1 Handelsvereeniging F. KEHDING. I § MEDAN - BINDJEY = TEBING TINQQI - BELAWAN. I 1 GEGALVANISEERD DAKYZER s', 6', 7', 8' I MACHINE- en Motorolie I 1 RABONGS 6' X 18" (met spykers.) 1 CYLINDEROLIE I I DRAADNAGELS en Gesmede spykers I CONSISTENTVET I 1 BOUTEN en moeren. 1 KARREVET en Groene Zeep. I I MERANTIE- en Marbauhout, 1 KOELIE-EMMERS, I ÉJ Merantie van de houtaankap „SIAK" 1 VERFWAREN en Oliën 1 AFPAKTOUW en AFPAKNAALDEN 1 ■ KOOLTEER en Zweedsche teer 1 KOELIT-KAJOE i I ZINKPLATEN. 1 CHANGCOLSTELEN. I 1 Sorteermatten, Java Koelie Thee, I I en alle verdere Bstates. benoodigdheden» 1 I m HET EENIC^TEPWMA ADRES & I ■ f ■ I ;: Het Grootste Kjeeüï% & Mode-Magazijn - | f W. CORNFIELD • ***_*■ - y^f Levert uitsluitend 1 Prima ECwaliteit Goederen 1 1 Ii Specialiteiten in de welbekende B ■ 1 I jj^jg witte Pakkejans. -*tv I
De Sumatra post
- 25-06-1912
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- De Sumatra post
- Datum
- 25-06-1912
- Editie
- Dag
- Uitgever
- J. Hallermann
- Plaats van uitgave
- Medan
- PPN
- 045042624
- Verschijningsperiode
- 1889-1942
- Periode gedigitaliseerd
- 1898-1942
- Verspreidingsgebied
- Nederlands-Indië / Indonesië
- Herkomst
- KB 1634 B1
- Nummer
- 157
- Jaargang
- 14
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Advertentie
Advertentie
iL§L KALOOERMA-6ELE' * * KALODERMA-ZEEP- Verkrijghaar hijs Maison E. Mesters Sijpestyn & Co. S. Kate & Co. W. Cornfield Rathkamp & Co. 1440
Advertentie
van Nie & Co. Medan* Agenten v. d. üalffbrandepg „PROfSFOER" Prima Rivaliteit | Ongebluschte Marmerkalk 1 • wmpmmt m MOdwa vaa 4* ksttit»
Advertentie
p* Eerste Automobiel Verhuurderij **3j I GROOTE EN KLEINE WAGENS I 1 dag en nacht verkrijgbaar. I Binnenkort verwacht: leen negen persoons huurwagen. I N. V* Automobielhandel VAN MARLE & 00. 1 .i. MEDAN en TEB. TINGGI | Tp^jSSl Telefoon iflfaAtP^ f^&f =^^^^z No, 254 & 102 ——-~~~~~~~~~~~ NO. 51 =r=r^r"- ■ 5^% mmwßLm^ 271°
Terloops. De Boni-expedities.
I. De expeditie van 1905 tot 1907 op Celebes, zoo vertelde een met verlof in Nederland vertoevend officier van het Indische leger aan een medewerker van het ,/Hdbd.", — was het scheppen van orde in een groot gebied, veel grooter dan Nederland. Boni en Goa hoorden er toe; waren ons ongeveer bekend — er waren kaarten Tan. De grootste helft was ons niet bekend. Er waren daar overal kleine vorstendommetjes — een mozaïek van allerlei ffprinaje_", die weer leenheer waren van allerlei ffffbaronnetjes" — en alles was bijna bergland. De vorsten van Boni en Goa en de meeste andere vorstjes hadden al lang contracten met 't Gouvernement, maar die werden sinds tientallen van jaren maar slapjes nageleefd. Feitelijk hadden we in heel dat groote gebied niets te zeegen, behalve te Makassar. De laatste aanleiding, en de voornaamste, tot de expeditie was, dat Celebes moest worden ingelijfd bij het tolgebied. In een groot rijk is daaraan op den duur niet te ontkomen. De vorsten en vorstjes weigerden. Die tolrechten waren 'n groot deel van hun privé-inkomen, dat, in zoon primitieve maatschappij, een en 't zelfde is als het landsinkomen. Vóór de Boni-expeditie vertrok, was Pare Pare, de prachtige haven aan de Westkust, door on» bezet. Die haven was feitelijk in 1814 aan de Eogelschen, en door hen in 1824 weer aan ons afgestaan. Oüs bestuur had er zich echter .nooit aan gelegen laten liggen, tot er in 1905 een compagnie werd gelegerd. Die bezetting was dus ons recht. Maar de vorstendommetjes kwamen er tegen op, zonden hun oude contracten terug. Nu wilde men vaststellen, of de vorstjes in de binnenlanden, die van Sidenreng en anderen, zich tegen ons zouden verzetten. Daartoe rukten drie secties onder kapitein-adjudant van Waasdijk uit, de heuvelen in. Ze waren nog maar twintig minuten van de kust af; men daalde juist in een raviJD, toen aan verschillende kanten zich Boegmeezen vertoonden en elkaar toeschreuwden. Er kwamen steeds meer gewapenden, ze drongen op, en ten slotte versperde 'n troepje den weg. Luitenant van Helsdingen, die den voortroep commandeerde, trad voor, sprak hen toe. Maar daar we de taal niet kenden, verstond men elkaar niet. Teen kwam er een hoofd, kenbaar aan zn gouden kris. Hij zeide, in gebrekkig Maleisch, dat de troep terug moest, dat hij niet voor zn mannen kon instaan. Al die Boegmeezen stonden intusschen, gew*pend, om dea troep heen. De meesten kalm, nauwkeurig kijkend wat onze soldaten deden — enkelen echter tandakkend en hun lansen zwaaiend. Daar men nu genoeg wist en niet met geweld wilde beginnen, keerde de troep terug. Van den kapitein tot de jonge soldaten toe bewaarden ze hun kalmte. De kapitein ging met 't hoofd voorop — dan kwam diens gevolg, zoodat de kapitein geheel van zijn troep was afgescheiden. Een duizend Boegmeezen drong dicht om de soldaten heen, raakten ze 'n enkel maal met de jachtlansen aan, tandakten en gesticuleerden druk. Maar hadjis en andere pientere Boegmeezen hielden de jongeren tegen. Onze soldaatjes bedwongen zich zelven. Wel ging er 'n trilling door den arm, die 't geweer vast hield, wanoeer een lanspunt de patroontasch op zij zoo eventjes aanstootte, maar dan mar. keerde de luitenant den pas: een, twee.., een, twee... hij keek intusschen scherp uit of de krissen niet werden getrokken en de scheeden van de strijdlansen genomen — dan hing «t maar aan 'n haartje of men had snelvuur naat alle kanten moeten afgeven, en dan zouden ook van den troep niet zoo heel veel 't hebben naverteld. Die eerste tocht liep dus zonder bloedvergieten af. Maar men wist nu toch, dat 't verder niet zoo kalm zou gaan; er kwamen dus nog twee compagnieën, en ook op dit kalme voorspel der expeditie volgde wat krijgsgerucht en kruitdamp. De grooten van Boni, tegen wie het in de eerste plaats gericht was, hadden zich schuldig gemaakt aan rooftochten. De kroonprins trok aan 't hoofd van troepen uit — liet belasting buiten zijn gebied innen. Dat kon niet geluld worden — te minder daar Boni al sinds 1860 zich tfgouvernementsgebied* had verklaard. Men kon niet eeuwig en altijd blijven waarschuwen. Ondanks de herhaalde Boni-expedities, kwam men nooit tot een blijvend resultaat Boni had zich voor den oorlog met ons toegerust, de kust bij Badjowe was zwaar versterkt ; 4000 man, zei men, waren onder de wapens. We behandelden alles naar Westerschen deftig-diplomatischen trant, zooals onze heele correspondentie, met al die vorstjes altijd deftig was gegaan, door bemiddeling van bet „inlandsche bureau". We hadden ons altijd wel wat heel klein gevoeld tegenover de, men zou zeggen : aangeboren arrogantie van het volk van Zuid-Celebes. In geen deel van Indië hebben we ooit zóó chapeau-bas gespeeld als daar precies, eigenljjk, als de Javanen zoon Makassaar op Java maakt met veel gebaren en veel woorden zoon drukte, dat de dessaman doodsbang wordt Geef je hem 'n draai om de coren, dan is hij ineens stil. „Jij hebt me in de gaten", d«nkt hij dan Precies Daudet's vrienden van Tarascoa. Kwam de vorst van Goa met zijn heelen sleep van gewapend gevolg te Makassar op . bezoek, dan vonden vele winkeliers het maar verstandiger hun toko's zoolang te sluiten, ,n namen ook de vrouwen zich een beetje in acht, want de hautain-doende vol .elingen verwaardigden zich nogal eens om iets dat in hun smaak viel doodleuk mee te nemen