Te Semarang is overleden de heer Tielenius Kruythoff, leeraar aan de Hoogere Burger School.
De Sumatra post
- 11-02-1915
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- De Sumatra post
- Datum
- 11-02-1915
- Editie
- Dag
- Uitgever
- J. Hallermann
- Plaats van uitgave
- Medan
- PPN
- 045042624
- Verschijningsperiode
- 1889-1942
- Periode gedigitaliseerd
- 1898-1942
- Verspreidingsgebied
- Nederlands-Indië / Indonesië
- Herkomst
- KB 1634 B1
- Nummer
- 35
- Jaargang
- 17
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Uit eten Archipel. PER TELEGRAAF. 11 Februari. Overleden
De daktyloscople en de inlandsche ambtenaren.
De N. Midden Java verneemt dat de directeur van Justitie de residenten aanschreef,-dat het aanbeveling verdient, van de lagere inlandsche ambtenaren een dactyloscopisch signalement te nemen vanaf hunne indiensttreding, ter voorkoming dat zij bg ontslag onder ongunstige omstandigheden, elders plaatsing zoeken met verzwgging van hun antecedenten.
Een faillissement.
De N. Midden Java verneemt dat er nog geen faillissement over Tan Poo Tjoe te Djokja is uitgesproken. Er worden nog pogingen gedaan om te komen tot een aceoord van zaken.
Een aardschuiving.
Nabij Djatibarang heeft een aardschuiving plaats gehad. De treinen op het traject van Cheribon kunnen niet passeeren.
Een rampokpartij.
Een georganiseerde rooverbende .drong de woning van een Chinees te Mr. Cornelis binnen, verwondde den Chinees en roofde 300 gulden.
Vrachtrabatten.
De firma Mainz en Co. maakt bekend, dat de Deutsch-Australische Dampschi ff Gesellschaft, alhoewel de lijsten nog niet in Indië zijn ontvangen, toch de vrachtrabatten reeds zal uitbetalen.
De paradijsvogels van Nieuw Guinea
Men schrijft aan het Soer. Hbld.:
Aangekondigd is het faillissement van de Ned. N. Guinea Han del-maatschappij te Amsterdam met een bijkantoor te Ternate. Deze vennootschap stond nr. 1 van de lgst der exporteurs van vogelhuiden, afkomstig van op Nieuw Guinea gevangen paradijsvogels. Wat de uit.oer daarvan vóór den oorlog te beteekeneu had, bewijzen de cijfers van uitvoerrechten (te Ternate ontvangen over vogelhuiden alleen), ontleend aan het schrijven van resident Palmer van den Broek van Ternate aan de Vereeniging tot Natuurbescherming, t. w. 1905 ruim f lO.flOO; J9''6 „ „ 38.000; 1907 „ „ 37.000; 1908 „ „ 23.000; 1909 „ „ 29.000; 1910 „ „ 34.000; 1911 » „ 38.000. De uitvoer heeft plaats naar Londen, Pargs en 'Amsterdam. Hierbij moet in aanmerking genomen worden, dat de cijfers van 1905 en 1906 betrekking hebban op den totalen uitvoer van vogelhuiden uit de afdeeling Noord-Nieuw- Guinea. Sedert 19a 6 werden de vogelhuiden gedeeltelijk rechtstreeks naar Makasser verzonden en werden daar de verschuldigde rechten betaald. Resident V. d. Broek doet alles, wat in zgn vermogen is, om bepaalde uitroeiing tegen te gaan, waartoe niet weinig heeft bggedragen laet feit, dat na het eindigen van het jachtseizoen in 1912 (van April tot 1 October) ten kantore van den ass.-resident te Manokwari zgn geregistreerd voor een waarde van een milloen gulden aan vogelhuiden, waarvan uitvoerrecht is geïnd tot een bedrag van 147 mille aan jacht-liceaties, waaruit blijkt, dat de veldtocht tegen ,de paradijsvogels op N. Guinea is begonnen met 1880 geweren.
De oud-kapitein B. L. R. de Sturler te Ternate noemde dit in zijn schrijven aan den resident een menschontearend uitroei__gs-systeem. Dezelfde meening zgn toegedaan de in Indië bekende geleerde dr. P. Sarasin in Zwitserlünd en de Natuurkundige vereeniging, welke laatste den G. G. in overwe.ing gaf, den uitvoer te verbieden van vogelhuiden, op weik verzoek in 1912' evenwel een afwijzende beschikking kwam. Dit was voor resident Palmer v. d. Broek evenwel geen beletsel, om bepaalde uitroeiing der paradijsvogels tegen te gaan. Was nog in 1913 de jacht op alle pavadijsvogel-soorten en in alle gedeelten van de afdeeling Noord-N.-Guinea toegelaten, in dat jaar heeft de resident het aantal soorten tot zes beperkt, w.o. de Paradisea minor, waar op verrewig het meest gejaagd wordt, doch die het grooste verspieidingsgebied bezit. De soorten, die schaarsch zgn of een beperk' verspreidingsgebied bezitten, zijn dus in den vervolge beschermd. In 1913 werden enkele gedeeiten der afdeeling N.N. Guinea, n. 1. de Schouten-eilanden, Waigeoe, Batanta en Salawati geheel voor de jacht gesloten. Voorts is de jachttijd van 7 maanden tot 6 terug gebracht. Aau de jacht op paradijs- en andere siervog.is zijn zoo groote handelsbelangen verbondan, dat een algeheel verbod voorloopig niet mogelijk is ; verder verzekerde de resident, dat de jacht ten slotte niet meer loonend zijn zal, daar de prijzen der huid_n dalen. Dit schreef hg in Juli 1914, dus kort vóór den oorlog, dre er oorzaak van is, dat, zoo e.r nog uitvoer mogelijk is geweest, deze van geen beteekenis ..an zijn. Wat de regeering niet wilde beletien, n.l. den uitvoer, heeft de oorlog gedaan. E-^n en ander is aan het faillissement der.Ned. N. Guinea H.ndelmaatschappg gedeeltelijk niet vreemd.
De bezuinigingen
Zooals bekend is, zgn d.or den minister van koloniën tal van maatregelen waarop oorspronkelgk bg da ontwerp-begrcoting voor het volgend jaar gerekend was, in verband met __ Sedert de lücü.ning van het Indische §.».* werp iii ongunstigen zin gewijzigde omstandigheden, geschrapt. In de Javabode is indertijd eene opsomming gegeven van de voornaamste dier afgevoerde maatregelen. De minister van koloniën verklaarde dan ook, dat hij zeer tot zgn leedwezen zich genoodzaakt zag, tal van voorstellen terug te nemen en zich, voor zoover niuwe uitgaven betrof, in hoofdzaak moest bepalen tot bestendiging van op tijdelijken voet reeds genomen maatregelen of tot voortzetting van reeds aangevangen werken. Wat blijkt thans echter?, zegt de Javabode Dat de minister bg het aanbrengen van bezuinigingen mede eenige maatregelen heeft afgevoerd ten aanzien waarvan door de regeering reeds eeue tijdelijke voorziening was getroffen. Natuurlijk zou het buiten werking stellen van die tijdelgke voorzieningen — welke in den regel na korter of langer tijd definitief worden — ernstige bezwaren ten gevolge hebben, Om die reden heeft de regeering goedgekeurd dat de bedoelde maatregelen gedurende 1915 gehandhaafd blijven en zoo noodig opnieuw daarvoor tgdelgk de noodige fondsen toegestaan. Natuurlijk zal ondanks den ook voor 19! 6 geldenden last tot bezuiniging—gisteren meldden wij nog dat ook de klerken van de centrale bureaus daardoor minstens 2 jaren later de hun toegedachte positieverbetering zullen krggen—met de vorenbedoelde tijdelijke maatregelen in de eerste plaats bij de ontwerpbegrooting voor dat jaar rekening moeten worden gehouden. Het zal zeker den minister wel niet prettig stemmen indien hem bg de ontvangst van het indisch ontwerp voor 1916 bljjkt dat door hem afgevoerde posten van de ontwerp-begrooting toch in Indië gehandhaafd zgn, omdat zg te te voren reeds door de Indische regeering tgdelijk waren genomen. Niet zoozeer dit feit zal den minister ontstemmen, zooals uit zgn hoogervermelde verklaring valt af te leiden, als wel de omstandigheid dat in de toelichting op den betrekkelgken post er met geen enkel woord melding van was gemaakt, dat de als nieuw voorgestelde maatregel reeds door den gouverneur-generaal genomen was bg wijze van tijdelijken maatregel, zooals dat in bureaustjjl heet.
De aanschrijving der Regeering aan de betrokken autoriteiten strekt nu om de aandacht er op te vestigen dat voortaan steeds in de begrootingsstukken er melding van moet worden gemaakt indien een bij de begrooting voorgestelde maatregel reeds tgdelijk in werking is gesteld.
Het is met die tijdelgke maatregelen eigenlijk niet in den haak, f iteljjk is daarin te zien het plaatsen van den begrootingswetgever voor een fait accompli.
De Eerste Kamer — altban3 meerdere leden — is den minister daarover lastig gevallen bg de behandeling in de vorige maand van het ontwerp der begrooting voor 1915.
Door den minister waren o.m. gehandhaafd twee posten, een groot f 7200 voor de indienstelling van een referendaris bij het departement van justitie en een van f 1800 voor de benoeming van een commies bij de griffie van den raad van justitie te Soerabaja omdat, aldus lichtte hij toe, in die betrekkingen reeds bij wijze van tijdelijken maatregel was voorzien.
Deze wgze van handelen — werd in de Kamer opgemerkt—getuigde niet van groote deferentie voor het budgetrecht van de volksvertegenwoordiging en sneed alle discussie over de noodzakelijkheid van uitbreiding van het ambtenaarscorps af. Tegen dit systeem om de kamer voor een reeds besliste zaak te plaatsen, kwamen eenige leden met nadruk op.
Terecht echter werd hiertegen opgemerkt, dat het voor, het Indische bestuur noodzakelijk is, de bevoegdheid te hebben om bg hat plotseling opkomen vaa werkzaamheden, ambtenaren aan te stellen. Uit .lan aard, der zaak zal eene bevoegdheid van dezen aard niet alleen voor het aanstellen van personeel maar ook tot het treffen van andere voorzieningen zonder dat met de geldelijke gevolgen daarvan bij de begrootmg gerekend is. bezwaarlijk gemist kunnen worden.
Het komt er alleen op aan, dat van deze bevoegdheid een uiterst spaarzaam gebruik gemaakt wordt en of dit wel steeds het geval is, vooral waar het de uitbreiding van personeel betreft, of daarbjj namelijk wel eens niet buiten dringende noodzakelijkheid geanticipeerd wordt op de beslissing van den begrootingswetgaver, schijnt een vraag dia niet steeds in ontkenneudeu zin beantwoord wordt.
De pest-ambuiances
Het Koloniaal Tijdschift van December bevat belangwekkende brieven van pleegzusters, dia door het Roode Kruis naar do pest streken op Java waren gezonden. Gelgk men weet werd het Roode Kruis tot het zenden vaa deze past-ambulances in staat gesleld door een bijzonder comité in 't Moederland, 't welk voor dat doel, onder hooge bescherming, op groote schaal gelden in Nederland heeft ingezameld. Berichten van de zusters zijn thans uit Kediri, Kepandjen en Toeren ontvangen. Deze zijn ook hierom zoo belangrijk, omdat men nog geheel in de onzekerheid verkeerde, in hoaver de Hollandsche zusters met da Inlandsche patiënten zouden kunnen opschieten en of deze laatsten haar wel hun vertrouwen zouden willen schenken. In beide opzichten zgn de thans ontvangen berichten WBikelgk ze9f geruststellend. De zusters schrijven opgewekt, men kan bemerken dat zij opgaan in haar weik en dat zij het best met haar patiënten kunnen vinden. Hieronder volgen eenige fragmenten uit brieven: 'k Wil u nu in korte trekken even een beschrijving geven van ons arbeidsveld. Kediri heeft voor twee jaren terug beslag gelegd op ean groote oppervlakte grond, waar zoo zachtjes aan verschillende barakken zgn gebouwd. Het terrein, Soember-Boeloes geheeten, is verdeeld in vier verschillende, geheel van elkaar gescheiden afdeelingen, n.l. A., 8., C. en D., waarvan elke afdeeling op zichzelf weer verdeeld is in verschillend, hmkkm. kUmlmg A. bevat ongeveer twintig barakken, d.e plaats bieden elk voor veerti^ patiëuten; t aantal menschen, wat daar dagelgks verblgf houdt, is twee honderd vijftig. „De patiënten 'die steeds komen en gaan zijn diegenen, die met pestpatiënten in aanraking zijn geweest; zij mogen na zeven dagen geobserveerd te zgn de inrichting weer verlaten. Afdeeling B. is bestemd voor patiënten met verhoogingi van temperatuur, maar waarvan diagnose pest niet met zekerheid bepaald kan worden. Afdeeling O. is voor pest. bestemd, terwijl in de kleine barakjes D. de longpest-patiënten worden verpleegd. „Elke afdeeling brengt dus zijn bijzondere zorg mee, te meer daar op A. veel patiënten in één barak aanwezig zgn. Dit was eveneens het geval op D., vooral toen we hier pas kwamen; geheele huishoudens met of zonder pest werden in de barakken gestopt, zoodat er natuurlijk gean goede controle op de pest-patiënten zelf werd uitgeoefend. „In betrekkelijk korten tijd is dit alles veranderd, dank zij het krachtdadig optreden van dr. Van Stokkum, die evenmin als de zusters in zulk een chaos kon werken." En verder : „Wat 't laten helpen der Javanen betreft, dit valt enorm mee, nooit leelgke gezichten en nimmer tegenstand, 't Komt voor, dat ze uit zich zelf vragen een bubo te inciseeren. Heelemaal gewasschen te worden, schgnt een genot en waar ik bij 't schoonmaken der monden in Holland meer dan eens op verzet stuitte, is mg dit hier nog nooit overkomen, 't Laatste is wel een punt van belang, we hebben immers den laatsten tijd inHolland nooit anders gehoord dan: „de menschen laten zich niet verplegen, zgn slecht, enz., enz." Van dit alles hebben wij tot nu toe nog nooit iets ondervonden, de menschen zijn goed en vriendelijk en, hoewel wij hun den gehoelen dag ons huishouden over moeten laten, is er nog nooit iets gestolen, evenmin van de ambulances, welke hier voorloopig zonder toezicht zijn opgestapeld en waarvan 't aantal koperen schroeven zich nog precies in dezelfde hoeveelheid in een kast bevindt." Een andere schrijft weer: „Een lichtpuntje is, dat we zoo ruim van geld voor versnaperingen voorzien zijn en de arme, koortsende stumperds nu limonade, in plaats van vies kaliwater kunnen te drinken geven. „Somtijds ligt de modder in hun kopje en mogen zij hier nu in hun gewone doen genoeg aan hebben, zoo moest u eens kunnen zien, hoe ze naar de „stroop" grijpen, waar geeu wa*er naar binnen te krggen en drir.ken bjj hun hooge temperatuur van zooveel belang is! Jammer, dat het nu geen goede vruchtentijd is ! Maar voor de allerzieksten nemen we toch djeroeks mea ca ik geloof heusch, dat de stumperds na ous vertrek weer uitkijken tot onze komst, om hun „frissche kopje". Weer een andere zuster schrgft: „Bij een longpest-patiënt komt men zoo min mogelgk. Zg komen in kleine barakjes te liggen, waar in eender zg wanden een soort van klep is, waardoor voedsel kan worden aangereikt. Maar als men zorgt, dar men de adem van den patiënt niet tegen zich aankrijgt, zoo min mogelijk spreekt ot een zakdoek voor den mond houdt, kan men de zieken zelf even helpen wat te drinken*.
Belangrijk is, met het oog op de rol, welke de pleegzusters in meer algemeenen zin ten opzichte van de inlandsche maatschappij hebben te vervullen, dat de zusters ook haar zorgen aan andere patiënten hunnen wijden. Zoo schrijft dezelfde zuster:
„Wij hebben niet alleen pestpatiënten, maar ook andere ziektegevallen, o.a. een patiënt met een zeer ernstige hartkwaal. De stakker heeft hevige benauwdheden en door de slechte hart werking zaer dikke voeten en beenen. Nu hadden ze hem verteld, dat de zieken in onze barakken heel dikwgls beter worden, nadat ze geop.rearrt zgn. En nu wilde hij met alle geweid, dat de dokter zijn dikke voeten zou opareeran, hopende, dat hij dan eveneens beter zou worden, Natuurlgk ging dat niet en zgn teleurstelling daarover was groot. Maar uit nevenstaande blijkt wel, dat de Inlanders vertrouwen krijgen in de door den medicus gedane operaties.
Doel van de uitzending der zusters was niet verzorging van pestlijders, doch ook opleiding van Iniaudsche verpleegsters. O.k hiervoor wordt thans gezorgd. Ia een der brieven least men :
„Morgen krijgen wij drie lulandsche meisjes, die wij op moeten leiden. Er is een buisje voor haar gebouwd op het barakkeuterrein."
Bigde zijn de zusters door de liefdegaven in staat te zgn de pitieniea in ruime mata versnaperingen t-> geven. Dat trekt! Een harer schrijft: „Die eenmaal bg ons is wil uiet eens gaarne meer naar huis, daar hebban ze het niet zoo goed als bg ons". De zusters verrichten pionierswerk. Zij hebben den arbeid blijmoedig eu met energie ingezet. Bemoedigend zijn de reeds verkregen resultaten —al loopen deze ook nog maar over een kort tgdsverloop. Voor deg nen in Nederland, die gaven voor het doei hebben geschonken, is het in ieder geval een voldoening, dat hun mildheid vruchten draagt.
Ons Dagelijksch Nieuws. Medan, 11 Februari De telegraafdienst
Vanwege het Telegraafkantoor wordt ons medegedeeld, dat volgens Marseiile het verkeer op de Fransche lgnen gestoord is door een sneeuwstorm.
De diefstal bij de D. S. M.
Haar wg vernemen heeft de heer E., die na den diefstal van f 3000 uit de bekende kluis wegens nalatigheid uit den dienst der Dcli Spoorweg Mg. ontslagen werd en bij sommigen onder verdenking stond meer van den diefstal af te weten, aan den commissaris van politie, zeer begrijpelijk, een brief geschreven, waarin hij zgn blijdschap uitspreekt over het tot klaarheid brengen van dezen diefstal.
Drankverordening en Vergunningsrecht.
In verband met de afschaffiug van de drankenpacht zijn thaus bij den gemeenteraad twee verordenings-ontwerpen ingediend, éóa tot invoering vau een vergunningsrecht eu een verordening tot regeling vau den drankverkoop.
Voor den aanslag in het vergunningsrecht worden de localiteiten waar drank verkocht wordt in 11 klassen gegroepeerd, al naar gelang der huurwaarde, waarbij als minimale nuurwaarde wordt aangenomen een som van f 300.— per jaar. Eu voor het vergunningsrecht moet dan worden betaald 331/. pet. der geschatte huurwaarde, berekend over net maximum der klasse waarin de localiteit is aangeslagen. De belasting is iv eens ca tot het voile bedrag invorderbaar en moet betaald worden vóór den aanvang van het belastingjaar. De eerste maai echter moet de belasting betaald worden binnen 4 weken na de uitleiking van het aanslagbiljet. Wij komen op beide verordeningen terug.
Raad van Justitie.
Door den Raad van Justitie is inzake overtreding : I D. J. v. B. van Sarbadjadi vrijgesproken van het hem ten laste gelegde (het moedwillig toebrengen van slagen.) II R. C. L. van Soengei Bloetoe veroordeeld tot _ -10.- boete en in de kosten wegens het moedwillig toebrengen van slagen. Inzake misdrgf met voorloopige instructie is S. W. M. schuldigverklaard aan : „misbruik van vertrouwen" en „oplichting, tweemalen gepleegd," en deswege veroordeeld tot een jaar gevangenistraf en tot betaling van twee geldboeten, elk groot f 300.-, zoomede in de Rosten.
Drukpersdelict.
Heden heeft alhier voor den R. v. J. te-
rechgesta-in: Tjie Eng Koan (hoofdredacteur van het blad „Audalas"), zijnde ham ten laste gelegd laster tegen een openbaar ambtenaar, door middel van verspreid drukwerk. In deze zaak zijn vier getuigen gedagvaard.
De politiereorganisatie
Gisteren ontleenden wg aan h.t Soerabaiasch Nwsbl. de mededeeling, dat de regeering besloten had om de reorganisatie der algemeene politie te Batavia, Semarang en Soerabaia met ingang van 1 April a.s. te voltooien. Hoogstwaarschijnlijk is bij deze reorganisatie ooiinbegrepen Medan. Naar men zich herinnert heett het vorig jaar in de maand Februari in verband hiermede hierterstede een conferentie plaats gehad tusschen den regeenngscommissaris Lulofs, den sous-chef van het corps der gewapende politie Schaeffer en den commissaris van politie Van Daalen. In deze conferentie nu werd de volgende formatie voor de hoofdplaats Medan voorgesteld. Met de hoogere leiding van het corps algemeene politie hierterplaatse wordt een commissaris le klasse betast. Aan dezen functionaris wordt als sous-chef toegevoegd een politieopziener le klas, die voornamelijk belast zal zgn met den wetaoschappelijken dienst van het corps. Hem zal de leiding worden toevertrouwd van een ook hier in te stellen dactyloscopisch bureau en atelier voor 't opnemen eu uitwerken van phóto's. Het verdere deel van het Europeesch personeel zal worden gevormd door 2 politie-opzieners 2de kl., één adspirant-opziener, 2 hoofdagenten en 1 rechercheur, die aan 't hoofd zal komen te staan van een geheel afzonderlijken recherchedienst, waarvoor hem 12 Inlandsche en 5 Chineesche rechercheurs zullen worden toegevoegd.
Het inlandsch. personeel zal bestaan uit één mantri-politie, éêu scürg.er, 5 postcommandanten, 30 agenten le en 108 agenten 2de klasse.
Van 't korps (Medan) zullen gedetacheerd worden — met maandelijksche aflossing —te B.lawan: 1 politieopziener met 10 lulaudsche agenten (voorloopig), to Laboeau Dcli: 6 agenten en ta Poaluo Brayan : 2 agenten. De stad Madan zal ve.ti.eld worden in 5 wijken, terwijl elke wgk voorzien zal zgu van een politiestation.
Dit is da hoofdzaak vau de reorganisatie, die hoogstwaarschijnlijk binnenkort gahael op gedeeltegk zal worden ingevoerd.
Het Inlandsche meisje
Naar men zich herinnert bepleitten wijden 6en dezer de oprichting van een school voor Inlandsche meisje, die de lagere school achter den rug hebben. Naar men ons thans mededeelt is de Sarikat Goeroe XII reeds sedert eeigen tgd bezig aan de verwezenlijking van hetzelfde denkbeeld. Zg heeft nl. twee Maleische vrouwen van Sumatra's Westkust, die hun sporen verdiend hebben, aangezocht en bereid gevonden, leste geven in handwerken. De Sarikat Goeroe XII onderhandelt ook al over de huur vau ean gebouw, dat zij als school wil inrichteu. Twintig meisje hebben zich reedsaaugemeid. Voor de verdere uitwerking van hun plaanen zullen de onderwgzers de medewerking inroepen van de Vereeniging voor Vrouwenkisrecht.
De Officiersbond
Men seint ons uit Batavia
Het Bat. Nieuwsblad verneemt uit Malang dat in Atjeh een comité van den Olficiersbond is gevormd en bestaat uit: kapitein G. K. W. Vaynes van Brakell Bugs, adjudant van den gouverneur, kapitein J. P. van der Ploeg, kapitein J. J. Sporrjj, den officier van gezondheid T. C. J. Kroesen, kapitein J. C. P. Bouman, van de intendance.
De Sarikat Ocerce Xil.
Haar men ons mededeelt zal den Mm Februari a.s. om 4 uur des middags, aan de Soengei Kerahstraat, de 3de school der Sarikat öjeroe XII worden geopend. Voor deze school hebben zich 40 leerlingen, jongens en meisjes, aangemeld.
Een broodbakkerij
Naar aanleiding van ons etrefilet in ons nummer van gisteren omtrent de Medansche broodbakkergen, deelt men ons mede, dat hierterstede reeds sedert een half jaar door particulieren pogingen in het werk worden gesteld tot het oprichten van een Europeesche broodbakkerij. Machines zijn reeds besteld en ook heeft men de hand kunnen leggen op een Europeesch bakker van professie, die thans ta Medan tijdelijk een ander beroep uitoefent. De uitvoering dezer plannen ondervindt echtereenige vertraging tengevolge van den oorlog, die het moeilijk maakt het benoodigde kapitaal bgeen te krijgen.
Naar wg vernemen zijn ook in het bestuur der Coöperatieve Verbruiksvereeniging in Dcli besprekingen gevoerd over de oprichting van een bakkerij. Tot een bepaald besluit is men echter nog niet gekomen. , Maar het is niet onwaarschijnlijk, 'dat het bestuur aan de in Ma_.rt te houden algemeene vergadering eau uitgewerkt voorstel zal doen.
Vergiftiging.
Op de onderneming Bandar Chalippab. heeft zich bij 40 kamponglieden vergiftiging voorgedaan tengevolge van het gebruik van Schweinfürter groen. Het klinkt eenigszins ongeloofwaardig, maar toch is het zoo. Da zaak zit zoo. Een Chineesche kongsikang had, naar de administrateur der onderneming veronderstelt, ergens, waar valt niet vast te stellen, — waarom, zal nog blijken — een hoeveelheid Schweinfürter groen gestolen en dit aan een inlandsche kwé-kwé-verkoopster, die de gewoonte had haar koekjes met aniline een rood kleurtje te geven en thans meende, de koekjes ook wel eens een groen uiterlijk te kunnen geven, verkocht. Zij verwerkte bet groen du; in haar kwé-kwé en zoo kwam het terecht in de magen van 40 lieden, die de koekjes kochten en opaten. Voor het meerendeel waren het kinderen, die vergiftigd werden. De controleur te Medan werd, bij de eerste verdachte verschijnselen, telefonisch gewaarschuwd en vertrok met den doktar-djawa naar Baudar Chalippah. Hat onderzoek wees uit, dat vergiftiging met Schweinfürter groen had plaats gehad. Zij had echter niet veel te betee-keneu, wat kan blijken uit het feit, dat 20 der vergiftigden bij de komst van controleur en dokcer-djawa reeds weer naar de ladang vertrokken waren en de overigen na het toedienen van een antidotum waer naar huis konden gaan.
Het geval is eenigszins humoristisch, omdat de Chinees, die het fgroen gestolen en verkocht heefc, behoorde tot het contingent Chineesche koelies, dat den Ben jl. door het bestuur werd uitgezet, eu op die manier zijn straf dus is ontloopen.
Da kwé-kwé-verkoopster werd gestraft.
Overgeplaatst
van het 3e bataljon infanterie naar het 2e garnizoensbataljon te Koeta-Radja, de 2e luitenant J. L. P. van Raag (blijft te Sabang) en de Ie luitenant K. C. van Berg (moet luitenant W. J. Houwing te Sabang vervaugen);
van het 2e garnizoensbataljon te Koeta- Radja naar het 3e bataljon infanterie de le luit. W. J. Houwing en de onderluitenant M. Giesener;
van het 2e garnizoensbataljon te Koeta- Radja naar het J_oip«gedeelte te Saulimeum de onderluitenant J. H. Brugman;
van het 2a garnizoensbataljon te Saulimeum naar het korpsgedeelte te Koeta-Radja de onderluitenant F. G: M. Koppe (moet onderluitenant Brugman te Sabang vervangen); van da 3e divisie van het korps marechaussee, detachement te Blang-Rakal, naar het 3e bataljon infanterie de Ie luitent L. H. C. P. D. Engles; moet zijn vervanger afwachten;
van de 3e divisie van het korps marechaussee te Takengon naar hot detachement te Blang-Rakal de onderluitenant J. Slooten; van het 2a 'garnizoensbataljon te Koeta- Radja, gedetacheerd bij de 3e divisie van het korps marechaussee, detachement te Takengon, de Ia luitenant J. G. M. Wastenecker. (Nieuwsbl. voor Atjeh).
Ongewenschte gasten
Sedert langen tgd — zegt hat Padangsche Handelsblad — waarschuwen de JavablaJen tegen zakere ongure individuen uit Klein- Azië, die naar Indië -komen, om zooals zij vertellen, gelden ia te zamelen voor het ia standhouden vau christelijks karken en scholen in Palestina. Hot bleek echter dat deze kerels, die er te vies uitzien om met een tang te worden aangepakt, zich een lekker, lui. leven verschaffen van het geld van menschen, die aan hun verhaaltjes geloof schonken.
Door de herhaalde waarschuwingen dar Javabladen kregen de zwartgerokte heeren hoe langer hoe minder op Java en geen wonder dat zij hunnige practgken nu op de Buitenbezittingen trachten voort te zetten.
Zoo kreeg Padang eenige dagen geleden bezoek van een tweetal dezer luilakken, die gairne van een vette kluif willen smullen zonder iets daarvoor te doen. Sommige lieden liepen er reeds in door naar faun zalvende woorden te luisteren, maar het grootste deel van het Padaugsche publiek wist reeds, dat het met roofvogels te doen had, die onmiddellijk dienden verjaagd te worden.
Het bestuur hier deed overigens beter dan op Java. Aan het vieze tweetal werd gisteren medegedeeld, dat het verblijf alhier hun ontzegd is. Vrijdagmorgen worden zg naar Sabang gezonden, waar voor hunne verdere verwijdering uit ludië zal worden gezorgd.