He* aut_Tïnrech: van dea inhoud ran de ondervolgende telegramh man wordt verzekerd volgens de wet van 31 Beo. 1919 (iadUe- Staatsblad «o. 600.) 22 Juli.
De Sumatra post
- 22-07-1913
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- De Sumatra post
- Datum
- 22-07-1913
- Editie
- Dag
- Uitgever
- J. Hallermann
- Plaats van uitgave
- Medan
- PPN
- 045042624
- Verschijningsperiode
- 1889-1942
- Periode gedigitaliseerd
- 1898-1942
- Verspreidingsgebied
- Nederlands-Indië / Indonesië
- Herkomst
- KB 1634 B1
- Nummer
- 169
- Jaargang
- 15
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Uit den Archipel. Telegrammen.
Mutaties.
Bevorderd: tot majoor-intendant brj de intendance de kapitein-intendant H, G. C. Denk met verlof in Europs, Q. Eerguson en J. fl. A, van de Water, gedetacheerd in Nederland.
Subsidie voer een Raadszaal.
De Javabode meldt dat de Regeering aan den Gemeenteraad van Batavia heeft meegedeeld in beginsel bereid te zjjn tot het verleenen van een subsidie voor den bouw van een Raadszaal voor den Raad. Vóór het nemen van een definitieve beslissing worden meer gedetailleerde voorstellen, ook omtrent de plaats van het gebouw, verwacht.
Een studie over „Castilloa”.
De Javabode meldt dat het Proefstation voor Midden- Java te Salatiga op zich heeft genomen de inlevering van een bjjdrage betreffende de castilloa-rubbercultuar op het Rubbercongres met tentoonstelling van 1914 te Batavia. Genoemd station heeft een vragenlijst gezonden aan de verschillende ondernemingen ter verzameling van de noodige gegevens en verzocht vóór 30 S.-ptember die lijsten aan den directeur van het Proefstation terug te zenden.
Het koelievraagstuk te Prlok.
Hierover schrjjtt het Bat. Eandelsbl. in een artikel over de haventoestanden: «flet koelie-vraagstuk is fe Priok wel een van de meest benauwende, Men heeft er niet genoeg menschen. Reeds veel veger is van deskundige zijde de groote wenschelijkheid van mechanische lading en lossing aangetoond. De meest moderne havenbedrijven in Europa werdeu daarbij als voorbeelden aangehaald; — maar het mocht niet baten. En nu is er een nijpend koelie-gebrek ontstaan. Door allerlei oorzaken worden de koeliewerkkrachten aan Priok onttrokken, flet fabriekswezen ontwikkelt zich overal sterk: de Lampongsche pepertuinen gansche scharen werkvolk; we hebben verder alleen maar naar de enorme ontwikkeling van Gondangdia te verwijzen, om te doen zien hoeveel duizenden menschen door de bouwbedrijven worden opgeëischt; telkens opnieuw roept de padi-BD.it de Bantammers naar de eawahs, en ook de cholera spreekt nu en dan een woordje mee. Bedeelt men den koelies meer loon, dan nemen ze 't ervan, d. w. z. van den tijd. Breng het draagleon van bjjv. 2 cent per mand op 4 cent per mand, —de drager zal 2 van de 4 dagen gaan „rusten". De groote steam vaartmaatschappijen zijn nu bezig, kampongs te bouwen, zoowel voor Chineesche als voor Bantamsche koelies. Men wil het dem menschen daar wat gezelliger en geriefelijker maken. Dat mag dan ook wel, want Priok bij nacht is buitengemeen vervelend, :èlfs vior een weinig eisenenden koelie; en bovendien meet tegemoet gekomen worden aan zn n0,.al oploopende transportkosten. Moge d;> oplossing van het koelievraagstuk ook ooor t-u middel worden genaderd, want het bebeerscht een flink deel van het havenbedrijf."
Een Inlandsche legerreserve in wording.
Z/ua e lutu zich zal herinneren, was het minister Fock, die in Nov. 1907 in de Kamer de aanaacht vestigde op het denkbeeld om voor de verdediging van Java tegen een buitenlandschen vijand gebruik te maken van de Inlandsche bevolking. Veel is en werd intusschen over dit onderwerp door bevoegden en onbevoegden geschreven en gepraat, doch in alle geschriften was men het er vrijwel over eens dat een legerreserve noodig was. Wel werd veel bezwaar geopperd tegen den Inlander als reservist, het Departement van Oorlog echter, dat beter dan wie ook ter zake deskundig geacht kan worden, nam het denkbeeld van den heer Fock over en ontwierp een capilulantenstelsel met het doel om ingeval van oorlog tegen een buitenlandschen vijand, de strijdmacht op Java te versterken met Inlanders, die in vredestijd reeds afgericht zgn voor den militairen dienst. Deze militairen zouden dan in vredestgd geplaatst worden in gouvernements burgerlijke betrekkingen, waaruit zij in oorlogstijd gemakkelijk gemist kunnen worden en ingeval zij voor de herhalingsoefeningen opgeroepen zouden worden, daarin gemakkejijk vervangen zouden kannen worden door anderen. Met die betrekkingen zouden dan bedoeld zijn die van oppasser, portier, nachtwaker ca dergelijke. Üe inlandsche militairen zouden dan voor memorie gevoerd worden en bij de verschillende takkenvan 's lands civielen dienst ingelijfd worden, flan militair verband blijft dan gewoon dooiioopen, zoodat het legerbestuur steeds de beschikking over hen houdt. De regeering keurde in beginsel deze regeling goed. Het overgaan in burgerbetrekkingen van de soldaten en gegradueerden blijft echter een gunstbetoon voor hen, zoodat zij bij slecht gedrag in die betrekkingen weer teruggeroepen kunnen woraen naar het leger, feiwijl dan te hunner vervanging een ander militair zal worden gezonden. De verplichting, Waaraan deze militaire burgers hebben te voldoen, is, de voorgeschreven jaarigksche herhalingsoefeningen mee te maken en bij mobilisaite van het leger onder de wapens te komen. De jsaripscke oefeniDgstijd zal één maand durer, terwijl de herhalingsoefeningen zoodanig geregeld zullen worden, dat elke maand l/x% der reservisten onder de wapens zal worden geroepen. De eerste herhalingsoefeningen zullen medio 1914 plaats hebben. Zjj die uit de burgeibetrekkingen opgeroepen Wordea om de herhalingsoefeningen mee te msken, zullen tijdig door andere militairen vervaneen worden. In 5 jaar tijds moet het volle aantal reservisten compleet zijn, zoodat, waar dit jaar (Tnni, Juli) begonnen wordt met >/, van het aantal, de geheele reserve in 1918 compleet zal zijn. Wat de bezoldigingen aangaat, zoo is bepaald, dat, als de civiele betrekking minder biedt dan wat de reservist als militair salaris genoot, het militaire departement het verschil aan den reservist zal vergoeden. Als gezegd zijn de gelden dit jaar voer het eerst op de begrooting gebracht. Natuurlijk, dat het gegradueerd personeel in aanmerking moet worden gebracht voor de hoogst bezoldigde betrekkingen. In de praktijk vreezen wij—schrijft nu een medewerker van de Loc. — dat de regeling in den beginne nogal moeilijkheden zal ondervinden, en dat het legerb«°stuur wel wat optimistisch is in zijn verwachting om over 5 jaar de reserve compleet te hebben. Immers is het niet te verwachten, dat plotseling bij alle civiele takken van dienst zooveel vacatures ia de gewenschte betrekkingen zou.-den bestaan, dat deze aangevuld zonden kunnen worden door Vs der legerreserve, terwijl het toch in de bedoeling kan liggen om reeds in dienst zijnde personen, die thans naar tevredenheid die betrekkingen vervullen, plotseling te ontslaan om plaats te maken voor militairen-reservisten. Het komt ons voor, dat de tgd van voorbereiding te kort genomen is. De inschuiving van militairen zal geleidelijk mosten geschieden, al naargelang er vacatures ontstaan, dan wel uitbreiding van personeel noodig is. Overigens achten wij de oplossing van het legerreserve-vraagstuk hiermede een heelen stap verder.
Dingen van den Dag. De Koloniale regeering en het feminisme.
Men zoekt in de toelichting tot een begrooting geen kern-gezegden, geen gevleugelde woorden — no^ minder een grootsche gedachte. Te verrassender was ons daarom een vondst in het koUniale ontwerp der Indische Begroo tina, voor '14. Sen voorstel tot subsidieering van Inlandsche meisjesscholen wordt ingeleid met deze zinsnede: .Aangezien de resultaten van alle streven om de Inlandsche bevolking op een hooger peil van ontwikkeling te brengen voor een belang rijk deel afhankelijk zijn van de mate, waarin de inlandsche vrouw daarbij betrokken Verander # Inlandsck" in «Nederlandsch" — en vraag of een moederlandsche regeering het zou onderschrijven: rbg alie evolutie de vrouw" 1 Kartini, uw geest drong door de muren der koloniale bureaucratie —de schoonste triomf. Nog een enkele aanhaling. De Regeering maakt in haar toelichting met voldoening melding van het feit, dat op verschillende plaatsen door belanghebbenden zelven pogingen in het werk gesteld zijn of worden om met eigen krachten zoo goed mogelijk onderwijsgelegenheid voor Inlandsche meisjes tot stand te brengen, en merkt dan op : „Het daarmee beoogde doel schijnt in algemeenen zin — en terecht —. niet zoozeer te zijn het toerusten van die meisjes met een gelijke mate van schoolkennis als voor de manlijke Inlandsche jeugd gewenscht wordt, als wel het verscnaffen van eenvoudig, praktisch onderricht tot vorming van degelijke en beschaafde vrouwen en moeders, zij het ook dat, vooral in prijaji-kringen ruim genomen —, het bijbrengen van eènige kennis van het Nederlandsch aan de meisjes, ook in het belang van de haar wachtende positie en opvoedingstaak, op hoogen prijs wordt gesteld.' De opvoedingstaak der Inlandsche vronw. Wie sprak er van voor nog luttele jaren ? Ook in Rsgeeringsbureaux werd het van duisternis tot licht. * * *
Belasting van „Koefnoen”.
Men vestigt onze aandacht op een, in naar consequentie, wel wat onbillijke bepaling in de gemeentelijke vermakelijkheidskeur. De ondernemer is verplicht aan iederen bezoeker een toegangsbewijs uit te reiken, ook aan die bezoekers, aan wie door hem vrijstelling van betaling is verleend, kinderen uitgezonderd. Natuurlijk wenschte de gemeentelijke wetgever ontduiking van de belasting door gefingeerde vtrj kaartjes te voorkomen. Maar.... het is toch wel wat bar, dat een ondernemer b. v. niet eens zijn vrouw bij zijn voorstelling mag toelaten zonder tien procent van den entreeprijs te offeren aan den Fiscus. Hij kan aan die belasting slechts ontkomen door haar met de een of andere functie te bekleeden, waardoor zij niet meer is te beschouwen als bezoekster — b. v. „contreleuse titulair e.... Moet hij ook den anderea „koBfnoefl"-genieters een functie toewijzen om vsn belastingbetaling af te komen —o. v. door hen te benoemen tot „c 1 a g u e ur s honoraire s —, of zal hg het belastinggeld vau hen opvorderen F De gemeentelijke wetgever is, in zijn bezorgdheid dat hem iets sou ontgaan, wat krenterig geweest. De bepaling ware aldns te amendeeren, dat van een beperkt aantal vrijkaartjes géén belasting verschuldigd is. Elke ondernemer heeft een zeker aantal vrijkaartjes te verleenen, waar hij niet van tusschen kan. Daarover belasting te heffen, is onbillijk, daar de ondernemer dese belasting bezwaarlijk op 't publiek kan afwentelen. Misschien wil de Gemeenteraad in een miide bui dese kleinigheid in orde maken.
Ons Dagelijksch Nieuws. Medan, 22 Juli. Inbond van dit aammet.
Eerste Blad: 1. De Koloniale Raad. Koloniaal Instituut. Kol. Zdken. 2. Uit het Buitenland: De rede van Tisza. 8. Mengelwerk: Dienslboden-geharrewar. Tweede blad: 1. Spel en Sport. 2. Velerlei: Kotta-krabbels; Moeten we de Tan_,a daasen? De Inlaudsche schoonmoeder. _. Agenda. Postsluiün^e.i. Pan.-barichtsn _. Öeuaenatd Nieuws. Derd e Blad: 1, Einaneiaele Bariahtea : Uit de wereld der tru«fs; Sojaboonen; Wtsaei koersen 2. Uit dea Aiciiipel. On Da, elijss,; i Mica ut. Laatste Nieuw*. 8. Uit 't Moederland
Mutaties.
Men seint ons: Ingetrokken is het besluit, waarbij da benoemde onderwijzer-der tweede klasse- fl. J. Mollen is overgeplaatst' van de 2e school te Kota Radja naar de «chool te Bindjey. De le lu teaant der infauterie J. H. W. Bruins van het korpsgedeelte Blang Pid.ë is overgeplaatst naar Kota Radja. De le luit. der infanterie W. J. flonwing is overgeplaatst vaa Koeta Radja naar het korpsgedeelte L».ngsa. De eerste luitenant A. de Dieu St:erling ij overgeplaatst van het korpsgedeelte Bireuën naar het korpsgedeelte Blaag Pidië.
Het Mannenkoor naar Brandan.
Op verzoek der Brandanners zal het Medansch Mannenkoor ook in het oliestedeke optreden en evenals in Medan, ook nu met medewerking van ds heeren A. Hamakers (viool,, J. Steen (tenor) en A. D. J. van Stesaacker [bariton]. flet programma heeft het koor voor deze uitvoering eenigszins gewijzigd, terwijl ook de heeren Hamakers en Steen enkele andere nummers zullen brengen. Zoo zal eerstgenoemde ouder meer ook het Abendlied van Schumann spelen. Na afbop der voorstelling zal er gedanst worden. De gasten, vergezeld van tal van supporters, zullen gedeeltelijk in auto en deels per trein naar Brandan komen en voor 't meerendeal eerst deu dag daarop in den noen terugkeeren. Ook de S. O. K.-baud zal de zangers vergezellen.
Weggeloopen Chineezen.
Bjj het terperse gaan van ons blad berichtte men ons gisteren dat een Chinees uit de gevangenis was ontsnapt. Onze berichtgever bleek niet juist ingelicht. Bij het halen van zand uit de rivier zgn gistermiddag twee Chineezen weggeloopen van het werk, dus niet uit de gevangenis. De ééa is, na een jacht door de Polonia-tuinen, spoedig weer gevat, de. andere is nog voortvluchtig. Bij het zandhalen wordt door twee politiemannen de wacht gehouden. In orde is die bewaking blijkbaar niet.
Onrechtmatige daad.
Het Soer. EU. tikt ons op de vingers. In een hoofdartikel jn ons blad van 27 Juni j.l. werden ontwerpen van wet opgesomd, welke vrachtdrÈgenden arbeid zullen kunnen opleveren voor een zgn. Zakenkabinet en daaronder genoemd «een ontwerp van wet, berustende in de archieven", tw. bestraffing van de onrechtmatige daad. Deze opmerking rectificeert het Soerabajasche blad aldus: Deze regeering maakte bij ko. ninklgke Boodschap; van 11 Januari 1911 bij de Tweede Kamer aanhangig een ontwerp van wet, waarvan de strekking is wijziging eu aan vulling van het burgerlgk wetboek omtrent de verbintenis uit oarechtmatige daad. Verder dan een voorloopig verslag bracht het ontwerp het niet. In de archieven berust het ontwerp derhalve niet. Van strafbaarstelling der onrechtmatige daad is in dit ontwerp geen sprake en kan de reden ook niet zgn, omdat het burgerlijk wetboek geen wetboek van strafrecht is eu vat ook niet de zaak is, waarover de meningen uiteenloopen en waaromtrent betere regeliug dringend gevorderd wordt. De zaak ia deze: de beperkte opvatting door het hoogste rechtscollege, deu Hoogen Raad, in vaste recitspraak, omtrent het begrip onrechtmatige daad, zooals hei Nuerlandsche burgerlijk wetboek en, in navolging daarvan oiiS Indische wetboek dit voorschrijft, mscht herziening. Onder daad* toch begrijpt de Haoge R*ad alleen die gedragingen, waardoor de dader een eigen rechtsplicht schendt of inbreuk maakt op eens anders recht. Het algemeen rechtsbewustzgn denkt daarover in onzen tijd anders, en contrarie aaa dat rechtsbewustzgn zijn door 8 rechtbanken in den loop der jaren bij herhaling vorderingen afgewezen, strekkende ter bekoming van vergoeding van schade ingesteld op grond van handelingen welke, zonder dat nu juist een rechtsplicht geschonden werd of inöreuk gemaakt werd op eens anders recht, toch niet zijn in overeenstemming met de algemeen erkende normen van zedelijkheid of maatschappelijk fatsoen. Die toestand bevredigt niet meer. Lagere rechtscolleges gaven wei eens uitspraken strijdig met 's Hoogen Raads opvatting, maar in cassatie werden zij vernietigd. Daarom achtten „■ sedert jaren onze juristen, de Nederlandsche Juristenvereeniging vooraan, wetswijziging noodig, het eeftige middel om verbetering te brengen in den toestand : in de wet uitbreiding der gevallen, waarin buiten overeenkomst, handelingen, welke schade veroorzaken, tot vergoeding verplichten.
Het oude huis.
Vlak tegenover de pastorie van de Katholieke kerk staat 't, — aan 't begin van den Paleisweg. Wanneer 't gebouwd werd, weten we niet. Doch af te gaan op 't uiterlijke en inwendige van tfeze woaing, moet het er wel lang, heel lang zelfs reeds staan. De laatste bewoner heeft 't er nog geruimen tijd in kunnen uithouden, doch toen hij dan ten slotte, trots den nijpenden woningnood, 'n ander, beter bewoonbaar pand betrekken kon, talmde hij niet langer en verhuisde met zjjn barang naar 'n ander gedeelte van den Paleisweg. Sinds 'n week of wat staat 't oude pand er nu leeg, doch aanstalten om 't oud cavalje voer goed neer te halen, zagen wy nog niet maken. En telkendag, wanneer wij er nu voorbij - fietsen, zien wij tot onze verbazing 't wee moedige huizenwrak er nog steunen op zijn zwakke fundamenten. Ea telkendag controieeren we dan of de rijpe kokosnooten van de over het huisje geerende klapperpalmen wellicht m.i het aloopingswerk reeds 'n begin hebben ge maakt.
Turken-hebbe ijkheld
Men weet, dat thans bij Uen R*ad van Jas titie nog steeds een strafgading in openbare behaaddlmg is tegen een Turk, die in Laboea«j, — waar hij zich geruimen tijd ophield, — de vreemde gewoiate had bij feestjes, welke hij ten zijnen huize gaf, de Turksche vlag uit zijn woning te hangen. Nu doat 'n soortgelijk geval zich ook hier ter plaatse voor. Op een der hoeken van den Kapiteins weg namelijk, vlak tegenover den watertoren heeft zich sinds eenigen tijd 'n Tark gevestigd, die daar ica-cream en andere bij Msleiers gewilde lekkernijen schjjnt te verkoopen. Die man nu hing zelfs eiken dag do Turksche vlag uit zijn woning, ö.ruimen tijd bleef dit voor 't hoofd der politie onopgemerkt, tot de commissaris er op zekeren dag toevallig zelf langs kwam en die roode vlag met witte halve maan zag flapperen. Wg sprak er eens met 't hoofd van plaatselijk bestuur over en deze achtte 't raadzaam den Turk door de politie te gelasten dat dundoafc iv te halen. Daar wilde de Tark echter niets van weten, tot eindelijk in bijzijn van een Ba; opeesch hoofd-agent de man gedwengen werd de vlag neer te halen. In welke straat znlien we nu 'a volgend keer dit dandoek weer zien wapperen ?
Ambachtsenderwijs.
Men weet dat het m de bedoeling der Regeering lag aan de asabachtsscholen voor In< landers op de hoofdplaatsen van Java een of meer ambulante ambachtbscholen te verbinden, aan het hoofd waarvan zouden komen te staan jongelieden, die den geheelen cursus der groote ambachtsscholen zouden hebben doorloopen. Aan dit plan is nog geen uitvoering kunnen worden gegeven in verband met de vertraagde opening van de groote scholen. Intusschen is, als resultaat van een nader overleg in zake opleiding van den Inlander in industneele richting, besloten eènige wijziging te brengen ia de aanvankelijke voornemens, in zoover dat van het ambulante karakter der op te richten eenvoudige scholen wordt afgezien en dat, althans voorloopig, de inrichtingen onder directe Enropeesehe leiding zullen komen. Men stelt zich voor in de centra van Inlandsche nijverheid voor kinderen, die lager onderwijs hebben genoten, ambacntsscholen op te richten op zeer bescheiden voet. Aan het hoofd daarvan zal een Europeesch vakman komen te staan, met het oog op de gewenschte kennis van het Maleisch, of een andere Inlandsche taal, zoo mogelijk in Indië aan te werven. Deze zal worden bijgestaan door een Inlandsch onderwijzer, bij voorkeur te kiezen uit jongelieden van goeden aanleg, die een der groote Inlandsche ambachtsscholen hebben afgeloopen en daarna door werkzaamstelliog bij verschillende industrieels inrichtingen, nog ver. der voor hun taak bekwaamd zijn. Voor 1914 rekenende op 3 van deze schoolga, van welke er vermoedelijk ééa ter Sumatra's Westkust zal komen, is een bedrag noodig van f 22.000, waarbij gerekend is op opening omstreeks September. De a übacatsonderwrjzers zullen, voor zoover hun schoolwerkzasmheden dit toelaten, in hui omgeving tevens optreden als raadgever voor re«ds gevestigde ambachtslieden. Worden in dezelfde streek nieuwe ambachtsscholen opgericht, dan zullen deze mede komen ouder leiding van den Eusopeetscaen onderwijzer der eerstgeopende schooi, terwjjl het onderwijs zal wordea gegeven door Inlandsch personeel. Op deze wijze worden de Europeesene onderwnzers op deu duar feitelijk inspecoeerende ambteaaren. Op dezelfde wij e wordt reeds gehandeld ten opzichte van de desdlandbouwscholen en voorloopig met zeer bevredigend resultaat. Met betrekking tot het geven van voorlichliag aan reeds gevestigde njjveren kan al dadelijk iets verder worden gegaan dan bovenaangegeven, nl. door voor een bepaalden tak vaa nijverheid een advis e u r in dienst te stellen, die van plaats tot plaats zich op de aoogte zou moeten stellen van de wijze, waarop een industrie wordt uitgeoefend, om daarna de noodige aanwijzingen tot verbetering der techniek enz. aan te geven. In de eerste plaats is daarop gedacht aan de pannen- en steenenbakkerg.
Faillissement:
De Rechter- Oom m»ssaris heeft bij beschikking dato 16 Juli 1913 bepaald, dat de schuldvorderingen in het faillissement van Tjan Tek en Lic A Sam, vau beroep handelaar en koopvrouw, wonende te Medan, handel drijvende ouder het merk »Soen Jat Ljuw,« bij de Weeskamer te Medan ingediend moeten worden vóér den 7 Augustus 19 IS; dat de verificatie-.vergadering zal plaats hebben op Vrijda . dea 22 Augustus 1913 des voormiddags teu 81/, uur in het gebouw van den Raad vau Justitie te Medan.
SCHEEPSTIJDINGEN.
De D. van Twist vertrekt morgenmiddag om 12 uur naar Singapore, Batavia, Semarang en Cheribon. Postsiuitingen (ook voor Bengkalis, Pakaa-Baroa en Hongkong) 9 u. 80 min. en 10 urn.
Een nieuwe brochure-Viersen.
Aaa het Vaderland werd toegezonden eeo nieuwe brochure, door den heer T. E. Viersen, gewezen hoofd derMenadoscbe school te Menado, geschreven. De titel is ,Het standpunt der zending in de Minahaesa en op de Sangir-en Talaoet-eilaaden, en bijzonder iv zake het overnemen der inlandsche openbare lagere scholen". Het blad geeft den inhoud als volgt weer: Het resultaat van Vierseu's waarnemingen is, dat de zending, na, zij het ook ten koste van millioenen, de bevolking tot Christenen te hebben gemaakt, daardoor e9n „oeden in vloei op haar heeft uitgeoefend, 8J worfjt fje waar!_e daarvan overschat, en ,1 j 8 het gewooate geworden met de Minahassa te coquetteeren, hoewel er andere streken in de Molukken zijn, waar het Christendom reeds eerder is ingevoerd. Maar thans is de Minahassa reeds een eind voortgeschreden op den weg der ontwikkeling. Ze is de fbewaaisohoolperiode* reeds te boveu; ze is de zending ontwassen. Hoe eerder deze baar verlaat, hoe beter. Zij kan daar haar taak als voleindigd beschouwen en gebruike hare krachten om elders op nog braakliggend terrein haar pionierswerk voort te zetton. Da regeering zij de verdere zorg voor het land toevertrouwd; den hulppredikers als haar ambtenaren hefr geestelijk heil der bevolking e« de diepre vestiging van het Christendom. De zending onthoude zich van verdere inmenging; ze trekke zich zoo spoedig mogelijk uit de Minahassa terug. Zij had dit—naar de schrijver meeufc - eigenlijk al 25 jaar geleden moeten doen. Destijds, althans een vijftigtal jaren geleden, was de zending nog vrij populair io de Minahassa. Die populariteit, het vertrouwen, de noodige achting en eerbied ia haar heeft ze sedert verspeeld. Da Minahssser stelt beschamend weinig vertrouwen meer in haar; waarom, zet de sc'ar. uiteen.
Daarentegen heeft de Minshasser 't volste kinderlijk vertrouwen in de regeering. Daarom en omdat het onderwijs er beter is, heeft hij liever de goavernementscLolen dan de zendingstcholen, niet omdat de gebouwen mooier zijn en de salarissen der onderwijzers grooter, zoo* als de heer Gunning beweerde. Moet er bezuinigd werden, welnu, de regeering krimpe dan het aantal scholen in, htffa schoolgeld, vermindere de salarissan, enz., het zal alles gaarne aanvaard worden, als zij maar het roer in handen houdt, flet volk vertrouwt dat het dau .goed onderwijs" zal behouden. Wel is waar komt de zending nu ook met de belofte dit te zullen geven bjj entueele conversie, doch waar eenmaal het vertrouwen niet is, ontstaat vrees. Wantrouwen en vrees vormen o.m. de kern der oppositie. Een groot gedeelte der brochure is gewijd aau het bestrijden van allerlei detailpnnten ia de brochure-Ganning. Wij kunnen niet bij stilstaan. Stippen wij echter nog aan, dat de schrijver met klem de regeering hare verantwoordelijkheid op het hart drnkt. Alleen deor dwang — zegt hij — zal de conversie kunnen worden ingevoerd. Men achte het verzet niet gering. Al lag het slechts bü de pl.m. 500 gouvernementsinlaadsche onderwijzers. Zij toch zgn Minahassers, die tot het intellectuele gedeelte van de bevolking behooren en wier invloed ep familieleden groot is. Dat de hoofden eu bijna het geheele volk zich hier aan hun zijde hebben geschaard, zegt veel.
Van den Overwal.
—■ De staking van de T a m i 1s tok er s op den ï1. M. 8. spoorweg is geëindigd. Hun plaatsen zijn meerendeels door anderen bezet. — Te Singapore is een Chinees, wegens moord op een Japansche prostitué'j. t e r - dood-veroordeeld.
Laatste Nieuws. Per Telegraaf.
Het auteuriifcclit Tan dea iuhoud Tan de ondsrvoLgeude telegram men werdt Terzefeekerd volgen* de wet Tan il Deo. 1913 (ladies Staatsblad No. «690 22 Juli.
Nieuws uit Indië. Inlandsche artsen.
Naar da Java-Bode ineedeeit, slaagden van de elf candidaten voor het eindexamen van de »Stovia* dit jaar zeven.
Pest op Madoera.
Het Bat. Nieuwsblad verneemt uit Soerabaja dat op Madoera thans officieel pest 18 geconstateerd. Dr. Terburjjh is derwaarts vertrokken.
Politie naar Banjoewangi.
Gistermorgen verirokseu, naar 'i üat. NU. meldt, 32 gewapende politiedienaren van Sjerabaja naar Baujoewau .i.
Infanterie-inspectie.
flet Bat. Nbl. verneemt uit Soerabaja nog dat de kolonel der infanterie Cornelissen 26 dezer inspectie gaat houden in dea Oosthoek.
Zaak Granpré Molière.
,Le olhcier van Justitie tejSoeraöaja teekende verzet aan tegea de beslissing van den Raad van Justitie te Soerabaja,, waarbg rechtsingang tegen Granpré" Molière is geweigerd.
Mishandeling door politie.
Uïsterentuorgea werd ecu fcsrrevoerder te Soerabaja, ecu oud man, aangehouden door een politie-patrouille van drie man, en ernstig mishandeld. De karrevoerder reed zonder licht. De man kresg 9 klewanghbuwen over den rechterarm.