A Petrograd telegram says that the exöommander oi the fortress of Przemysl reports that the total nuraber of prisoners is 9 generals, 93 staffofficers, 2,500 officers, and 117,000 men. Many guns and other loot were taken by the Russians.
A Rome message says that the capitulation °1 Przemysl has created atremendous impression in Italy. It is estimated thai this great success will liberate 150,000 Russian troops.
The Press Bureau reports that at dawn yesterday patrols discovered a party of Turks near Elkuebry opposite Suez and shots were exchanged. Aeroplanes estimated the number "f the enemy to be 1,000 infantry with artillery and a few cavalry guns at Elkuebry. The patrol opened fire on the enemy which retired and camped 8 miles from the Canal «astwards. Early to-day aforce under General Sir G. Youngbusbaud attacked and routed the •nemy, who are now in full retreat. A prisoner says that the Turkish force marched 12 days direct from Bizelsaba and included Gelei-al von Traumer, and three other German °fficers.
Field Marshall French's bulletin reports that,, all is quiet except occasional German artillery fire. The damage done thereby is not cornmensurate with the ammunition expended. The enemy's airmen have shown unwonted «ctivity durig the present favourable weather. They oniy succeeded in killing three women and four civilians. They new at such a great ne>ght that they were unable to aim. This Procedure is a great tribute to the British airrnen, as it is adopted in order to increase the chances of the German airmen escapmg Pursuit.
A Paris report says that Field Marshall french interviewed èmphasised that he did *ot believe in a protracted war. He spoke lavourably regarding the whole situation, emphasising the great importanceof continual 'arge supplies of munitions. He concluded by saying that he was convinced that at the end °1 hard months of war victory awaits us.
"Reuter Telegrams.". "De Sumatra post". Medan, 1915/03/26 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 26-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324247:mpeg21:p005
"De Sumatra post". Medan, 1915/03/26 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 26-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324247:mpeg21:p005
Des avonds te 7 uur begaf ik mg met een »»g bekend kunstschilder, die nu gedurende den oorlog nachtwaken waarneemt in het Hos- Pital van de Union des Femmes de France te Calais, naar het terrein van zijn arbeid, schrijft de correspondent van het „Hbld." uit Calais dl 13 Febr.
ïieeds eerder was ik in dit hospitaal door Madame Berquet vriendeljjk rondgeleid en had dp, gehad om de verzorging der verpleegden gade te slaan. Doch een geheelen nacht was ik tusschen de gewonden en hertellenden nog niet geweest. Toen ik het hospitaal binnenkwam, waren de verpleegden nog niet in rust. Ik begaf mg allereerst naar de zaal waar de minder zwaar gewonden lagen. Hier trof ik er eenigen, met wie ik nog een geregeld gesprek kon voeren. Zoo een jonge Brusselaar. Hij had bg' het 11e regiment den strijd bg Luik meegemaakt. Hg verhaalde nog •ens met een blos op de wangen hoe hevig het daar toe ging, in de eerste dagen, toen 2e de Duitschers met honderden zagen vallen, ca hoopten hen uit hun land te houden. Bovenden had men hun gezegd, dat nu de Duitschers de neutraliteit hadden geschonden, de franschen met groote macht hun zouden te hulp komen. Een bittere teleurstelling was het dus voor hen, toen ze zich alleen zagen. Hg' vertelde 'an zgn vlucht met een paar honderd man toen ze van het fort Loncin waren afgesneden, hoe ze werden gevangen gemaakt door een froep Uhianen, doch 's nachts met 15 man ontsnapt; hoe ze in een klooster op weg öaar Leuven waren gebleven twee dagen en «én nacht, toen in burgerkleeren naar Maaszicht waren getrokken en ze later opnieuw naar hun depot waren gegaan en ingedeeld. Hij had te Haelen gevochten en uit den slag b_ Eppechem was hij aan den linkerarm gewond teruggekomen. Hij had in het Antwerpsche gasthuis gelegen tot aan het bombardement en was gedurende het bombardement door Hollandsche verpleegsters naar een boot op de Schelde gebracht. Daarna werd hij met andere gewonden naar Engeland gebracht. Hij roemde zeer den moed der verpleegters, die hen uit de kelders van het gasthuis door den bommenregen naar de boot brachten. Een groot deel toch van het verplegend personeel was de stad ontvlucht.
In Engeland genoten ze een zorgvuldige verpleging. Pas in November was hij weer naar Frankrjjk teruggekeerd. En na eenige weken te Ramscapelle te hebben gelegen, was h_ op expeditie gegaan naar Dixmuiden en was hier opnieuw nu door een granaatscherf dermate gewond, dat hij vreesde nu voorgoed afgekeurd te zullen worden. Ik vroeg: Vreesde ?
— Ja, mgnheer! Wat is ons lot als we verminkt zgn ? We kunnen dan toch niet meer strgden voor ons goed recht. Wat zullen we doen in ons land als anderen er ons de wet stellen, „en 't gong nu toch goed zulle, meneer. Gelooft 't, we zouden vele verbeteringen hebben bekomen. En nu is ons land verwoest. In geen honderd jaren komen we er boven op.* En nu schoten zijn oogen vol tranen. Hy vertelde hoe 't huisje van zgn moeder te Oude God bg Antwerpen, de toevlucht voor haar ouden dag, geheel was verwoest. Eu ze had nogal zooveel jaren er voor gespaard !
En vuisten ballend viel hij in zijn kussen terug. Ik kon hem niet troosten. Zelfs een dotje Hollandsche tabak vermocht hem niefcop te beuren.
Ik kwam ook aan het bod van een jongeman van 24 jaar, een Mechelaar. Hij bleek een man, die het vakvereenigingsleven als meubelmaker te Mechelen meeleefde.
„De oorlog", aldus m'n patiënt, „de oorlog, kameraad, is afschuwelijk. Ik ben er vlak tegeu, doch wg Belgen moesten wel. We konden toch niet toelaten dat men zoo maar bg ons binnen stapte. En dan toch, men zou ons land niet hebben gespaard" Zgn wonden, die hg ook al aan de Yzer had opgedaan, waren nogal van beteekenis. Een 28 c. M. granaat had hun loopgraaf bij Pervyse geraakt. Op drie verschillende plaatsen was hg getroffen. Een hoofdwonde was reeds genezen, doch een beenbreuk, die nogal gecompliceerd was, zou nog geruimen tgd vorderen cm te genezen. Zoo hg niet afgekeurd werd, zou hg opnieuw bg den troep gaan. Anders* wilde hg zich nuttig maken bg de verpleging of iets anders.
Intusschen was 't langzamerhand tgd geworden voor rust voor gewonden en zieken.
Ik begaf mij nu naar de operatiezaal, wiji er juist een klein transport gewonden was aangekomen. De ruime helverlichte zaal was sober, doch praktisch ingericht. Een viertal operatietafels stonden gereed om de patiënten op te nemen. Eea zestal geneesheeren en assistenten met 7 zustere, alien leeken-verpleegsters, waren eveneens in functie om alle hulp te bieden. Gewoonlijk komen de transporten later in den nacht aan, doch ditmaal kwamen ze niet rechtstreeks uit de vuurlinie, maar uit een ander hospitaal dicht achter het front gelegen.
De eerste, die werd binnen gedragen, was een flinke Vlaming. Reeds had hij de eerste zorgen in alle haast ontvangen. Hg was eerst in een andere kamer geweest waar men hem ontdaan had van de windseis en zgn lichaam zoo goed mogelijk had gereinigd. Hg kwam nu op de operatietafel. Niet minder dan vier wonden had deze jonge man, de ergste in den rechterschouder. Een stuk granaat had hem getroffen in een loopgraaf tegenover Gisthelles. De wond was wel niet diep, doch ze was bgna 7 c.M. in middellg'n. Een tweede wond had hg in den arm, en vervolgens een heup- en beenwonde. Toch was de man bg volle kennis. En bij het behandelen van de schouderwond wilde hg niet weggemaakt worden. Trouwens, de geneesheeren deelden mij mede, dat slechts de Duitschers verzoeken om pijnstillende middelen. De behandeling leek mij voor den patiëat zeer pijnlijk, doch slechts zoo nu en dan vertrok hij zn geiaatspieren. Heel de behandeling, ook van de andere wonden, duurde geen 20 minuten.
Intusschen was men in een anderen hoek der zaal bezig een been tot de heup toe af te zetten. Deze operatie was noodzakelijk geworden, daar juist onder het gedeelte, dat geamputeerd werd, een totale versplintering was waargenomen. De patiënt was bewusteloos. Ben zacht gekreun en ademhaling toonde slechts dat er nog leven in Was. Men twijfelde dars ook of dit slachtoffer wel behouden kon worden.
Toch van eiganljjke smartkreten verneemt men hier niet. Ook niet op de zalen waar de gewonden liggen. Ik zag ook nog het afzetten van den linkeronderarm van een jongen van 18 jaar uit Gent, die in Augustus 1914 als vrijwilliger had dienst genomen, en die ook verzocht om niet weggemaakt te worden. Hij wilde zien hoe hg zn hand kwijtraakte. Toen het gebeurd was bekeek hij met weemoedigen blik zgn hand en viel toen flauw. Eindelijk zag ik nog het afzetten van een voet. Toen werd mg het al te machtig en begaf ik ma naar een der zalen waar i* oacb' 'aak zeer noodig is, lïgl er patiënten aggen die zich onmogelijk zelf kunnen helpen. Hier kon ik da toewijding zien der verpleegsters en wakers. Meisjes en mannen, die in 't dagelijksch leven zelf gewoon zgn bediend te worden, beoefenen hier zelf de dienende liefde. Dikwijls zgn de gewonden verplicht, met hun soms eenigen arm om den hals of schouder der verpleegster geslagen, zich op te richten, en bovendien de hulp van een waker te aanvaarden. Dit is aangrijpend om te zien, die dienende liefde eenerzjjds, en de hulpeloosheid der jonge mannen anderzijds. En dan dat moe terugvallen in 't kussen, dat zich aoo klein, voelen van den patiënt in zgn hulpeloosheid, de bemoedigende blik der verpleegsters, die menigen traan wegpinken als ze haar rug hadden gekeerd aan den patiënt, 't Is ook zoo ontzettend in 't volle bloeiende leven overvallen te worden door levenslange verminking. Ik bezocht ook de afdeeling der typhus- Igders. Gevaar is daaraan niet verbonden. Mij werd verzekerd, dat wanneer ik de patiënten niet aanraakte, en zelf gezond was, het bezoek mg niet in 't minst zou deren. Bovendien nam men voorzorgsmaatregelen. Ik betrad dus de kleine zaal waar een zevental bedden waren bezet. Heel stil liep ik met mijn geleide langs de bedden. Ik zag daar de patienten stil en afgemat liggen. Doodelijke gevallen kwamen gelukkig maar zelden voor. Hier komt het in hoofdzauk aan op goede verpleging. En daaraan ontbreekt het hier waarlijk niet De verzorging is tot in de puntjes geregeld. De ligging zoowel als de voeding is uitmuntend. De toewijding is van de werkster af tot de directrice boven allen lof verheven, 't Werd intusschen laat en dus te storend om mgn wandeling door het hospitaal voort te zetten. In een der zaaltjes kreeg ik tusschen de lichtgewonden een br*, en legde mg tusschen de frissche lakens te*slapen.
"Een nacht in een hospitaal.". "De Sumatra post". Medan, 1915/03/26 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 26-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324247:mpeg21:p005
Het militaire driemanschap.
De Petersburgscfie correspondent van den «Daily Mail" geeft een schets van het Russische leger-bevel, waarin hij niet slechts de persoon van den bevelhebber schildert, doch °ok twee neven-figuren naar voren brengt, *elke belangrijke rollen spelen in dezen oorlog. Grootvorst Nikolai valt natuurlgk in de *erste plaats op door zgn geweldige lengte, "e grootte van zgn bekwaamheden is wellicht "iet zoo opvallend, — tenminste niet in de °°geu van de kliek, die nn eenmaal niets Soeds verwacht van iemand, die het predikaat draagt van Russischen „grootvorst0. „Een Brootvorst!" meesmuilen ze, —en daarmede "Preken ze hun afbrekende kritiek uit. Deze Bfootvorst heeft evenwel tot dusver, afgezien *an het wisselen der oorlogskansen, gelegenheid gehad, de publieke gunsten in Rusland &>heel voor zich te winnen; men is ervan °vertuigd, dat het wel deze Nikolai Nicolajeïüsj is, die aan het hoofd van het enorme Russische leger behoort te staan. Trouwens, 55 is de strijdbaarste man van het geheele petersburgsche hof; hg kreeg een militaire °Pvoeding, en heel zgn leven is een voorhouding tot den oorlog geweest. Hg is daarboven het erkende hoofd der oorlogspartg; toen in Juli het Russische leger mobiel werd jSernaakt, sprak iedereen: „dit is de mobilisatie van Nikolai!"
Omtrent zgn bekwaamheden weet men, dat hg" opgeleid is in de methoden der krggs*uade, maar hg heeft voldoende gestudeerd, om niet onopgemerkt te laten wat er buiten de bgna onmetelijke grenzen van Rusland op militair gebied geschiedde. Al zou men hem wellicht niet den naam durven schenken van een geniaal strateeg te zgn — zooals bijvoorbeeld Duitschland reeds nu zg'n veldmaarschalk von Hindenburg heet! — toch kent de Russische opperbevelhebber zgn moeilijk vak voldoende, om het onderscheid te weten tusschen goede en slechte strategie.
Als zg'n karakter-eigenschappen gelden onbuigbare trots, en een onverzettelijke koppigheid bg het doorzetten van een eenmaal ondernomen plan.
Zgn afdeelingschefs. Wanneer de grootvorst als opperbevelhebber vergeleken kan worden met een directeurgeneraal, dan staan twee uitnemende afdeelings-chefs hem in dezen veldtocht terzijde,— namelijk generaal Ruszkg en generaal Iwanow. De eerste is het type van den professormilitair, zooals men er ook zoovelen in het Duitsche leger bij den grooten staf vindt, —meer hersen dan sabel. Roeszky, met zijn bleeke kamerkleur en zijn geleerden-bril op den neus, geldt als een zeer knap strateeg. Hg was een der beste leerlingen van de beroemde Russische militaire academie te Kief.
Ook generaal Iwauow leerde daar de theorie van dea modernen krijg, 0n de praktijk leerde hg er later wel bij, o.a. in den grooten oorlog tegen Japan, waar de Russische officieren harde, hoewel nuttige lessen konden opsteken. Hg is ook naar h«t uiterlijk het type van den denker, met diep-liggende oogen, zwijgend, het voorhoofd steeds in zwaren frons. De correspondect van een Engelsch blad vat dit drietal aanvoerders van het reusachtige Russische leger samen, en vergelijkt hen als driemanschap met het beroemde trio uit den oorlog van 1870, mat dien verstande dat. hg de moderne rollen als volgt verdeelt: grootvorst Nlkolai heeft men te beschouwen als den toemaligen Koning van P_uisen, Iwaaow is de opvolger vau generaal von Roon, en Roeszky moet dan als de von Moltke gelden.
Deze stoute vergalgking van den „Daily Mail"-schrgver zal in de toekomst, vooral wat de resultaten van den oorlog betreft, nog juist moeten blijken; het schijnt daarvan nog wel wat verwgderd!
Rekruteer ing. Mag men sommige verhalen gelooven, dan is het niet zoo heel moeilijk, in Rusland aan zgn militaire verplichtingen te ontkomen, wanneer men er de noodige roebels voor over hoeft, Een dezer verhalen is afkomstig van een schoolhoofd uit Oost-Pruisen ; bg' deelde mede hoe een Russische vader hem twee van zijn zoons kwam brengen, om daar op de Duitsche school geplaatst le worden. Bij het inschrijven der namen van de nieuwe leerlingen ontwikkelde zich het volgende gesprek. Da directeur der school vraagt aan den oudstsn jongen : „Hoe heet je?" Deze noemt zijn voornaam en dea achternaam van zija vader: „Gregor Bobrikoff." De vraag wordt ook aan den tweeden jongen gesteld : „Ei jou naam ?" De tweede zoon van den ouden heer Bobrikoff antwoordt: „Boris Laduschoff'. . De schoolman doet verwonderd opmerken, dat dit niet kan.
Maar de vader helpt hem van zgn verbazing af, door hem het volgende mee te deelen :
„Elk van mgn zoons draagt een anderen naam; ik heb bun dien gegeven, omdat bg oas m Rusland eenige zoons niet behoeven te dienen. Zoo heb ik thuis nog een derden zoon, die den naam draagt van Wladimir Lubelsky. Ea indien ik nog meer zoons had, zou ik ze waarschijnlijk als Amerikaansche of Zwitsersche burgers laten inschrijven. Op deze wgze gelden ze tegenover de wet als eenige zoons, en behoeven hun dienstplicht in het leger niet te vervullen".
Het Duitsche schoolhoofd vroeg daarop, of dit dan maar zoo makkelijk in zn werkging. — „Och ja!" kwam het antwoord, onze ambtenaars van den burgerlijken stand zgn maar arme drommels, die wat graag 'n lapje van honderd roebel opstrjjken bg het iuschrgven van de geboorte van een van onze zoons."
Natuurlgk kon de Duitsche onderwgs-man niet onder zich laten de opmerking te maken, dat op deze wgze de armelieden in Rusland benadeeld worden, omdat deze niet in staat zg'n, ambtenaars om te koopen. Doch de Russische vader zag daar de onbillgkbeid niet van in ; en gemosdelgk verdedigde hg zich als volgt: „Ik moet reeds zooveel doen voor de armen in mgn land. Ik moet al hooge belasting voor ze betalen, ik moet hun soep geven, en 's winters van geld en warme kleeren voorzien; ook moet ik hen aan arbeid helpen, wanneer ze werkeloos zg'n; dus is het geheel billgk, dat m mg den tegendienst bewjjzen, hun zoons soldaat te laten worden, in plaats van mijn jongens!"
"VELERLEI. Uit Rusland.". "De Sumatra post". Medan, 1915/03/26 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 26-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324247:mpeg21:p005
„De Tgd" ontvangt van zjjn oorlogscorrespondent te Duinkerken het tragische verhaal van den dood van den pastoor van St. Joris, een vriendelijke grg'saard en uitermate bemind bij zijn parochianen, die aan hem gehecht waren als kinderen aan hun vader.
„In zgn vrome, vim het rumoer der wereld ver afgelegen plattelandsparochie sleet hij het leven van den dorpspastoor, geheel aan Gori gewijd en verborgen wel te doen. Toen brak de vreeselgke oorlog uit en na den val vat! Antwerpen, de vreeselgkste worsteling langs de oevers der Yser, Leie en het idyllische West- Vlaanderen. Wat de arme pastoor met zgn parochianen heeft doorgestaan, is met geen pen te beschrijven. Herhaaldalg'k, zooals men weet, iag St. Joris in de vuurlinie. De verspreid gebouwde ho9ven zgn stukgeschoten, in de kelders hebben wekenlang onze soldaten en hier en daar wat schuwe vluchtelingen gehuisd.
De verschrikkingen van het bombardement, het gezicht op de afschuwelijk verminkte dooden en de onophoudelijke ooflogsgruwtden hadden het toch reeds zwakke zenuwgestel van den herder vreeselijk geschokt. Toen hg, bij het ineen storten der pastorie, bijna onder een muur bedolven werd, en hij rondom zich de vlammen zag opstijgen, werd hg van schrik volslagen krankzinnig. Van dien dag af kon men den armen zinnelooze, zonder te letten op den kogelregen, door de straten en langs de wegen zien dwalen als de schim van een mensch, de van schrik sneeuwwit geworden haren verward langs de ingemagerde slapen, de oogen iD de holle oogkassen schichtig onder de borstelige wenkbrauwen, en als een idioot stommelend en wild gebarend. Een shrapnellkogel had zijn pastoorssteek verscheurd en een rand van deu hoed fladderde als een ravenvleugel over zijn rug. Herhaaldelijk moest men hem met zacht geweld wegvoeren van gevaarlijke plaatsen, waar hg bg voorkeur het vuur van shrapnells en bommen zocht. Ook vond men hem een avond op een eenzame plek, waar hij met zgn handen de aarde doorwoelde der graven van soldaten, welke dien dag daar waren gesneuveld. Hg beweerde, dat een stukgeschoten Moedergodsbeeld uit de kerk door de Duitschers op die plek in den grond was gedoiven en lispelde voortdurend : ,Sancta Maria, ora pro nobis!" Door een Belgischen voorpost werd de arme verdwaasde dien avond zachtjes meegetroond naar de loopgraven, waar hg den nacht doorbracht, terwgl men hem aldoor hoorde mgmereo : «Sancta Maria, ora pro nobis".
Op zeker uur wilde hij de loopgraaf verlaten, omdat hij voorgaf de Vespers te moeten houden. Toen men hem dit belette, teekende hg het kruisteeken over de soldaten, keerde hg zich vervolgens tot de borstwering, alsof hij voor het altaar stond, en hief plotseling het „Regina Coeii" aan. Zacht klonk over de velden zgn oude, bevende stem, met een innigheid, alsof hij in zgn jeugd opging naar het heiligdom en in den schemer der dorpskerk te zingen :... . o clemens, o pia, o dulcis virgo Maria!
Onvergetelijk tragisch was de dag van zgn dood. In een weide had hg een scharminkel van een paard opgevangen, dat wekenlang in verlatenheid had rondgedoold en mager van ellende was aangehinkt op dri9 beeneu (het vierde was door een stuk van een obus Op dezen miserabelen knol, waar de soldaten nauwelijks eenige kilo's paardevleesch aan gevonden zouden hebben, reed de arme simpele langs velden en wégen, den schildwachten en soldaten in de verschansingwn toeroepend, dat hg de legeraanvoerder was en de troepen had geïnspecteerd. Houdt maar vol, verkondigde hij, St. Joris is onneembaar en het jongste gevecht gaat komen, dan zult gg wat zien !" Geen der soldaten bespotte hem, want velen hadden hem gekend in zijn schoonen herderlijken tgd, en toen hg nog in het begin van den krijg rondom Sint Joris de eerste gewonden liefdevol had verpleegd. Een paar schreiden van aandoening om deze aangrijpende verstandsverbijstering. Zij wilden het paard bg den teugel grijpen, toen een vlakbij ontploffende granaat de knokige merrie deed schrikken, die hinnekend den dorpsweg insloeg onder het bersten der bommen. „Hier komt St. Maarten!" riep hg bg den ingang der parochie, waar een gewond soldaat hulpeloos neerlag, „geef mij een zwaard om mgn mantel door te snjjden voor dien arme daar!" Plots viel opnieuw een granaat die hem doodelgk trof en van zgn paard wierp. Het artillerievuur van den vgand hield geweldig aan. De oude knol wilde den pastoor, wiens voet was blgven haken in een der stijgbeugels van touw, welke hg vervaardigd had, voortsleuren den straatweg op, toen een nieuw kanonschot den gevel van het naastbg'zgnde huis deed instorten, ruiter en paard onder het puin begravend. Later haalde men onder het puin het Igk van den pastoor uit de ruïnen vandaan, om het een christelijke begrafenis te geven".
"Een tragisch verhaal.". "De Sumatra post". Medan, 1915/03/26 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 26-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324247:mpeg21:p005
Iv den gemeenteraad van Middelburg was aan de orde: de reinigingsdienst, annex tonnetjesstelsel. Een lid wilde gemeente-exploitatie ; de voorzitter had volgens de „Midd. Ct." daartegen een groot bezwaar; „den verkoop van de beer, waarmede B. en W. ia hun maag zouden blgven zitten".
Dat herinnert, zegt de „L. K.*, aan de expectoratie van een lid in den Raad eener groots Limburgsche gemeente bg de bespreking van het vraagstuk: Carnaval of niet, dit jaar? Hij was er vóór: „de veiligheidsklep van deH werkman moest worden opengezet".
"Beeldspraak !". "De Sumatra post". Medan, 1915/03/26 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 26-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324247:mpeg21:p005
Maandag, Woensdag en Vrijdag, vai 9 tot 3 aur "s~moT£fens.
"Agenda. Spreekdagen van den Residen..". "De Sumatra post". Medan, 1915/03/26 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 26-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324247:mpeg21:p005
mis dagen, behalve Zion-en feestdagen, van 9 tot 12 uu 7 's morgens.
"Spreekdagen van den Gewestelijk Secretaris.". "De Sumatra post". Medan, 1915/03/26 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 26-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324247:mpeg21:p005
De familie Tjoog A Fie, den derden Zateri*g an elke maand in den vooravond.
"Ontvang-Avonden.". "De Sumatra post". Medan, 1915/03/26 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 26-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324247:mpeg21:p005
lederen Zondagavond diner-m uziefc Huize de Boor . ■»•"•■ Medan Hówl. foderen avond Oranje-Bioscoop Balistr. lederen avonA Dcli Bioscoop Huttenbachstr. „ „ Royal Bioscoop Luitenantsweg. I) 'h Sport Vereeniging : -ia&nditg en Woensdag: oefeningsavondeu voor de Cricket&fd. Dinsdag en Vrgdag : oefeningsavonden voorde
Voetbal-afd. Donderdag: oefeningsavonden voorde Hockey afd. Rrjclub: iederen Donderdagavond van 61/*—7*/ i nm. figuurrgden. Vrjjwilligers-corps S. 0. K. Heli-commando : lo Brigade baan Sei.-Sikambing le. & 3de Zondag] 20. » » » 2e. & 4e. » 30. » » > le. & 16e. v. elke mnd. 40. » » _ 2e. & 4e. Zondag. do. » > > le. & 3e. » 60. » » Klambir-Lima iederen » 70. » > Sei.-Sikambing 2e. & 4e. » Boven Langkat-Commando 10. Brigade baan Tj .-Djatti iederen Beneden Langkat-Commando 10. Brigade baan Pk.-Brandan 2e. & 4e. » 20. „ „ Tj.-Poera le. & 16e. v. elke mnd Serdang- Commando 10. Brigade aan 8.-Poerba le. & 16e. » » 20. „ „ Sialang le. & 16e. ► > Batoe-Bahra-Commando 10. Brigade baan Lb.-Roekoe le. & 16e. » » 2o „ Tj.-Kassau le. & 16e. » » 18—27 Maart Kegelconcours Witte Sociëteit. 29 Maart Handelsvereeniging, algemeene jaarvergadering, Medan-hölel, 7 uur n.m. 29 Maart N.V. Apotheekvereeniging „Unitas", jaarlgksche algemeene vergadering, in het Medan-Hótel, 11 uur v.m. 30 Maart Amsterdam-Deli Rubber Mg., algemeene vergadering, ten kantore vaa dea directeur, 7 uur n.m. 15 April N. V. Marbau Rubber Mij., jaarlijksche algemeene vergadering, ten kantors van de vennootschap op Brussel Estate, 5 uur n.m.
"Vergaderingen, Vermakelijkheden Enz.". "De Sumatra post". Medan, 1915/03/26 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 26-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324247:mpeg21:p005
29 Maart C. H. Johnson, Prins Heudriksra-.t, 6 uur n.m. 31 Maart G. H. Ferguson, Paleisweg 34, 6 uur n.m. 1 April A. G. C. Körner, Bekalla, 10 uur v.m. 1 April Dr. J. Aiams,'oude doktershuia, Loeboe Dalam, 91/. u. v.m. 3 April E. K. H. vaa de Stait, emplacement Soengei Krapoh Estate, 10 l/« u. v.m. Vervaldagen van Venduschulden. Debiteuren aan bet Vendukantoor te üeriau fforden oc aan beriucord, ban debet te voldoen op •>ador-volgende d_ita: Vendutie H. A. Roskot vervaldag 28 Mrt. '13. » firma Lautenbach en Co. „ 29 » Batara Boemare „ 29 „ > Orang Kaja Waroen „ 30 „ » H. A. Lefèbre „ 30
"Venduties". "De Sumatra post". Medan, 1915/03/26 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 26-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324247:mpeg21:p005
ss. Bugskes naar Batavia 30 Maait van Diemeu Singapore 29 „ Medusa Singapore 26 „ Circe Penang 27 „ Kaimoa Penang 27 „ Alma Penang 30 , Elout Sabang 27 „ Sembilan Langsa — Sembilan Batoe Babra 1 April Singkara Asahan en Singap. 31 Maart Nederlacdsche Mail. Zaterdag 27 Maart. Engelsche Mail. Vrgdag 2 April.
"Vermoedelijke Postsluitingen.". "De Sumatra post". Medan, 1915/03/26 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 26-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324247:mpeg21:p005
De Vlaamsche dichter R*né de Cleitq brengt de volgende dichterlijke hulde aau de Yser, het rivierke dat thans het laatst» bolwerk van Belgenland geworden is. Ons sterkste Rivier. Wij roemen de grootsche Maas, Wij prgzeu de breede Schelde, Zg stroomden voor ons te velde, Vóór Luik ei. 't Land van Wae?. Water is week, helaas. Ons laatstö rivier is klein, Met den wonderen naam van Ys#r, Daar mag de Duitsche keizer Wel denken om den Rgn. Of die zoo sterk zal zgn? Oorlogs-grapjes. Een Duitsch soldaat vraagt in den Elzas aan een schooljongen: — „Van wie hou' je meer, van de Duitschers of van de Franschen?" — „Van de Franschen," antwoordt de jongen. — „Waarom?" — „Omdat ze onzen schoolmeester bebbeo meegenomen."
"De Yser.". "De Sumatra post". Medan, 1915/03/26 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 26-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324247:mpeg21:p005