4ln worat thans officieel bevestigd , dat de generaal "uveuu de Montréal tot generaal en chef van het , CuPatieleger te Bome benoemd is, in plaats van ge aal Gemeau. Te gelijk met dit besluit, behelst de TViltcwr een aantal bevorderingen en benoemingen tot Ij; vau het legioen van eer. Men ontmoet op deze ><• onderscheidene prelaten. e isteren was het gerucht in omloop, dat te Cayennc liel °nstan(^ uitgebroken was en dat de gedeporteerden ]•-, '.Va» dc stad hadden meester gemaakt. Waarschijn'B dit gerucht in allen gevalle overdreven. 0n de departementen worden bestendig berigten r: .' nrJen van overstroomingen, door het wassen der •eren veroorzaakt. 1, arys > 21 Januarij ['s morgens.) Nadere berigten rj, ?st|gcn hetgeen nopens den opstand te Cayenne is ïr e*je(*ec'd. De gouverneur der kolonie is afgezet. Wa te,ï -spoedigste eene versterking van troepen der«arts worden gezonden. Wrff C aafjD'£U-er' hebben aanwijzing bekomen om zich - medC] n(-C 'ICt huweU)k fles keizers, te bepalen tot de 'iel, ce'M,S var» de kennisgeving van den Moniteur en ■jeri Va" allc' zoowel goed-als afkeurende besehouwin' j °ver deze aangelegenheid te onthouden. eeiio prucnt is in o,nloop, dat bij deze gelegenheid jj "ilgemeene amnestie zal uitgevaardigd worden. «taatsT w.il weten aat i" d'! mededeeling aan de groote gen , «c,lame», ta verklaard worden, dat alle poginvo S| i)t^Cn huwelijk met eene prinses, uit eene der óaari I*uizen' schipbreuk hebben geleden en dat n tevens zou herinnerd worden aan het voorbeeld van wijlen den hertog van Orleans, die mede in de keuze van eene echtgenoot, zich alleen door zijne genegenheid heeft laten leiden.
Java-bode : nieuws, handels- en advertentieblad voor Nederlandsch-Indie
- 19-03-1853
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Geen auteursrecht. Er rusten geen rechten meer op dit object.
- Krantentitel
- Java-bode : nieuws, handels- en advertentieblad voor Nederlandsch-Indie
- Datum
- 19-03-1853
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Bruining
- Plaats van uitgave
- Batavia
- PPN
- 044862563
- Verschijningsperiode
- 1852-1957
- Periode gedigitaliseerd
- 1852-1897 / 1949-1957
- Verspreidingsgebied
- Nederlands-Indië / Indonesië
- Herkomst
- KB C 47
- Nummer
- 22
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
FRANKRIJK.
DUITSCHLAND.
Frankfort, 19tfett Januarij. Het bal, door den heer von Mismmrk-SchöHhmusen, tijdelijken voorzitter des bondsdags, ter eerc van den keizerlijk Franschen gezant gegeven, was buitengemeen schitterend. Behalve de leden van het corps diplotuatique, waren mede aanwezig de officieren van het garnizoen on vele andere aanzienlijke personen. — Naar dc motie van het nieuwe Fransche Keizerrijk, zag men op een bal masqué, dat voor eenige dagen in het naburige Hamburg werd gegeven, vele dames met goud- en zilverpoeder in het haar. — Dc beroemde Spaansche danseres donna Pepilla Oliva, die onlangs wegens haar talen', en buitongemeene schoonheid zoo veel opziens te Stuttgari baarde, is bier aangekomen. — Naar men verneemt, beeft de Oostenrijksche regering den wensch geuit, dat de telegrafische linie van Weenen over Munchen, Aschaffenburg en Hanau, tot in het bondspaleis alhier geleid, on weder van daar, zoo veel mogelijk met andere Duitsche hoofdsteden in directe verbinding gebragt zal worden. Even als le Parijs en Berlijn, zullen alsdan de telegrafische draden over de daken der huizen moeten worden geleid. — De Keizerlijk Fransche gezant, die, behalve bij den bondsdag, ook nog bij eenige naburige kleinere Duitsche staten geaccrediteerd is, heeft eergisteren zijne nieuwe geloofsbrieven in eene plegtige audiëntie aan don hertog van Nassau ter hand gesteld. — Wat wij medegedeeld hebben nopens de vertraging, welke het sluiten van het handelsverdrag tusschen Pruissen en Oostenrijk ontmoet, wordt heden van onderscheiden zijden bevestigd. Naar men boort verzekeren, acht men te Berlijn de cisehen van bet kabinet van Weenen te hoog gestemd, om die te kunnen aannemen en vordert eene aanmerkelijke wijziging derzelvo, opgrond , dat zij niet bestaanbaar zijn met de handelsbetrekking tusschen Pruissen en onderscheidene andere staten. In wel onderrigte kringen wil men weten, dat Engeland hierbij de hand mede in het spel heeft, en onderhandsch aan Pruissen allerlei voordeelige aanbiedingen doet, om hetzelve voor een moor vrijzinnig handelatelsel te winnen. Wat hiervan ook zij, dit staat vast, dat er nog veel tijd verloopcn zal. alvorens de tolkwestie op eene bevredigende wijze zal geregeld zijn. In tusschen worden ook de onderhandelingen te Weenen met de gevolmagtigden der geeoalisecrde staten voortgezet, ten einde, indien bot met Pruissen tot. geene schikking mogt komen, het oorspronkelijke plan eener vereeniging met de Zuid-üiiilsebe regeringen tot stand te kunnen brengen. De onderhandelingen te Berlijn worden te geheim gebonden , om daaromtrent iets niet zekerheid te kunnen berigten. — Op last der Badensche regering, wordt professor Gcrvinus schrijver van de bewuste : Inleiding tot de Geschiedenis der 19de eeuw, gerëgtelijk vervolgd, wegens hoog verraad en ophitsing lot omverstoting der constitutionele monarchie. In dit werk wordt de republikein - sche regeringsvorm inderdaad als dv meest rationele aangeprezen, weshalve het werk dan ook overal in Duitsehland niet voorbeeldelooien ijver, door do politie onderdrukt wordt. Dc schrijver, die hoogleeraar aan de Heidelbergsehe Universiteit is, houdt zich thans te Berlijn op, en men is zeer hegeerig te weten, of hij voor de regtbank zal verschijnen. Hij was vroeger een ijverig aanhanger der Gothasche partij. — Langs den geheclen Boven-Bijn is het water bij voortduring wassende. Te Ludwighafen , waar reeds vele schepen, en onder deze onderscheidene stoombooten in de winterhaven liggen, is de scheepvaart nog tamelijk in gang. — Naar men verneemt, zal tusschen den Duitsehen en Zwitsorsehen oever van de Bodenzee, eene telegrafische linie onder water worden aangelegd, door welke Friedrichshafen mot Bomanshorn in verbinding zullen gebragt worden. Berlijn, 20 Januarij. Aan de kamers zal een wetsontwerp worden aangeboden , houdende eene belasting op de spoorwegen. — Men verneemt, dat als maatregel van bezuiniging, een groote gedeelte van de troepen met verlof huiswaarts zal worden gezonden.
MONTENEGRO.
Naar men verneemt. bevinden de Montenegrijnen zich thans in het bezit van eene belangrijke artillerie, die door vreemde manschappen voortreffelijk' bediend wordt. Nopens de wijze, hoe zij zich dit alles verschaft hebben, laat zich niets met zekerheid zeggen. Van hare zijde heeft de Porte vele Albanezen in dienst genomen, maar bet ontbreekt aan gold, hetgeen harp bewegingen zeer belemmert. Om lijd Ie winnen , zou Omar pacha bevel bobben ontvangen, schijnbaar met de Montenegrijuen le onderhandelen. Deze zoeken thans bul]) bij Rusland en Oostenrijk.
HET DUIN.
Jaren en maanden verliepen, zonder dat Valeria het minste teeken van leven der reizigers ontving. Zij was er echter niet over verwonderd. Heetor en Jan toch konden niet schrijven, zoo als wij reeds gezegd hebben en zij waren te trotsch om hunne familiegeheimen aan een vreemde toe te vertrouwen ; dit wist zij. Daarenboven was dc gemeenschap iv dien lijd zeldzaam en moeijelijk, en de broeders konden, te midden der oorlogstooneclen, waarin zij zich bevonden , wel geene gelegenheid gevonden hebben om iets van zich te doen hooren. Dat stilzwijgen vermeerderde dus in niets Valeria's ongerustheid over bet lot harer zoo dierbare betrekkingen, want zij was er op voorbereidt. Haar levensbcstaan was eenzaam en eontoonig. Mark , verpligt zieb gedurig te verwijderen om met zijn helper de kudde te gaan weiden, kwam eerst des avonds te huis. Valeria bleef dus geheele dagen alleen en men moest, even als zij, aan die levenswijze van de jeugd af gewend zijn, om niet door zulk eene onafgebrokene opsluiting tot inensehenhaat le verval len. Die gewelfde kamers, welke enkel door naauwe schietgaten haar licht ontvingen; die donkere gangen in de dikte der muren uitgehouwen, die steile wenteltrappen, welke zich tot in het hoogste gedeelte des torens verhieven ; die koude, zware en vochtige lucht, welke men te Castillac inademde; die doodsstille zoo buiten als binnen het kasteel heerschende, dat alles, zou gewis de jeugdige meisjes onzer dagen eene onoverwinnenlijke vrees hebben ingeboezemd. Maar Valeria's opgeruimde inborst, ofschoon uit de natuur eenigzins tot melaneolie overhellende, lood daaronder niet het minste. Aanhoudend hield zij zich met hare broeders bozig, even als of zij elk oogenblik van den dag terug konden komen. Buitengewoon was bare zorg voor de zindelijkheid hunner kamers; zij werkte aan het verstellen hunner kleedingstukken. het geen hoogst noodig kon zijn , indien zij de beloofde schatten niet medebragten en onder die eenvoudige en vreedzame bezigheden verliep de tijd, zonder dat het scheen, dat zij baren eenzamen toestand bespeurde.
BRITSCH-INDIE.
Por bol koninklijk post-stoomscbip Pa ra na . gisteren te Southampton aangekomen, zijn de postpaketten uil de West-lndiën aangekomen. Be oudste berigten zijn van 2!) December, de jongste vau 3 Januarij. Ook zijn berigten ontvangen van de Westkust van Zuid-Aincrika, door de Bogota te Panama aangebragt. Do Parana beeft voor <£ 160,000 aan goud aangebragt. De gele koorts woedt met groote hevigheid in onderscheidene deelen van West-lndië. Ook op het schip zelf, zijn velen aan die ziekte bezweken , terwijl nog verscheidene manschappen er aan lijden. De Bogota, op hare reis naar Panama, de Lobos der Afuera-eilanden aandoende, vernam men, dat.don vorigen dag aldaar twee Amerikaansche brikkon waren geweest, om guano te laden; zij badden echter niel mogen ankeren , «laar alleenlijk door do Chincha-eilanden guano mogt worden ingenomen. Van Jamaica wordt niets bijzonders gemeld. De hitte was aldaar haast ondragelijk. Ook de berigten uit Britsch-Guyana zijn voor bet buitenland van weinig belang. In weerwil van de menigvuldige regens, genoten de kolonisten eene vrij goode gezondheid.
Kunsten, Wetenschappen, Landbouw, Nijverheid, Land- en Volkenkunde. Eene Electro-Biologische avond-bijeenkomst in de Vreeniging Musis te Batavia.
De avond van den 12den Maart jl. was oen dor merk - waardigsten, dien ik in mijn loven bob bijgewoond.
Altijd ben ik een groot minnaar, een ijverig geloovige van bet ongeloofelijke geweest; de spookvertellingen mijner kinderjaren ; dc versehrikkelijkbedon van Moedor de Gans; de fantastische Duizend en een Nachtvertelling en; de gloeijendste tafcreelen van Romans en Romances ; ik zag ze voor mij . — ik zag ze gebeuren op denzelfden oogenblik . dat ik ze las of hoorde medcdeelen met al bare wonderen en onwaarschijnlijkheden. Maar dat alles was slechts oen spel der verbeelding. Nimmer bad ik gedacht, dat het nog- voor ulijnen leeftijd bewaard zou zijn gebleven , dat ik velen dier wonderen, welke ik tot boden slechts dacht te buis te belmoren in het rijk dor fanlaisie en inspiratie, met bet open , klare nog jn do werkelijkheid ZOU zien. on toch weet ik bel , dat vele lezers aan do waarheid van het volgende zullen twijfelen, wanneer ik het onopgesmukt ga mededeolen . wat ik en zoo velen niet mij op den bewusien avond aanschouwden. De bijeenkomst-zaal van Musis had dien avond een buitengewoon aan/ion. Do spreekstoel was weggeruimd ; de letterkundig* werkzaamlieilen zouden geheel achterwege blijven om ditmaal afgewisseld te worden door de openlegging eener nieuwe ontdekte natuurkracht. bekend onder don naam vau Electro-Biologie , welker ontdekking ons reeds bekend was geworden uit de Europesche Nieuwsbladen on die aldaar, bij hare eerste verschijning, wetenschappelijke en ongeletterde hoofden had doen verbaasd staan en geschokt had. De luitenant ter zee Jbr. Meijer, oen leerling vau den bekenden de Koningh , en oen dor oorsion , die deze wetenschap op Indischen bodem nog zeer onlangs heeft overgebragt, was zoo welwillend geweest gehoor te geven aan de uitnoodiging van oen' zijner vrienden , — lid van Musis , — om eenige proeven dor nieuwe vinding in deze vereeniging lon uitvoer Ie brengen , welke allen met den schitterendste*! uitslag werden bekroond. Een groot aantal gasten, door nieuwsgierigheid en belangstelling getrokken , woonden deze vergadering bij. Drie Europesche militairen van gezond ge» tel en kTachtigen ligehaamshouw hadden zich aangeboden de proeven.te ondergaan. Dc heer X., een der leden van liet gezelschap, kon den lust niet wederstaan persoonlijk in de handelwijze te deelen en voegde zich bij hen , nadat ZEd. de verzekering gegeven was. dat voor een enkelo maal zijne gezondheid geen nadeoligen invloed zou lijden. Al die personen waren don boor ;!ƒ. onbekend en zag hij op dezen stond voor 't eerst. Men stelle zich thans geene onislaglige verzameling, toestellen of kabalislisebe machinerien voor. welke men zoo gaarne aantreft in gooeiielspollen . waar schijnbaar bovennatuurlijkheden worden opgevoerd. Hot eenige voorwerp, dat misschien eenigzins op de handeling van dien avond kon invloed uitoefenen , is een klein niofalen schijfje. Dit wordt de vier personen in de hand gelegd , nadat ze vooraf in een gemakkelijk postuur worden geplaatst, terwijl hunne stoelen met den rug naar de toeschouwers worden gewend. Do heer M. rtoodigt zijne patiënten uit eenigen lijd al bunnen aandacht op het bedoelde schijfje te vestigen en hunne gedachten eenige oogenblikken geen andere rigting te geven. Gedurende dien tijd wordt het gezelschap de grootste stille aanbevolen. Na eenige bewegingen met «ie hand . welke zich vooral tot het voorste gedeelte dor slapen van bet hoofd schijnen te bepalen, verklaart de boor 31.. na weinige minuten , dat de werking op al de vier personen gelukt is en zij zich onder zijn invloed en niagt bevinden. Hun wordt de vrijheid gegeven op te staan en bet gelaat naar de zijde van het gezelschap te wenden. Men zon thans meeneu ze allen in oen snort van slaap te zien , met de oogen gesloten of minstens eenigermate in wezenloozen toestand. Doeb niets van dat alles ; dc gebiologeerden kijken helder en flink . spreken met elkander, ronken een sigaar, terwijl X. zieb onder bel gezelschap mengt en praat als of er niets gebeurd was. zoodat men reeds twijfelt of de eerste bewerking wel waarlijk den ge wensch ten uitslag beeft gehad. Maar zie, nadat de beer 31. twee dor militairen bij het voorhoofd aangeraakt en verzocht beeft hem in de oogen te zien (eene handeling' welke elke proeve voorafging) noodigt hij hen uit elkander de hand te geven. Daarna verzekert hij ze , dat zij die beide niet meer los kunnen laten. Men ziet daarna beide mannen al hunne kracht aanwenden om hunne banden van elkaar te krijgen, doch te vergeefs, tot dat de beer M. bij eene zachte aanraking, bun daartoe de vrijheid geeft en omiddelijk ontsluiten zij zich. Daarna laat bij beiden slechts de uiterste vingertoppen aanraken en ook deze zijn . na alle aangewende moeite, slechts op zijn bevel van elkander te krijgen. Thans volgen een menigte proeven elkander op verrassende wijze op en niet eene mislukt bij de vier personen. Wij slippen de merkwaardigste aan. Een ledige wijnflesch wordt op den grond gesteld en een der gebiologeerden verzocht zo op te lillen. terwijl hem echter vooruit do onmogelijkheid daartoe wordt aangezegd. De man doet wanhopige pogingen ; de flesoli wijkt geen haar breed ; een tweede en derdo dcv gebiologeerden wordt bom tor hulp gegeven. Alle pogingen mislukken, tot dat de beer 1/. eenvoudig zegt : » ii' kunt gij" en twee vingers zijn n-enoefzanm tot datgene, wat zes banden niet vermogten. Een oogenblik later looft de heer M. eene belooning uit aan een der meest krachtigste patiënten , die hem een slag in 't aangezigt zou geven, doch voorspelt hem tevens, dat hij nimmer verder dan op een paar duim afstands het gezigt zou naderen. De man balt zijne vuist ; men ijst op het denkbeeld zoo die slag raak mogt zijn. Krachtig zwaait die gespierde man in 't rond , doch op eens voelt hij, op den gezegden afstand , zieb door eene geheimzinnige kracht weerhouden. Een ander krijgt verlof' op de borst van den heer M. mot zijne vuist toe te stooton , maar wordt tevens aangekondigd , dat hij steeds regts of links zal uitschieten. Do man mikt, doet verscheidene uitvallen, maar stoot immer in het wilde, ofschoon zijne parlij slechts een voetstap van hein verwijderd is. Een derde patiënt, die zich nog zon even vrij en los op zijnen stoel bewoog, wordt uitgenoodigd om op te staan, doch te gelijkertijd bet noodlottige vonnis op nieuw aangekondigd) dat hij hetnietmeer kan. Men ziet den gebiologeerde, altijd bij zijn bewustzijn, alle spierkracht aanwenden om zich op te holpen, doch al zijne leden zijn als verstijfd en weigeren eenige dienst. Na de gewone handbeweging brengt de beer jlf. lid voor lid in leven, tot dat hij eindelijk weer in het vol bezit van het gebruik zijner ledematen is. Dezelfde wordt eerst aangezegd, dat hij staande niet verder kan gaan en de man staat als vastgenageld aan den grond; daarop wordt hem gelast tot op zekere boogie te naderen, niet vrijlating zich daartegen te verzeilen. — Voet voor voet is hij, in weerwil van alle tegeustribbeling, gedwongen aan dien last gevolg te geven. Duiden de medegedeelde proeven misschien meer op de magt, die dc bioloog op de physieke kracht des gebiologeerden uitoefent, niet minder treilend zijn de volgende daden, welke oogenschijnpjk moor mot bet zielsleven, althans zeer miauw met de zintuigen in verband staan. Aan een der gebiologeerden wordt zijn eigen witten zakdoek voorgehouden. Achtereenvolgend verandert dezelfde doek voor zijn oog in roode en witte kleuren , tot dat hij ze eindelijk in die der nederlandsche vlag meent vereenigd le zien. Dc heer M. vraagt aan een der gebioligeerden diens naam. Hij heette Brouwer. Een oogenblik daarna verzocht hij hem dien naam uittespreken, terwijl hij het hem te gelijkertijd verbiedt. De mond des patients is verstomd on gesloten ; alle pogingen om zijn eigen naam uittedrukken mislukken. Daarna verzekert hein de heer M. dat hij Gemlie heet en die 't hem zegt Brouwer. De patiënt stemt het toe en op dc herhaalde vraag ■ boe hij beet ? noemt bij den vreemden naam eu spreekt den heer M. met zijn eigen naam aan. In eenig opzigt aandoenlijk was, de toen volgend;* proef. De beer Jl. neemt oen der gebiologeerden in don arm en vraagt waar hij van daan is ? Hoven Haarlem is hot antwoord. Zie om u, gij zijt op de groote markt, en daar is het Kostersbeeld eu daar de kerk eu de heer Jlf. noemt hem nog andere bijzonderheden, welke in de omgeving liggen. De gebiologeerde bekent niet alleen, dat hij dit alles duidelijk ziet, maar zijn gansch gelaat glanst zigtbair van vreugde en blijdschap, nu hij zich op eenmaal te midden van al die welbekende plaatsen ziet wcggelooverd. Hij waant er in te wandelen, oude vrienden te zien, tot dat de hand van zijn geleider hein den gehcimzinnigen schouderklap geeft en de gelukkige met een pijnlijk gelaat uit zijnen schoenen droom ontwaakt, maar toch nog blijft rondblikken om bet verlorene opnieuw te aanschouwen. Van vrolijker aard was een andere proef. Een der gebiologeerden, een gewone kanonnier, wordt gevraagd of bij gaarne onderoHicier wenschte te zijn ? Het antwoord is natuurlijk toestemmend. De heer Jlf. , wijst, na de geheime aanraking, hem op zijne mouw, laat hem duidelijk dc streep zien en overtuigt hem zondereenige moeite van zijne hoogere waardigheid, die de patiënt dankbaar erkent, ofschoon hij op hetzelfde oogenblik zijne verbazing over die plotselinge promotie ongekunsteld te kennen geeft. De heer 31. geleidt hem thans voor zijne kompagnie en gelast hem appel te houden. De gebiologeerde geeft bet naive antwoord, dat hij zijn appelboekje vergeten beeft. Dit bezwaar met een woord uit den weg geruimd zijnde, maakt bij eerst eenige aanmerkingen op het tenue van eenige manschappen, die zijn geleider hem aanduidt en doet daarna niet luide stemme zijne konunando's, (ol dat de tooverklap op den rug hem eensklaps voor zijne manschappen, de ge/.a-melijke toeschouwers laat zien, waarvoor hij niet open oogen staat, terwijl hij een blik van teleurstelling werpt op den arm. waarvan de ondcroiliciersstreep verdwenen is. Onbegrijpelijk snel waren de overgangen van de eene tot de andere handeling. Dezelfde man, die een minuut geleden zijne fiksche militaire kommando's geeft, wordt onmiddelijk daarna gekommandeerd een baker te zijn. Een rolkussen wordt hem in den arm gegeven en hem den last opgedragen het gewaande kind te bakeren. !'.iet dc meeste zorg en omzigtigheid ziet men hem zulks volbrengen ; speld voor speld van de tafel nemen, die er niet lagen en bet kind in slaap wiegen, tot dat de handklap des bioluogs hem bij zijn bewustzijn brengten hij zelfs hartelijk lacht over bef. potsierlijke zijner zoo even gepleegde handeling. De heer 31. neemt een ander patiënt onder den arm, en beduidt hem, dat de grond waarop hij wandelt een ijslaag is. Onmiddelijk ziet men de gebiologeerde met de meeste behoedzaamheid en met angst om uit te glijden de voeten bewegen ; hij wijst op een plek, die hij ontwijkt, zeggende dat daar een bijt ligt. De heer 31. leidt hem eenige schreden verder, laat hem een hoop sneeuw zien en noodigt hem uit sneeuwballen te maken. Met beide handen zamelt en pakt de gebiologeerde dt; sneeuw van den ellen grond, werpt de gemaakte bailen met de de vlugheid vau een hollandschen schooljongen hem toe en staat als verpletterd, toen een oogenblik daarna één woord van den heer 31. hem in eene indische warme kamer terugvoert.
Zoo wisselde de eene verrassende proef weder de andere af. Het opmerkelijkste was, dat zoodra dc gebiologeerde zich buiten de dadelijke bewaking van den bioloog bevond, hij zich zelven geheel meester was. Alleen waren zijne blikken onophoudelijk naar zijnen magthebber gerigt. Doch overigens sprak en deed hij als ieder ander in het gezelschap. Dit ging zelfs zoo ver, dat de hoer X, die zich den ganschen avond in dien toestand bevond, ecu oogenblik weigerde om geloof te hechten, dat de proeven, die hij op de stadere gebiologeerden zag gelukken bij hem moesten falen, indien hij zich met al zijn wil daartegen verzette. De heer M bet tegendeel verzekerende, bood hem een glas water aan, dat hij in de band zou houden. In een seconde tijd liet bij hem uit betzelfde glas bier, rooden en rijnwijn achtereenvolgend proeven, terwijl de gebiologeerde bekende al de dranken volkomen te smaken, toen de handklap hem de overtuiging gaf, dat hij nog immer hetzelfde glas met water van zoo even in de hand bad. De zonderlinge beerschappij over de smaak vertoonde zich allermerkwaardigst in bet eten van europesche vruchten van een ledig bord. Men zag den gebiologeerde de peren en appelen met een nies schellen en snijden, de stelen en pillen der kersen op de natuurlijkste wijze ter zijde leggen, ja zelfs met deze laatsten tusschen duim en vinger, op de bekende wijze, onder het gezelschap mikken en werpen. Opmerkelijk was het eindelijk, dat dc personen , ook nadat zij in hun normalen toestand waren teruggekeerd , nog eenige oogenblikken lang dc waarachtige smaak der in de verbeelding gegetene vruchten proefden en zij onwillekeurig den mond afveegden. INog verder zou ik de lijst kunnen uitbreiden van de verwonderlijke verschijnselen, die veler oog op dezen avond aanschouwden. Ik hoop echter genoegzaam mijn doel bereikt te hebben, om namelijk menig ingezetene dezer gewesten, die nog niet van nabij getuige mogt zijn, iets meer uitvoerigs omtrent dc uitwerking dezer nieuw ontdekte natuurkracht mede te deelen , dan hij tot nu toe hier en daar in de dagbladen kon opvangen. Het mag evenwel niet verzwegen worden, dat de heer jhr. 31eijnr het belangwekkende van dezen avond niet weinig verhoogde, door de hoogst eenvoudige en tevens geestige wijze, waarop bij de verschillende proeven bestuurde en afwisselde, liet was hem aan te zien, dat bet niet in zijne bedoeling lag enkel goochelaarskunstjes en aardigheden voor te dragen, maar wel te handelen als wetenschappelijk man, doordrongen van den ernst en de belangrijkheid der zaak, welke hij voor een opgetogen gezelschap bloot lag. Een sprekend indrukwekkend oog; eene krachtige beslissende stem, eene ige wijze vun willen en handelen, maken hem misschien boven vele anderen, die hein reeds in den gang zijner wetenschap in menigte navolgen en nog trachten na te volgen, uitnemend voor zijne taak geschikt. Na deze eenvoudige blootleg-ging van daadzaken, onthemde ik van alle beschouwingen , waartoe het onderwerp zoo rijkelijk aanleiding kan geven. Honderden vragen zouden er te doen zijn, De beantwoording van velen ligt misschien niet binnen het bereik van mannelijk verstand. Slechts eene enkele: Wat blijft erover van 's mensehen hooggeroemde vrijheid in willen en werken , wanneer men na eenige korte voorafgaande bewerking, ligchaam en geest vanden eenen individu zoo gansehelijk onder de magt dos anderen ziet brengen , dat de zoo even nog levende en denkende vorm, een oogenblik later een cadaver gelijkt? En wat zullen de gevolgen worden , indien deze wetenschap, welke onze vaderen geheel vreemd schijnt geweest te zijn en ons nog slechts in bare geboorte wordt aangeboden, — door denkende hoofden verder bewerkt en ten volle toepasselijk wordt gebragt in het dagelijks leven , gelijk zoo vele nieuwe reusachtige vindingen van onzen leeftijd , waarop de negentiende eeuw vol mirakelen hoogen roem draagt ? Batavia, 17 3laart 1858. Een Musis-lid.