Ontwerp- verordening, regelende de vergoeding van reis- en verblijfkosten aan de leden van den R_a_. E.n eigen reglement is noodig, nu de Regeering de vaste bijdrage aan den Raad in verband met deze materie heeft verhoogd, instede van, zooals totnogtoe, de ingekomen declaraties te vergoeden. De hoofdpunten van den keur zijn in de S. P. meegedeeld, De verordeniDg wordt ongewijzigd aangenomen.
De Sumatra post
- 17-06-1912
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- De Sumatra post
- Datum
- 17-06-1912
- Editie
- Dag
- Uitgever
- J. Hallermann
- Plaats van uitgave
- Medan
- PPN
- 045042624
- Verschijningsperiode
- 1889-1942
- Periode gedigitaliseerd
- 1898-1942
- Verspreidingsgebied
- Nederlands-Indië / Indonesië
- Herkomst
- KB 1634 B1
- Nummer
- 150
- Jaargang
- 14
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Reis en verblijfkosten van Raadsleden.
Agenda.
Begrotingswijziging 1911. Aangenomen. Af- en overschrijvingen begr.-19U. Aangenomen. Beg_oot!ngswijz.ging-1912. Aangenomen. Gebruik tracUelocomotief. Rekest van den hoofdadministrateur der ondernemingen Laut Tador en Mendaris om vergunning tot gebruik van een tractielocomotief met aanhangwagens. Da Dir. v. L. W. heeft geen bezwaar, op 70orF_a_de dat alken van de deS nitieve kuustwerken gebruik wordt gemaakt en voor hulpbruggen een sp.ciale vergunning wordt gevraagd. Het getal van 4 aanhangwagens acht hij te groot. Oe Techn. Commissie adviseert toestemming te geven telkens voor bepaalde verharde wegen, en dan met gebruik van slechts 3 aanhangwagens, voorloopig alleen veor den weg Tebing Tinggi—Mendaris. De VOORZITTER stelt den Raad voor, met laatstgenoemd advies mee te gaan. De heer VAN lIJEN acht het billijk den eisch te stellen dat een eventn.el stukgereden weg door den vergunning houder zal worden hersteld.
De VOORZJTTEiJ oordeelt het praktischer de vergunning te verleenen tot weder opzeggens toe. Bij een eventueele intrekking kan men conditionneeren dat de weg wordt hersteld alvorens een nieuwe vergunning te verleenen.
De heer BEVERMAN voelt er meer voor de vergunning slechts voor ésa jaar te geven, wanneer er kans op wegbeschadiging bestaat.
De heer SCHADEE deelt namens de T. C. mee dat het de bedoeling is de vergunning te doen strekken tot 't tijdstip waarop een ordonnantie, regelende het verkeer op de wegen, zal zijn vastgesteld, hetgeen binnen een jaar Kan geschieden.
De heer mr. RAHDER ziet een wettelijk bezwaar. Het is nog met zeker of de Cultuurraad, buiten de reeds bestaande fiegeeringsregeling op het automobielen-verkeer om, deze materie mag regelen. Spr. leest de betreffende bepalingen aldus, dat eigenlijk alleen de gemeenteraden regelingen mogen maken in 't belang van de instandhouding van de bruikbaarheid van de wegen. Uoor een vergunning als de onderhavige te verleenen, treedt de Cultuurraad langs een omweg dus toch in een regeling. Den vergunninghouder ware in elk geval mee te deelen dat de vergunning eventueel kan worden te niet gedaan door een te scheppen algemeene verordening.
De heer RUTGERS antwoordt op een vraag van den heer VaN DER PLAS dat 4 aanhangwagens te veel zijn ook in verband met het gewioht, welke invloed heeft op de te veroorzaken wrijving.
De heer VAN DER PLAS vindt een vergunning-verleening tot weder-opzeggens toe wel bezwaarlijk voor de particuliere industrie, welke bij intrekking b-langrijke schade zou lijden. De vergunninghouder heeft bij deze wijze van vergunning-verleening te weinig houvast. De Raad verleene de vergunning, of doe het niet. De VOORZITTER acht deze opvatting verwerpelijk; stel dat de wegen geruïneerd werden door de tractie -locomotief, dan zou de Raad daartegen niets kunnen doen bij een onbeperkte vergunning-verleening. De hter VAN DER PLAS meent dat men alle mogelijke voorwaarden kan stellen voor vergoeding van veroorzaakte schade. De heer BEYERMAiN ziet in de bepaling „tot wederopzeggens toe" een zeker voorbehoud om later de voorwaarden eenigszins te knnnen wijzigen, zoo de praktijk dit noodig maakt. De heer VAN DER PLAS kan zich enne« vereeiiigen, wanneer in dien geest den vergunning-vrager wordt geantwoord. Dienovereenkomstig besloten. Lichtdraklokaal. Voorstel tot het bouwen van een lokaal voor het vervaardigen vau lichtdrukken. Aangenomen.
Cultuur-os.
Voorstel tot restitutie van f 35 aan den Directeur der L. W. voor door hem betaalde vergoeding van een tot den inventaris van het Cultuurgebied behoorenden os. Uit de toelichting van den VOORZITTER en den heer RUTGERS blijkt dat de os waa geslacht ten behoeve van de koelies van een aannemer, die er vandoor was gegaan met de koelie-loonen. De menschen waren na 't eten van dien os weer „senang" geworden Het was overigens een afkeurde os.
Aangenomen.
Faillissement-Rajah.
Voorstel tot afschrijving der schade, ontstaan door het faillissement-Rtjah. De heer RUTGERS geeft op verzoek van den VOORZITTER een toelichting, waaruit blij kt dat aan Rajah, destijds aannemer van openbare werken [4 bruggen in den Asahanweg] in goed vertrouwen voorschotten waren gedaan, waarvan een belangrijke schade voor den Raad het gevolg was, toen Rvjah failliet ging. De vordering van den Raad is volgens het contract [hetwelk bepaalt dat bij niet voortzetting van het werk gevorderd kan worden vergoeding voor het nog niet geleverde] zoo groot, dat bij toewijzing van 22 procent uit 't faillissement de schade ontstaan door de verleende voorschotten, een bedrag van ruim f 1700, zon zijn gedekt. Verwacht wordt echter nog een schadepost. De Dir. van de L. W. is van oordeel dat opzichters met aansprakelijk kunnen worden gesteld en wgst er op dat zonder verstrekking van ongedekte voorschotten hier terkuste niet kan worden gewerkt.
De heer VAN TIJEN heeft in de stukken gelezen dat door een der opzichters een bedrag van fB5O aan voorschotten is verstrekt tegen de uitdrukkelijke schriftelijke orders van den Directeur, om zonder zijn voorkennis geen voorschotten meer te geven, in.
Het rapport der T. C. bevestigt dit; van die fB5O is echter slechts voor f 100 schade geleden.
De heer VAN TIJEN vraagt of die f 100 op den betrokken opzichter zal worden verhaald.
De VOORZSTTER deelt mee dat de opzichter zal worden gestraft met inhouding van de eerstvolgende periodieke traktementsverhooging. Besloten wordt, de eventueel te lijden sohade af te schrijven.
Teaslijn Galang-Naearad
Concessie-aanvrage van A. J, Kamerlingh Onnes voor den aanleg van een tramlijn van Galang naar Nagaradja. Fr wordt twee jaar preferentie gevraagd. De T. C. adviseert gunstig. Zonder discussie gaat de Raad met dit advies mee.
Brandgevaar voor bosch en lalang.
Verzoek van het Planters-Comité tot het ont* werpen van maatregelen ter voorkoming van brandgevaar voor bosch en lalang fzie S. P. van 13 dezer).
De heer DE FREMERY wijst op 't stoken van vuurtjes door ossenkarvoerders, waaraan waarschijnlijk ook de groote brand in Siantar moet worden toegeschreven.
De VOORZITTER merkt op dat dezen volgeus 't Inlandsch Reglement kunnen gestraft worden. Eea nieuwe verordening zou het niet gemakkelijker maken de daders te vinden.
De heer VAN TIJEN voert daartegen aan dat 't I. R. alleen kan worden toegepast wanneer er schade is ontstaan. Het doel van het Planters-comité is, preventief te werken tegen het onvoorzichtig omgaan met vuur, waardoor groote schade aan cultures kan worden toegebracht. Dit moge een beperking van de individueele vrijheid zijo, zulke beperkingen vindt men nu eenmaal in elke gemeenschap. Spr. vindt dat bij de keurencommissie niet de wil bleek om een oplossing te vinden.
De heer Mr. RAHDER meent dat men aldus een verordening zou scheppen, welke toch nooit zou worden toegepast. De volkszede brengt nu eenmaal mee dat men vuurtjes stookt langs den weg om 't eten te koken. Men zou dan alle vuurtjes-stoken moeten verbieden. Het is hier een principe-kwestie; van onwil is geen sprake.
(Zie vervolg binnenhlad Derde Blad),
De auto als voortrekker. Eerste Sumatra-dwarstocht per auto. V. Het hoogland in.
Tt Baligé waren wt tt 2.15 voor dtn wal gekooatn. Htt afladen van dt Waltham* auto van de motorboot, htt in-orde-brengen van den wagen tn 't opladtn van onzt bagage, het gereedmaken van ons prak ja en 't naar binntn werken daarvan, — werd door ons alias zoo gthaast mogelijk, en alles onder dt inttntt btlangsttlling van dt op dtstn Zondag niets omhanden hebbende inwoners van Baligé, volbracht. Wt wildtn dien dag minsttns Si Borong Borong nog halen en ar drtigde zet. zwaar wttr. Maar wc kondtn nitt eerder op wtg gaan dan na op dt doordringtnde vragen van anktle van da omstanders, Ghriittn- Bataks, gtantwoord tt htbbtn. Uit dt geschitdtnis van de invoaring van htt spoorwtzen is btkend dt bij» londtrheid ovtr het bangtlijk weglooptn van weliswaar ttnvoudige menschen, maar dan tooh btwoneis van btschaafdt Euro* pttsche landen, op htt sitn, voor 'teerst in hun Itvtn van etn locomotief. Dt gt«chiedenis van het automobilisme in Europa bevat ook dtrgelijkt ftiten. Ea nu hier in Baligé in htt Toba-Batak-land zagen de mtnschtn ook voor htt eerst ten auto, •naar dtztn liepen nitt weg, tn zelfs bleven zij nitt op een afstand nieuwsgierig maar barg staan. Zjj kwamtn tr met hun ntuztn bovenop liggen. Maar hun nieuws* gierigheid maakte op ons dtn indruk van meer laergitrigheid tt zgn. Zij wildtn wordtn ingtlicht omtitnt hetl het mechanisme van dtn wagen. En toch waren hun vragtn nitt vtr velend -opdringerig. Zt blevtn belttfd en btschtiden tn dat maaktt, dat wij mtt gtnoegen etn gesprek met htn begonnen tn hun vragtn beantwoordden. I/Eu,« vroeg tr ttn, zqn informaties be» sluitend, ./wat kost nou zoon wagen, m'n heer ?« — DEn als wy er hitr heen koopen," — Jonkh-ff spitst* zyn oortn, — ü hem dan „onder rembouis", m'nhetr P" i.Ondtr rembours" ! — wat watt dt gemiddtldt gtrifttmterdt Hollandsche boer van „ondtr rtmbours" afP Dtze Christen- Balak was daarvan btttr op dt hoogte, dit dacht dadelijk aan dt motilijkhtdtn, "elkt htt zou oplevtrtn om een auto in Baligé te krijgen, en aan de wijze van betaling.
Wt konden door een tn andtr niet etrdtr op weg gaan dan te Lalf vyf, juist toen dt terstt druppm uit etn zwaie regtnwolk, die aan de bergen hing, neerkwamen. Omtrent den wtg haddan wt tnktle inlichtingen gtkrtgen, maar dia waren aitt zttr bemoedigend. Wt zouden steile hellingen, mtt uitgtspotldt wtgtn, tn moddtr tn vetl stetnen krijgen. En zoo it 't gtwttit ook. Maar in den beginne schikte htt nogal. Doch htt kan ook syn, dat we niet vttl van den slechten wegtoestand merkten, omdat we, terwyl de wagen al maar klom, al onze aandacht kaddtn voor htt land onder ons en vooral voor htt meer. Etrst hadden wt langtn tyd htt gezicht ovtr httl dt hoogvallei van Baligé, op frisch-groent terrassen naar ktt mttr totichuivtnd tn vlak-aan dt baai het in wetldtrigtn boom-groti wtgduiktnd dorp, tn het gthetlt rtntachtigt watervlak, nog licht-glinsttrtnd hier en daar, dof-donktr vtisombtrd elders ondtr órsig. lucht, de oostelykt en westelijke doorvaart, ttr weeiszyden van het hierin
Op 't kan tj t. Zoo rijdtn we al maar omkijkend op den tamelijk brtedtn wtg, opkronkeltnd tegen dtn Si Pitot P.tot, dtn eenigen berg, weikan wt aulltn motttn ovtrtrtkktn om in dt Tobahoogvlakte tt komtn. Dt car rtnt ltkktrklimmtnd en bjj wegrimpels en sttentn in den weg klauterend alteen bergpaardjt, tegtn de ballingen op, in da rtchte tinden zich uitgtlattn reppend, bij hoeken en klovtn even voorzichtig inhoudtnd, haar neus om den hotk stekend en dan wetr voortjagend, als htt volgtnd weggedttltt veilig is. Maar opeens zien we het tracé van ttn nieuwen weg, ten diep ingehakte, roodt kerf door htt groen en dt grauwe rotsen rechts uit onae routt loopen. Mtn is daar nog aan 't wtrk, dt wtg schijnt nog nitt optn te zqn. Doch wa wtten nu, dat we voorzichtig moeten zijn, dat de oudt routs, wtlkt wij volgen, nu wel bijzonder sltchtzal wezen. We rijdtn thans aan de binnenzijde van den berg. De htlling wordt steiler, maar dt auto bekommert zich daar niat o», zoolang zij maar ttn gotden houvast ondar Ut wielen httft. Wt nadtrtn dtn top. Er schijnt hitr ten wart bandjir ovtr dtn weg gtslagtn te zijn, dt grond is rul, slap tn glad, dt wtg heeft diept, nitge* spotlde gltuvtn tn hoogt plooien. Dtcar trekt er zich langzaam doorhttn. Ditp piotgen de wielen in 't zandigt, natte wegoppervlak. Dt wtg wordt smalltrnu. Links is ttn httl laag wallttjt, dichtbegroeid mtt planttn, rechts staat de recht«afgesned*n bergwand. Wat tr verder linkt en rechts is, weten wt nitt, we kijken tr niet naar, omdat wt al onzt aandacht nu bij den wagen ca dtn wtg hebbtn. Dt car trekt en trtkt, maar dt grond gttft mtt, we schitttn haast niet op. Zoo trtkt dt car zich nog etn tcherptn hetk om. Daarachter is wter etn sttiiert helling, is dt wtg nog grilliger opgtwotld, is dt grond nog wtektr tn gladdtr. Brom mtnd kruipt dt car ttgtn die nieuwe, verraderlijke hindernis op. Opttns staan we stil, woedsnt'i raztnd worstelt dt motor, maar dt achttr-witltn slaan door, pakken niet meer. Door mttrderen gastotvoer wordt dt kracht van den motor nog tens geprikkeld, doch 't geeft niet metr, wt glijdtn terug. Dan springt de »passagitrfl er uit om achter dtn wagtn tt duwtn, om althans hat terugglydtn tt remmen, maar ook hij kan zich in dtn muilen grond nitt schrap aetttn, Zijn betntn glijdtn weg ondtr hem tn zoo ligt hjj bijna plat op den grond steun zotkend voor zijn vatten, duwtnd met uiterste krachtsinspanning, zonder te merken dat het iets geeft. Hij aiet niets dan de dol-draaitndt vritltn in de diept, gladdt vortn, tn htt bruine, slappe zand mtt roode klti doorschoten, waar hij met zn gezicht bovenop ligt. Jonkhoff heeft allt aandacht bij motor en stuur, poogt blijkbaar onder 't glijdtn metr aan dtn binder kant van den wtg betertn grond, tt vindtn, waarop we zullen overgaan. De man ondar de car merkt, dat dt wagtn in etn andertn stand gtbracht wordt en nu in schuint richting op den weg komt te staan. Nog draaien dt witltn door zondtr tt pakkan. Hij ploettrt tn trapt, maar da bodtm biedt gttn tttun, hij votlt dat hy met dtn wagtn met glijdt. Plotseling hoort hy etn sntrptndtn vloek, dt wielen draaien opeens nitt mtar, sgn geramd, de motor ronkt niet meer. Jonkhoff is nit dt car gesprongen: c/Kijk—daar!" schrttuwt-ie. — God — allemachtig — daar beeft de «aan onder da car ai mtt zijn buik op dtn rand van 't rar'ja geltgtn, daar httft-ie met a'n ** ' or'tzwskka wailttj*---h-r- it . ravijn steun gezocht, ten ravijn, om een rilling van over jt rug te krijgtn, bijna loodrtcht afschampend naar bantdtn, ditp en met ttn over rotsen stroomtnde rivier op den bodem. Ea de car ttaat ook al op die helling, dt achtarwitltn rusttn nog op een brokje grond, dat tik oogtnblik drtigt lot tt scheuren en af te ttotttn en er rttdt onderuit gezakt is. irDa's ntt op 't nippertje — gotddatje 't sagl" r/Ik voaldt, dat dt car mttr naar links zsktt dan naar rtchts, ik ktek etns oot naa. ditn kant tn daar btn 'k vlak bij 't walletje en kijk er over httn in ttn ontzetttndt diepte, 'k Schrok mt dood, 'k htb als de wetrlicht gertmd tn sprong tr toen uit."
Dt //passagier' was intusschen opgtkrabbtld. Wat nou P Dt car mocht zoo niet bly van staan, gttn minuut langer. Als de grond verdtr wegzaktt, zou zt over den kop slaan tn te pletter vallen., Vlug is toen de barang van dan wagen gelicht. Eu terwyl wt daar zoo mea bezig waren, kwam er ook nog een kuddt karbouwen dtn wtg afghbbertn. Als er zoon bttst tegen den wagtn optorndt, konden wt dien wtl gtdag zeggtn. Maar gelukkig litttn de dieren zich ttgtn houden en konden ze op den bergwand gejaagd worden, waar ze verdwenen. En de oude Batakker, die er suffend achter litp en opeens stom-verbaasd voor dat vreemde gedoe op den weg en dit hetlt uitgestalde annt*.ir.»»»*" r*»** «iw jn'i>_i"*f",*Anin wcgsc kwam te staan werd gapt __. _ ___ ook even 'n handje uit te steken. Maar de stakker had daartoe nitt genoeg fat. Er zat niet anders op dan te trachten htt achterstal van dan vragen wat op tt lichten en dat legtlijkartyd mttr op den wtg tt trekken. Jonkhoff ging aan 't dommekrachten, dt „passagitr" trok, dt Batakker kttk of 't goed ging. Wt zullen zoon half uurtje tot volls tevredenheid van den Batakker gewerkt hebben, toen we de car zoo vtr op den weg hadden, dat we voor kantelen en g'y dtn niet mttr te vretzen hadden. Zoader belasting httft de Walthamaut. mtt JonkLoS aan 't stuur deze steiienglibbtr-helling toen vtrdtr toch nog gehaald. Etnmaal boven, kon zij wttr geladen worden, en by 'i ver-j juwen van ds barang heeft de Batakker waarlijk ook geholpen. Wt waren geretd.
Allts klaar tn vast ?—Vooruit dan maar wttr, van deitn berg moeten wt zoo gauw mogtlyk at zyn, dit hetft liever nitt dat 'm auio'a ovei zn flanktn kriebelen.
Maar omdat aan dt andtra zijde dt berghelling zondtr bijzondert daling byaa onmiddellijk aan het hoogland sluit, zijn we haast ongtmtrkt van den Si Pitot P toe io dt boom!oose Toba-hoogvlakte gtkc me 1 V.
Cultuurraad.
Vergadering van Maandag 17 Juni. (Voorzitter: Resident Raider).
Aanwezig de heeren Ketner, de Eremery, van der Plas, Knappert, Beyerman, Wellan, van Tijen, Schades, Tjong A Fie, Du Cloux, van SuchteleD, mr. Rahder, Larive, v. Heuven, Heringa, Ezerman, Speltie, Roest, Sultans vao Langkat en Serdang, Westenberg. Afwezig (met kennisgeving) de heeren Magnée, van Renesse van Duivenbode, Blankenberg en de Sultans van Dcli en Asahan.
De vergadering wordt bijgewoond door den Dir. der L. W., Rutgers.
Ingekomen Stukken.
Het volgende is hiervan van belang: Voorstel van de Commissie voor de Waterschapsregeling om den Resident te verzoeken bij beschikkingen over water, dat concessies doorsnijdt of begrenst, vooraf den Cultuurraad daarin te kennen.
Bij het verzoek van de Regeering, ook aan den Cultuurraad gericht, om te overwegen of er maatregelen noodig zijn voor beperking van het drankgebruik, deelt de VOORZITTER mede, dat den controleurs om gegevens dienaangaande is verzocht.
Regeeringsmededeeling dat de noordelijke gewesten van Sumatra zullen worden gaaien» gevoegd tot een Waterschapsafdee-1 i n g, tot welker chef de Raad zich zal kunnen wenden voor examinatie van ontwerpen.
Eea Residentsschrijven, waaruit blijkt, dat van 1 Jani af voor .publieke werken geen kleinere ploegen gestraften dan van 60 man, onder Europeesch toezicht, kunnen worden afgestaan.
Üe bekorde n-__i_siTen /uilen u worden behandeld na afloop van de agenda.
Verzoek van de ambtenaren van den Technischen Dienst om een pensioen- en verlofregeling. Deze kwestie, licht de VOORZITTER toe, wacht nog op een antwoord vau de Regeering op de vraag of de ambtenaren van den Cultuurraad wellicht zullen kunnen deelen in de Regeeringspensioenregeling. In de volgende vergadering kan intusschen een voorstel inzake een toekomstverzekering van genoemd personeel worden verwacht. Namens de Keurencommissie deelt mr. RAHDER mee, dat ook een verlofregeling dan gereed kan zrjn.
Verzoek van de H. Mij. Güatzel & Schumacher om voldoening van een vordering, welke verjaard is.
De heer Mr. RAHDER vraagt, of er voorschriften bestaan omtrent het indienen van pretentie..
Het blijkt dat er wel een geijkt moiel is, en dat een deel van de vordering te laat is ingediend.
Gesteld in handen van de Fin. Comm.