Motorhoot/Stoomharkas. Te koop aangeboden een goede tweede- hands motorboot ot stoombarkas. Te bevragen bij de Sabang- Maatschappij. Sabang. 8099 Openbare-Verkooping. Op Donderdag 17 December 1914 voormiddags 10 uur te Tebing Tinggi op de perceelen zelve, van : lo het z. g. erfpaehtsrecht op een perceel grond (klappertuin) groot 2459fi M 3 met opstallen en aanplan tingen. 2o het /,. g. erfpaehtsrecht op een perceel grond groot 12480 M 2 met opstaande gebouwen en aan plantingen, beide perceelen gelegen te Tebing Tinggi en aldaar ten controleurskantore geregistreerd op 7 April 1905 respectievelijk onder nummer 279 en 402. 8163 Mr. R. SLOTEMA, g.g. VENDUTIE wegens vertrek van den net onderhouden inboedel van den Heer H. van GORKUM JHzn. Administrateur Onderneming Doesoen Oeloe in de Batoa Bahra Club te Laboean Roekoe op 16 December a. s. des voormiddags w. o. Rensbuggy met haidloopend, zwart Batakpaard en 2 tuigen, inmiddels uit de hand te koop, een twee- persoons ledikant, rottanmeubilair, Chineesche hanen en legkippen, Na afloop rj-jsttafel met Key- Bier. Met opdrachten belasten zich gaarne. J. H. RUPHAN. Medan. A. E. E. ENNEMA. Tanah Besih. K. SCHADT. Lima Poeloe. P. DALMEYER. Laboean Roekoe. F. J. BEUNKE. Hessa Estate. 8171
De Sumatra post
- 10-12-1914
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- De Sumatra post
- Datum
- 10-12-1914
- Editie
- Dag
- Uitgever
- J. Hallermann
- Plaats van uitgave
- Medan
- PPN
- 045042624
- Verschijningsperiode
- 1889-1942
- Periode gedigitaliseerd
- 1898-1942
- Verspreidingsgebied
- Nederlands-Indië / Indonesië
- Herkomst
- KB 1634 B1
- Nummer
- 289
- Jaargang
- 16
- Toegevoegd in Delpher
- 20-11-2013
Advertentie
Advertentie
wegens vertrek op Vrijdag, 11 Dessmbar 1914 des avonds om 0 uur van den INBOEDEL van Mevr.de weduwe C. STQETZER SOEKAMOELIALAAN mede '/uilen alsnog worden verkocht: Loten K tloni tic T^ntouustelliig S m-iranü Met opdrachten belasten zich gaarne de Heer W. 0. HALLEGRAEFF Employé V. S. M. en De Vendubuud rs LAUTENBACH & Co. Kesawan li Tl. N>- 6S w-.o thuis- 128 816*7 GROOTE VOORSTELLING SCHITTEREND PROGRAMMA voor loiderdag 10 Heseïntser '14 I. De Zuinige Peter. Komische scène, i f „Dl SCHULD" f Prachtig drama. & DE^GRAVfN VAN ZARaT f>. Boeiend en spannend drama. Het politieke leven aan de Ambassade. 7. Een haastige Bruiloft. Komische scène. p rTJYë IM. LOGE . . f 1.25 1. KLASSE f 0.7:. 2. KLASSE f O.öu '■'>. KLASSE F O.tfü I. KLASSE f 0.20 i udu-ief Uehisli.-jg. Kinderen en Militairen beneden den rang van OiideiolÏHuej hal-J geid. 75U1
Advertentie
AP VERTEN T 1 EN. GEVESTIGD P. BOOTSMA Aannemer en Bouwer laniel in Bouwmaterialen. 8164 INTERNATIONALE RUBBERCLÜB POELOE TAGOR Zaterdag, 12 December 1914 Soiree te geven door The Eastern Follies aanvang half negen. Entree van leden en niet leden f 2. — 8181 DUf^NOLfg^fE Voor paarden en vee geneest: Verstuikingen, kneuzingen, zeere ruggen enz. gespleten hielen, raodderroos, hoefzweering : kopgezwel enz. Verkrijgbaar bij: Herman A. Lefèbre. Medan, handel in paarden en veevoeder. bló4
Advertentie
IJSFABRIEK TEBING TINGGI Telefoon No. 31. Ontvangen per s.s. „Prinses Julianna" Paling in gelei, per groote pof CM. 1.75 (prima kwaliteit, in de Friesche wateren gevangen) • I Ansjovisch per pot Gld. 1.50 7284 ■ muwwi imwiUHïïiinnni' i 111 iin i■■ imi ftmwiiwiiiiniiiniiiiiiii m iiWHHiuwmiMtfiii * BB B B HECLA-VERFFABRIEKEN AMSTERDAM i V B B 2J Si Aangesteld als VERTEGENWOORDIGER voor Suöiatra's 0. K. Eu Atjeh I Jv W. METZ. j I Handel in Bouwmaterialen. 9 T E L. 333 en 353 MEDAN # m ij^^am BBZBÊ BB
Advertentie
BIIIIHE mwe oue MOTOREN. ZDIG6AS Inlichtingen en prijsopgave verstrekken gaarne van mm: & col -:i2-j IVledan-Beiawan-Tandiong Balei.
Uit't Moederland. 2 October. Oorlogsschatting.
I.
De grootindustrieel D. W. Stork behandelt in de „N Crt." de vraag : Op welke wgze moeten de buitengewone kosten gedekt worden, die voor den Staat en de gemeenten direct en indirect uit den oorlogstoestand voortspruiten ?
Hg zg mg veroorloofd — zegt de schrijver op die vraag in het openbaar een antwoord te geven. Ik doe dit met eenigen schroom, zooals past aan iemand, die een ongevraagd advies gaat uitbrengen op ean terrein, dat het zjjne niet is. De bevoegdheid om mijn stem te doen hooien, ontleen ik uitsluitend aan het feit, dat ik belanghebbende ben en dat ik eene, naar ik meen, goed gefundeerde overtu ging bezit omtrent de oplossing van het vraagstuk.
Laat mij beginnen met te erkennen, dat de oplossing van den „Onbekenden Vaderlander', die bij de „N. Crt." zulk een warme toejuiching vond, ook mij heeft aangetrokken. Het zou een daad van groote beteekenis zijn geweest, indien de vermogenden in den lande vrijwillig ecu paar honderd mil- Moen hadden opgebracht, om ons volk van den zwaren last te bevrijden, u.tn da oorlogstoestand het oplegt Maar die daad was klaarblijkelijk te groot voor een klein volk !
Misschien ook heeft dr. Bos gelijk, waar hij in zijn Vrajj-en-des-Tijds- artikel schrjjft: „Hoe edel eu loffelijk het denkbeeld moge zyn om groote fondsen vrijwillig voor goede doeleinden bijeen te brengen, wanneer het gaat om honderden millioenen, is het een plicht, dien de wetgever moet oplegger."
Dus blijven drie wegen open : 10. een leening, al dau niet gedwongen, tegen een hooge of lage rente dus; 20. een belasting voor éénmaal op inkomsten en vermogen ; 30. eene belasting voor éénmaal op het vermogen alleen.
Naar mijne meening is de laatste weg de beste, zoowel uit een doelmatigheids- als uit een billflkheids-oogpunt, althans wanneer o;is land niet direct in den oorlog betrokken wordt. Dit voorbehoud moet ik maken, omdat bjj een oorlog het vermogen eer ontlast zoude moeten worden, indien dit mogelijk ware, dan door een extra-belasting bezwaard.
De doelmatigheid springt in 't oog. Als het geld geleend wordt, dan zal onze begrooting gedurende een lange reeks van jaren met e«n vaste post van lu a 15 millioen belast worden. [Dr. Bos acht het niet onmogelijk, dat het vermoedelijk bedrag aan buitengewone uitgaven op 250 millioen gulden zal komen en van andere zjjde is eenzelfde som genoemd. Bjj een rentevoet van 4J/s pCt. en een aflossingstermjjn van 40 jaren zou de annuïteit circa 14 millioen bedragen. Bjj een rentevoet van 4 pCt. zou ze dalen tot circa 12*-/ j millioen.] En deze som zou opgebracht moeten worden, terwjjl, om de begrooting van gewone uitgaven sluitend te maken, reeds nu belangrijke belastiugverhoogingen noodig zjjn. Vooral in de eerste jaren na den oorlog, waarin de gewone middelen niet mild zullen vloeien, zou een bjjna ondragelijke belasting druk op het geheele volk gelegd worden, indien ook nog voorzien zou moetej worden in de annuïteit der oorlogsschatting.
Daarbij komt. dat na den ooilog — ook bjj betrachting vau de giootst mogelijke zuinigheid — fp het crediet van onzen Staat stellig voor buitengewone uitgaven een beroep zal moeten worden gedaan, omdat het dun tooi nl noodzakelijk zal blijken, krachtig allerlei werken ter hand te nemen of voort te zetten, die dienen om werkeloosheid tegen te gaan en de productieve kracht van ons land te vfrhoogen.
Om al deze en andere redenen wit het mij voorkomer, (lat geen middel tot voorziening in den gei i, oi,d toepassing moet vinden, waardoor onze begrooting gedurende een lange reeks van jaren belangrijk zal worden bezwaard.
Wil men dit niet, dan zal een belasting ineens—welker opbrengst natuurljjk wel over eer ïge jaren kan worden verdeeld—geheven moeten worden.
Moet die belasting alleen treffen de vermogens of ook de inkomsten uit. het bedrijf en zullen alleen de zeer vermogenden of zy, die groote inkomsten génieten, daatdoor getroffen moeten worden 'i
De heer Bos r-chjjnt in zijn boven aangehaald artikel tot het laatste over te hellen. Bij hem schijnt trouwens alleen de doelmatigheidsgrond den doorslag te geven; de vjaag, of het ook billijk is, aileen de zeer vermogenden en degenen, die groote inkomsten genieten, te laten, bloeden, roert hjj zelfs niet aan.
Vk ben nu van oordeel, dat voornameljjk redenen van billijkheid er toe moeten leiden, allt-en de vermogens te treffen, althans—ik merkte het boven reeds op —indien wjj buiten den oorlog blijven.
Alle Nedeilanders, rijk en arm, hebben in geestelijken zin evenveel belang bij het behoud vb'i 'bü \<-fz}e. maar in st- ffeLjjken zin zonden vuuial zy, die iets bezitten, getroffen worden, indien de oorlog* mefc zijn ellende ook over ons kwam. Toen de oorlog uitbrak eu er groot gevaar bestond, dat ook ons land iv Jen strjjd betrokken werd, heelt in de eerste dagen van Augustus menig vermogende de vrees bij zich voelen opkomen, dat hij straatarm zou worden. En wjj behoeven slechts te kijken naar onze buren, om overtuigd te worden, dat dit geen denkbeeldige vrees moest heeten. LBljjven wij nu tot bet einde toe buiten den krijg, dan is dit zeer stellig in stoffelijken zin een groot voordeel voor allen, die een kleiner ol grooter vermogen het hunne kunnen noemen.
Ik druk op het woordje allen, omdat naar mijne meening dit voordeel naar verhouding even groot is voor hen, die weinig, als voor hen, die veel bezitten. Er bestaat dus m.i geen reden behtudens een restrictie, waaiip ik strak* terugkom—om onderscheid U maken tusschen de meer- en mindervermogenden. Ook behoeft de samenstelling van het vermogen op ons oordeel niet te infiuenceeren, Dat bg een oorlog niet alleen de gebouwde eigendommen met den inhoud daarvan groote schade kunnen lgden, maar ook de effecten en andere schuldvorderingen allesbehalve een onaantastbaar bezit vormen, dat heeft hetgeen wij in België en op zee zien gebeuren, duidelijk in 't licht gestald. Dat het privaat-eigendom van de oorlogvoerenden onschendbaar zou zijn, zal, na hetgeen wij in dezen oorlog tusschen beschaafde volken zien gebeuren, niemand meer kunnen beweren. Als dit alles nu vast staat, hoe zou men zich er dau tegen kunnen verzetten, dat da groote kosten, die thans gemaakt moeten worden, om onze neutiaiiteit te handhaven, gedragen worden door hen, die, wat hun stoffelijke bezittingen betreft, er groot belang bij hebben, dat de oorlog ons bespaard blij*.e?
Het spreekt van zelf, dat niet alien evenwel belang bij den vrede hebben. Zij, die wonen in streken, waar niet licht strijd zou worden gevoerd, loopen minder gevaar, dan zij, die gevestigd zijn in die deelen van ons land, waar de gevolgen van den oorlog zich in de eerste plaats zullen doen gevoelen. Vooraf valt daarvan echter niets niet zekerheid te zeggen. Zouden de inwoners van Gent, Brugge eu Ostende gedacht hebber, to>n de strjjd bi] Luik begon, dat ook zij daarin direct betrokken zouden worden ? Met een goudschaaltje is niet af te wegen, hoeveel het part-en tsge wjjze belang van ieder bij het behoud van den vrede ïi, maar men kan gerust zeggen, dat in 't algemeen dit belang voor alle bezittenden groot is en dat zij een belangrijke p'-emie hadden wiiien betalen, wanneer zij bij den aanvang van den oorlog zekerheid badcteu kunnen verkrijgen, dat ons Und er buiten zou blijven.
Welnu, die premie legge de Staat hun achterna op; uit een billjjkheidsoogpunt is daartegen niets in te brengen.
Maar zou het ook kunnen zgn, dat dooide ooi logsbelasting op de vermogens te leggen, onze handel en nijverheid belemmerd zouden worden in hun weder-opbloei na den oorlog ? Dat het op te brengen kapitaal onttrokken wordt aan het economisch leven van ons land ? Best mogelijk, maar dat zal even goed geschieden als het geld door middel van leening gevonden wordt. In de omstandigheden, die na den oorlog in geheel de wereld —of althans in geheel Europa — zullen heerschen, zal tegen een billijke rente geen leening in het buitenland te plaatsen zyn. Ze zal dus door Nederland zelf moeten worden genomen en het zal dan eveneens kunnen geschieden, dat het kapitaal aan het bedrijfsleven onttrokken wordt.
Laat de wetgevende macht dus doen wat uit een oogpunt van billijkheid en doelmatigheid het meest aanbevelenswaardig is en alle k< sten, direct en indirect voortvloeiende uit de mobilisatie, door een belasting in eens op het vermogen verhalen. D 9 betaling kan over 5 jaren —en iv buitengewone gevallen zelfs over een nog langeren termijn—-worden vtrdeeld ; dat is een nemizaak.
Alle vermogenden, die het hart op de rechte plaats hebben en die niet al te spoedig vergeten zijn de angstige oogenbbkken in 't begin van den oorlog doorleefd, zullen met liefde de hun op te leggen schatting op bet altaar des Vaderlands offeren. Eu voor zoover enkelen hunner dit niet^ mochten wenschen te doen, moeten maatregelen genomen worden, om hen te beletten, zich aan hun plicht te onttrekken.