mmmmmmmmmmm m e**##**Mi*##9s# mmm m Anak Eajoes Direct leverbaar bij Th. KONOW SOEBERG & Co. Tandjoeng Poera GONGURREEREMDSTE PRUZEN 5808 mmmmmmmmmmmmmmmm mm mmm mmmmmmmmmmm Verkrijgbaar bij den boekhandel J. Hailermann Medan Dr. K. W. van GORKOM'S Oost Indische Cultures Geheel omgewerkl en ©jwrieuw uitgegeven onder redactie va» H. C. PRINSEN GEERUNGS Compleet in 3 deelen EERSTE DEEL, Het klimaat van Nederlandsch-Indie' door Dr. .). P. van dei Stoi De bodem Dr. D. .1. Hissink. Bemesting Dr, A. van Bui.kkj. Groei, ademhaling en voeding van de planten Prof. Dr. F. A. F. C. W Erfelijkheid, bastaardeering, kruising Prof, Dr. F. A. F. ('. WV Plantaardige en dierlijke parasieten .. Dr. J, Wistehduk. TWEEDE DEEL, 1{!Jst door J. ,1. Paebblb. Suikpr H. C. Prinsen Geeblin. Oliege wassen . Dr. J. J. A. Wijs. Thee Dr. A. \V. Nanxinga. V,atól" Dr. F. W. T. Hvnokk. Kola .. Dr. F. W. T. Hlnci.h. Tabak .. Dr. A. van Bijlebt. Kof 1 ie *** Specerijen H. .1. \\ igman Sr. Aetherische oliën _ p,„f. Dr. P. van h DERDE DEEL. Indigo door C. .). van Lookeben i.'imc; Kma „ p. VAS Leebsum. Coca .. Dr. A. W. K. de Jon,,. Hout „ Dr. A. H. Bibkhouï, Tweede gewassen , J. J. Paebels. Knol-en wortelgewassen .). j. pAF)(, Caoutchouc en getah pertja , Prof. Dr. P. van Rombiboh Vezelstoffen „ Dr. J. D Sago .. .1. .1. Paebj Ooftteelt „ H. J. Wigman Sb. Gronteteelt .. H, J. Wigman - Looi-en vorfstoffen „ Dr. H. H. Zeijlstba Fzn. Boschproducten . Dr. H. H. Zeijlstba Fzn. Lrebonden in prachtband f 39.—
De Sumatra post
- 15-01-1914
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- De Sumatra post
- Datum
- 15-01-1914
- Editie
- Dag
- Uitgever
- J. Hallermann
- Plaats van uitgave
- Medan
- PPN
- 045042624
- Verschijningsperiode
- 1889-1942
- Periode gedigitaliseerd
- 1898-1942
- Verspreidingsgebied
- Nederlands-Indië / Indonesië
- Herkomst
- KB 1634 B1
- Nummer
- 12
- Jaargang
- 16
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Advertentie
Uit den Archipel. Een badhotel op den Welirang.
Wij maakten reeds herhaaldelijk melding van de warmwaterbronnen nabij de desa Padoesan op de helling van den Welirang. Verscheidene Europeanen, zoowel van Soerabaia als van Modjokerto en Djombang, hebben reeds nabij bedoelde desa en de desa Pat jet. eenige palen van de bronnen verwijderd, stuk ken grond aangekocht om daar pondoks of .buitenverblijven" te laten bouwen, schrijft het Soer. lïhl.
Bovendien had zich een kongsie gevormd, bestaande uit eenige inwoners van Modjokerto en Soerabaia om bij de bedoelde bronnen een badgelegeuheid te doen verrijzen ongeveer gelijk aan hel bekende .. lila uw water" bij Pasoeroean. Voor dil piau heeft men getracht de som van 15000 guldens bijeen tebrengen. Klaarblijkelijk verwachten de bewoners van Djombang en Modjokerto /.eer veel heil van een kuur-oord op den Welirang. althans er is reeds een bedrag van 75000 gulden bijeen, waardoor men de plannen veel grootscher kan opzetten. In plaats van een gewone badgelegeuheid wil men thans een geheel upto date badhotel oprichten, waarvoor een kapitaal vau 200.000 gulden wordt noodig geacht. Een naamlooze vennootschap zal worden opgericht, echter met de uitdrukkelijke bepaling, dat de oprichters daarvan geen extra vergoeding zuilen krggen, behalve de reecis gedane uitgaven. Op de eerste vergadering van aandeelhouders /al de remuneratie aan de oprichters door de - elhouders /."hen worden vastgesteld. Aan het architectenbureau Groedo, directie Derx en Outmans, is opgedragen een ontwerp voor bet hotel te vervaardigen, terwijl arme bronwater is opgezonden naar een chemisch laboratorium alhier, om scheikundig le worden ontleed. weg van Patjet naar de bronnen, welke thans niet berijdbaar is, zal zoodanig worden dat twee auto's elkaar gemakkelijk zuilen kunnen passeeren.
een niet de verbetering van dezen weg is een bedrag gemoeid van tien mille, terwijl voor den aankoop der benoodigde terreinen twintig mille noodig is.
Het pensioenfonds der H. V. A.
ir de H. V. A. is. met ingang van 1 Januari j.1.. opgericht een pensioenfonds voor het Europeesche personeel, zegt de N. Soer. ('t. Zoowel het personeel, werkzaam in de cultures als op kantoren in Indië en in Holland, zal van dit pensioenfonds profiteeren.
Het fonds zal op de volgende wijze worden gevormd. Jaarlijks zal cle H. V. A. een zeker bedrag der winst als dotatie overschrijven oj) het pensioenfonds, tot dit krachtig genoeg zal zijn om daaruit de noodige uitkeeringen te doen. Waar bovendien de gelden van het pensioenfonds zuilen worden belegd in staats- en andere soliede papieren, hebben de deelgerechtigden aan het fonds alle niogelyke zekerheid inzake ongestoorde uitkeering der pensioenen.
Zeer mooi is het, dat de employés geen cent voor dit fonds behoeven bij te dragen : geen enkele contributie, in welken \orni i><-!>. zal van hen worden geheven.
Omtrent de werking vau het pensioenfonds vernam het blad nog het volgende.
Pensioen wordt uitgekeerd aan alle employé s, ;in>tens 20 jaren dienst hebben en den leeftijd van 4ö jaar bereikten. Zij zijn dan echter niet verplicht, hun pensioen aan te vragen, doch kunnen nog geruimen tijd blijven doordienen. Eerst wanneer een employé den igen leeftijd heelt bereikt, kan de H. V. A. hem ongevraagd pensionneereu.
Zooais men ziet is. wat betreft de regeling der pensionneering, in hoofdzaak het zelfde beginsel gehuldigd, dat hij hePgou vernemen! toepassing vindt. Verhoogingen i>ij meer dau 30-jaren dienst worden echter niet toegekend. terwijl voor allen het maximum pensioen is gesteld op fl5O 's maands. De bedragen deipensioenen worden overigens berekend naar rato van het salaris, dat de betrokkene geniet.
Totdusvei- bestond bij de H V. \. reeds ■le^gewoonte. aan oude dienaren pensioen te verleenen. Dit was echter slechts een gunst, terwijl de nieuwe regeling alleen het recht op pensioen waarborgt. .
Het aantal oude dienaren bij de H. V. A. is momenteel nog vrij gering: eerst in 1891, toen de H. V. A. door een aankoop de suikerfabriek Minggirau zich op cultuurgebied begon te bewegen, bnmble het aantal emplovo's zich gestadig uit, tot bet thans l Holland meegerekend), nagenoeg 600 man telt. dus verreweg het grootste aantal employés eerst na 1891 in dienst kan zijn gekomen, zjjn er niettemin toch enkelen, die krachtens de niet nieuwe regeling reeds thans vatr hun recht op pensioen gebruik zonden kunnen maken. I>it is echter nog niet geschied.
VELERLEI. De leelijke jonge eendjes.
Ze had twaalf jonge eendjes gekocht, krieltjes, die nog nauwelijks op hun brooze pootjes Konden staan, en nog piepten. Maar ze zorgde goed voor haar beestjes, ze gaf "ze best v -en z,e groeiden snel, tot ze groot genoeg- waren eu ze uit liet hokje mochten.
Sinds dit oogenblik was het stille straatje, waaraan mijn huis ligt. vol leven en gerucht. Want de eendjes bleven niet bij honk. maar scharrelden her kleine erf af eu waggelden daarheen waar het hun goed dacht. Elke bewoner van het straatje kreeg dan (jok op zijn beurt van het twaalflal bezoek. Piepend, met uitgestoken hal zen en hun heen èu weer zwikkende achterlijven, beperkten zij er zich gelukkig toe. in ecu haast-je rep-je-vaartje achter-elkander nan. de kleine perkjes voor de huizen rond te gaan. 's Avonds, tegen donker, was de pret begrijpelijkerwijze uit en dan kwam zij. die de eendjes vetmestte, naar buitenom /e weer naar kooi te drijven. Sonis ;k er ecu: die was dan in een parrit geduikeld of had zich kalm in een paggar genesteld. Naarstig speurde ze haar lieveling echter op eu vol zorg nam zij het beestje op den arm en droeg het naar de andere. r op een dag, toen zij als gewoonlijk tegen het vallen der duisternis, weer haai' „snaterbekjes" wilde ophalen en zij weer heilokkende pi-pi-pi-pi-pi van eiken avond liet hooien, blekenalle eendjes... zoek. Groote consternatie. Dat was onbegrijpelijk; het straatje was niet voel meer dan tien stappen groot, en het lag van de buitenwereld zoo goed als afgesloten: het was haast niet, mogelijk, dat de dieren waren weggeloopen. Rn radeloos begon ze, voortdurend het jonge eendengebroed lokkend niet een falset-achtig pi-pi-pi-pi-pi, pi-pi-pi-pi-pi, frartk eu vrij de erven van de buren ai' Ie loopen. zonder er op te letten, dat haar korte haarvlechtje haar bespottelijk van het achterhoofd bengelde. Ze doorzocht alle paggars en parrits, keek ook eens met een scheel oog in de huizen der buren ol' ze daar niet verdwaald waren geraakt: maar al haar moeite was te vergeefs. Zij gaf den moed echter niet op en van voren af aan werd het onderzoek begonnen. Het straatje begon zoo langzamerhand te daveren van het monotone scherpe pi-pi-pi-pi-pi. De eendjes echter waren weg en bleven weg. Hu met bedroefd herte ging zij tenslotte, ver in den avond, met haar zot-bengelende vlechtje haar huisje binnen.
Of en hoe zij dien nacht geslapen heeft, is me niet hekend geworden. Maar nauwelijks was liet eerste licht aan den hemel, ot de lucht trilde weer vau het pi-pi-pi-pi-pi voor de lieve jonge eendjes, en nog steeds ook wipte het vlechtje op en neer, heen en weer.
Wacht, hoorde ze daar niet wat, was dat niet het gepiep van de vogels. Ja waarlijk: maar waar kwam het vandaan ? Het klonk zoo gedempt, het was net of het ergens van uit de diepte kwam. Daai' schoot haar iets te binnen. Het straatje werd door een diepe, niet prikkeldraad afgerasterdé sloot met steile oevers begrensd. Als ze daar eens.... Nee. maar dat was toch niet mogelijk. Toch ging ze maar eens kijken. Je kon nooit weten
En warempel, daar heel diep beneden, op den bodem van de sloot, waarin altijd een centimeter of wat water staat, dreven de eendjes lustig rond. vrooljjker dan ze in hun leven op het droge ooit geweest waren.
Pi-pi-pi-pi-pi, deedzèweer pi-pi-pi-pi-pi, deden de jonge eendjes terug. maar bleven verder rustig beneden in het lang ontbeerde nat. En toen begon zij ze met allerlei f ieve naampjes toe te spreken, lokkend en vleiend doch de eendjes deden verder, of ze niets hoorden. Maar buitendien, al hadden ze nog zoo graag gewild, ze hadden tegen de steile helling niet opgekund.
Goede raad was hier duur. Resoluut echter stapte ze ten slotte weer naar huis en kwam een oogenblik later terug niet twee vlugge jongens, die jacht moesten maken op hef. dozijn eenden. Behoedzaam, één van hen met een zak over den schouder, klommen ze de steiJe helling at en toen ze eindelijk beneden waren, begon onder een hevig geplas van het water eu onder ecu wild gefladder van de eendjes en onder een felle regenbui een wilde jacht. Die heeft uren geduurd. Maar het slot van het lied was, dat de .jonge eendjes, alle in den meegenomen zak bijelkaar, werden bovengebracht.
Sindsdien is het vrije leven van de jonge eendjes uit. Zij moeten nu weer als vroeger in hun hokje blijven en mogen alleen als het geregend heeft, er even uit om zich te verfrisschen in de modderplassen op het plaatsje achter het huis. Het straatje is nu weer even rustig a|s vroeger. Maar arme eendjes! Tobias.
Een invoerrechten-quaestie.
Kortelings diende voor den Raad van Justitie te Soerabaja de hoogerberoep-zaak van den chemicaliënhandel C. Moll aldaar. De X. So c i. C t, zegt ervan:
Appellant, destijds voor het residentiegerechi terechtstaande wegens fraude en ontduiking van invoerrechten in '■' verschillende gevallen. •.verd negens gebrek aan bewijs van het hem ten laste gelegde vrijgesproken en kwam vau deze vonnissen in hooger beroep. In een memorie, door appellant ingediend, vermeent deze o.m. dat zijn aangifte (het betreft hier 700 flesschen „biocitin* ter waarde van f 896) juist is eu hij toont zulk- in genoemde memorie nader aan. Voorts meent appellant, waar men die flesschen z.i. ten onrechte heeft aangehouden, recht te hebben op schadevergoeding en van alle rechtsvervolging te moeten worden ontslagen.
Nadat de vonnissen van het'r^sidentiegerecht, de verschillende processen-verl aal en getuigenverhooren zijn voorgelezen, refereert de ambtenaar van het openbaar ministerie zich in zijn requisitoir in alle drie de gevallen aan de vonnissen, gewezen in eerste instantie.
De uitspraak volgde onmiddellijk. De raad verklaarde 's heeren Moll's aangeteekend hooger beroep niet ontvankelijk en veroordeelde hem tot betaling der kosten der instantie.
Assaineering in Soerbaia.
Door de regeering is een bedrag van f 100.000 beschikbaar gesteld voor het verkrijgen van de vrije beschikking over een tusschen de Kali Mas en de kali Pegirian benoorden het fort Prins Hendrik ter hoofdpplaats Soerabaia gelegen complex moerasgronden, benoodigd voor de uitvoering der werkzaamheden in het belang van de assaineering van den Oedjoeng. Zooals de N. Soe r. 0 t. herinnert, staan de rechten op die gronden ten name eener inlandsche vrouw, voor wie mr. Rahder te Soerabaia als gemachtigde optreedt.
Passagiers.
Aangekomen I I .'an. per 9.». Merkus" van Penang, de heeren E. _. Houeen vv. Verstappen, ben. dekpass..
Scheepstijdingen.
I '<- < a ii I. .i n s l> erge vertrekt lb Jan. 's voorm cm S irur naar Sabang. Postal. su. 15 m. nam. op 17 Jan., •"> uur voorm. op 18 .inn.
Van den Overwal. Een dure schaking.
Te Singapore is een zekere A. F. Fox wegens schaking van een meisje vau tiertien jaar met het doel tot „ongeloof- verkeer", veroordeeld tot 8 jaar tuchthuisstraf.
Voor Vrouwen. De vrouw als procureur.
De Engelsche vrouw mag in rechten wel voor zichzelf optreden, maar niet voor een ander. Tot de rechtsgeleerde studie wordt zij ook wel toegelaten, maar niet tot de balie. Sommige Engelsche universiteiten verleenden zelfs den juridischen graad van bachelor of Laws aan enkele dames, die daaraan bitter weinig heliben. Miss Cbristabel Pankhurst verwierf dien graad ook en is in de rechtsgeleerdheid goed thuis. Toch werd haarde toegang tot die praktijk ontzegd. Dat is wel een zonderlinge anomalie, die feitelijk alleen op oude gewoonte berust, welke daar te lande vaak boven de geschreven wet staat.
Daarover heeft, in Londen, thans het Bof van Appèl uitspraak te doen. Det betreft de toelating eener Engelsche dame. miss Mayorie Isel>l>. tot het ambt vau solicitor of procureur. Zij werd als studente tot de Londensche universiteit toegelaten, studeerde verder te Oxford en verwierf daar vau het St. Hugh's college het hoogste diploma van rechtsgeleerdheid. Zij wilde toen solicitor (procureur) worden en had er de capaciteiten vooi'. Volgens de wet moest zij eenigen tijd in deleer gaan bij een praktiseerenden solicitor en kon daarna zoon plaats krijgen. Maar de Law Society weigerde haar een diploma te geven en als solicitor in te schrijven, w^ijl zij vrouw is.
Daartegen ging miss Bebb procedeeren. In eerste instantie wees dezen zomer rechter Joyce haar verzoek, om als solicitor te worden toegelaten, van de hand, wijl naar zijn meening de vrouwen onbevoegd zijn eenig publiek ambt te bekleeden. Tegen dié beslissing ging miss Bebb in verzet bij het Dof van Appèl, dat, gevormd door deu master of the rolls, met de lord-rechters Eady en Phillimore, nu heeft uit te maken, of een oude gewoonte hooger staat dan de geschreven wet.
Volgens de laatste kan een vrouw als zaakgelastigde van een ander optreden. De Solicitors Ac! van het jaar 1*43 bepaalt, dat „geen persoon" als attorney of als solicitor kan optreden, die niet te voren als zoodanig ingeschreven en bevoegd verklaard werd. Een toelichtingsartikel dier wet verklaart duidelijk, dat ieder woord in de wet van het mannelijk geslacht, „op eene vrouw zoowel als op ecu man* is toe te passen. Volgens dat artikel is ook de vrouw „een persoon", en dus op de vereischte wijze toelaatbaar tot de procureurspraktijk.
Zoowel spitsvondig als logisch wordt nu daarover geredeneerd, ten overstaan van en door leden van het Hof. Lord Robert Cecil, die voor miss Bebb pleit, beroept zich op de letter der wet en wraakte de beslissing van rechter Joyce als zou de vrouw voor de vervulling van eenig publiek ambt onbevoegd zijn. Niet alleen regeeren koninginnen', maar hier te lande is vroeger de vrouw ook wel als zegelbewaarder, maarschalk, great chamberlain en als kerkvoogd opgetreden. Tegenwoordig staan vele publieke ambten voor de vrouw open. En als inspectrice van openbare gezondheid of voor werkplaatsen kan zij voor het gerecht als aanklaagster optreden. Aangezien de wet van 1843 slechts van „persoon" eu uiet van ..vrouwelijk" noch van .. mannelijk" persoon spreekt, sloot zij de vrouw niet nadrukkelijk van het procureurschap uit. Hu n,jss Bebb had hel examen daarvoor glansrijk afgelegd. Hechter Phillimore erkende daten zeide, dat de „proof of the pudding is in the eating". Maar geen vrouw wordt tot het rechtersambt toegelaten en eén langdurige gewoonte sloot haar ook uit van het ambt, om rechtszaken op en in te stellen. Die oude gewoonte gaf den doorslag volgens sir Robert Pinlay, die namens de Law Society de toelating van miss Bebb bestrijdt. En zoolang de leden van dat rechtsgeleerde genootschap zich daartegen ven verzetten, zal daar geen gerecht licht iv anderen geest beslissen.
Maar tui is hef toch een feit. dat de wet gunstiger voorde vrouw is. dan haar uitlegging En dat is een geducht wapen in haar hand'
De Marindinees en de maan.
Pastoor v. d. Kolk schrijft o.m. het volgende uit Okaba aan de .Java Post":
Een juist begrip over de maan hebben de Marindineezen nog lang niet. zoomin als over de zon. Zij zien ze wel niet aan „voo Edammer kaas" zooals 't spreekwoord zegt, maar wat die maan nu eigenlijk is, blijft voor heT toch üög erg raadselachtig. Is liet een godheid, of een geest, of ecu mensch, of een dier? 't Leeft in alle geval, meenen ze. Honderden malen vraagt men ons wat de maan is, en als we 't juiste antwoord geven, gelooft men 't toch niet. 't Is ook zoo \ voor een wild verstand ! Hoe kau nu zoon bol regelmatig draaien zonder omlaag te vallen? Hoe kan bij licht afgeven en soms klein worden en dan weer groot? Een filosofeert al. maar zelfs de oudste onder hun filosofen kunnen er met de pet niet bij.
In de laatste dagen is de maan weer het gewone onderwerp der wijsgeerige gesprekken geweest, wegens de prachtige maansverduistering inden avond van 15 September. Wjj hadden het verschijnsel dagen te voren behoorlijk...
aangekondigd, waarldj men ons gewoonlijk toevoegde: .Niet doen: wij zijn hang!'' Ze meenden al, dat wij zeit de maan verduisterden: boe toch konden we dat anders voorspellen ? Protesteeren hielp weinig: met een veelbeteekenend lachje en schuine enigen beduidde men dan: we weten wel beter; houd u maar niet zoo onnoozel ! Uij en niemand anders. draait, de maan om".
Dat men bang is voor zonsverduistering (verleden jaar beleefden we daarvan een staaltje is nogal begrijpelijk. Maar de schrik voor een maansverduistering zit er al bjj na even diep in. Men was nu gewaarschuwd en we hadden tot vervelens toe gezegd en herhaald, toch niet bang te zijn en maar eens goed te kijken. Doch toen 't gebeurde, vluchtte men de hutten in. Enkele jongelui kwamen naatons. om door een kijker het verschijnsel beter te zien : maar de schrik verliet hen niet en toen de maan „heelcmaal was omgedraaid", volgens hun zeggen, moesten ze absoluut naar huis. Ze vertrouwden 't zaakje niet meer. De „omgedraaide maan" had echter alles zoo wat in 't duister gezet en nu moes! fakkels hebben van done klapperbladeren, of men durfde ue paai honderd nieter o strand niet af te leggen.
Den volgenden dag was 't overal : «Mijnheer kent liet .' Maar nooit meer doen. blief, en vooral niet met de zon!" Al onze beweringen van totale onkunde hielpen niets. Slechts enkelen praatten mis wat na over .een schaduw die voor 't vuur kwam". Dat begrepen ze wel, maar ze geloofden het niet. • De toovenaars, die graag voor ah' doorgaan, hadden zooals gewoonlijk hui krachten ingespannen, eu .Zie je wel. ik keu het: de maan is weer goed gewoiden". De roem van toovenaar die en die weer hoon.'
Grapjes.
Hen bureaucraat lag op sterven. Hij li zijn lange ambtelijke loopbaan nooit éen dag verzuimd, was nooit één dag ziek geweest en had ook nooit één dag verlol om. hij was altijd een voorbeeld van de streng plichtsbetrachting en de pijnlijkste nauv zetheid geweest. Dat nam ook de zieleherder, die hem het scheiden verlichten wilde, tot uitgangspunt van ziju troostwoord) -'t ls nu de eeuwige rust', welke gjj ingaat broeder!' sprak hij devoot. .Ach God, dat is het 'm juist, steunde de bureaucaat, „hoe zal ik dat uithouden !"