Bij het lezen der telegrammen o:er de houding der P01en.... bjj het berekenen der Russische kansen in dezen oorlog, hebben wij — merkt van Wermeskerken in het „Soerabajasch Handelsblad" op — ons 'Herhaaldelijk de viaag gesteld: Welke zal hun houding zijn ?
Wg hebben gehoord van geruchten over een grootea opstand, die in Russisch Polen werd voorbereid..., dan weer lazen we: „De Oostenrijksche troepen hebben Krakow ontruimd en de bewoners toonden duidelijk hun sympathie voor de Russen!" Of kort daarvoor weer: „De Oostenrijkers konden tot Lublin oprukken wegens de vriendschappelijke houding der Russische Polen".
En binnenkort zullen wij uit de mail vernemen [van Russischen kant] hoe de Oostenrijksche Polen de Russen blij juichend binnenhaalden, hoeveel steun het Russische leger ook in Russisch Polen van de bewoners ondervindt. .. en het enthousiasme daar voor den oorlog, of omgekeerd van Duitschen kant : hoe de Russische Polen de zegevierend (?) binnenrukkende Duitschers en Oostenrijkers toejuichten en traeteerden enz.! En dat zal voortgaan, tot wij niets meer van dat alles gelooven en meenen de dupe te zijn van Reuter-,Lloyd of Officieel-persbureaubedrog... en tot de ooiiog uit is!
En toch is Let alles zoo heel klaav. .. en geheel waar. Niet wij zijn bedrogen, maar de doortrekkende troepen en de Regeeringen, die deze berichten over de wereld rondzonden.
Alles is waar... alleen de bevolking is onwaar, waait met de voordeeligste winden en juicht uit zucht tot zelfbehoud... elk overwinnend leger toe.
Het is haar niet kwalijk te nemen, het is alleszins begrijpelijk. Volkeren, die buiten de partijen staan, zooals hier de Polen, — waar het, op hun gebied, een oorlog geldt tusschen Slavische en (iermaansche rassen, beiden als onderdrukkers bekend —, doen wijs, geen andere houding aan te nemen, ook al lijkt die half en laf. De geheele geschiedenis heeft het uitgewezen ; zij juichen met overwinnaars en verslagen legers laten ze kalm doortrekken. Beter krijgen zij het er niet op, ook niet slechter; ze wachten af, al juichend met de machtigsten.
De strijd gaat hen niet aan, ze zijn er enkel in meegesleept en ondervinden er alleen de ellende van. En vooral is dat het geval met jaren, eeuwen-onderdrukte volkeren, die geleerd hebben de machtigsten te vleien en het hoofd te buigen, en dat voor drie verschillende, nu strijdende overheerschers.
Opstanden zijn in de laatste eeuw paskwillen gebleken en des te nieuwer de inventies, in des te meer bloed werden die gesmoord. Te genialer de uitvindingen van vernielingswerktuigen, te minder worden revoluties, opstanden mogelijk.
Ook hier overwint dr-^eesf de stompe kracht van opstaande volksmassa's.
Wat zou het de Polen deren als drie' vijanden elkaar willen verscheure;>. Bij een vrij volk (als de BelgeiO die hun neutraliteit geschonden zien, die hun Onafhankelijkheid bedreigd zien, is het anders. Als één man grijpen die de wapenen tegen d^n schermer, den bedreiger.
Bij geknechte volkeren, als de Polen, is het zóó!
Zij zien toe hoe de overheerschers elkaar verscheuren en juichen met de overwinnaars, vandaag als het Russen, morgen als het Duitschers zijn.
Het mooiste voorbeeld daarvan heb ik in Portugal gezien, bij den inval der royalisten.
De Portugeezen beweerden jaren lang onderdrukt te zijn door de monarchie, meenende in de handhaving van tucht en ordo onderdrukking te zien, na één jaar republikeinsch beheer zagen zij in republikeinen onderdrukkers, en zij werden lauw en onverschillig, en keken indolent toe wie winnen of verliezen zou. Ook in het Noorden .... dat den naam had royalistisch te zijn, evenals het Zuiden ..
Au fond voelden ze niets, noch voor onderdrukkende royalisten, noch voor onderdrukkende republikeinen. Eén pot nat.
Zoo ook met de Polen, een volk, dat meegesleept wordt in den oorlog door een regéering, die het onderdrukte, door een volk waarvan het den aard niet eens kent. Zij, de Polen, hebben drie vijanden, de Duitschers, de Oostenrijkers en de Russen. Die vliegen elkaar in de haren. Hun eenigste taktiek kan niet anders zijn dan afwachten wie overwint... om met den overwinnaar koning te kraaien.
Indien werkelijk de Duitsche regeering gerekend heeftop Unruhen in Engelsch-Indië, op opstanden in Russisch Polen, (wat ik eigenlijk niet geloof), dan kan ik die berekening enkel naiëf noemen.
Hooren wjj iets van opstanden, massa-opstanden in Russisch Polen, heeft de proclamatie van Russische zijde van een hernieuwd Poolsch rijk in Duitsch en Oostenrjjksch Polen iets uitgewerkt ? Niets dat het seinen waard schijnt. De Polen juichen met de overwinnaars .... die toevallig hun steden bezetten, vandaag met de Duitschers, morgen met de Russen, en de diverse regeeringen laten weten, dat zij met gejuich zijn ontvangen, als bevrijders. Volken staan niet meer op in dezen tjjd van goede mitrailleuses en kanonnen, nu honderdduizend opstandelingen machteloos zijn tegen èèn regiment artilleristen en een twintigtal mitrailleuses.
Revoluties slagen niet meer, wanneer niet het leger bijvalt. Hebben gèèn effect! zijn doodgeboren kindertjes.
Het beste voorbeeld daarvan leverde ook de Portugeesche revolutie .. waar een driehonderdtal wanhopigen en vastbeslotenen de ministeries bezetten, de hulp der vloot aamvendden ... en gedurend'. fen korten wapenstilstand het leger voor zich wisten te winnen. Waren honderdduizend man in een uithoek, b.v. in Noord- of 2Juid-P werken niet zooveel uit.. . als een op het hoofd, wat meer zegt, werken tegenwoordig niets meer uit. Een trouw ofschoon klein leger overwint altijd met mitrailleuses en goed gerichte kanonnen. Zoo is het ook in Polen. Rusland weet heel goed, dat het van opstanden in Polen niets to vreezen heeft, zoolang het overwinnend doortrekt; dat het Russische leger alom met gejuich zal worden ontvangen, maar ingeval van tegenslagen het Duitsche leger een even warme en hartelijke ontvangst zal genieten. Da** de voor- en nadeelen van oorlogvonv .-eken. bewoond door een onverschillige, lauwe bevolking. En dat verklaart d 9 tegenstrijdigheid van telegrammen over de houding der Polen. Polen zal niet opstaan. Polen zal alleen juichen met de machtigsten.