ADVERTENTIEN. J. Th. MAAL Jr. Kleeding- en Mode Magazijn Huttenbachstraat - Medan. EU EERSTE COUPEUR B^MHBHBBHHBHB_H_M_a-uaM van Toko a contant. ÏlITTEJiMMIS aHßan_ra_HßiflH_H-a-ca-B-«B_H_i van af f 75.— per dozijn. 7903 Bloemenhandel Petissa. MEDAN TELEF. 67. Het oudste en beste adres voor het opmaken van bloemstukken in manden, vazen, standaards en bouquetten. Levert by tgdige bestelling toepasselijke bloemstukken bij alle voorkomende gelegenheden. Speciaal adres voor tafel- en zaalversieringen. Levex-t bij vooruitbestelling alle mogelijke stekken van vruchtboomen planten en heesters. Uitgebreide handel in palmen, planten, chevelures en orchideeën. Mooie collectie manden en vazen. Voor aanleg en onderhoud van tuinen houdt zich beleefd aanbevolen Mevr. J. A. Schoevers. 6089 Het beste adres voor: LUXEPAPIER, Verlovings-& Trouwkaarten, Rouwpapier, Menu's, Balboekjes, is Boekhandel ë. Hallermann. MEDAN - TEBING TINGGI.
De Sumatra post
- 05-11-1914
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- De Sumatra post
- Datum
- 05-11-1914
- Editie
- Dag
- Uitgever
- J. Hallermann
- Plaats van uitgave
- Medan
- PPN
- 045042624
- Verschijningsperiode
- 1889-1942
- Periode gedigitaliseerd
- 1898-1942
- Verspreidingsgebied
- Nederlands-Indië / Indonesië
- Herkomst
- KB 1634 B1
- Nummer
- 259
- Jaargang
- 16
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Advertentie
Advertentie
voorradig 2dfl hands auto's tegen billijken prijs. | FIAT, SPYKER EN LORELEY 2-ZITTER. Handelsvereeniging J. A. LIND. Tel. 246. Medan. Tel. 31 T. Tinggi. 7284 I fcp^i Clismlerïaia's middel tegen Moest gene-ast | plgS"») Hoest, Verkoudheid, Kroep, Heeschhsld, Iëpl&T Kinkhoest, alle Keel- en Borstziekten. l'PjiniHfilfl' Verwaarloos nooit de hoest, want dit is zeer gevaarlijk. | 1 I ft» Zij kan zich ontwikkelen in Longontsteking, Bloedspuwing $ I IM"2^^^"™ °* 1 onng. ffl SORE THROAT^ Chamberlain's Hoestmiddel maakt het dikke speeksel in de | El SÜ! tm——. fi, •• '~ ■ ffl ''"-':"-"'""'"' keel los. Geneest de pijnlijke ademhaling. Neemt de gevaar- ij 1 fiü TBEOATMdI'JKSS. VJ J S D_ I jËyr"ME_ïïf::5*u- lijk klinkende hoest weg. Geeft verlichting aan congestie dei' <-_ I HS'^^.^'S:" longen. Verzacht de hoest zoo, dat gij 's nachts knnt slapen | j Chamberlain' Hoestmiddel bevat geen opium. 1 Verkrijgbaar per flacon in alle Toko's en Apotheken. \ Kleins flaco* f I.—l lln 't groot verkrijgbaar bij Rathkamp & Co. Dcli, Batavia, j „ 2.— E
Advertentie
Wi LOO rm KESAWAN 182. MEDAN Dealer in Stereo Prism Binoculars, Cameras, kodaks, gaslicht-and prsnting out papers, and Genera! Photo Suppiies. U| The best addres for repairing Cameras, Watehes and Land-Sur- DeveSopiny Prlnting, ond Enlarging. No charge to Amateurs for using my darkroom. ttLfë-, t^Mooiaff-vzsi}§L JL_ i|^IRAtfl"2EIEP» £>$ Jj Verkrijgbaar bij: Maison E. Mesters Sijpesteijn & Co. S. Katz & Co. W. Cornfield Rathkamp & Co. 3778 b ■ a Bttk ofe ■ 1 Brandkasten ö f Kluisdeuren 1 & ■ i VeU'flheid Sioten 1 Hang & Sluitwerk Hoofd vertegenwoordiger voor Ned: Indië H. P. J. Steelink, Weltevreden, AOENTEN voor Sumatra's Noord & Oostkust. TOE LAER & Co. 6528 MEDAN, KESAWAN. TELEFOON 377 Uitvoerige Catalogus en inlichtingen op aanvrage.
Uit 't Moederland. 29 Sept. In tijden van mobilisatie.
Wat men in Holland te eten heeft.
In aansluiting met hetgeen wij dezer dagen reeds in deze kolommen onder dit opschrift publiceerden, laten wij hier thans nog de verdere beschouwingen volgen, welke de «Telegraaf aan dit onderwerp wijdde :
Voor de drie hoofdbenoodigdheden, — tarwe, rogge en mais — blijft Nederland op het buitenland aangewezen. Direct gebrek is er niet; immers onze eigen oogst aan rogge en tarwe is binnen, en voor een maand of drie-vier zijn we dus gedekt, omdat ook het hoofdverbruik van maïs pas na het stallen der runderen in November begint. Hoe het daarna zal gaan ? Dat hangt allereerst van de vraag af, of we nog niet door eenig rampzalig toeval in den strijd meegesleurd worden. Zou dit gebeuren, en het overzeesch betrekken van graan worden afgesneden, dan ziet de toekomst er ongetwijfeld fataal uit. Maar ook zonder dat zyn de komende tijden allerminst rooskleurig. Men troost zich nu met de dachte, dat de regeering in Amerika graan koopt en dus voor voldoenden aanvoer wordt zorg gedragen. Men make zich van die voorziening echter geene illusies. Welke lofwaardige pogingen de regeering ook in het werk stelle — het staat voor ons als een paal boven water, dat het tekort aan graan niet gedekt wordt. De regeering is vrijwel op één markt aangewezen — Amerika — terwjjl we normaal ook van elders — Rusland, Rumenië, Oostenrijk — groote kwantiteiten betrekken. Rogge komt nagenoeg uitsluitend en maïs voor een zeer groot gedeelte uit Oost-Europa. Die markt is natuurlek voor ons gesloten. Alleen met betrekking tot tarwe zou er sprake van kunnen zijn, dat we deze in eenigszins beduidende hoeveelheden kunnen bekomen. Maar ook diè niet in voldoende mate. Niemand, die daar meer van overtuigd zal zijn dan de regeering zelf. Bewijs voor deze stelling biedt o.m. de omstandigheid, dat er ernstig over gedacht wordt, voor te schrijven, de door de regeering gekochte tarwe niet in de meelfabrieken tot bloem, tot gebuild meel dus, maar tot ongebuild meel te doen verwerken, waardoor de voor menschelijke consuiv ptie beschikbare hoeveelheid voedsel met 30 a 35 pCt. stijgt. Men moet er zich dus op voorbereiden, dat eerlang het witbrood alleen nog als luxebrood verkrijgbaar zjjn zal en de geheele bevolking zal aangewezen worden op het gebruik van oorlogsbrood".
Een tweede mogelijkheid, om de broodproductie te verhoogen, is de vermenging van tarwemeel met rijstmeel. Gelijk men weet, heeft Den Haag tot dit middel zijn toevlucht genomen. Daar stelt men thans verkrijgbaar een „noodbrood", bereid uit bloem, rijstmeel en zemelen, een werkelijk zeer smakelijk product, mooi-ios gebakken, en met de kleur van z. g. kommiesbrood of kropbrood. Onze rijstvoorraad bedraagt momenteel nog 130 a 140 millioen kilo, een quantum, dat prachtig bijdragen kan, om de voedselvoorziening te rekken.
Een derde mogelijkheid is het verbakken van tarwe- en roggebloem met aardappelmeel. Ook het zoo bereide brood is smakelijk, maar het bezit twee gebreken : het is te arm aan eiwit en schimmelt heel gauw. Bovendien heeft aardappelmeel in den volksmond geen al te besten naam, zoodat men er pas in de laatste plaats de toevlucht toe nemen zal.
De vraag is evenwel: of het op den duur niet noodzakelijk zal zijn. En dan vreezen we met bange vreeze.
Minster Treub heeft er onlangs reeds op gewezen, dat de bevolking haar voedingsgewoonten zal móeten veranderen, en met klem willen we hier nogmaals aan dien eisch herinneren. Indien, wat steeds waarschijnlijker wordt, de oorlog lang duurt, dan móet er hier een tekort aan broodkoren ontstaan en móet dus het brood door iets anders vervangen worden.
Die vervanging zal ook om findnciëele redenen noodig zijn. De regeering moge voor inlandsch graan een maximum-prijs vaststellen — de buitenlandsche markt heeft zij niet in haar handen. En het is buiten kijf: de door de regeering gekochte tarwe zal duur zjjn, èn door den hoogen prijs van aankoop, èn door de zeer hooge risico- en transportkosten. Per last komt ze zeker f 40, als het geen f 50 is, hooger te staan, dan nu de maximum-prijs is voor het inlandsche product.
Het gevolg dus: verhooging der broodprijzen met meerdere centen per kilo. Hoe betreurenswaardig dit ook zijn moge, tóch zit er in die duurte ook een voordeel. Het verstrekken van rantsoenen voor een zes millioen menschen is een te bezwaarlijke bezigheid, om aan de toepassing van deze manier tot beperking van het broodgebruik te kunnen denken — en vanzelf zal dus tot het oude, beproefde middel moeten worden overgegaan, om het verbruik in te krimpen : de duurte.
Die te verwachten duurte zal niet alleen optreden met betrekking tot de tarwe. Ook de rogge zal er in moeten deelen, en met de rogge: (h voergranen, maïs en gorst in de eerste plaats, en in de tweede haver en ook veekoeken.
Die duurte zal direct deu veehouder treffen, maar indirect ook de overige bevolking. Ten deele toch zal de boer aan de gevolgen van de duurte probeeren te ontkomen. En dat wel op verschillende wijzon. Eén er van past zij reeds thans op groote schaal toe: opruiming van vee- Men weet het; dat opruimen is eene noodzakelijkheid ; want geschiedde dit niet, dan aten de beesten ons eten op en verhongerden misschien mensch en dier beide. Met dat al is dat opruimen een tweesnijdend zwaard. Vooral op dit moment, nu ons nationaal vermogen reeds zoon geweldigen klap kreeg, is dat gedwongen exporteeren zoo bedroevend, omdat het geschiedt alleen ten voordeele van het buitenland. Het verhoogde export toch is gepaard gegaan met dalende prijzen, en op dit moment stellen we het buitenland iv staat uit ons land vleesch te betrekken beneden den kostprijs. Op elk varken, dat de boer nu verkoopt, lijdt hjj een verlies — de winst daarvan is voor den buitenlander. Toch mag die export niet belemmerd, want zulks zou op de duur tengevolge van het voedselgebrek tot een nog veel grooter verlies van het nationale vermogen lijden. Een tweede weg, waardoor de boer trachten zal de gevolgen van de duurte minder te ondervinden, is deze, dat hij in zooveel minder mate dan andere jaren aan zijn overgehouden vee maïs, gerst en veekoeken vervoedert. Gevolg daarvan is minder vleeschproductie, die op zich zelf óók al is ingekrompen, doordien veel vee is geëxporteerd. En daar verder het tekort aau brood eene verhoogde vraag naar vleesch zal bewerken, is het gevolg van de verschillende factoren: duurder vleesch.
Maar op nog andere wijze zal merkbaar worden, dat de boer minder krachtvoeder vervoert dan normaal. Het op rantsoen stellen van het vee bewerkt ook een minder productie aan melk, boter en kaas, en krachtens de wet van vraag en aanbod zullen ook deze artikelen weer in prijs gaan stijgen. In het algemeen bewerkt dus het tekort aan graan niet alleen een duurder worden van 't graan, maar ook een duurder worden van het vleesch, van melk, van boter, van kaas. Deze duurte zal men niet kunnen bestrijden door 't vaststellen van maximum-p.rijzen, want lage maximum-prjjzen bevorderen van zelf een verhoogde vraag en daardoor een te nijpender worden van het tekort. Alleen uitschakeling van de buitenlandsche vraag — door een uitvoerverbod — zou hier op den duur raad kunnen schaffen. Voor één artikel is misschien al heel spoedig een uitvoerverbod noodig: het vet. De roofbouw, op dit oogenblik aan onzen veestapel gepleegd, moet leiden tot een zeer groot tekort aan vetten, omdat ook de arme daar geen dag buiten kan en de vraag dus hoe langer hoe meer het aanbod zal gaan overtreffen.
En dit tekort is er een, dat zich jaren lang zal doen voelen. Men mag van de boeren verwachten, dat zij zullen trachten althans het fokmateriaal intact te houden, want daardoor alleen wordt het mogelijk, eenmaal het tekort weer aan te vullen. Na den oorlog zal dus veel vee gefokt worden, maar weinig slachtvee ter beschikking komen, en hieruit resulteert voor den arme als het groote leed: de duurte van het vet.
Te meer zal dat vet-tekort al spoedig drukkeu, omdat er eene verhoogde behoefte aan vet ontstaan zal. Het ontbrekende graan zal door andere voedingsmiddelen moeten vervangen worden, en daarvoor komen naast vetten, allereerst in aanmerking de aardappelen, voor welker gebruik uitteraard ook weer groote kwantiteiten vet noodig zijn. Met eene verhoogde vraag naar vet zal dus een verhoogde vraag naar aardappelen gepaard gaan. Terwijl echter het vet zeer duur zal worden, is het niet noodig, dat dit ook met de aardappelen het geval wordt. De oogst ervan toch is zeer overvloedig, en bovendien wordt de afzet van aardappelmeel naar den vreemde belemmerd, zoodat vermoedelijk de fabrieken op minder groote hoeveelheden beslag zullen leggen dan andere jaren. Misschien evenwel wordt door deze rekening toch nog een streep gehaald, als de boeren aardappelen aan hun varkens gaan voeren. Mocht dat op groote schaal gebeuren, dan staat ook een hausse in de aardappelprijzen te wachten en zelts een dreigend tekort aan aardappelen voor menscheljjke consumptie.
Dubieus is het, hoe het met onze voornaamste genotmiddelen gaan zal. Koffie hadden we bij het begin van den oorlog zooveel als nim mer tevoren, nl. meer dan 700.000 balen of 42,000,000 Kg., dus voor ongeveer een jaar. Naar schatting zijn daarvan nog een 500,000 balen over. In de eerste maanden zal die voorraad wel niet al te sterk aangesproken worden, daar de Hamburgsche markt nog aardig van koffie voorzien is, en dus aan de Duitsche behoeften goed kan tegemoet komen.
Sterk geruimd daarentegen zijn de theevoorraden. Zoowel Rusland en Scandinavië als Duitschland hebben van den, oorspronkelijk voor bjjna een jaar voldoenden, voorraad veel weggekocht en vermoedelijk hebben we thans voor niet meer dan vier a vijf maanden over. Het stopzetten van een deel onzer Indische verschepingen en de mogelijkheid, dat onze Java-thee — zoodra er een uitvoerverbod komt in ons land — naar de Londensche markt zal worden verscheept, zijn oorzaak, dat het met de thee-voorziening in de toekomst nog maar zóó-zóó staat. In verband met een en and r zullen de theeprijzen dan ook wel de hoogte in gaan. Met betrekking tot zout zijn de vooruitzichten de beide laatste weken heel wat verbeterd. Het zuivelbedrijf en de inmakerij vragen allengs minder, en de aanvoer van ruw zout is voorloopig wel verzekerd. Momenteel is er voor 2 a 3 maanden zout aanwezig. Een tekort zou kunnen ontstaan, als de oorlog voor Duitschland een al te ongunstigen keer neemt, en de mijnwerkers, die nu nog voor een zéér groot percentage aan het werk zijn gehouden, mede naar het front worden geroepen. Dan heeft Duitschland zijn zout zelf dubbel en dwars noodig en zijn wij alleen op Engeland en Portugal aangewezen. Inmiddels heeft de oorlog nu reeds tot een zeer sterke prijsstijging van ruw zout geleid — en daarom verwachten we, dat eerstdaags de prijzen van geraffineerd zout zullen volgen. Een calamiteit zou nog kunnen vormen het tekort aan een grondstof, die zelf wel geen voedingsmiddel is, maar toch onmisbaar is voor het bereiden onzer voedingsmiddelen: de steenkolen. Spoorwegen en groote steden — met name Amsterdam — zijn er goed van voorzien ; maar elders kan elk oogenblik schaarschte ontstaan. Dank zij het feit, dat Engeland aanvoert, en dat ook Duitschland hetzelfde doet — daartoe o.m. in staat gesteld doordien het zooveel mogeljjk mijnarbeiders aan het werk liet en het ook in België de kolenproductie krachtig ter hand heeft genomen met behulp van Belgisch werkvolk —is momenteel de toestand bevredigend. Maar iederen dag kan zulks veranderen en dan is Leiden in last. Wel zullen de Limburgsche mijnen met een maximum-capaciteit werken — althans zoo zij beschikken kunnen over voldoende ontplofbare stoffen, die .óók alweer uit het buitenland moeten betrokken worden —, maar zij alleen kunnen in de verste verte niet in de consumptie voorzien, en produceeren daarenboven ook vrijwel alleen huisbrandkolen en geen machinekolen. Het ligt echter voor de hand, dat, zoo hier de nood aan den man komt, eer alle andere fabrieken zullen worden stopgezet dan dat men het bakkerijen, zoutziederijen en meelfabrieken aan kolen zal laten mangelen. In dit opzicht althans is er voor vrees geen reden.
Ten slotte : welke lessen men ook uit dezen oorlog zal trekken, we zijn er verzekerd van, dat deze er één van wezen zal: we hebben ons in onze economische politiek te zeer van het buitenland afhankelijk gemaakt. Dank zij de omstandigheid, dat wij neutraal zijn, ondervinden we het ergste niet — maar men huivert reeds bij het bloote denkbeeld, hoe ontzettend fataal een Engelsche uithongeringspolitiek voor ons land werken zou. Als resultaat dier les voorzien we dan ook een andere regeling onzer graanvoorziening. Hoe die zjjn zal, weten we natuurlijk niet. Misschien zal door de regeering krachtiger aangestuurd worden op bevordering van den graanbouw ten onzent; misschien ook wordt de oplossing gevonden door een opeen hooping van buitenlandsch graan te verzekeren. Maar zeer zeker zal men niet meer de kans willen loopen, die men nu heeft geloopen, dat men de weermacht, die toch schatten verslindt, machteloos maakt, eenvoudig omdat men er geen eten voor heeft.