beschreef als aeen der ellendigsten van Harer Majesteits onderdanen." Om die ellende te verzachten smeekte hy, dat de leden elk één shilling «ouden Een ingezetene van Kansas (Vereen. Staten) verzocht den Senaat van dien Staat om het Paasch.feest tot een nationalen feestdag ter eere vau den Koning der Joden te maken. H« deed dit verzoek, omdat, naar hu beweerde, de Koning der Joden altgd een goed vriend voor de Vereenigde Staten was geweest.
Rattenplaag.— Te Londen zyn tegenwoordig de ratten danig aan den gang. Omstreeks een jaar geleden werd daar een druk bijpostk*ntoor gesloten, dat tot middernacht geopend was geweest voor postzegels, postwissels, postbewijaen en telegrammen, en midden in een dichtbevolkte wuk stond. Op zekeren dag werden de deuren gesloten en op een kaart achter de glazen werd het publiek ingelicht, dit het kantoor tndcbjk was opgeheven voor herstePingea,
" ■imm%&>*ma*m*n»ma*~r**iMmM tmif'i i j i»ir iinninriii'ii Doch weken gingen voorbij en het kantoor werd niet heropend. De postmeester-generaal ontving klachten in menigte. Maar de weken werden maanden en nog bleven de deuren gesloten. En de menschen verwonderden zich wat daarvan de reden kon zijn. Eindelijk kwam de waarheid aan den dag en vele gesinnen ia die buurt hebben haar tot hun nadeel leeren kennen. Men had bet bedoelde postkantoor moeten sluiten, omdat het de zalige jaehtgrond was geworden van ontelbare horden van ratten, die brieven bij zakken vol verslonden, behalve de postwissels en bewijzen en andere officieels stukken, De ratten waren het geweest, die tot de sluiting hadden gedwongen, want na tal van vergeefsche pogingen om het lokaal van dit gedierte te zuiveren, was men tot de overtuiging gekomen, dat dit doel alleen was te bereiken door nieuwe fondamenten in het cement te metselen en al, het houtwerk van het huis te vernieuwen, zoodat dit, op de buitenmuren na, geheel was herbouwd.
Toen dit gedaan was, begon de overlast voor de omwonenden. Uit het postkantoer verjaagd, verhuisden de ratten naar de omringende huizen, die nu door haar onveilig werden gemaakt. De berichtgever laat hierop volgen, dat hij in zijn huis verscheidene katten heeft aangesteld en dat die wel iets hebben gedaan om het kwaad te beperken, maar, zooals hy zegt: >thuis komen is voor mij de vrouw en de mei jen met wapperend gewaad de trappen op zien vliegen; dienstboden willen maar kort bij mij blyven; matten en schilderijen, soms verscheidene voeten hoog tegen den muur hangend, worden weggevreten, mijn vrouw is geheel door den schrik overmand; wanneer ik 's avonds mijn woning binnentreed, vind ik haar dik wij h, half verhongerd in eea bovenkamer opgesloten, omdat zij niet door het huis durft loopen en zelfs te zenuwachtig is om, voordat ik er ben, naar de provisiekast te gaan. »En zoo is het ook bij vele mijner buren,"