De Prins der Nederlanden is op Febr. van Suez vertrokken, richting Indië. De Sindoro is op 16 Februari te Rotterdam aangekomen.
De Wilis arriveerde 14 Febr. te Suez, richting Holland.
De Ophir vertrok 14 Febr. van Perim, richting Indië.
De Grotius arriveerde 14 Febr. ie Colombo, richting Indië.
De Rembrandt arriveerde 14 Febr. te Genua, richting Holland. De Ora n j e arriveerde 9 Febr. te Amsterdam. De Rembrandt arriveerde 9 Febr. te Suez, richting Holland. Dc Goentoer passeerde 8 Febr. Colombo, richting Indië.
"Scheepstijdingen.". "De Sumatra post". Medan, 1914/02/20 00:00:00, p. 9. Geraadpleegd op Delpher op 17-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324066:mpeg21:p009
"De Sumatra post". Medan, 1914/02/20 00:00:00, p. 9. Geraadpleegd op Delpher op 17-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324066:mpeg21:p009
DKI'ARTEMENT VAN OORLOI,. Verleend : Elf maanden verlof, aan den len luit. der inf. C. B. va n Gen t. Ontslagen: Op verzoek, mot ingang van 2 April 1914. wegens .olbraehtei. diensttijd, eervol, de kolonel der inf. J. F. Schilham- Op verzoek, met ingang van 3 Juni '14, wegens volbrachten diensttijd, eervol, de off. van gezondh. le kl. \V. J. van Beugen Bik. Ontheven: Eervol uit zyne betrekking yan pi. adjudant te Semarang en, in verband daarmede, teruggevoerd van a la suite van zjjn wapen, de le luitenant AV. Weyerman. Benoemd: Tot pi. adjudant te Semarang en. in verband daarmede, gevoerd a la suite van zijn wapen, de le luit. G. Minde rman, van het 5e bat. te Semarang. Overgeplaatst: Bjj de 2o afd. van het Dep. van Oorlog, de le luit.-adjudant H. Meihu i z c n, van het subsistentenkader te Batavia. Gesteld: Op non-activiteit. de majoor der art. .1. B. Do ij er, na aankomst uit Nederland. Ontheven: Eervol als bat.-adjudant en overgepl. bjj het garn.-bat. der Zuider- en Öosterafd. van Borneo, do le iuit.-adjudant H. Se h eurl e e r. van het 21e bat.. Eervol als bat.-adjudant en overgepl. bjjhetgarn.-bat. van Timor, do lo luit.-adjudant .1. Grad e r, van het 12e bat.. Benoemd: Tot bat-adjudant, de l'e luits. F. C. J. Sneep, A- A. G elp k e en R. A. Kun s t. resp. van het !8e bat,, het le depot- en het 3o depót-bat.. T.m bat.-adjudant en overgepl. bn het 12e bat., de le luit. C. C. 1. inkhorst, van het 2öe bat,. Geplaatst; Bij het 21e bat., de le luit. A. C. P. van Cattenburch, van verlof teruggekeerd. Bjj het 14e bat, de le luit. H. L. Ie Mai re. van verlof teruggekeerd. Bij het 5e bat. te Semarang, de le luit, M. .1. V o s k ii i 1. van verlof teruggekeerd. Overgeplaatst.: Bjj hot subsistentenkader te Soerabaja, de le luit. J. G e u r in k, van het 8e bat. te Bangli. Bij het 2e bat., de le luit. I. L. Mulder, van het garn.-bat, der Zuider- en Öosterafd. van Borneo te Bandjermasin. Bjj het 3e depót-bat. de kapt. G. J. H. van der Beeke, van het garn.-bat. van Amboina en Ternate. By het 18e bat., de kapt. 11. H e 1 b. van het garn.-bat. van Amboina en Ternate, op West-Nieuw-Guinea. Benoemd: Tot adjudant van het korps genietroepen te Tjimahi, de le luit. bjj het korps genietroepen to Tjimahi G. A. van der Nagel. Overgeplaatst: Bij het korps genietroepen te Tjimahi. de le luit. bjj den gew. on pi. geniedienst van de le mil. at'd. te Batavia A. H. van Djj k.
"Mutaties.". "De Sumatra post". Medan, 1914/02/20 00:00:00, p. 9. Geraadpleegd op Delpher op 17-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324066:mpeg21:p009
MEDAN, 19 Februari 1914.
Raiometer. Temperatuur „ m.M. bij o°. C. in go Regenval 7 v.m. 12s.m. sn.m. max. min. inm-M--759.6 759.- 757.4 32.9 21.7 20/2: 20/2: 21.1 — % Relat: Uren vochtigheid. zonne- j scbijn. 12 vm* 7vm. .. „, slim- tot S. 111. _ 011111. 97 65 '<■">
"WEERBERICHT van het DELI PROEFSTATION.". "De Sumatra post". Medan, 1914/02/20 00:00:00, p. 9. Geraadpleegd op Delpher op 17-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324066:mpeg21:p009
———-■ - " ■ ■ ' i ; m^^^^^^**^ " ' -^m__hm_^ei^fmm _; Drinkt LUCAS BOLS" Zeer i|jpß| I °ucBe Illlli likpiirpn I lOonauor UiJlloiGl, LUCAS BOLS"" r£J_T^ zijn verkrijgbaar bij aüe voorname kedehs, en bij den Pachter van sterke dranken. Importeurs: M. GOLDEN BERB S Co. 4116 NATURA-MELK Jy^Êê de bestcgesterüiseerdeMelk, _^_—-*-^^^^Vi 5 i mporteert J^__M___A^m S. EHRLOCH MEE LEEUW Ë) *"»"* J " W':/J Chong Lee Ide standjuuto QMUTfflfr L, __— - ■ i i.r Telefoon 280 Jatuw ..eseUschafr Bosch&Co**• Meeklink
"Advertentie". "De Sumatra post". Medan, 1914/02/20 00:00:00, p. 9. Geraadpleegd op Delpher op 17-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324066:mpeg21:p009
De Hooge Raad der Nederlanden heeft in den loop van 1913 een arrest bekrachtigd, dat van bizondere beteekenis is voor de instelling der Xaamlooze Vennootschap en dat aan verschillende economische tijdschriften aanleiding gaf tot bespreking. Ook in Ned.-Indië, waar het aantal naamlooze vennootschappen met elke uitgave der Javasche Courant stijgt, verdient evenwel het door den Nederlandschen Hoogen Raad vastgestelde arrest de aandacht. Die college heeft n. 1. uitspraak gedaan, dat in Nederland voortaan ieder aandeelhouder eener naamlooze vennootschap kan opkomen tegen een besluit, dat genomen is in strijd met de statuten. Was dat dan tot dusver niet mogelijk, zal men zich zekerlijk afvragen ? Het antwoord op deze vraag moet ontkennend luiden. Waarom, stel ik me voor hieronder uiteen te zetten, aldus een schrijven in het Tijdschrift van N ij v e r li e i d en Landbouw: Y'olgens art. 1655 van het Ned. Burg. Wetboek ontstaat een .vennootschap" als twee of meer personen zich verbinden om iets in gemeenschap te brengen met het oogmerk om het daaruit ontstaande voordeel met elkaar te deelen. Heeft de vennootschap ten doel handel te drijven, dan ontstaat een handelsvennootschap. In art. 14 van het Wetboek van Koophandel worden drie soorten van vennootschappen onderscheiden, te weten : a. de vennootschap onder een firma, b. de vennootschap, bij wijze van geldschieting, anders compagnieschap en commanditaire genaamd (commanditaire vennootschap); c. de naamlooze vennootschap. We willen het hier alleen over laatstgenoemde rubriek hebben. De naamlooze vennootschap ontleent gewoonlijk haar naam aan den aard of het bedrijf der onderneming. De grondslag der naamlooze vennootschap is de oprichtingsacte, waarin het doel, enz., kortom, waarin de statuten zijn samengevat, op welke men de koninklijke goedkeuring moet erlangen tot oprichting der vennootschap. Ook voor alle eventueel later aan te brengen wijzigingen in deze oprichtmgsacte, wordt de kon. goedkeuring vereischt. De populariteit, welke de naamlooze vennootschappen thans genieten, is nog niet van zoo ouden datum. Vroeger was men algemeen de idee toegedaan, dat het alleen wenschelijk was, een __aak of firma in een naamlooze vennootschap onder te brengen, wanneer zij veel kapitaal vereischte, dat niet of althans moeilijk zou zijn bijeen te brengen. Deze opvatting is thans echter verouderd en ook het omzetten van kleinere zaken in naamlooze vennootschappen is meer en meer gebruikelijk geworden. .In Nederland kent men er thans zelfs, met een maatschappelijk kapitaal van f 1000.—, verdeeld in 10 aandeelen van f 100.—, waarvan er 4 geplaatst zijn en waarop 25 pCt., dus f 100 totaal, is gestort. Waarom de naamlooze vennootschap dan thans zooveer de belangstelling van het publiek heelt. Wel, om de doodeenvoudige redenen, dat a. de financieele aansprakelijkheid veel beperkter is; b. dat men gewoonlijk gemakkelijker aan kapitaal voor oprichting of uitbreiding kan komen. Heelt men bv. een vennootschap onder eene firma, dan is die firma met haar gebeele vermogen voor den goeden gang vau zaken aansprakelijk. In een naamlooze vennootschap gaat echter de aansprakelijkheid van iederen aandeelhouder nimmer het bedrag zijner aandeelen te boven. En daar de Nederlandsche wet geen bepalingen kent opdegiootte van het kapitaal der naamlooze vennootschappen, kan men dus de aansprakelijkheid zooveel verdeeleu als men wil en derhalve ook zoo klein maken als men ht. Zooals hiervoor gezegd, is de grondslag eener naamlooze vennootschap de oprichtingsacte, waarin de statuten zijn opgenomen. Deze statuten vormen den grondslag der instelling, de basis waarop zij rust en het zij hier met nadruk gezegd— de naleving dezer statuten is voor de geldigheid der handelingen van de naamlooze vennootschap een eerste vereischte. Dit is de theorie! Üe practijk heeft evenwel geleerd, dat velen de statuten maar al te vaak slechts opvatten als een soort leiddraad en er verder geen groote waarde aan hechten. Hoevele malen, zou ik hier willen vragen, komt het voor, dat de aandeelhouders eener naamlooze vennootschap daarin kapitaal belegd hebben, zonder de statuten ervan te ken- Doch het zijn niet altijd alleen de aandeelhouders. Ook directie en commissarissen kennen den inhoud ervan soms slechts oppervlakkig. Het gevolg van dit te weinig waarde hechten aan de statuten van naamlooze vennootschappen is geweest, dat aan de samenstelling daarvan bij de oprichting van zulk een instelling vaak veel te weinig zorg wordt besteed en men niet tot in alle consequenties beeft nagegaan, of naleving der stuten wel practisch mogelijk i-. Een gevolg van deze nonchalance bij de °prichting is weer. dat ook de naleAing der fctati ak niet al te trouw plaats vindt. Öit .-,_] niet te verwonderen, wanneer zooa|s hiervoor werd opgemerkt, de aandeelhouders de statuten slechts uiterst oppervlakke, kennen en toch meestemmen op de algemene vergaderingen. Bovendien zit bij de zeer vaak de overtuiging voor, aigemeene vergadering doen kan Wal zij wil, mits er meer steinmeii,.meerderheid is. en dan worden er natuur••l* zeer vaak besluiten genomen, welke lijnrecht in strijd zijn met het goed begrip deistatuten. Het is zeer zeker wenschelijk, eens op den ornst van deze feiten de aandacht te vestigen. Vroeger waren in Nederland aan deze gesties geen gevaren verbonden. Immers, vroeger achtte men het onmogelijk tegen besluiten eener aigemeene vergadering van aandeelhouders op te komen. In latere jaren is de Nederlandsche rechtspraak tot de conclusie gekomen, dat een aandeelhouder wel gerechtigd was op te komen tegen besluiten, die in strijd waren met de statuten. Deze bepaling gold echter tot dusver maar alleen voor die aan- | deelhouders, die de aigemeene vergadering niet bijgewoond hadden, althans niet meege- J stemd hadden.
Pc Hooge Raad heeft aan deze opvatting echter thans een nog grooter begrip gegeven en vastgesteld, dat iedere aandeelhouder, zelfs hij, die meegestemd heeft (hetzij uit onwetendheid, hetzij door den drang der vergadering), kan opkomen tegen een besluit, indien dat in strijd is met de statuten der vennootschap.
't Behoeft hier geen betoog dat deze beslissing van groot gewicht is en het is daarom, dat ik het nuttig acht, er hier de aandacht op te vestigen, omdat daardoor ten duidelijkste gedemonstreerd wordt, hoe wenschelijk, ja hoe urgent het is, aan de samenstelling der statuten de grootst mogelijke zorg te besteden.
De door den Nederlandschen Hoogen Raad genomen beslissing kan aanleiding geven tot vele processen, op grond van het nu bekrachtigd arrest kan thans zelfs het niet overeenkomstig de bepalingen der statuten oproepen der aandeelhouders aanleiding zijn om de nietigverklaring der vergadering te eischen.
Ik zou nog tal van voorbeelden als hierboven kunnen noemen en ik wil hier ook niet verhelen, dat de beslissing va;; den H. R. zelts een gevaar bevat, dat niet geringschat mag worden, n.l. dat nu een aandeelhouder, die zelfs vóór een besluit gestemd heeft, daarvan de nietigheid kan erlangen, als dat besluit bv. voor hem persoonlijk minder voordeelig blijkt. Maar juist daarom moet men trachten de statuten zoo stipt mogelijk na te leven en bij de samenstelling ervan de strekking der bepalingen zoo ruim mogelijk doen zijn. Dit geldt ook voor onze koloniën, waar eveneens het wezen der naamlooze vennootschappen, de laatste jaren zulk een vlucht nam. En daarom besluit ik met hetgeen Virgilius in Aeneis 111 zegt: „Moniti meliorasequamur" (Laat ons gewaarschuwd wijzer handelen).
"Financiën en Handel. Naamlooze vennootschappen". "De Sumatra post". Medan, 1914/02/20 00:00:00, p. 9. Geraadpleegd op Delpher op 17-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324066:mpeg21:p009
N cd e i 1. Handel M ij. Medan, 18 Februari 1914. Amsterdam zicht Bank I. f 100 N. f 100 TT. , I. f 100 N. f 998/4 Provincieplaatsen Vs °/o duurder. Straits Z/TT Bank 100 I. f 1421/ j Hongkong id. id. „ 100 I. f 11b — Swatow , „ 100 I. f 1167/B Amoy „ , , 100 I. f 116%
"Wisselkoersen.". "De Sumatra post". Medan, 1914/02/20 00:00:00, p. 9. Geraadpleegd op Delpher op 17-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324066:mpeg21:p009
Javasche Bank. Medan-Tandjong Poera-Tandjong Balei Bengkalis Amsterdam zicht. . . 100°/0 T.T. . . . 99s/4% Provinciën Vs °/0 duurder. Straits zicht en T.T. f 1421/, Hongkong „ , , , 1161/* Amoy , » „ „ 1161/» Shanghay „ * 157V4
"Verkoopkoersen.". "De Sumatra post". Medan, 1914/02/20 00:00:00, p. 9. Geraadpleegd op Delpher op 17-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324066:mpeg21:p009
ven heeft in beschouwingen over de rubbermarkt meer hooren spreken van overproductie dan van tekorten, al werd in vakkringen aan de mogelijkheid van een bepaalde overproductie niet bijster veel geloof gehecht. In het tijdschrift „India Rubber World" wordt echter de vraag behandeld „zal 1914 een tekort aan rubber geven?", en de schrijver van het artikel, die te Singapore woont, meent die vraag bevestigend te moeten beantwoorden. Hij gelooft, dat oogst 1914, tenzij er een groote rijzing in den prijs komt, slschtszeer weinig, of misschien in het geheel niet, grooter zal zijn dan die van 1913. En indien dat het geval blijkt te zijn, moet er een belangrijk tekort zijn in de productie. Een minimum verbruik van 120,000 ton per jaar staat, zegt hij, reeds vast, terwijl de geheele oogst 1914 de 100,000 ton waarschijnlijk niet te boven zal gaan. (Hierbij zij opgemerkt, dat de bekende Londensche rubberfirma Zorn & Leigh-Hunt in een voor ▼oor eenige maanden verschenen statistische uiteenzetting het verbruik op nog iets meer, nl. op 126,000 ton, aannam, tegen 112,000 ton in 191."., maar daarentegen voor de totale werkelijke wereldproductie in 1914 toch een belangrijk hoogere hoeveelheid aangaf dan boven bedoeld artikel, nl. 115,000 ton, waarvan 42.000 plantage, 41,000 Braziel en 32,000 ton wilde rubber, tegen resp. 28,500, 40,500 en 30,000 ton of totaal 99000 in 1913.) Aan den anderen kant hebben de fabrikanten al rekening gehouden met een oogst van 140,000 ton, zoodat, indien de verwachtingen van den schrijver ver wezenlij kt worden en de productie slechts 100,000 ton bedraagt, er een tekort zou zijn van 40,000 ton.
Ook op 't oogenblik is er areen sprake van overproductie, zegt de scbr. De opbrengst van de plantages in liet Oosten in 1913 zal blijken ongeveer 45,000 ton te hebben bedragen en indien de tegenwoordige lage prijzen gehandhaafd blijven, zal z.i. de opbrengst in 1014 niet meer dan 55,000at.0,000 ton bedragen, in plaats vau de eerst verwachte 70,000 ton of meer. De Braziliaansche productie zal stellig 10,000 ton lager zijn, meent de schrijver (Zorn & Leigh- Hunt schatten haar een paar maanden geleden slechts 1000 ton tager), terwijl de productie van guayule, althans voor het oogenblik, niet meer meetelt. Congo en Oost- en West-Afrika zouden slechts een paar duizend ton produceeren, in plaats van 20,000 ton. En met Borneorubber en djeloetoeng houdt de schrijver in het geheel geen rekening meer, terwijl Centraal Amerika z. i. bij lange niet de opbrengst zal leveren, die men er van verwacht bad. Overbodig te zeggen, dat de schrijver op zijn cjjfers de verwachting baseert, dat de rubberprijs geweldig de hoogte in zal gaan.
"Cultures en Nijverheid. Rubber.". "De Sumatra post". Medan, 1914/02/20 00:00:00, p. 9. Geraadpleegd op Delpher op 17-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324066:mpeg21:p009
ADVERTENTiEN. Soesnian's Emigrafiekentoren SEMARANG- WELTEVREDEN-BANDOENG Agenten voor Sumatra's Oostkust: Lautenbach & Co. Telefoon No. 68 4303
"Advertentie". "De Sumatra post". Medan, 1914/02/20 00:00:00, p. 9. Geraadpleegd op Delpher op 17-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324066:mpeg21:p009