" L ,1-laaU van vergadering is de pendopoi *- Regentswoning; de opkomst is bijzonr°ot., onder de aanwezigen werden o. a. J*«rkt de Resident, de Regent, de assi'«sident en vele chefs van handelshui,*'* geldinstellingen. I de bestuurstafel nemen plaats: de Heesterman
J*0 dat de strijd tegen het blijvend be« _*»n de suikerindustrie op Java een Jiiging van suikerfabrikanten noodzakelijk , •> teneinde gezamenlijk naar verbetering l*Ultuur en fabricatie te zoeken. De con?tttie tegen het buitenland en de vraag F slechte jaren niet teru* zullen komen ï: ateeds in het oog worden gehouden. Jj Wees op de groote mogelijkheid dit de k|*rie in Amerika een hooge vlucht zal £*> Waartegen de Java'aehe zich scherp zal SjO te wapenen, wil zy' den vijand met I** het hoofd bieden. Overtuigd dat allen I krachten daarvoor ten boste zulifrven, dankte hij de leden voor hun tal* opkomst en apprecieerde zeer de tegen£%.eid van den Resident, Regent en put resident. ?* deze openingsrede ging de voorzitter ï. tot het voorlezen van het jaarverslag over ?> luidende in hoofdzaak: l* bestuur /an het Algem. Syndicaat l 'oor '99 samengesteld als volgt: fr H. 's Jacob voorzitter, S. C. Mussehen?« onder-voc. zitter tevens lid van het da•'«ch bestuur, W. G. Semster onder-voor**< V. C, Coster Van Voorhout thesaurier, Póertop lid van het dagelijkseh bestuur, .Q- J. Fabius plv. lid van het dagel. Be- S. E. Ramondt, secretaris, verier [Weiegeerden der verHchillende depar- Jtlen. aantal leden bedroeg over 18Ö9 1898 rew. leden 128 120 buiten gew. 65 60 v 193 180 H7'by werd bepaald dat de termijn van Ij '«-maatschap op 5 jaar werd gesteld. Op jN» van het departement Djocdja werd l.'^ug gebracht totl jaar (bindend). Op (J-alaire van 28 November waart* gevraagd k" of de voortzetting van het lidmaatschap ijoscht werd, kwam slechts één c tkenjJJ antwoord binnen, maar deze fabriek h,-e de exploitatie. i'«ruit valt op te maken, dat het syndicaat k-sten grond opgebouwd ia. \ °ch z l een vermeerdering van het ledeo- zyn. Velen schyneu zich nog wj« werking van het syndicaat te kunnen Jollen. kj** departement Cheribon nam het toe |?ö als lid io overweging, zoodat wy hopen st '••t volgend jaar ook dit district (thans L'*ni«e dat eog niet is toegetreden) het jj'Mschsp aaooeemt. u?1 3e congres op 6, 7 en 8 Maart te C-ao* gehouden leverde ons een tiental £**»ant« onderwerpen, welke veel be-7?'«Uing ondervonden. \r uitvloeisel van het congres werd ree Is l>P*ssing der onderlinge fabriekscontró l'?°°emd, waarvan de leiding in bekwame hj'a kwam.
I* resultaten daarvan werden vermeld in \£*chief van het jaar 1900. j? commissie voor het vaststellen van een j^fre polarisatie-regeling, het nemen van monster, achtte het noodzakelijk t, '• diensten van een of twee weten» J'Mijke en onpartijdige deskundigen toe l *8«u tegen vergoeding van een honorarium. f borstel werd goedgekeurd. Hierover J*°e eoj boekje verschenen, inhoudende ter bep liog van het raffi- t*rBudement van Java-suiker, hetwelk rband met de nieuwe suikervonrwaai den H h«t stellen van regelen aangeeft voor i, °'forme bepaling van het asch-en glukj der te onderzoeken suiker. Dit
0 Resehieden op vaste wetenschappelijke |»H 'aken. Hiertoe gaven volgende heeren [ c^dewerking : 1 T Coater Vaa Voorhout, A. B. Dinger, . C E. JaaB3ea Van Riay, Dr. H. Winter, %_ P|"i«>sen Geerligs, Dr. E Rosé, S. A •ft» Hei... B. G»rp, W- C. Diekhoff, \: Kobu.3 ca Kalkoen, dia daarvoor dank Xi betuigd, en de volgende laboratoria: ;%,liou West-Java, Fraser Eaton ca Co., \ borium van de suiker-industrie, va . X' *au de Koloniale Bank, hut Centraal \ 7'Orluoj \ M G. Kuyt, Proefstation H^t v» en het Laboratorium van Brangkal. Si ,'an d«t v.-rslag toegevoegd overzicht, \u cÜfers va «de door genoemde suiker- Va* gemaakte polarisatie van twee "«oosters siiker samengesteld door H. fld« 6u GeeHgs eu Dr. H. Winter, waar- V.. de proef als geslaagd mag Sot bemonsteren van suiker moet nog een S * voorschrift krygen, en gezocht wor>Ni ar een doelmatige verpakking- U» tCo*»" dtarvoor instaande Ut de Hee- Nd.i *r v« Voorhout, ArendseaHein, Van f\7lt!r. Dr. H Winter en öa-tis, (laatsge?» " •» vervangen door W. C Dickhoft,) a? »n*°PrÖsvraag.•ïitg»;schreven. Onder de beironi zich geen enkele «on-o-'saie den prys heeft knoaea Aio suikerkoopers werden, naar aanleiding van gevoerde besprekingen in de bestuu svergaderingeo te Baodoeng, een mite beswaren tegen de nieuwe verkoop voor w nar ten ingediend, echter zonder resultaat. Wel toonden zij dairaan tegemoet te willen komen, daaruit blgkeode ook gedurende den maal' tijd makkelijker condities werden verkregen. Nog valt melding te maken van de behandeling der prioriteitsquaestie tusschen de Heeren O. Dunkerbeck en W. Maxwell betretiende de door hen uitgevonden ovens. Door de onderzoekingen dar commissie bestaande uit de Heeren Obertop, F.F. Wiliems en J. A. at. Tan Dar Jagt kwam men tot het resultaat dat uit de aan haar op verzoek verstrekte gegevens, niet de gevolgtrekking was te maken dat de Dunkerbeck* oven de prioriteit heeft. Het syndicaat wendde zich 1 November 1898 per request tot de Regeering tet het verkrijgen van een gereduceerd tarief vin vervoer voor naksuiker, namelijk om dit te doen gelden voor de zaksuiker 1893, die na 31 Januari tot ultimo Maart 1899 afgeleverd werd. De Regeering verklaarde dat de toepassing dier wet ook geldig was voor Februari en Maart. Op het verzoek om de passage voor de congres-leden naar Bandoeng te verlagen werd afwijzend geantwoord. Óp voorstel van het Departement Besoeki werd 26 September 1899 het verzoek tot de Rejeering gericht om medewerking van amb» tenaren van het B. B. om de ml. bevolking aan te zetten de dessa-mest te verzamelen. Het Regeeriogs-antwoord van 16 November '99 w*s: Dit zij het Syndicaat gaarne ten dienste wilde wezen maar dat zij geen termen kon vinden om daartoe bemoeienis te verleenen. Voorts werd 18 December '99 een adres tot verzoek voor het oprichten van een ia" richting voor landbouw-onderwys ingezonden.
Geeo verdere pogingen werden gedaan tot de fusie der beida Proefstations, het Archief van de Java-suikerinduslrie ca het Algemeen Syndicaat te geraken. Wijl op medewerking van vele belangrijke leden van het proefstation niet valt te rekenen. Wellicht dat te eeniger tyd daartoe zal geraakt worden. Zoo staan wy dus voor het de congres, aldus besloot de president de voorlezing en dank zij de weder ondervondan medewerking, geeft ook deze bijeenkomst voldoeode stof om vruchtbare resultaten te mogen verwachten.
Het verslag lokte de toejuiching uit der leden. Als toen werd de Heer Kamerlingh verzocht het door hem gekozen onderwerp de waterrerzorglng van de Bietplant, ioteleiden. Daar an gevolg gevende, aeide de inleiir in hoofdzaak ongeveer het volgende: Onder de factoren, waarvan het welslagen van de rietcultuur (en van de meeste andere cultures) afhangt, begon spreker, neemt een voidoe»,d« hoeveelheid water de eerste plaats in. Wy willen ons de vraag voorleggen wit de plant toch met al Jat w ter doet en masten daarby echter direct onderscneid miken tusschen bet waUsr, dat voor den opbouw va i de plant zelf gebruikt wordt en dat hetwalk door de plant weer wordt verdampt. Na een korte zakelijke berekening komt hij tot de slotsom dat er by den groei van een goed rietgewas alleen voor den opbouw van de plant per bouw 1300 pikol water verbruikt wordt, dus ruim 80000 liter. Verrewjg het grootst gedeelte van hel wa ter, dat de plant opneemt, wordt niet voor den opbouw gebruikt, maar wordt weer verdampt. Hetgeen het riet voo den opbouw noodig heeft Is slechts eea kleinigheid vergeleken bij hetgeen het verdampt. Door proefnemingen kw leven te houden, Wanneer er by het oude riet geen evenwicht tusschen witeropname en verdamping beiog der hlideren water aan hst merg onttrokken worden. Tengevolge d i rvan worden dan de o derete geledingen hol, zooals men dit vooral dikwijls waarneemt. Ook de oppervlakte van de geledihgehverlM dampt water, in verhouding tot de verdam-I ping van de bladeren trouwens slechts eeoß zeer geringe hoeveelheid. BJ De beteekenis van de verdamping voor deß plant moet tn hoofdaak daarin gezocht wor-BJ den, dat zij op deze wyza de organische zou-B ten en de stikstofverbindingen uit dengromflj opneemt voor haar bouw. BJ Het transport van het water van de wor B tels naar de bladeren vindt in de vaatbuodelsß plaats. H Voor het riet hebben deze vaatbundels eea! drievoudige beteekenis, zij dienen: le voor! het watertransport van de wortels naar deß bladeren, 2e voor het transport van org&niscbeß stof, die in de oudere bladen gevormd ca! van daar naar de jongere groeiende deelen! getrmsporteard moet worden en 3e voor del stevigheid van het geheel. B Met verschillende zeer goed uitgevoerde eo! duidelijke platen wordt aangetoond welkeß verschillende plantdeelen de drie genoemdeß fqnctién uitoefenen. Uitvoerig wordt stilge-BJ staan by de structuur van de rietplant enß welk aandeel de wortels hebben in het opne-B mea van het benoodigde water, de beschrij-B ving waarvan in ons beknopt overzicht geenß plaats kan vinden. B Eea zeer ingenieus uitgedacht toestel toont! proefondervindelijk aan welke invloeden ml het spel zijn by deze gewichtige gebeurtenis! in de plaut; de bladerea oafenen een soortl zuigkracht uit die het door de wortels opge-l nomen water, gefiltreerd door het rietli-l ch>am, tot zich trekken. I Die zuigkracht is van zeer variabele grootte,! die hoofdzakelijk afhangt van den arbeid die! door haar verricht moet worden, dus van del hoeveelheid water en deo filtratieweerstandl van het rietlichaam. Slechts in enkele ;re-l v.llen neemt die woêrstaod in het waterlei.l dingssysteem zoodanig toe. dat de zuigkracht! der bl «deren niet meer ia staat is om. ZM voldoende met water te voorzien, zoodat del plant tengevolge van de gebrekkige water-I verzorging gaat kwijnen. I Dit is het geval by de zoogenaamde va t-| buodelziekten, veroorzaakt door bet optreden! van gomverstoppingen in de houtv»»en als! gevolg van h*t toetredeu van lucht ot dooi! schi aamels en bacterie u. I Spreker breagt aan het licht dat da-e ver-! stoppingen ziekten teagevjlge hebben eni behandelt «enigszins uitvoerig d) dongKellaM kiekte ca wortelrot. , . I Wegen» het belangryke der, fuoctie is b.et| voor de rietkant nood«akelijk om steeds over een voldoend aantal levende wortels te besch:kken on in het leven te kunnen blyven. Boveodiea moet het aantal levende wortels eeoigermite in verhouiiog s»alQ tot de oppervlakte van de bladeren en tot de intensiteit van de verdamping. De jooga plant k*o op betrekkelijk weinig wortels leven, omdit zij miuder blad heeft, dus minder verdampt; yan de ou 'ere pUnt moet door hiar aaa te aardan gelegenheid gegeven worden om meer wortels te vormen, teneinde zoo aan de verh>o Na beëindiging werd gelegenheid tot debat "e,jevea naar aanleiding van eenige door deo inleide r gestelde vragen, waarvan de eerste luidde : . , . .... Zijn er ook waarnemingen in de praktijk gedaan, die er op wijzeo, dat de eene rietvariëteit by haar ontwikkeÜog meer water noodig heeft dan de ai> ;ere,byv. dat er meer Lrigatie water noodig is om den grond vochtig te houden ? ■ Het volgeod debit ontspin zica : De Heer Baurlcias zsi datfiljia-riat mier water noodig ha -ft d»n Gurlbju-riet «a dat daartoe door proaroa gekonea is, 11U een paar saadsoorten merkte hy zulks vooral op; van deze soort wil h\j de bibit gaarne aan deo Hier Kimorliagh tot het nemen van proeven betreffende verdamping en irrigatie afstaan. Hierop kwam de 2e vraag aan de beurt: Zjjn er iv de praktijk ervaringen opgedaan over het afsnijden der rielbladeren om dea \ jongen aanplant in tijden van lang aanhou- | dende droogte io het leven te honden? De Heer Kamerlingh meende dat in Madioen proeven waren genomen, waarvan de heeren mo^elyk inlichting kunnen krygen De voort, vroeg of de Heer 's Jacob van Poerwodadi ook proeven genomen hadt. Deze antwoordt dat hg gunstige resn talen door het afsnijden van bUderen verkregen heeft by tuinen waar Doagkellan-ziekte heer scht. De 3a vraag was: Zijn er, vooral daar waar het riet op zeer jeugdigen leeftijd reeds sterk uitstoelt maar de anakans later tengevolge van de droogte doodgaaa, misschien ervaringen o|)gedaan die er op wijten dat wij deze anakans in het leven kunnen houden door de verdamping van de oudere stokken te beperken f De Heer Kamerlingh vraagt of een van de heeren daaromtrent reeds eenige ondervinding heeft opgedaan: De Heer Van Deun verklaarde dat te Ngelom reeds in September en October niettegenstaande het trossen toch veel afsterving voorkwam. De Heer Kobus zegt in die richting ook een proef genomen te hebben met het resultaat dat van 96 stoelen in September nog 62 in het leven bleven; hij is echter van meening dat dit resultaU niet altyd voorkomt. Na het doen van de 4e vra.g: Bestaan er misschien ervaringen omtrent het afsnyden der bladeren by het doodgaande oude riet, ten einde dit desgewenseht iets langer in het leven te honden f verklaarde de Heer Kamerlingh dat zoowel hij als de Haer Kobus met succes proeven hadden geoo.~en. De Heer Van Hoorn zegt dat in het Besoeki'sche en Probolinggo'sche het legeren van het riet een onoverkomelijk be« zwaar is voor het afsnijden der rietblaren. De laatste vraig was : Heeft misschien iemand waarnemingen gedaan, die wijzen konden op een direct ver • band tusschen wortelrot van riet en van mals, dat bijv. de maïs deze ziekte in hevige mate vertoonde op «tukken waar het riet tengevolge van wortelrot was doodgegw.n ? De Heer Kamerlingh zou het «eer opvallend vinden wanneer de ziekte onder de maïs niet de aandacht van de suikerfabrikanten zou hebben getrokken en meent opgemerkt te hebben dat de dongkelan-ziekte hoofdzakelijk aan de kust voorkwam. De Heer Mulder verklaart dat op Kenljmg, ver van de zeelggeode.de dongkelan-iiekte ook voorkomt en verder d*t dit over heel Java het geval is. De Heer Prins zegt dat in het Gheribonsche w.tergebrek heerscht en dat toch de uitstoeling goed is, wat hy aan een goede bemesting toeschrijft. De Heer (?) doet de vraag of het nadeel v.n gee. stikstof toevoegen opweegt tagen het n deel van het afinijdan der bUdeu. Wiarop de H^ar Kobus antwoordt d:U op zwareo grond de mest niet weggespoeld wordt, daarentegen op lichten grond wel. De Heer Bjuricius meent datjde toepassing vaQ mathole Mix welt aaobevöli-j verdient 1 daar waar geen water is eo geen stikst.f toe 1 te voeren, dan wanneer de regens vallen. Da Heer De Bouricius vraagt of by' aanwen» 1 ding van veel water het riet sterker wordt dan bij geringer irrigatie. De Hear Kamerling meent dat het toei voegen van veel water waarschyolyk sterker riet geelt. 1 De voorzit'er betuigde namens de vergade» p ring den Heer K»marliogh dnk voorde in-1 leidiog eo giog over tot behandeling van het tweede onderwerp: