De Sumatra post

ADVERTENTIËN. W. M. WESTERMAN. Horloge-en instrumentmaker. 1 Beveelt zich aan voor alle mogelijke reparatiën, zoomede aan naai-, speel-, en schrijfmachines. Enz. Bahüan-weg TEBING TINGGI. DELI. 8713 GELDLOTERÜ TEN BEHOEVE DER VEREENIGING CHARITASieSOERABAYA Trekking 2* Juni 1915. Prijs ( Heel Lot f 12.— :» f 100.000 ) ) s per f Kwart (VJ Lot f 325 § „ 25.000 ffl Franco Aangeteekend f 0.20 meer Aan allen, die bij ondergateekende, loten uit bovengenoemde geldloterij hebben gekoekt, worden officieele trekkingslijsten gratis toegezonden. Loten verkrijgbaar bïj LIEM K9K HONG Kassier Jacobson 8567 • Semarang.

-: De merken £1 ® we üü@ (Nederlandschen Coöperatieven Bond.) c. w. s. (Coöperatieve Wholesale Society) op verpakte artikelen, geeft volkomen WAARBORG voor zuiverheid en prijswaardigheid van den inhoud. De verkoop bevordert de onafhankelijkheid der Coöperatie. :- VERKRIJGBAAR -: in de toko's der Coöp. Verbr. Vereen. in Dcli te Medan en Tandjong-BaleL 7500 The Crag Hotei Sanatorium Penang Hills Completely renovated. An hour and ten minutes from the E. & O. Hotel. A perfect health resort and an ideal spot for spending holidys and weekends. Magnificent views of the adjacent slands and het surrounding sea. Bungalows for famillies, also single and doublé rooms. Private bathrooms attached to every bungalow and rooms Water laid on from the „Canga springs, Chairs and coolies always in readnes at the foot of the hill. Tenis, Bil lards. Croquet* Spelendid walks. Excrllent cuisine. Telephone. Post and Telegraph offces 5521 Telegrams: ,SARKIES" Penang BEGINSELEN VAN KEI BEHEER EN DE BOEKHOUDING DEN GEMEENTEBEDRIJVEN door PROF. 3, Q. CH. VOLMER Buitengewoon hoogleeraar in de bedrjjfsleer Prijs f. 4.— Boekhandel J. HaUennann. Medan en Tebing Tinggi

Speciaal tarief. Kandelsvereenigïng J. A. LIND. Medan tel. 24® T. Tinggi tel 31 7284 l^^jj^ljgfljll^wiMlt^yijw TYTjWMmnnmmMMlWMnamswXT l' Lf." tl—lMmwirmTiMi^mrna^^^mbimiiiih BStSJ TOE LAER&Co. MEDAN TELEFOON 377 KESAWAH 113/115 ROOMBOTER „fIUDBOSSEM" \Uu- nnr /nijQ » Ifim^sSsTV ** ***C^ yS^vnl lIJ/ m^ W^B IV vl |^^^^^g. tin in kisten f A ZUIVERE ƒ«« £04 ♦;„„ öv-> I tri

Ë*" )ODjIfÉAR I lOBIELBANDEN I chappij Güntzel £ Schumacher. I

In de kunstnij^erheidsschool „Quellinus" werd de aftredende en 80-jarige leeraar L. F. Bourgonjon gehuldigd. Meer dan 31 jaren was hij aan de school verbonden. Met ingang van 1 Januari werd hem op verzoek eervol ontslag verleend. In het met planten versierde teekenlokaal, waar de huldiging van dezen verdienstelijken oud-lfpraar plaats had, merkte het Amsterdamsche Hdbl. o.a. op den wethouder van onderwijs, den heer H. J.d e n Hertog, den hoofddirecteur van het Rijksmuseum jhr. Van R i e m sd ij k,denfdirec .eur van het Nederlandsch Museum dr.A. P i t, verschillende bestuursleden van deschool, o.m. de.heeren M. van Notten en 's Jacob, voorts verscheidene bekende personen uit de beeldhouwers-, architectenen kunstnij verheidswereld, van wie vele oudleerlingen van den heer Bourgonjon waren. Wij zagen de architecten Jos. Th. Cv ypers, W. Kromhout, Gratema, W. B. G. Molken b o e r, Jo s. C. Wien e ke mevr. Schreve — IJzerman, mr. H. Smee n g e, als voorzitter van de vereeniging ter bevordering van handwerkslieden in Nederland. Er had zich een commissie gevormd van oud-leerlingen, ten einde den 80-jarige te huldigen. Voorzitter dezer commissie was de heer Ph. Hamers, secretaris de heer B. Crevels Jr. Het huldeblijk, dat deze commissie aanbood, bestond uit een, door den zoon van den heer Bourgonjon gebeeldhouwde platenkast, ontworpen door den heer H van Dorp, waarin zich afbeeldingen bevonden van werken van oud-leerlingen. In de kast was voorts een plaquette in brons met de beeltenis van den heer Bourgonjon, vervaardigd door J. C W i e n e c ke. De oorkonde was van de hand van den heer Ph. II amer s, terwijl de ouu-leerling Begeer uit Utrecht een afslag dezer plaqustte in brons en zilver had aangeboden.

Nadat de 80-jarige door den directeur, den heer C. W. N ij h o f f, was binnengeleid, sprak de heer M. van Notten, bestuurslid der school een woord van hulde en gelukwensch; gelukwensch, omdat de heer Bourgonjon 80 jaar was, en hulde voor wat hij voor de kunstnijverheid in het algemeen en de school in het bijzonder heeft gedaan. Hoewel spr. iv de 10 jaren als bestuurslid vaak cte gelegenheid had gehad, het werk van den heer Bourgonjon te waardeeren, lag de groote arbeid van den heer Bourgonjon in de 20 jaren vóór dien tijd, toen deze vooral voor het practiiche kunstnijverheidonderwijs zoo veel deel. De wijze waarop aan de Quellinus-school onderwijs gegeveu werd, heeft haar een goeden naam bezorgd ; daarvoor is het bestuur dankbaar. Spr. bood den heer Bourgonjon een krans aan.

De heer Joe. Th. Cuypers voerde daarop namens zijn vader het woord, die wegens een lichte .influenza niet tegenwoordig had kunnen zijn. Spr. schetste daarop de oprichting der school, waartoe verschillende bekende Amsterdammers hadden meegewerkt. In 1883 voelde men, dat op het gebied van de kunstnijverheid heel wat meer gedaan kon worden.

Er moest meer aan de praktyk gedaan worden, en toen was spr.'s vader zoo gelukkig u uit Gent naar ons vaderland te halen, aldus de heer Cuypers. In ons land scheen men minder voor de plastische kunst gevoeld te hebben, dan bij onze Zuid-Nederlandsche broeders. Naast Bart van Hove had spr. Bourgonjon, by wien de liefde voor de beeldhouwkunst in het bloed zat, aan het werk gezien. Hjj blies de decoratieve kunst nieuw leven in. Namens dr. Ed. Cuypers wenschte spr. den 80-jarige geluk met dezen dag.

De heer Molkenboer haalde verschillende herinneringen op uit Gent en sprak zijn bewondering uit over de Vlaamsche kunst. Met den heer Bourgonjon had spr. vele punten van aarakirg gehad. Spr. hoopte, dat de lïfer,Bourgonjon in opgewekten zin nog lang zou leven en bood hem een herinnering uit Gent aan. Nadat de heer Leembrugge den oudleeraar gehuldigd had en de heer Ph. Hame r s hem het bovengenoemde huldebljjk, waarin afbeeldingen van eenige werken van oud-leerlingen, met waardeerende woorden had aangeboden, werd aan het bestuur der school fen plaquette met de beeltenis van den 80--jarige overhandigd, welke door den heer Van No 11 e n aanvaard werd, en die een eerepiaats in de school zal krjjgen.

Daarop voerden nog de heeren M.J. Hack, als leeraar der school, en M.H. Smee n g e,

hls voorzitter van bovenvermelde vereeniging, het woord. Beiden huldigden in sympathieke

bewoordingen den verdienstelijken leeraar, die in een toespraakje dankte voor alle waardeeïiiig, op dezen dag ondervonden.

De „Haagsche Ct." schryft: Het schpone geslacht laat zich vooral ten opzichte van modezaken niet gemakkeljjk de wetten door het sterke geslacht voorschrijven. Dat is meermalen gebleken. Nu brengt het verbod der H. T. M. om zich met onbeschermde hoedepennen in de tram■wagehs te bevinden, de Haagache dameswereld jn opschudding. Eerst trachtte de directie met een zacht lijntje de dames te bewgen tot het gebruik \an dopjes. De conducteurs werden beladen hiet deze nuttige voorwerpen, om ze, indien noodig, te verkoopen. Doch helaas zonder gevolg, integendeel bleek deze zachte dwang Op het schoone geslacht gewerkt te hebben als een roode lap op een stier, want na deze maatregelen constateerde men een kolossale toeneming van het aantal onbeschermde hoedepennen. Het werd nu voor de heeren bepaald levens£,e vaarljjk zich in het binnenste van een tramwagen te bewegen. Het werd der H.T.M.-directie te kras. Waarschuwingen werden nu gedrukt en in de wagens opgehangen, dreigeude met f 25 boete bijaldien één het waagde met een uit den hoed stekende punt de tram binnen te stappen. Dat zou de dames toch wel afschrikken. Resultaat nihil. En thans, nu men alles geprobeerd had, heeft men de hulp van de Heiligen Hermandad ingeroepen, om met dier sterken arm de voorschriften te doen eerbiedigen. En zoo gebeurde het dat heden verschillende tram wagens beklommen werden door streng uitziende politiedienaren, die de wagens binnenkwamen en met argus-oogen de sierljjke dameshoeden monsterden, of niet ergens een gevaarlijk dreigende punt uitstak. . De oogst was rijk! Bjjua in eiken tramwagen hadden de agenten succes, zoodat, naar we vernamen, het aantal slachtoffers, wier namen als wetsovertreedsters genoteerd werden enkele honderden moet bedragen. Wie niet hooren wil, moet voelen

Uit de pas verschenen „Jaarcijfers 1913" blijkt, dat het aantal aangeslagenen in de Vermogensbelasting in het dienstjaar 1913/14, vergeleken bij het daaraan voorafgaande vau 99.803 tot 101.797 is gestegen.

De getallen van de aangeslagenen voor vermogens boven f 75.000 (die dus in de gedwongen leening zouden worden aangeslagen, maar dan volgens den vóór 1 Mei 1914 vastgestelden aanslag over het dienstjaar 1914/15) zijn de volgende: 75.000 tot 100.000 5293 100.000 „ 150.000 sboo 150.000 „ 200.000 2772 200.000 . „ 300.000 2689 300.000 , 500.000 2070 500.000 „ 75".000 878 750.000 „ 1.000.000 378 1.000.000 „ 1.500.000 335 1.500.000 „ 2.000.000 134 2.000.<"00 „ 5.000.000 165 5.''00.000 „ 10.000.000 18 10.000.000 en daarboven 7 Het totaal bedrag der vermogens volgens de gegevens der Vermogensbelasting over genoemd jaar is dan 7607 millioen. Trekt men hiervan het totaal der vermogens beneden f 75.000 af, dan blijft 5254 millioen. Alle rubrieken van bovenvermeld staatje vertoon en, bij het daaraan voorafgaande vergeleken, eenigen vooruitgang; die tot aan f 300.000 met tieniallen; die daarboven met enkele eenheden. Er zijn acht één-milliouairs bijgekomen, terwijl de drie hoogste rubrieken een vooruitgang van elk één ve.toonen. (N. Ct.).

Dezer dagen is op de Kattenburgerbrug te Amsterdam een politieagent door een onbekende met een mes doodgestoken.

De agent Titseler vau het politiebureau Kattenburgergracht, een beambte van 35 a4O jaar, wilde op het Kattenburgerplein bg de Kattenburgerbrug een man aanhouden, die in staat van dronkenschap verkeerde. Daartegen verzette zich het publiek, zoodat de agent zijn arrestant moest loslaten en den wapenstok trok. Uit het publiek kwam plotseling een man op den agent af en bracht hem met een mes een steek iv de borst toe. De agent snelde, hoewel gewond, zijn belager na, doch bij het wachthuisje der gemeentetram op het Kadijksplein zakte hij ineen. Men droeg hem het wachthuisje binnen, waar hy weldra den geest gaf. De messteek had hem vermoedeljjk in het hart getroffen. De dader wist te ontkomen en was 's avonds laat nog niet opgespoord. Het lijk werd per rijwielbrancard naar het Binnengasthuis vervoerd. De verslagene stond als een kalm beambte bekend. Onmiddellijk werd aan het bureau Kattenburgergracht het onderzoek aangevangen door den commissaris van politie in de le sectie, waarnemende de 2e sectie, don heer Koster Hen k e, en den hoofdinspecteur van het bureau, den hear Beets. Verschillende getuigen werden door deze politieambtenaren gehoord.

Men seint uit Breskens aan het «Hbld.* dd. 20 Jan.: Een ooggetuige deelt ons het volgende mede omtrent het vreeselgk ongeluk, dat gisterenmiddag op de Schelde plaats had. Ongeveer half één was de mjjnenlegger „Triton* van de Kon. Ned. Marine uitgevaren om een mjjnversperring te lichten. Door den laatsten storm waren eenige mgnen losgeraakt. Ter hoogte van het gehucht Nieuwe Sluis, ongeveer één uur loopens westwaarts van Breskens, stootte de «Triton* op een der losgeraakte mijnen, waarop een ontzettende ontpiofling-volgde en de barkas onmiddellijk zonk. Aan boord bevonden zich 1 officier eu 4 minderen, die allen dcor den slag weggeslingerd werden. Inmiddels was uit Vlissingen telefonisch om hulp verzocht en in minder dan geen tijd verscheen een torpedoboot op de plaats van de ramp; De ljjken werden met deze boot naar Vlissingen overgebracht. Op de torpedoboot werd de vlag halfstok geheschen. In Vlissingen stonden vele menschen, die van het ongeluk gehoord hadden, te wachten op de komst van de boot. Er heerschte groote consternatie; Door de Vlissingsche censuur werd vermelding van het ongeluk in de Vlissingsche bladen verboden. De namen van de verongelukten zijn: de luitenant ter zee eerste klasse L. M. Luden uit Amsterdam, de korporaal-torpedist B. J. de Jager, stamboeknummer 3184, de zeemilicienmatroos L. Iteemans, stb.no. 546, de zeemilicien-machinedrijver J. M. Grijspaardt, stb.no. 975, en de zeemilicien A. L. van den Elshout, stb.no. 765.