Volgens de nieuwste, nauwkeurige berekeningen bedragen de bruto-inkomsten, dia aan
het vreemden verkeer te danken zijn, jaarlijks meer dan 500 millioen frank. Deze som speelt een belangrijke rol in de huishouding van Italië als land. De geheele invoer bedroeg van 1911 tot 1913 gemiddeld 3.57 milliard, de uitvoer 2.36. De handelsbalans toont dus een tekort van meer dan een njiUianü frank. Toch le wijst de solide financieele positie, waarin zich sedert een tiental jaren hat koninkrijk verheugen mag, dat dit tekort wordt
-uk., schrijft de correspondent van het „Hbld" ui! Padua. De eene helft leveren do landverhuizers, die par jaar ongeveer 500 mi'lioei frank aan hun famiiie sturen, de andere....
h^t hotelwezen met zgn aanhang. Die aanhang is heel uitgebreid e;i bont. Van .den rijken grondeigenaar, die op zijn terrein hotel= of pensions heeft staan, tot d6n stationskruier, van de schouwburgen en juweliers tot den. rondtrekkende!! marskramer toe, is er in steden als Florence en Rome bijna geen particulier, die niet bij deze „nijverheid" betrokken is en ook zeer vele ambtenaren hebben er indirect mee te maken. Buiten de steden profiteert de landb>uw, die i'.iin fijne producten zoo zonder lange spoorleizen naar de magen van buitenlanders exportieren kan.
Het aantal der bij den ftaliaan-'cheil H>ielhoudersbond ingeschreven hotels is ongeveer zeshonderd en dat zijn vrijwel allemaal huizen van den eersten rang, vertegenwoordigende ecu waarde, roerend en onroerend, van vele horderden millioenen, met een toonbeweging van ook honderdtallen millioenen. Bovendien worden de duizende herbergen van tweeden en derden rang en de ontelbare • pensions voor een groot deel door vreemden op de been gehouden. De Italianen, die zelf weinig reizen, mogen dan geestig spotten over den Zwitserschen Wilhelm Hotel, hun eigen land tapt uit die eigen geminachte bron toch ook 'n aardig duifje. Nu is 't wel waar, dat de eerste-rangs-hotels bijna allemaal aan vreemde maatschappijen behooren en dikwüls door Zwitsers bestuurd worden, maar er zijn toch altijd vele procenten van de opbrengst, die in 't land blijven. Zoo in de eerste plaats de huur, verschuldigd aan deu Ifaliaanschen eigenaar van grond en gebouw. Een inrichting, die bijvoorbeeld 400,000 frank per jaar incasseert heeft zeker een 100,000 frank huur te betalen. Dat zal wel de zwaarste last zjjn, die nu den exploitant drukt. Personeel schaft hij zich, als hij niet opent, heelemaal niet, als hij met een tiende krach! werkt, ook mair voor eon tiende aan. In deze voor de hand liggende uitspraak lig! voor die arme kellners, kok, enz. een hongervonnis opgesloten, maar 't valt niet te ontkennen, dat achter het donker heden een nog veel zwartere toekomst zou opdoemen, wanneer de hotels eens fjedwonden mochten worden, voorgoed te sluiten. Wn dat zoa zeker gebeuren, indien nu dé eigenaars met volle strengheid optraden tegen de exploitanten. Die zouden zich ongetwijfeld bankroet moeten laten -verklaren en de ho;le organisatie, die zooveel —■ in Italië zoo héél veel—jaren noodig gehad heeft om eenigszins op de hoogte vfin den tijd en i de eisenen vau het rijke publiek te komen, zou gebroken zijn en, gesteld dat ooit \vf>er de vroegere welvaart in de wereld terugkomt, van deu g»-ond af nieuw moeten worden op! gebouwd. Neen, 't is veel beter in dit tijdsgewricht deu hptelhoudarsstand wat krachtiger te helpen dan de rechtvaardigheid tegenover andere lijdende beroepen eigenlijk veroor: looft, om niet: later ta moeten zien, dat de vreemdelingen uit ontevredenheid over hun logies Ttaiië niet, of ten minste korter bezoeken. De vreemdelingen scheppen de hotels; dat is waar; maar de hotels scheppen ook de vreemdelingen. leder reiziger —■ hoe boven het aardsche verheven ook — keert liever terug naar ecu plaats, waar hij een logies en behandeling vond. die hem aanstonden, dan naar een, waar hg zich niet goed verzorgd voelde Dus moeten de exploitanten ietwat bevoorrecht worden: iv de eerste plaats hun het betalen van de huur niet al te lastig gemaakt worden. In sommige landen — Zwitserland, Duitschland — heeft men een moratorium ook voor die huur ingevoerd ; maar dat kan niet aan het doel beantwoorden, vooral omdat het hoogstens een paar maanden duren kan. Da eigenaar iovners heeft de opbrengst van zijn grond en huizen noodig om van te leven en belasting van te betalen. Ia de tweede plaats, omdat bij verlenging van de schorsing van betaling ai de opgestapelde huur door den hotelhouder zal moeten worden betaald kort na den vrede, wanuneer het vreemdelingenverkeer zeker do» niet hersteld zal zijn. Een verlengd moratorio n komt eigenlijk neer op oen uitgestald bankroet, dat na den vrede nog veel verlerflijker zal v.ij i dan nu, omdat het 't kapitaal afschrikken zal au den opbloei van de industrie verder uitstellen. Dat inziende, heeft de Italiaansche Hotelhoudersbond voorgesteld propaganda temaken voor een wgze van behandeling der zaak, die zoowel de belangen der eigenaars zooveel mogelijk onaangetast iaat als de hotelexploitanten ontheft van de verplichting dadelijk groote bedragen iv geld op te brengen. Dit voorste! lijkt me practisch genoeg om er melding van ta maken, misschien zullen ook de Nederlandsche hoteliers in een toestand kunnen komen, waarin zoon steun gewenseht is. 't Komt hierop neer: hotelhouders, die gedurende de laatste drie jaren geregeld hun huur betaald hebben, kunnen de bedragen, verschuldigd tusschen 1 Augustus 1914 en den 31sten December volgend op het sluiten van den vrede, betaleu hetzij in wissels op drie maanden of langer, hetzij in obligaties of warrants (pandbrieven) met ean vooruitbetaalde rente van vij f procent jaarlijks. Hat bad rag der belastingen eu opceuten moat door den exploitant aan den eigenaar steeds op de vervaltermijnen worden voldaan in contanten. Te heginnen mot den lsten Januari na het sluiten van den vrede zullen de hotelhouders da wissels, obligaties of warrants moeten aflossen in evenveel jaren — telkens een half jaar vooruitbetaald — als de schuld loopt en op zijn hoogst in vijf jaar. De eigenaars kunnen de wissels en warrants als gewoon rentegevend betaalmiddel gebruiken met de verplichting ze in contant geld in te lossen, naarmate het geld van hun huurders inkomt. De wissels en warrants kunnen op de gewone manier gedisconteerd worden.'
De voordcelen van dit stelsel zijn vele. De eigenaar krijgt, in de eerste plaats, geen last met den fiscus, die altijd en overal baar geld zien wil. De belasting immers wordt hem door den huurder steeds vooruit betaald. Als bijvoorbeeld de huur per jaar 100.000 frank bedraagt en de belastingen 20.000 zijn, krijgt de huisheer steeds 20.000 frank in geld en voor de resteerende 80.000 5 pCt. rendeerende pandbrieven. Omdat nu meest grondbezittars geen menschen zgn, die van de hand in den tand leven, zullan ze voor hun noodzakelijke levensbehoeften wel tevreden kunnen zijn met de 5 pCt. vooruitbetaalde rente en de zekerheid van aflossing der schuld op zijn laatst vijf jwr. na het sluiten van den vrede. De andere pwftf,' da hoteliers, wordt niet voor de moeilijke verplichting gesteld, hun heele huur te voldoen, terwijl hun inkomsten weinig of geen zijn, en na de hervatting der verdiensten wordt hun nog vijf jaar tijd gegeven om op hun verhaal te komen. Voor het arme personeel, zal men opmerken, wordt niets gelaan. Ja, direct niet, maar dat is ook niet mogelijk. Indirect véél. Da hotelindustrie, meer nog dan eenige andere, heeft behoeite aan talrijk en goed personeel en als ze, na den vrede, met alle mogelijke kracht zai gaan werken om de schade in te halen, moet ze tan minste een kern van gaschoolde helpers gereed vinden, 't Is dus in haar belang de hotels niet ta sluiten en zoodoende de bedienden te noodzaken andere beroepen te zoeken, waaruit ze later moeilijk terug te halen zijn. Eu 't bediendental is niet zóó uitgebreid als 't wel lijkt. De groote hotelmaatschappijen zijn internationaal en hur, personeel reist eigenlijk voortdurend , rond. üe „seizoens" — Egypte, Riviera, Florence, Rome, Napels, Zwitserland —■ volgen elkaar op, de behoefte aan werkkrachten verplaatst zich met die seizoens; zoodoende werkt één kellner gewoonlijk jaarlijks in minstens vijf hotels. Er zijn dus véél minder bedienden dan het een gewoon toerist, die overal op den juisten tijd komt, en alle herbergen volledig bezet vindt, toeschijnt. Met het oog op het trekken der bedienden is het dus ook in hun heling, dat géén seizoen uitvalt. Daarom komt het in stand houden vau liet Italiaansche door een ruimer krediet ook hun ten goede. En voor het land in 't algemeen — afgezien van de internationale kell-
ners, die goeddeels Italianen zgn — beteekent het, zooals ik begon te zeggen, een inkomen van SÜÜ millioen frank jaarlijks. Wel de moeite waard om eenige kapitalisten te dwingen wat op hun geld te wachten !