1 Motorfietsen I 1 3* H. P. en % H. P. I I Wederom in voorraad 1 1 Quf brie & Go. Ltd. I 1 M E D A H. I Ml«Ha^_^_B«__Mßi_«-HnMßDc_a_K_Ma*M-B««a-i^EiBaiv)aHB_^^ Diverse soorten: Postpapier en Enveloppen met gedrukt hoofd, rekeningen, kwitanties, kantoorboeken, estates-, gouvernemenis- en kantoordrukwerk wordt degelijk, vlug en billijk ifc^^.\____vï^-.*>*3^',S^ _--» M
De Sumatra post
- 29-04-1915
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- De Sumatra post
- Datum
- 29-04-1915
- Editie
- Dag
- Uitgever
- J. Hallermann
- Plaats van uitgave
- Medan
- PPN
- 045042624
- Verschijningsperiode
- 1889-1942
- Periode gedigitaliseerd
- 1898-1942
- Verspreidingsgebied
- Nederlands-Indië / Indonesië
- Herkomst
- KB 1634 B1
- Nummer
- 100
- Jaargang
- 17
- Toegevoegd in Delpher
- 20-11-2013
Advertentie
Reuter Telegrams.
Reuters correspondent aboard the "Triumph* telegraphs that the "Triumph" entered the mouth of the Straits and bombarded the Turkish trenches on the western end of Gallipoli, thereafter proceeded further up Straits and bombarded other trenches. Howitzers on the Asiatic shore dropped sixteen sh_lls around the "Triumph". The Three struck. inflicting triflingdamage.The „Triumph" silenced thebattery a few minutes after its position waslocated.
A Paris communiqué says that fi^hting in Belgium continues under conditions favourable to the Allies. Two attacks dobouching form Paschendaele and Brodsande were stopped by the British. The Germans vioieutly bombarded Ypres. We progressed on the right bank of the Yser canal by mearis of vigorous counter attacks. We repulsed an attack on Notre-Damede-Lorette. The battle on the heights of the Meuse is deveiopiiig.
A Rome message says that discontent prevails in Triest owing to the lack of food. The exa^peration of the people is assuming serious proportions. Hungry crowds are marching the streets demanding bread and ctying „Down with war" and „ Viva Italia". Such demonstrations are unprecedented. It would hitherto have meant imprisonment for life. It has created a deep impression in Italy, where evprything affecting Triest is watched with the closest an xiety.
Field Marshall French reports on 26th April that all the German attacks to the uorth cast of Ypres yesterday were repulsed. Our troops took the offeusive in the afternoon and made progress near Saint Julien and wèstward thereof. The French co-operated on our left and retook Hetsas further northwards.
A Paris communiqué says that we recaptured the summit of Hartmannsweilerkopf yesterday evening and took some prisoners.
The Press Bureau reports that a general attack on the Dardanelles by fleet and army was resumed yesterday. The disembarkation. of the army was covered by the fleet. It began before sunrise at various pointe of Gallipoli and despite serious opposition from the enemy in strong entrenchments prolected by barbed wire it was comletely successful before nightfall and a large force was establlshed on the shore. The landing of the army and advance continues.
A Washington message says that the „Kronprinz Wilhelm" will be interned at Newport News.
Our troops cast of Ypres have borne the brunt of repeated heavy attacks which were stubbornly opposed. Throughout a battle lasting for the past three days we inflicted very heavy casualties. Our losses have also been heavy.
A Paris evening communiqué says that north of Ypres we made marked progreps on our left and drove back the enemy inflichting on him heavy losses. The Germans again used asphyx'ating gas but we employed means ot protection which gave the best results.
Field Marshall French reports that severe fighting north cast of Ypres continues. The general situation is unchanged. Our left, flank in readjusting the line had to meet altered conditions due to the original forcad retirement. We had to protect ourselves both to the north an west beyond St. Julien. This weakened our line temporarily and after very gallant resistance, the Canadians against superior numbers captured St. Julien. Our lines now run south thereof.
A Petrograd message says that we repulsed attacks on the heights of Polen in the Carpathians, On Sunday a desperate battle bagan in the direction of Strye which still continues. The Black Sea Fleet bombarded the forts of the Bosphorus yesterday. A battleship in the Straits replied ineffectively.
It is reported from Rome that Colonel Garibaldi interviewed, said that he was convinced that Italy would be marching with the Allies before the reopening of Parliament.
Despatches from Holland state that the mam German strength in the north cast of Ypres is persistently attecking the British, wbose left is trying to turn them with a view to capturing Ypres. Fighting has been ceaseless for f our days and nights. A heavy attack was made on Sunday night between Zeebrugge and Westenue. The bombardment lasted from ten in the evening till five iv the morning.
VELERLEI. A trois amies.
Une fois j'irai au Japon, Pour y voir les fleurs de cérise, Que Ion dit êt;e si bien mises, Et entendre de la musique les sous. Aussi j'admirerai les Niponaise., Fralches comme les fraises, Eiles rous font sentir vn peu de bonheur, Et donnent la joie aux plus tristes coeurs. C'est douloureux de voir dans des caves, Enf ei mees de petites esclaves, A qui Ion interdit toute volonté, Allons, n'y pensons pas, buvons une tasse de thé. Pourtant si tous les jeunes gens voulaient, Aucune jeune fille ne se perdrait, Dans ces maisons entourées de barrières, 06 elles vivent comme des prisonnières. Tordues, battues, exploitées, paroles interdites, Bouches closes, le coeur meurtri, vie maudite, Pauvres filles du pays du Soleil Levant, Pourquoi vou» fait-on souffrir autant ? Hier soir, il faisait vn beau clair de lune, Je pensais a mes petites amies Dans leurs kimonos bien choisis, Peurtant leur visages muettement mis.
Pourquoi donc cette attitude léservée, Envers quelqu'un qui ne fait qu'aimer, Il ne désire que le bonheur Pour ces petits jolis coeurs. Les étoiles se voyaient dun éclat brillant, Cela donnait aux arbres vn aspect charmant, Les nuages se mouvaient lentement, 0, voyageur, allez tout-gentinient. Ecoutex les vuix de la Nature, Qui ne laisse rien sans parure, O, peiites amies, Kirei desti, rippa na, Pourquoi ne pas venir avec moi ? Trois jeunes filles éiaient ensemble, On allait les séparer, Une s'en allait toute seule et pour comble, De malheur et peut-être cohtre sa volonté, On Ia transportée a Bindjey, Pauvres moesöemé, on vous traite comme du bétail, Ayez donc la force et résistez avec toute vctre taille. Ciiez fort et faites entendre l'injustice, On viendra a votre secours a moins que Ion ne tisse Des intrigues sans nombre pour profiter de votre faiblesse, Je connais bien la vie et comprends votre détresse, Un jour j'irai vous voir, Veuillez bien Ie croire; Je vous montrerai qu'il y a des personnes, Qui ont le courage de leurs opinions, Et par ce fait mêrae montrent,
Qu'elles out acquis la couronne, De la victoire et de la féüci'é. O. G. T. v. V.
Kunst en letteren.
Tien jaar literatuur. Dezer dagen heeft, voor een zeer aandachtig publiek, de heer Dirk Coster te Kotterdam de eerste van zijn reeks lezingen over 10 jaar Nederlandsche litteratuur gehouden. Spreker stelde voorop, zich wel bewust te zyn geweest, dat eene reeks lezingen over Nederlandsche letterkunde over 't algemeen niet de belangstelling vinden zou, die andere verderaf liggende onderwerpen allicht hebben. De verhouding van h6t Hollandsche volk tot de Hollandsche litteratuur is buitengemeen koel, koeler nog dan die van andere volkeren. Daar heeft althans nog de langzame doorwerking, doorsrjpeling plaats van den gesst der grootste kunstenaars, tot in de diepe lagen van het gansche volk. Zoo in Frankrijk met Racine, in Duitschland met Goethe, in Engeland met Shakespeare. Vele van hun korte, doch wereldomvattende uitspraken dringen nog door ook tot de niet-lezenden. In Holland heeft deze stille wisselwerking tusschen volk en literatuur, die grooter en vruchtbaarder is dan men denkt, niet plaats gehad. De schuld ligt in zekeren zin aan beide partyen,—want er is geen volk zonder litteraire behoeften. De Hollandsche trouw aan den Bijbel, die ons eeuwenlang tot slachtoffer van predikanten-rhetoriek heeft gemaakt, is toch terug te brengen tot een drang, tot den onontkoombaar menschelykeu drang naar litteratuur.
Wat is eigenlijk litteratuur? vroeg spreker zich af. Dit woord litteratuur klinkt feitelijk veel te speciaal en veel te intellectueel. Litteratuur, zoo zou men kunnen zeggen, dat is de mensch zelve, de grootst en diepst mogelijke weerspiegeling van het meuschelyke weze —Litteratuur is de hoogste levensfunctie van het lichaam der menschheid; zich bewust te maken, zich zelf te openbaren en zichzelf te aanschouwen. En iedere afzonderlijke mensch volbrengt deze levensfunctie weer opnieuw. Over zich zelf te denken, zich te herinneren, zyn smart of zyn vreugde te openbaren, onverschillig of 't aan anderen geschiedt of aan zich zelven,—het is in ieder mensch een onbewuste litteraire handeling. Eu een ieder beeft, bij dit werk van bewustwording, het reeds geschreven woord noodig. Alle menschen leven onder invloed van het geschreven woord, en terwijl zij meenen buiten alle litteratuur te staan, leven zy er werkelijk geheel in: temidden van slechte en doode litteratuur evenwel, een duizendwerf verzwakt afschijnsel van de waarachtige litteratuur. De ware litteratuur nu geeft het wezen der dingen, zg maakt zich dit wez_n bewust en openbaart het zooveel mogelyk onder den dagelijkschcn schijn. De kunstenaar doet een <;;root werk voor ons. Hy is de mensch, die de gave van een feller levenszin heeft, en eea gave van bewustwording, die zoo heftig in hem werkt, dat hij deze bewustwording, deze indrukken der wereld en deze bewegende wereld, die in zijn eigen binnenste opstijgt, dat hij die uiten moet. De kunstenaar staat nieuw in de wereld, als het kind. De gewona wereld is voor het ontvanklyke kind een wereld van wonderen, die het met argelooze en groote oogen aanstaart. Deze v.aag naar het schoone of bange raadsel van het leven, naar het waarom vau het leven, die in andere menschen op later leeftijd versterft, liever: insluimert, versterft in den kunstenaar nooit. Zyn rijper wezen tracht erop te antwoorden, in het kunstwerk streeft de kunstenaar naar een benadering van dit levensworden, maar zelfs in zijn meest bezonnen wijsheid behoudt hij nog deze kinderlijke ontroering. De wereld van den kunstenaar is wezenlijker, zoowel de wereld binnen in hem als de wereld buiten hem: de zon is méér zon, meer verslindend, eeuwig en voedend vuur, de bloemen zjjn meer bloemen, meer a lemende en drinkende wezens, de dieren zijn menschelyker bezield, en de mensch, door de diepte van zyn binnenste, nadert God.
Vervolgens behandelde Coster de verhouding van het kunstwerk tot den lezer. Wat den lezer in groote kunstwerken verrukt, het is 'net ontwaken van zyn gansche wezen, een ontbloeiing van zijn eigen geest onder de aansporing van het kunstwerk. De mensch lééft meestal—zeide sprc-ker—slechts een zeer klein deel zijner persoonlijkheid in het leven uit; het overige, de overige krachten in hem worden door het leven onderdrukt. Ze zyn schijndood. Deze krachten roept het groote kufcstwerk in hem wakker, dezelfde sluimerende eigenschappen, die de kunstenaar zich met zulk een felheid bewust geworden is, dat zij tot gedichten werden of tot levende figuren in zgn werken, dienen den lezer om er het kunstwerk mede te begrijpen. De lazer is een medeschepper, een medekunstenaar. Zoo is dus het leven in het kunstwerk eea*machtige zelTvarwjjding. Men herkfüt zichzelf in al het meoscheiyke.
Teru;>kee_eud tot onze Hollandsche litteratuur, merkte spreker op, dat de groote kunstwerken zich bewegen rond de groote cigemeene menschelijke levensproblemeu eu de elementaire gevoelens. Dit mist spreker tot nog toa in onze eigen moderne litteratuur, en ci;t maakt deze koelheid van het Hollaulsche volk tegenover zyn litteratuur toch eensdeels wel begrypeljjk. In de Russische litteratuur b.v. vindt men da hoogste liefde, in de Fransche litteratuur het drama van den trotschen menschengeest, welnu: de mensch in zulk een wydte is in Nederland niet geschapen. — W|j moesten tot nog toe iv geestelijke ballingschap, wilden wij den tgd en den mensch in zyn volle grootheid aanschouwen.
Spreker sprak het vaste geloof uit, dat dit veranderen zou in Holland. En wat hy zich met zyn lezingen ten doel gesteld heeft, is niet het opsommen van een groot aantal litteraire feiten en namen, maar om, zoo mogelijk, aan te toonen, dat in deze laatste 10 jair de mensch in de Hollandsche litteratuur zich dieper heeft uitgesproken en hooger opgericht dan ooit te voreu.
Zoo ooit, is er nu geen reden meer voor den slagboom, die lang bestaan heeft tusschen litteratuur en volk. Groote elementaire gevoelens zyn thans in eenvoudige vormen en met onmiddellijk aansprekenden klank uitgesproken. Spreker noemde het werk van Henriëtte Roland Holst, vol van ecu machtige menschenliefde, profetisch en zwaar van klank, — het proza van Vau Schendel, de „Stemmen" van Boutens, waar het Hollandsche vers een vlucht van aanbidding en verrukking neemt, als nooit te voren. Hg noemde, va,u de romans, Johan de Meesters „Gaertji.", waar de vrouw grooter en dieper, meer naar het wezen vertolkt is, dan men tot nog toa keude : eou blin le kracht, een element van liefde. En andere verseh ij usalen nog.
Tot slot van zyn voorli-/.in.c» kenschetste de heer Coster het verleden van de Nederlandsche litteratuur.
Twee bloeitijd perken: boven de overige, meest vertaalde werken van de Middel-Nederlandsche litteratuur, verheffen zich dd oorspronkelijke mystische geschriften van Ruusbroeck en do groote dichteres Zuster Htrdewy.h. Hatt.veede bloeitydperk valt samen mot de z.g. gouden eeuw. Gansch de li Herat uur van deze eeuw is doortrokken van het nagevoel van oezb groote nationale worsteling en zy ontleent er haar groote en di^ps waarachtigheid en haar levensvroomheid aan.
Ean lang zwygea volgde daarna, een tyd van gemoeleÜjkaeid en onware vroomheid. Gemoedelijkheid, zoo meende spreker, is ewst dan vaa betrek-__i, als eigenschap, wanneer deze gemoedelijkheid L_ts anders verbergt, diepte of hartstocht. Wannaer men de gemoedelijk ondiepe Camera Ooscura eea uiting van onze volksziel zou willen noemen, dan zou het met deze volk.ziel droevig gesteld zij u. De volgende perioden onzer litteratuur hebben ondertusschen wel iets anders en beters bswezen.
De Nieuwe Gids ten slotte bracht de bevrijding, bracht echtheid en leven. Doch daar de jongeren van de Nieuwe Gids het gansche moderne leven als 't ware te herontdekken hadden, en er een taal voor te vinden hadden, was de taak hun te zwaar, en ligt de groote beteekenis van hun werk meer in deze ontginning, dan iv later gegeven scheppingen. Men kan deze Nieuwe Gids-beweging het best begrypeu, waaneer men zich rekenschap geeft, dat die kinderlijke verwondering over het leveD, die het b_gia van alie kunst is, by hen niet het lange proces onderging, waa.door er by den rijpen kunstenaar ten slotte groote kunst en dieps wijsheid uit ontstaat. De openbaring eener rijper en wijder menschelykheid was aan een volgend geslacht voorbehouden.
Het verschijnen dier rijpe menschelykheid, verbonden aau de zooeven genoemde namen, zal het onderwerp zyn van sprekers volgeade lezingen.
Een goede mop.
Een der l_aiste vrijwilligers, die zich aanmeldde voor K-tchener's leger—a'dus de „Straits Times"—bleek bij meting 6 voet 2 inches lang Ie zijn. Na voor den dienst te velde te zijn goedgekeurd, haalde de man eens diep adem, zette zijn borst uit en rit-p vol geestdrift: ,Nu op de Duitschers los!" Den volgenden dag ontving de nieuwbakken vrijwilliger een telegram van den volgenden inhoud: „Hartelijk gelukgewenscht. Kitchener." Onze vriend, die niet weinig op zyn lengte had gesnoefd, snelde naar zyn kameraden en vertoonde vol trots het telegram van Engeland's eersten soldaat. Weer een dag later ontving hij een tweete telegram, dat zijn hart van vreugde deed zwellen. Zyn trots kende nu geen grenzen meer, want dit draadbericht luidde: „Het Britsche ryk is trotsch op U. George. I. R." Doch toen deu derden dag weer een telegram kwam, ditmaal luidende: „Om Gods wil, blijf neutraal. Wilhelm," begreep hy dat de makkeis hem een poets hadden gebakken.
Dicke Bertha.
Dezer dagen gaven wy eenrym, dooreen Duitscher op „Dicke Bertha" gemaakt. Ziehier thans een van Belgische zyde, dat als antwoord is beloeld. Het is geschreveu door Willum Verrek in de „Vlaamsche Stem". Dicke Brrlha h*-et ick, Menig hart Terreet ick, Op mensch en houwen scheet ick, BÏosd en tranen freet ick, Haat en wanhoop smeet ick, Kerk en huus verneet ick, Leed en rampen smiet ick, Oorlogsrecht verriet ick, Volkenrecht verbraak ick, Dreuve dagen maak ick, Bloedige dingen doon ick, Goed met ondank loon ick, Voor Pruis en Duitscher vlam ick, By vroeg en donker pang ick, Veel fort en menschen smoorde ick, Vrouwen en kinderen moorde ick, Naar Parys toe meende ick, En Londen reeds beweende ick, Toch al in België stond isk, Namur en Hoei nog vond ick, Ook Givet dat seegh ick, Maar daarna klatsen kreeg ick, Droeve blaffer ben ick, M'n ondergang, die ken ick, M'n vroegen dood beween ick, En d'oorlogsduvel deen ick.
Snippers.
Storende zettout in een financieel verslag: „De verdere voorstellen van de directie betreffende het vormen van een extra reserve voor dubbele debiteuren zijn aanger.omen."
Een onopzettelijke miszetting in een beschouwing over Burgemeester Teilegen: „Men heeft nooit zelfs getracht hem zijn naam te doen zetten onder een voorstel, waarmede hy het niet eens was. Als iedere ongeschikte dit eens na kon zeggen!" Uit een modieus mode-berichf: „By uw geëerd bezoek zal u biyken, mevrouw, hoe buitengewoon onze modelhoeden uitmunten, door gracieuze vorming eu intens fyne garneering. C'est tout da Paris, dat wij u offreeren. De dame erkent aan het subtiele cachet der charmante vormen, het artistieke procédé van de parisienne-hand. De coquette chapeau, klein, vlug, flatteerend type, is a la mode, tres gentil! Parijzer modistes prepareeren grootere modellen, die waarschynlyk beter in den smaak zullen vallen. Onze Chapellerieaf deeling is door twee Engelsche wereldhuizen, rykelijk van upper ten hats voorzien." Inderdaad charmant in de uppertende macht!