GROOTE VOORSTELLING SCHITTEREND PROGRAMMA voor Woensdag en Donderdag 23 en 24 December 1914. I. Het ontladen geweer. mische scène. 2 | DS VALSCHE SPELERS 3. of SCHOPPENVROUW. Prachtig Drama» OE SPION VAN HET NOORDEN. ''• / Een spannend en emotievol Oorlogsdrama. 6. Luitenant Daring wreekt de beieediging ep de Engelsche Vlag gedaan. Prachtig drama. PRIJZEN. LOGE . . f 1.25 1. KLASSE f 0.75 2. KLASSE f i S. KLASSE f 0.30 4. KLASSE Inclusief belasting. Kinderen eu Militairen beneden 'ien van Onderofficier half geld. J. Th. MAAL Jr. Kleeding- en Mode Magazijn Huttenbachstraat - Medan. EX EERSTECOUPEUR Bar2EÏ>SiÏB-r<«l33i ■ ■■■■■■■■■■■■ van Toko ïi contant. L F V E J? T WITTE NIIUIS fIBBBE9BB3HE3^*I^IIMMi^HHME3H9BHRHft9K9HE.i^i^M.>^^(.IH.i^i.^kXM.M van af f 75.— per dozijn. 7903 Landlooperij door M. J. BRUSSE. Ing. 1 1.75. Geb. f 2.25 71 Boekhandel J. HALLERMANN APVERTEMTIEN-J The Crag Hotel Sanatorium Penang Hills Completely renovated. An hour and ten minutes trom the E. & O. Hotel A perfect health resort and an ideal spot for spending holidys vad weekends. Magnificent views of the adjacent slands and het surrounding ogalows for famillies. also single and doublé rooms. Private bathrooms attached to every bungalov >ms Water laid ou from the „Cang'' springs, Chairs and coolies always in readnes at the foot of the hill. Tenis, Bil lards. Croquel.. Spelendid walks. Excrllent cuisine. Telephone. Post and Telegraph 2155 Telegrams: «SARKIES" A. H. L. BADINOS. Maleisch Woordenboek (Hollandsch Maleisch) echtste druk f 5.40 Neues WörterÉmch DEK Deutsehen Maiaissheia ond fiollandischen cpracLo f 3*59. Boekhandel J. HALERMLANN.
De Sumatra post
- 23-12-1914
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- De Sumatra post
- Datum
- 23-12-1914
- Editie
- Dag
- Uitgever
- J. Hallermann
- Plaats van uitgave
- Medan
- PPN
- 045042624
- Verschijningsperiode
- 1889-1942
- Periode gedigitaliseerd
- 1898-1942
- Verspreidingsgebied
- Nederlands-Indië / Indonesië
- Herkomst
- KB 1634 B1
- Nummer
- 300
- Jaargang
- 16
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Advertentie
Agenda. Spreekdagen van den Resident
Maandag, Woensdag er Vrjidaü 12 iii-r 's-morgens.
Vergaderingen, Vermakelijkheden Enz.
lederen Zondagavond diner-muziek Huize Deßoai a » » » » Medan Hotel, lederen avond Oranje-Bioscoop, Balistr. federen avond Dcli Bioscoop Hüttenbach , , Royal Bioscoop Luitenants weg. Dcli Sport Vereeniging: Vlanndag en Woensdag: oefeningsavonden •, de Cricketafd. Dinsdag, en Vrjjdag : oefeningsavonden vo Voetbal-afd. Donderdag: oefeningsa vonden voorde Hoeker afd Rijclub: ieiler«n Donderdagavond van 61/,—7' . nm. figuurrgden. Vrgwilligers-corps S. O. K Deli-commando: 10. Brigade baan Sei.-Sikambing 10. & 3de Zondag 2i>. » » » 2e. & 4e. . 3o > > » le. & 16e. v. elke mnd. 40. » » > 2e. & 4e. Zondagóo. > » » le. & 3e. » 60. » > Klainbir-Liina iederen > 70. » » Sei.-Sikambing 2e. & 4e. > Boven Langkat-Commando 10. Brigade baan Tj.-Djatti iederen Beneden Lanykat-Commando 10. Brigade baan Pk.-Brandan iederen > 'Zo. „ „ Tj.-Poera le. & l(ie. v. eike mnd. Serdang-Commando 2o . Brigade aan 8.-Poerba le. & lóe. > » 10. .. Sialang le. & ltie. » » Batoe-Bahra-Commando 10. Brigade baan Lb.-Roékoe le. & 16e. » > 2o „ Tj.-Kassau le. & 16e. > » 3 Jan. Coöperatieve Verbr. Vereen, in Dcli, Buiteng. Alg. Verg., Hotel de Boer, 10 u. v.m. 5 Jan. Serdang Club, Loeboeq Pakam, Alg. Vergadering, 7 u. n.m.
Venduties.
29 Dee. T. Baerlocher, Bandar Pinang, 7 u. n.m. 11 Jan. J. L. D. Le Haen, Tandj. Slamat, 10 u. v.m.
Moed.
In het vredestijdschrift La Pair par le droit vinden twee artikeltjes van Jean Jaurès plaats. Het eene heet „le Courage".
Van den moed zegt hij: „Vervloekt is de menschheid, indien zj, om har.r moed te bewijzen, ertoe is veroordeeld eeuwig te dooden", de moed van thaus bestaat uier meer iv het instandhouden der sombere oorlogsbedreiging, de duistere donderwolk, waarvan men nog altijl kan hopen, dat zij boven de hoofden van anderen zal losbarsten ; neen, de moed van thans, de moed van elk uur van ons leven is: onafgebroken to dragen de lichamelijke en geestelijke beproevingen van allerlei aard, welke het leven rijkelijk over üu> uitstort.
Gesteund wordt de moed door deu arbeid : „Gardez dans les lassitudes ine'"itables I'habitude du travail et de l'action", svg zouden kunnen zeggen: „doorwerken en doen", dat is het wel, waarvan deze man zelf het voorbeeld heeft gegeven tgdens zgn leven. In den chaos van het leven, zegt Jaurès, moat men zijn zinnen bijeenhouden, zijn werk goed doen, een volmaakt vakmensch worden, tegelijkertijd een practicus en een wijsgeer zijn.
Moßd is volgens h?m: „de oomprend propre vie, de la préciser, de I'approfon letablir et de la coördiner cepeudant a la vie générale".
„Le courage, c'est de dommer ses pi^pres fautes, d'eu souffrir, mais de n'en pas è*re accablé et de continuer son chemin. Le courage c'est d'aimer la vie et de regarder la mort dun regard tranquille; c'est d'aller a I'idéal et de comDrendre le ré-A . . .
Uit Rijnland.
lieds. herhaalde malen had ik beproefd ecu ambulance-hein te bezichtigen, aldus een mede. werker van de ,N Ut. Crt.". Meermalen in ie weck gaat zoon rijdend ziekenhuis langs onzen spoorweg, blijft wius een paar uur stuun om gekwetsten te verzorgen of uit te laden en rijdt dan verder om de transporten gekwetsten af te leveren. Wat niet verder kan, wordt reeds onderweg afgezet en op de perrons staan ziekendragers met de brancards gereed en pleegzusters met dokters om zoo noodig op het verder vervoer het oog te houden. Buiten het *tation wachten auto's van iet Roode Kruis en zoo gaat dit vervoer meteen regelmatigheid, alsof we sinds jaren dergelijke transporten krijgen. Alleen zjj, die niets met den ambulancedienst te 'maken hebben, mogen —en zeer terecht —op een afstand toezien. Hier helpt geen perskaart, alleen een permissie-biljet vau een der hoogere militaire artsen kan toegang verleenen.
Vandaar, dat ik reeds een paar maal aau den chef van onze lazaretten gevraagd had, mij toch tijdig le waarschuwen, als er weer een trein 'voorbijkwam, en even tijdig een toegangsbewijs te zenden. Maar hoewel er de laatste veertien dagen door de bloedige gevechten aan den rechtervleugel meer ambulance-treinen dan anders voorbij zÜn gekomen, hoorde ik niets, wachtte tevergeefs op bericht van mjjn „Generalstabsarzt". Tot ik hem voor eenige dagen 's morgens vroeg ontmoette en hij onmiddellijk op me afkwam.
Ja, geheel en al vergeten, erg jammer, Hollandsche pers, veel te doen gehad, heeleniaal vergeten. Maar nu had hij iets beters 'voor mjj, veel interessanter. Hij had vier dagen verlof om naar het front te gaan om een aantal lezingen van bekende medici te hooren, ziekeninrichtingen te bezichtigen. Ik kon meegaan, vereischte: pas en legitimatiebewijs van het Bezirks-Kommando en de trein ging binnen 4" minuten.
Dat leek me iv het haastig gesprek een Amerikaansch voorstel. Ziekeninrichtingen achter het front te gaan bezichtigen, als men gevraagd heeft om een ambulance-trein in de t-igen stad te bezichtigen. Maar ju;st het curieuze van het voorstel lokte me aan en met behulp van een auto gelukte het mij naar het stadhuis te rijden om een pas, naar het Bezirks-Kommando, om een bewijs, en, na precies css minuten aan het station te zjjn, om, als •n vredestijd, naar Keulen en vandaar per doorgaanden trein naar Luik te reizen.
In Luik ging mijn medische cicerone naar tic „Kommandantur" om /.ekerbeid te hebben, dat wij den anderen dag met een militaire *tuto verder konden reizen en meteen om eer. schriftelijk verlof voor mij, om hem te vergezellen.' Na een half uur wachten hadden we toezegging en het verlof in ons bezit en troffen iv ons hotel den officier aan, die den volgenden dag het transport der auto's zou kommandeeren. 's Avonds een opgewekte tafelronde van louter uniformen. Officieren van bet garnizoen van Luik en kameraden op weg naar hun regimenten. Nieuwelingen en officieren, die reeds in den slag geweest waren en hersteld terugkeerden. De eersten, ietwat schuchter, maar ook soms uitbundig vrooliik, al te vroolijk om natuurlijk te zijn ; de tweede groep van degelijker gehalte, werkelijk verheugd, dat zii bij hun tegiment terug zouden komen. Luik zelf is reeds genoeg in uwe kolommen beschreven. De stad is iets stiller dan anders en zonder de vele Duitsche uniformen zou Uien werkelijk niet gelooven in een veroverd» Mad te zijn. Ook den volgende dag en den dag onderweg niets bizonders. In den aanvang triestig gezicht van verbrande huizen, langs den Heg aardhoopen met krui«en, helmen en Belgische hoofddeksels. In de dorpen bij kruispunten en spoorwegen schildwachten van den land storm in donkerblauwe uniform met olieachtige pet, voorzien van een nikkelen kruis. Lui, die zich geducht verveelen en wat big waren ttls onze autokaravaan stoppen moest en zij een praatje konden maken. Een korte Duitsche pijp badden ze allemaal, maar tabak, dat. was weelde hier in het Belgische land ! Een paar chauffeurs, die 's nachts uit Aken gekomen naren, hadden echter nog voorraad en deelde» dien rijkelijk uit. Maar ze hadden nog meer bij zich: kranten, heele pakken met den General- Anzeiger uit Dusseldorf! Dat ging nog boven het pijpje tabak en onderweg zag ik herhaaldelijk opschriften, die duidelijk om kranten en nog eens kranten vroegen.
Doch spoedig verliet onze auto de karavaan. Met deD nasleep van zware vrachtwagens ging het te langzaam eu mijn cicerone moest op e?n bepaald uur op de plaats van bestemming zyn. Dus snorde spoedig onze wagen over de besljjkte wegen, modder opwerpend onder de breede wielen en als we een andere militaire auto met het nijdige fluitsignaal ontmoetten, ketste de gele klei tegen onzen wagen, op onze even gele jassen. Alleen als we marehoerende troepen ontmoetten, werd de snelle gang uitgeschakeld en reders we langzaam langs de laoge gelederen van meestal nieuw gevormde regimenten. Kloeke, stoere kei els, doch ook veel jongere figuren. Io den loop vau het geweer takjes groen, op een enkelen helm ook groen, onderweg m dorpsfuinen geplukt. En door den regelmatigen stap der marcheerende kolonne klonken tweestemmige liederen. Duitsche liederen in dit vreemd land. Zoo reden we door in een snel tempo en bereikten tegen den bepaalden tijd ons doel, dat mijn begeleider betitelde als het hygiënische station van het zooveelste legerkorps. Ik noteerde natuurlijk onmiddellijk den naam van het kleine stadje, maar vernam bij aankomst onmiddellijk van den medischen kommadant, dat dringend verzocht werd dien te verzwijgen. Op mijn ongeloovige vraag, of hier militaire geheimen verraden konden worden, werd mij geantwoord, dat dit stellig en zeker het geval was. Men voert, zoo werd mij gezegd, riet alleen strijd tegen de soldaten aan het front, maar ook tegen het ambulance-personeel. Wagons van het Roode Kruis met een gronu waaide aan verbandmiddelen zijn reeds herhaaldelijk onderweg genomen en vernietigd. Een lijstje van 15 militaire artsen, 60 zusiers en een aantal hospitaal-soldaten werd mij voorgelegd, di» dooi- den vjjand gevangen genomen waren om over den grootsten on: weg via Gei ève teruggezonden te worden . . . Intusschen bood zich spoedig gelegenheid, om interessante dingen te zien. Allereerst een kampement van goed ingerichte tenten, zelfs met electrisch licht voorzien, voor manschappen, die in medische observatie waren. Maar al weiden de lui verdacht van allerlei b.-smettelijke ziekten, ze waren tocht opgewekt en vroolijk! Kijk; een bedje hebbeu mei schoone, witte lakens, electrisch licht, eten op zijn tijd, wie zou er niet ziek om willen zgn? Zelfs in een ofticieren-afdeeling zag ik die glundere gezichtenen een, die pas gekomen was, zei het me opgetogen, wat een heerlijkheid al die voor ons doodgewone zaken waren. En dan dat wasschen 's morgens, wasschen met zeep ! Een kinderljjk genoegen sprak uit zij n woorden ! In de nabijheid van dit kamp stonden eenige uesinfectiewagens en een inrichting, waarin met formaline groote hoeveelheden kleedingstukken gedesinfecteerd kunnen worden. Verder een gebouw, dat vroeger een groote stal geweest is en waarin nu twee operatiekamers, schitterend-blank, aan de strengste eischen voldoende, waren ingericht. Ook een klein vertrek, waarin tegen typhus ingeënt wordt. De dokter, die deze afdeelirg „bedient", had nu niet veel te doen; troepen, die naar het Westen gaan, worden tegen typhus, de vreeselijke legerziekte in het garnizoen, ingeënt, die naar het Oosten trekken, tevens ook tegen cholera. Dan in een schcol het „Etappensanitatsdepot", onvertaalbare naam. In stapels zorgvuldig gerangschikt hoopen verbandmateriaal, kamers met kruiken van allerlei ingrediënten en uit een lijstje noteerde ik, dat sinds de oprichting van dit depot niet minder dan 50 K.M. hechtpleister, 2500 K.G. gips voor verbanden, 800 K.G. „essigsaure Tonerde", 100,000 aspirine-tabletten, enz. enz. waren afgeleverd. Voor den ingang reden auto's af af en aan, kleine, sneile wagens, alle met het Roode Kruis voorzien. Dag in, dag uit rijden ze langs de verschillende ambulances, noteeeren, wat noodig is. wolke gekwetsten weer vervoerbaar zgn, of welke patiënten voor uitvoerige operaties elders behandeld moeten worden. Dat wordt hier precies genoteerd en den volgenden dag gaan reeds de wagens met het benoodigde onderweg en altijd staan er auto's gereed om in dringende gevallen patiënten af te halen. De grootste operatie-zaal is hier in den . . . schouwburg ingericht. Het podium is ervoor gebruikt met een praktisch vernuft, waarvan men verbaasd staat, terwijl de zaal als lazaret ingericht, is en de gedeeltelijk behouden fauteuils aan de gewonden gelegenheid geven om zich te verpoozen. In hetzelfde gebouw is een afdeeling voor inwendige zieken, die prof, von Krehl uit Heidelberg verzorgt. Het aangrenzende, pasgebouwde huis is van onder tot boven als ziekenhuis ingericht. De kale 'muren zijn met witkalk bestreken en de vertrekken bieden plaats voor 5— 15 bedden. Prof. Bonhoff van Marburg is hier de gebieder, en in een bewaarschooltje in buurt is zijn bacteriologisch laboratorium, waai hij met twee ervaren zusters de uit andere ambulances gezonden stoffen onderzoekt. Weer elders op dit medische slagveld vond ik vertegenwoordigers van de „Fahrban Feld- Lazarettwüscherei*. Zonderlinge gevaarten, die men nauwelijks kan beschrijven. Voorop de autowagen als beweegkracht met ce-.i stoommangel, een bjj wagen met stoomturbine en toebehooren, een droogkast en desintectieruimte, een tweede bg wagen met de eigenlijke waschgeschiedenis, een derde met een voorraad kolen, zeep, benzine, soda en werktuigen. E ke groep staat onder bevel van een onderofficier en twee manschappen kunnen dagelijks 1200 tot 1500 K.G, waschgoed afleveren. Niet minder belangrijk zijn de „Feld-Röntgen-wagpn" die. prof. Payr uit Leipzig onder zijn bevel heeft. Deze zijn in zoover antiek, dat ze dooreen vierspan van paarden voortbewogen worden maar spoedig komen auto's, waarvan de motor tegelijk de dynamo van de toestellen verzorgt. En alsof het nog niet genoeg was, stqnden er op een plein ongeveer 70 automobiel-omnibussen uit Berlijn, alle voor het vervoer van zieken en gekwetsten ingericht. . . Welk een zorg voor ■■'■ '•- gekwetsten en zieken ! Wij, die thuis di" treinen met het Roode Kruis zien komen, berekenen niet, hoeveel werk hier achter het front noodig is, en in dezen tijd van bloedig geweld doet het goed te zien, dat hier ten minste één invloed der beschaving te bemerken is. Want zeer terecht is het, wat mjj een dokter, met wien ik nog wat rondwandelde, zei : „Niet de kogels, niet de granaten dooden de meesten, het grootste perceutage wordt door epidemische ziekten weggerukt en daarin zijn we nu de baas. Trots de ontzaglijke ontberingen is de gevreesde typhus weinig opgetreden en door de snelle hulp, die de ambulance-dienst kan brengen, is in heel veel gevallen beterschap te brengen, in nog meer gevallen verzachting van bed ..." En toen ik na anderhalven dag weer thuis was, las ik nog eens het rapport, dat prof. Reil over den toestand der gewonden na den slag van Leipzig uitgebracht had. En in al de ellende van dezen wereld-oorlog vond ik toch één lichtpunt.
VELERLEI. In het Bismarckhuisje te Donchéry.
„In deze streek hebben we nooit een re- Vanche-idee gehad. Want we hebben hier log al te goed de herinneringen aan den schrik van 1870 bewaard. En wij ouderen van dagen, die dat meegemaakt hebben, wij hebben waarachtig niet gewenscht, de Duit- s „O ja! het zgn goeje, fatsoenlijke kerels, die alles betalen, wat ze gebruiken, heelemaal het tegendeel van onze Fransche soldaten, die hier hadden bij het uitbreken van den 0(|rlog. Die hebben naar niet veel gevraagd, •"aar eenvoudig alle groenten in den tuin uit dpn grond gerukt, en als ze wegtrokken, trokken y,e ook nog 60 flesschen wijn mee. Uw. ,}uitsche soldaten zgn veel beter opgevoed, dat yeg ik openhartig. Maar wat wilt u! Ala [Pedgeaard Franschman zeg ik u even open/ '^i'tig dat ik den dag zal zegenen, waarop ik "'er geen Duitscher meer behoef te zien, dat '«oogt u een oud man niet kwalijk nemen." üe correspondent vertelt vet der : De stad *Wriß het lot van het Keizerrijk in 1870 bedgeld werd, en die in dezen oorlog weer in ]>et middenpunt van de strijd is gekomen, lptft innerlijk weinig geleden. Maar ook bij ''aar is bet stil en treffend geworden. Slechts paar winkels zgn er geopend, meest ü(J-Uilke, waar de Duitsche troepen hun dagelijksche behoeften aan levensmiddelen, schoone wasch, schrijfpapier enz. komen bevredigen. Bij Ponchéry, welks huizen voor het meerendeel in puin geschoten zijn, waar in 1914 de strijd gewoed heeft als in 1870, vindi men een strook tuin tusschen landstraat en spoordijk, die in een kerkhof is herschapen. Gelijkvormige witte kruizen ge^en de laatste rustplaats van Duitschers en Franschen aan. Helm en kepie zijn er op elk graf opgesteld. Een paar passen van de straat af, ietwat terzijde aan een hek staat het nederig lage huisje, dat u hier ieder kind zal aanwijzen „La maison de la première Entrevue" Hier had Napoleon op den morgen van 2 September het bekende onderhoud met Bismarck, waarin hij tevergeefs moeite deed, om een beetje meer meegaandheid in de condities van overgave te verkrijgen. Kortgeleden heeft daar de Duitsche keizer een bezoek gebracht. Langs een smal houten trapje komt men in de woning der eigenares, madame Fournaise-Liban, e^u eenvoudige opgewekte oude dame van 71 jaar. Zij kan zich de gebeurtenuissen, die zich onder haar eenvoudig dak in 1870 afspeelden, nog zeer goed herinneren : „Ik was 28 jaar oud en wist heel goed, wie die grootheden waren en waarover ze met elkaai- in mijn eenvoudige woonkamer praatten. Maar btel u voor, toen thans uw kei/.er kwam, heb ik niet geweten, wie er zoo vriendelijk met nie .spr.ik. Reeds hadden we ons een kwartier lang onderhouden, geheel ongedwongen, zooals ik met iedereen spreek, en hij bid er ons van verteld, hoe de Franschen thans wilden in den oorlog tegeu Duitschland gebruikten, Senegaleezen, Marokkeezen en weet ik veel wat nog meer. En toei pas heb ik door een opmerking van een der hooge officieren gemerkt, met «vien ik sprak." Madame Fournaise is verrukt over de beminnelijkheid des keizers. „Waarom moest die vreeselijke oorlog ontbranden ? Ik ken de Duitschers zeer goed. Telken jare komen er honderden bg me, om mgn kamertje aan te zien en ik weet, men zou met de Duitschers heel goed kunnen opschieten. Maar wij vrouwen hebben nu eenmaal niets te vertelle.i, wij moeten maar toeschouwsters blgven bg die vreeselijke gebeurtenissen. En ik bijzonder, mag wel van mezelve zeggen, dat ik in mijn leven heel wat uit de dichtste nabijheid heb mogen beieven". De Keizer heeft de vrou.v als souvenir aan zijn bezoek vier gou Istukjes gegeven met zijn beeldenaar erop. Ook de Rijkskanseliar, van wien ze met verbaasde oogen vertelt: Oh ! qu'il est grand, grand!" en die „niet zulke booze oogen maakte als Bismarck" heeft haar een gulden aandenken achtergelaten, opdat ze haar hoogen gast steeds voor oogen mocht behouden. Tenslotte heeft ook prins Waldemar een twintignnirkstuk met den beeldenaar van den ouden Keizer geschonken en haar gevraagd, of zij zgn overgrootvader nog herkende. Op den achterkant van een visitekaartje, dat toevallig in het werkmand je van de oude dame op de commode lag, had de Keizer met potlood zijn naam geschreven. Guiilame I, R. 12 10 '14. en op een auder kaartje had prins Wald9mar het gedenkwaardige bezoek vereeuwigd : Waldemar, Fils du Prince Hsnri de Prusse, grandamiral, Frère de l'Emper6ur. Deze souvenirs bewaart de oude dame met groote zorg, evenals de vier gouden Napoleons, die haar door den laatsten Keizer der Franschen werden geschonken in 1870 en die in een lijstje onder glas de kostbaarste versiering van het bescheiden kamertje uitmaken, dat bestemd was tot tooneel te dienen voor een der meest si-bokkende wereldgebeurtenissen. Alles is nog net zoo, als het in 1870 was. De matten stoel, waarop Bismarck gezeten heeft, is echter zoo wormstekig geworden; dat Z9 hedan niet meer stand zou houden onder den last des Eersten Kanseliers. Op de leuning hebben reeds in 1870 Duitsche soldaten hun namen ingesneden. Op den schoorsteenmantel staan twee verbleekte foto's: Bismarck en Napoleon 111. „Direct na den oorlog laat ik de goudstakjes en de kostbare onderschriften inramen. Gelooft u me, in heel Séiau zult u thans geen glazenmaker vinden, die dat werk zou kunnen doen. Maar ik zou liever eerder honger lgden, dan me van deze souvenirs te scheiden," zoo sprak madame Fournaise ten afscheid. En op de trap roept ze me nog na: „Ik hoop maar, dat ik nog den afloop van dezen oorlog mag beleven! Ea ach, ik ben al 71 jaar! Ach, wanneer zal het weer vrede worden ?"
Spreekdagen van den Gewestelijk Secretaris.
Alie dagen, behalve Zon- en Fe«st 8 tot 12 uai 's men gens.
Ontvang-Avonden
De familie Tjong A Fie, den derden an elke maand in den vooravond.
Do familie Van Tijen, deu lOen der i i i den vooravond. [Voorloopig verhinderd ].
Vervaldagen van Venduschulden.
Dabiteuren aan het Vendukantoor te Medai. worden er aan herinnerd, hun debet te voldoen op onder-volgende data. Vendutie Sarianoen veivaldag 26 iJec. 19i4
Vermoedelijke Postsluitingen.
ss. Loudon naar Batavia 6 Jan. Reynst Singapore 28 Dcc, Medush Singapore 25 „ Ranee Singapore — „ Circe Singapore 26 „ Perak Penang - „ Malaya Penang — „ Alma Penang 25 „ Reyniersz Sabang 26 „ Indragiri Langsa 31 „ Indragiri Batoe Bahra 24 , de Koek Asahan en Singap. 3* „ Engelsche Mail. Vrijdag 25 December. Holl. Mail Zaterdag 26 December.
Grapjes.
Telef o on' Onaardigheid. Van „onder de streep" in het „Hbld." „Heef: u al gehoord, dat een groot aantal darces van Zuid zich bij het Roode Kruis aangemeld hebben ?* — „Dau zul de communicatie met Zuid er wel niet op verbeteren als er nu bovendien nog een aantal teieioondan.es weggaa — „'t Zal zoon vaart wel niet loopen, want het Roode Kruis heelt ze allen geweigerd." — „Waaiton ?" — „Omdat ze te slecht verbinden!"