ADVERTENTIEN. ■ Lamtorozaad. Te koop aangeboden kiemkrachtig Lamtorozaad (peteh tjina). Cultuur Mij. Serangdjaja. 9240 Pangkalan Brandan*
De Sumatra post
- 21-05-1915
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- De Sumatra post
- Datum
- 21-05-1915
- Editie
- Dag
- Uitgever
- J. Hallermann
- Plaats van uitgave
- Medan
- PPN
- 045042624
- Verschijningsperiode
- 1889-1942
- Periode gedigitaliseerd
- 1898-1942
- Verspreidingsgebied
- Nederlands-Indië / Indonesië
- Herkomst
- KB 1634 B1
- Nummer
- 118
- Jaargang
- 17
- Toegevoegd in Delpher
- 20-11-2013
Advertentie
Advertentie
Toko van de Pol HUISHOUDELIJKE MEUBELS ARTIKELEN PALEISWEG Heeft nieuw ontpakt J Kristalwerk en Fijn geslepen glaswerk Prijs per stuk f likeur f 2.20 0.56 1 pait f 1.45 0.70 1250 52 0.40 j (Hazen op voet ] Port of slien'.v f 1-~5 0.75 1.35 0.65 0.50 roode wijn f 0.80 1.75 0.76 voor | witte wijn f 1.90 1.30 0.55 [ champagne f 2.20 O.SO 1.85 1.25 0.75 I tumblers f 1.90 0.55 1.10 0.73 0.55 j Caraffen groot f 15.50 14.- 7.50 6.65 5.75 ■ hö.6o 5.20 4.55 2.65 Caraffen klein t 7.50 3.65 2.40 1.75 1.20 Vingerkommen f 4.50 2.20 1.35 1.20 I.— 0.75 Olie-en azijnstellen f 16.50 Zuuvstellen f 12.25 Bowls f 5.25 Likeurstellen f 16.50 13.- 11.80 7.90 7.--f 6.50 Sambalbakken f 18.50 19.50 16.50 11.— f 10.50 10.— 9.50 9.25 f 8.50 6.50 Koektrommels f' 9.50 en ll.— Compote schale» * f 2.— 3.50 3.60 4.45 IJsschalen f 5.— 3.50 3.10 2.75 2.50 f 1.75 IJsschelpen f 1.45 I.— 0.75 0.45 Kaasstolpen f 3.15 2.40 2.25 Beschuitdoozen f 3.— 2.70 2.30 Jarapotjes f 1.90 1.80 1.10 Bedakstellen f 10.40 en 6.90 Koffie carafjes t 2.-- 1.20 1.~ Watercarafjes f 1.40 Wa«chtafel-caraffen f 2.25 1.60 1.40 Koekstellen f 13.80
Advertentie
Koninklijke Paketvaart Maatschappij.! Dienstregeling Dcli - Sabang en terug. S.S. „ELOUT". dd. 15 Mei narir SJiang. aansluiting mailboot s.s „VONDEL". dd. 22 „ raar Sabang, aansluiting naar W.ku '. dd. 29 „ naar Sabang, aansluiting mailboots.-. „KÜNINUIN DKR NEDERLANDEN"-dd. 5 Ju.ri naar Sabang, en Westkust. Dienstregeling Dcli - Batavia en terug. dd. 12 Mei s.s. „LOUDON" naar Batavia direct. ■ld. 19 „ s.s. * „RUMPHIUS" naar Batavia via.Singapore. dl. 25 , s.s. „LOUDON" naar Batavia direct. dd 2 Juni ss. * „RUMPHIUS" naar Bata-ia via Singapore. JJ. 8 „ s.s. „LOUDON" naar Batavia direct. Dienstregeling Dcli - Sumatra's Oostkust - Singapore en terug' dd. 12 Mei s.s. „V. HOGENDORP" naar Asahan, Paneh, Borombaug, en Singapore* • dd. 9 „ s.s. „SINGKEL" naar Asahan, Paneh, Berombang, T. Mengridai'i T. Leidong en Singapore. dd. 26 „ s.s. „V. HOGENDORP" naar Asahan, Paneh, Berombang, Bengkalis, en Singapore, dd. 2 Juni s.s. „SINGKEL" naar Asahan, Paneh, Berombang, T. Mengeid»l'' T. Leidong en Singapore, dl. 9 „ ss. „V. HOGENDORP" naar Asa1 an, Paneh, Berombang en Singapore Dienstregeling Dcli - Penang - Langsa - Batoe Bahra en Terug*- S.S. „SEMBILAN". dd. 13 Mei naar Batoe Bahra. dd. 27 Mei naar Batoe Bahra. dd. 15 „ raar Penang. £[• 2^ » . naar fenan«--„ n. T dd. o Juni naar Langsa. dd. 20 „ naar Langsa. ij - r> B " s dd. o naar Penang. dd. 22 „ naar Penang. dd. 10 „ naar Batoe Ushra. Dienstregeling Dcli - Singapore en terug, met aansl. naar Béng' kalis, Siak, P. Baroe, Muntok, Palembang en Borneo. S.S. „VAN DIEMEN". dd. 17 Mei nair Singapoie. dd. 31 Mei naar Singapor». dd. 24 „ naar Singapore. dd. 7 Juni naar Singapore. Dienstregeling Penang - Dcli - Asahan - Bagan Api Api en Penang* S.S. „KALMOA". dd. 15 Mei naar Asahan en Penang. dd. 29 Mei naar Asahan en Penang dd. 22 „ naar Asahan, Bagan Api Api dd. 5 Juni naar Asahan, Bagan Al'1 en Penang. en Penang. Stoomschepen gemerkt * hebben een installatie voor Draadlooze Telegraphie aan bodI Adres voor Vracht en Passage bij de Agenten: VAN NIE & Co. Medan, Belawan (Dcli) en Tandjong Balei (Asahan•
Uit t Moederland. 8—16 April Het congres der S. D. A. P.
iï Hieronder volgen thans de voornaamste gedeelten uit de redevoering van mr. Troelstra op het met de Paaschdagen te Arnhem gehouden congres der S. D. A. P. Spreker begint met te constateeren, dat dit congres de andere partyen toedondert : Het is het kapiialisme, dat aansprakelijk is voor den oorlog en al zyn gruwelen ! (Toejuichingen.)
Donker is het vooruitzicht voor de volkeren en het proletariaat. De internationale is gedesorganiseerd. Zal zy zich in de eerste jaren, in welken vorm dan ook, kunnen herstellen ? In deze tjjden van onzekerheid zullen wij moeten wachten met het vaststellen eener nieuwe tactiek. Het ware dwaasheid, nu nieuwe programpunten vast te stelleD. Veel van wat de vorige sprekers zeiden vormt waardevol materieel vooi het eerstvolgend congres na den vrede. Wy moeten doen wat het oogenblik van ons eischt: ons consolideeren als party, de trouw aan onze organisatie versterken. Een tactiek voor de toekomst kan thans niet worden gemaakt. De economische toestand eischt onze eerste zorg ; het is reeds uitstekend geschied door de vakvereeniging. Verder moeten wjj dezen tyd voornamelijk hieraan besteden, dat zij ons ervan doordringen dat nieuwe tjjden ons wachten. Wy moeten zorgen voor de toekomst beter toegerust te zyn, in dezen tyd, nu de orkaan over de wereld is gekomen waarin ook wy wankelen. Wjj moeten niet te veel ons belasten met itarre beschouwingen en vooropgezette meeningen. Wjj zyn slechts leerlingen van dezen tyd.
Er is in de eerste plaats geweest de teleurstelling over de Internationale. Men heeft er de Duitsche party voor aansprakelijk gesteld. Spr. begrypt dit, doch men zy voorzichtig; aan de sociaal-democratische party van een neutraal land, dat niet in den oorlog betrokken werd, past bescheidenheid. Men moet zich daarvoor verplaatsen in den geestestoestand van de Duitsche party. Die party heeft jarenlang gestreden tegen het Russische tsarisme en nam nu kennis van de mededeelingen, van Duitsche zjjde gepubliceerd over den dreigenden oorlog en over het gemobiliseerd zyn der Russen aan de Duitsche grens. £pr-. heeft in zjjn brochure uitvoerig uiteengezet waarom z.i. de Duitsche sociaaldemocratie vöör de oorlogsciedieten moest stemmen. Spr. zal er zich wel voor wachten,de Duitsche broederpartij aan te klagen weg. „s gebrek aan Internationalisme. Tot uog toe is er geen enkele party geweest die zoo zeer hare , verplichtingen tegenover de Internationale is nagekomen als juist de Duitsche.
In alle landen is de nationale gedachte opgekomen; bjj ons is zy in normale tyden slechts een nationalisme van de ergste soort. In een land als het onze, met zyn anti-militaire be volking, moest de militaire quaestie wel groote beroering wekken. De nieuwe werkelijkheid kon door geen enkel programpunt worden opgelost. Rustig had men de zaak te bekijken, daarbij uitgaande van de stelling, dat de party er niet eene is die luchtkasteelen bouwt; zy is er eene van voortdurende worsteling met de werkelijkheid, teneinde die werkelijkheid om te smeden tot het socialisme dat komen moet.
Men zegt, dat de sociaal-democratie zich heeft doen meesleepen — en als voorbeeld noemt men ten onrechte alleen Duitschland — door de nationale gedachte. Men wil, naast den stryd tegen het kapitalisme, een strjjd tegen de nationale gedachte. Meu wil de veidediging afzweren onder de leuze „geer/ man en geen cent". Op deze wjjze kan het gebeuren, dat de sociaal-democratie afgaat vaD haar oorspronkelyk standpunt. Men kamt het parlementarisme af op een niet sociaal-democratische manier. Men hoort zelfs uitingen, waarbij dit parlementarisme wordt afgezworen. Aan de grens der party hoort men loks;emmen van leveranciers van lafenis voor de geschokte gemoederen en de gewonde hersens. Ook daarbuiten klinken die stemmen, zooals van dr. Gorter en dr. Pannekoek, die heil zoeken in de massa-actie. En mevrouw Roland Holst laat haar revolutionnair zoeklicht spelen iv de party. Wy zyn niet met elkaar van huis gegaan om den weg op te gaan van massaa.-tie en algemeene werkstaking. Wjj moeten bly ven houden een stevige en flinke organisatie der party om kracht te kunnen ontwikkelen.
Er is een georganiseerde oppositie gekomen, die onvereenbaar is met de levensvoorwaarden voor een georganiseerde arbeidersparty. Men wilde een referendum doen uitschrijven door den Partyraad, die uitspraak zou doen alvorens er nieuwe mobiiisatiekre lieten aan de orde waren, terwjjl juist deze Partyraad bestond uit de drie die „wandaden" hadden bedreven, namelyk : Partijbestuur, Kamerfractie en „Volk" -redactie. In de partyleiding zag men niet meer de vertrouwensmannen, maar particulieren. Alles wat het partijbestuur deed, werd verdacht gemaakt. Het bestuur had in overweging gegeven in den eersten tyd geen openbare discussie te houden over de oorlogsgevolgen; dit werd aldus uitgelegd, dat het partijbestuur geen debat wenschte over de verkeerde leiding. Een averechtsch succes had een conferentie met de redacteuren der kleine party bladen. Nieuwe eischen, tegen het program in, werden in sommige partijbladen gesteld. Er werd geheuld met de Tribunisten en, als komisch element bjj al dit droevige, kwam het Zutphensche wonderkind, de revolutionnairesociaaldemocratische club.Dit wonderkind sprong onmiddellijk na zyn geboorte op den stoel van d(=n redacteur van „Het Volk" en eischte een bepaalde plaats voor Ingezonden Stukken als voorwaarde voor toezending. Over het on-democratische in de war schoppen der party hebben de inleiders in het geheel niet gesproken. Spr. erkent, dat het de oppositie net heeft ontbr. ken fan de gcede' bedoeling; de critiek was /oo negatef, er ging gesn enkel initiatief uit om een ace op grond van den klassenstrijd te voeren. He< ft het de Kamerfractie aan actie ontbroken ? Men heeft niets kunnen noemen. Zonder oorlog zou er wellicht evenzeer godsv!'r'e geweest zyn aL thans, want nieuwe vraagstukken rezen, zooals het Leeningsontwerp. Heeft de oppositie één poging gedaan om de party' tot ac ie voor den vrede aantesporen ? (Toejuichingen) De eenige, die er iets voor deed, was spreker, de man van den godsvrede, die in zyn kerstrede dit onderwerp besprak. De oppositie werkte hem echter tegen. (Toejuichingen.) Wat hebt gy, vraagt spr. aau de oppositie, voor de Internationale gedaan ? Volgens het voorstel van sommigen is spr. het meest bekrompen nationalistische vrezen, maar in internationale werkzaamheden wil spr. met ieder concurreeren. Op de conferentie van Kopenhagen werd gesmaald. Het eenige positieve, dat de oppositie deed, was een nieuw program punt opstellen, doch ook dit was met den vloek deinegatie geslagen. Immers het luidde: „geen man en geen cent!" De Kamerfractie stemde voor de kredieten tot handhaving der neutraliteit. Spr. persoonlijk dacht zich die kredieten ook als dienende tot verdediging der nationale onafhankelijkheid. Zoo dacht er ook de „Volk"-redactie over. Men heeft spr. heel onsmakelijk zyn „buiteling" verweten in zake opvattingen betreffende het vaderland. In de zeer moeiijjke jaren van 1890 tot 1898 zag spr. zooveel onrecht tegen de arbeidersklasse, dat hy kwam tot zyn uitspraak: de arbeider heeft geen vaderland. In 1901 was de toestand anders; toen regeerde het ministerie der zoogenaamde sociale rechtvaardigheid, toen was er voor de arbeiders eenig belang by om de onafhankelijkheid des lands te handhaven in het belang van hetgeen men op sociaal gebied veroverd had. Tot het volksleger is spr. zonder enthusiasme overgegaan. Bepaalde voorstellen moesten, meent spr., wachten tot de noodzakelijkheid heid daar was. Het stemmen voor de kredieten is zeker geen reden geweest voor de op positie om op te treden gelijk zy gedaan heeft. Meu spreekt van gematigd militarisme, maar dan beschouwt men het ook reeds als militarisme als men iemand een wapen in handen geeft. Veel beroering heeft gewekt de uitspraak van spr.: „De nationale gedachte overheerscht thans de nationale geschillen". Spr. heeft daarmede slechts een waarheid, een feit geconstateerd. In zyn brochure heeft spr. dit punt breedvoerig toegelicht. Men zegt: „De arbeiders hebben geen vaderland", maar in den strijd voor lotsverbetering zyu de arbeiders bezig het land, waar zy wonen, tot een vaderlaud te maken. Er is in die redeneering „de arbeider heeft geen vaderland" iets anarchistisch, zooals b.v. ook de anarchisten den Staat ontkennen.
Verder heeft men gevraagd: Welk overwegend belang heeft de arbeidersklasse by de natie ? Op het oogenblik van een aanval is het niet de tyd om deze vraag te beantwoorden. By bruut optreden der eigen regeering komt het volk tot revolutie. Komt het brute geweld van buiten de grenzen, dan stroomt het volk samen tot behoud zjjner rechtsorde. Zouden, vraagt spr., de Nederlandsche sociaal-democraten nu zooveel beter zyn dan de sociaaldemocraten in andere landen, die hun land verdedigen ? Men maakt zich op die wjjze ecu weinig belachelijk. Het is niet de quaestie of de bourgeoisie ie leiding heeft thans; dit te constateereu is geen hooge wijsheid. Het feit dat overal de klassenstrjjd is geweken voor het instinct tot behoud der rechtsorde, is niet te ontkennen. Het gaat hiermede als met het instinct van zelfbehoud, van vooitplanting; deze instincten mag geen politieke party verwaarloozen. Maakt men er program punten tegen, dan vallen deze, als ze verwezenlijkt moeten worden, als een kaartenhuis ineen (T oej u i c h i n ge n.)
Ten onrechte ziet men een absolute tegenstelling tusschen Nationaal, en Internationaal. Het voorvoegsel „inter" geeft een organischen samenhang aan. De heer Al bar da: Behalve in het woord „Interruptie" (v r o o 1 ij k h e i d.) Voortgaande zet de heer Troelstra uiteen, dat zonder naties de Internationale niet zou bestaan. De Internationale is nog slechts een zwak begin met slechts weinig economische beteekenis; tegen onzen wil en ons drijven en werken beschikken de regeeringen over moderne bewapeningen. Wy kunnen onze gedachten niet in daden omzetten en worden door de bourgeoisie verplicht, onze natie te verdedigen—als wy' die überhaupt willen verdedigen.
Een propagandaclub kan zich de weelde veroorloven om er zich alleen om ta bekommeren of haar drempel vry is van bloed, maar een politieke party, die aan verkiezingen doet, kan dit niet. Wy zyn de vertegenwoordigers van een deel van het volk en komen als zoodanig voor volksbelangen in socialistischen geest op, maar dan kunnen wy ons ook niet afmaken van de nationale verdediging, die in den diepsten grond een volksbehoefte is. Mevrouw Roland Holst constateert dit feit ook, mear zjj is zoo inconsequent om niet te willen weten van de middelen om aan die volksbehoefte, dien volksdrang te voldoen. Mevrouw Roland Holst kau dit doen, een politieke party niet. De weelde, alleen oppositieparty' te zyn, kunnen wy ons niet meer veroorloven. Wie dit zegt, miskent de beteekenis der party in den tegenwoordigen tyd. Wy zyn verplicht met de behoefte aan een nationale verdediging rekening te houden; wij moeten het mooie gebaar voor de sterke daad weten op te offeren. Wy moeten, ondanks protesten, de arbeidersklasse weten te brengen van de phase der illusie naar de phase van de groeiende macht en de sterke daad (toejuichingen). Met de door spr. uiteengezette opvatting staat of valt hjj. Spr. wil den eorenaam van leider bly ven dragen, doch dan moet hy niet behoevon te handelen tegen zyn overtuiging of tegen den wil der partij (t o e j u i c h ingen). Men heeft gezegd, dat het partijbestuur de partij wil vastleggen op het nationalisme, maar juist kunnen wjj daartegen en tegen het chauvinisme het best strjjden door een eigen socialistisch nationaal standpunt. Van verschillende kanten hoorde spr. betoogen, dat wjj moeten zorgen dat België zelfstandig blijft en dat er geen stuk aan zjjn gebied wordt ontnomen (daverende toejuich i n g e n). Maar, zegt spr., wees dan ook voor u zelf nationaal. Spr. moet het eerste woord van critiek nog vernemen over het feit, dat de Belgen zich verdedigd hebban. Integendeel, men heeft het heerlijk gevonden, dat zy zich zoo flink tegen den inval der Duitschers hebben verdedigd (d a v ere nd applaus; de heer Duys roept: Neen! Neen). Meer dan de woorden, door spr. hier gesproken, zou wellicht een Duitsche vliegraid u zeggen, waarby bommen worden gegooid op ons land. ( Donderend applaus ; krachtig gefluit. De heer Duys protesteert.)
Het gaat hier om de vraag of spr. weer als woordvoerder zal optreden der party, wanneer nieuwe rnobilisatiecredieten moeten worden gevoteerd, in een tyd, dat een oorlog ons kan overvallen. Zelden is, naar sprekers persoonlijke meening, de internationale toestand zeo gespannen geweest als thans. De heer Saunes wilde de mobilisatie wel tot handhaving der neutraliteit, maar dit is volgens spr. niet te scheiden van de verdediging onzer onafhankelijkheid. Evenals bjj deze laatste hangt men bij de handhaving der neutraliteit af van den geaeralen staf. Controle op de besteding der gelden bestaat nu eenmaal niet. Spr. wil volstrekt niet, dat de grootste Don Quichotterie wordt uitgehaald ; men moet slechts zoo ver gaan als uiterst nood/nkelyk is. Bjj een overval zullen wjj zeker moeten optreden, maar daarby moeten wij ons verstand laten werken ; niet alles moeten wij goedkeuren wat gebeurt. Er is geen aanleiding om te denken dat de Nederlandsche Regeering ons zou willen betrekken in een oorlog ; in dit opzicht kunnen wy over onze Regeering en ook onze diplomatie tevreden zyn. Een dergelyk optreden der Regeering ware een misdaad tegen het Nederlandsche volk. Spr. zou daar krachtig tegen opkomen. (De heer Duys: Als je het maar te weten komt!) De heer Troelstra, voortgaand-, zegt, dat men moeite kan doen om in 'ie keuken te komen, al heeft de Regeering zich daartegen verzet. Als de quaestie niet tusschen beiden was gekomen, zou dit Congres zich moeten hebben uitspreken over den invloed van het Parlement op de Buitenlandsche politiek. Tegen een kolonialen oorlog zouden wij ons krachtig verzetten. Spr. behandelde in de avondzitting de 5 volgende resoluties, die met ruim 500 tegeu 200 stemmen werden aangenomen.
„Het Congres, overwegende dat in den toestand, door het uitbreken vau den tegenwoordigen oorlog geschapen, het belang van de Nederlandsche arbeidsklasse, samenvallende met dat van de geheele natie, de handhaving van de onzijdigheid en onafhankelijkheid des lands met alle beschikbare middelen gebood, overeenkomstig het door de socialistische internationale steeds geëischte recht van zelfbeschikking voor alle volken; keurt de door de partyleiding gevolgde gedragslyn goed en verklaart dat, zoo lang deze toestand voortduurt, dezelfde gedragslyn moet worden gevolgd."
„Het Congres, van oordeel dat het standpunt van de sociaal-democratie in zake militarisme, volksleger of ontwapening voor de naaste toekomst in hoofdzaak slechts internationaal kan worden vastgesteld en dat de vraag welke houding in het bijzonder de kleine staten van Europa nopens deze vraagstukken zullen hebben aan te nemen, eerst z 1 kunnen worden onder de oogen gezien ais na den vrede die kleine staten zekerheid zuil n hebben g-kregen omtrent hun internationale positie; wyst iedere poging vóór dien tyd deze belangrijke quaestie in een commissie te doen onderzoeken als voorbarig van de hand en spreekt het vertrouwen uit, dat, zoodra het oogenblik daartoe zal zyn gekomen, het partijbestuur een internationale behandeling dezer vraagstukken tjjdig en breed zal doen voorbereiden."
„Het Congres verklaart, tot bevordering der internationale ontwapening en ter voo'koming van nieuwe oorlogen, de actie voor den vrede, in overeenstemming met de andere partyen der Internationale, met alle energie te zullen voeren en aanvaardt voor die actie het standpunt, dat de Party de mogeljjkheid van samenwerking met andere naar den wereldvrede strevende krachten in het volk moet openlaten." „Het Congres bevestigt de opdracht, gegeven aan de delegatie der Party in het Internationaal Socialistisch Bureau om daarin het standpunt der neutrale landen te vertegenwoordigen en de geschiktheid van het bureau als bemiddelaar tusschen de socialistische partyen der oorlogvoerende landen te versterken." „Het Congres spreekt zich uit ten gunste der meest strikte neutraliteit en eischt van allen, die een verantwoordelijke positie in de party bekleeden, zich daarnaar te gedragen."