Londen, 18 Febr. Het lijk van den heer John Sadleir , ierseh vertegenwoordiger in het Parlement, is gisteren op de Hamsteadhoogten gevonden. Reeds lang was de ziel het ligchaam ontvloden, en men denkt dat de overledene een zelfmoord heeft begaan : althans de omstandigheden , waarin hij verkeerde, wettigen dit vermoeden.
— De hertog van Norfolk, Premier Duke andEarl of England, is plotseling overleden. De tegenwoordige graaf Arundel en Surrey erft den titel en de goederen. Voor eenigen tijd verliet de overleden hertog de roomsche kerk en omhelsde het protestantisme , terwijl zijn zoon. Henry Granville Fitz Allan Howard , de tegenwoordige hertog van Norfolk, ultra katholiek bleef. De grafelijke waardigheid van Arundel dagieekent van de 17de eeuw en de hertogelijke rang van Norfolk van de 15de eeuw. Uit het huis van Norfolk en Arundel sproten de Howards. De overleden hertog huwde in 1814 de jongste dochter van den hertog van Sutherland, en zijne jongste dochter is de echtgenoot van sir Edmund Lyons. — Te Sligo in lerland heeft eene nieuwe poging tot nioord plaats gehad. De beer Lemon Armstrong, een aanzienlijk inwoner van het graafschap Leitrim, ontging een kogel in de dij. Twee broeders , die den Moordaanslag pleegden, zijn gevat. De heer Armstrong 's buiten gevaar. — De Morning Post ziet met leedwezen de goede verstandhouding, die thans tusschen Oostenrijk en Frankrijk schijnt te bestaan. Het besluit van keizer Frans Jozef, om aan een der cavalerie-regementen van zijn leger den naam Napoleon 111 te geven , en de op de te Weeren gehouden banketten uigebragte toasten op de fransch oostenrijksche vriendschap, verontrusten het engelsche blad in hooge mate. De Mom. Post gaat *elfs zoo ver , te zeggen , dat Engeland wel er toe zou kunnen besluiten om zich met Sardinië en Turkije te verstaan , ten einde gezamenlijk wederstand te bieden Mn den gemeenschappelijken invloed van Parijs en Weenen. Londen, 20 Febr. De vernietiging van het fort Ni- Colaas door de Franschen heeft op . Febr. plaats gehad, en de engelsche bevelhebber doet het berigt daarvan vergezeld gaan van eene beschrijving van het weder, de uitwerking van de zou op den rook, het tooneel van verwoesting ent. De brieven uit Sebaslopol roemen niet bijzonder over de hartelijkheid der entente cordiale tusschen de engelsche en fransche soldaten. Zoo als men weet, waren de eerster, zeer gebelgd over het opritten van een fransch koffijhuis, le Redan genaamd, nie^het opschrift; Les Anglais n'entient pasici. De officieren z'jn verphgt geweest tusschen heide te treden, teneinde te verhoeden dat de manschappen handgemeen wierden Londen 21 Febr. De Times bevat een overzigt van de engelsche legerkrachten, die hij, met inbegrip van 127,000 man militie. 1 500 vrijwilligers en 8 470 arbeiders en werklieden, op 240,000 man brengt, waarbij 250 000 man gevoegd worden voor lndië, bedragende te zamen 670 000. INa aftrek der kosten, die de oostindische compagnie draagt, heeft het Huis der Gemeenten te voorzien in die voor 391,000 man waarvoor het d_ 15,600.000 vraagt, of 37,10 (f 450 per man behalve <£ 11,000,000 soldij, zoodat ieder man óp of op ƒ 535 'sjaars te staan komt. Voor korting ten gevolge van slecht gedrag, is _£ 35.000 gesteld doch voor betaling als belooning van goed gedrag £ 92,300
— Voor het zoogenaamde Nightingale fonds is reeds c€ 15,000 bijeengebragt. Het doel is, een hospitaal te vestigen, waarin ziekenverzorgsters zullen opgeleid worden. Miss Nightingale heeft tot raadgevers gekozen lord Ellesmere, den heer Sidney Herbert, kolonel Jebb, sir John M'Neil, den deken van Hereford, den heer Braeebridge, en tevens drie geneesheeren : sir Jaraes en den heer Bowring.
— De valschheid in geschriften door den heer Sad'eir. parlementslid voor Sligo, die zich 11. Zondag ver- Ipltigde met extract van amandelolie, gepleegd, loopt over een bedrag van <£ 1.000 000 (twaalf millioen hol■andsch). Daaronder zijn 50,000 zweedsche spoorweg"andcelen a jL 5 ieder, nagemaakt, en verscheidene overdragteu van gnedcren met nagemaakte handschriften, van de beambten in het hypotheek-bureau van lerland. Men kent nog niet alle bijzonderheden, en deze onzekerheid haart groote onrust in de City, alsmede in sommige plaatsen op het platteland, waarover zich het bedrog uitgestrekt heeft.
"ENGELAND.". "Java-bode : nieuws, handels- en advertentieblad voor Nederlandsch-Indie". Batavia, 1856/05/17 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010482926:mpeg21:p005
"Java-bode : nieuws, handels- en advertentieblad voor Nederlandsch-Indie". Batavia, 1856/05/17 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010482926:mpeg21:p005
Mons (Bergen) 20 Februarij. Gisteren morgen ten Bart 11 ure had hier een ongeluk plaats, geheel het gevolg der onvoorzigtigheid van deszelfs slagtofler. Zekere houthakker. Casimir genaamd, 64 jaren oud, wilde m het gezigt van een aankomenden trein den spoorweg ''versteken, doch werd door de machine bereikt en op "e rails geworpen. Onmiddelijk was hij dood, zijnde Min linkerbeen door de locomotief en vier daarop volgende met handelswaren geladen waggons, geheel ver-
\IJraiv:erPenJ } Mnart- Gisteren in den morgen ten ip Vf ur,>' nad er ," de steenkolenmijn van Marchaye » Flemalle, eene ontploffing plaats. Het waterstofgaz M in eene der uitgravingen van de holle laag, op c"e diepte van 254 meters, ontvlamd. gel„en gedeelte der werklieden, wier nachttaak was afh Jl""' Bin^en m den, °P»aalhak naar boven, toen «"o-Se BeWeldise" SC ° ' Ct gevol« der ontploffing, de df'iddeliJk daalden die moedige mannen weder in heil '!'e en hegaven zich naar de plaats van het onmen' a,.aap "j verscheidene gekwetsten te hulp kwa' "'e zich op den rol weg bevonden. Ten vijf ure klom ook de directeur Dubois met verscheidene andere mijnwerkers af en vond nog meerdere gewonden. Vervolgens werden acht lijken naar boven gebragt. Omstreeks middag, is de ingenieur der mijnen Mueseler, die, zoodra hij kennis van het ongeval had gekregen, zich derwaarts begeven had, vergezeld van den directeur en de oppermijnwerker van de steenkolenmijnen van Coquerell, in de mijn afgedaald. Hij heeft tot de plaats der instorting kunnen doordringen, achter welke zich nog 14 of 15 mijnwerkers bevonden, wier dood ongetwijfeld onvermijdelijk is. Ten 8 ure steeg hij weder naar boven, na verschillende middelen van voorzorg aangewezen te hebben, om de gevaarlijkste punten te stutten en de instortingen over te klimmen met het doel om die ongelukkigen te hereiken. Het getal der dooden bedraagt 25 tot 28, dat der gekwetsten 10.
De oorzaak van dit ongeluk is nog onbekend. Men zegt dat een mijnwerker, zelven het slagtoffer zijner ouvoorzigtigheid geworden, een stuk van een rots, in strijd met de door hem verkregen voorschriften, door middel van buskruid zou hebben doen springen.
— De regtbank te Leuven heeft een zeer zeldzaam misdrijf gevonnisd, hetwelk men wel geregtigd is streng te straffen, uithoofde der geraakkelijkheid, welke de handelsovereenkomsten aanbieden, om misbruik te maken van de goede trouw, waaraan men verpligt is dagelijks zijne belangen toe te vertrouwen. De bediende van een bankier in Thienen, vervoegde zich tot de echte lieden Perpeet, handelaren te Leuven, om het bedrag eener acceptatie, reeds vooraf, zooals zulks gebruikelijk is, voor voldaan geteekend, te ontvangen. De schuldenaars niet geheel dat bedrag kunnende afdoen, deden de bediende voorstellen, welke hij niet vermogt aan te nemen, waarna hij het huis verliet, het aldus geteekende schuldbewijs vergetende. Ten gevolge hiervan werd er bij de schuldenaars onderzoek gedaan om te weten, wat er van het verloren schuldbewijs geworden was, doch zij antwoordden, dat zij het aan een hun onbekenden persoon badden voldaan en gevolgelijk de bankier niets meer van hen te vorderen had. Deze bewering maakte voor de justitie geen opgang en werd door verschil|ende omstandigheden en ter regtsgeding uitkomende daadzaken. tegengesproken en de beschuldigden werden den 20 Februarij veroordeeld tot twee. jaren gevangenisstraf ter zake van bedriegelijke aanhouding van het bedoeld schuldbewijs. Ue Progres d'Ypres deelt de noodlottige overeenstemming van het overlijden van vier door de kinderpokken aangetaste personen mede. Drie of vier weken geleden bevonden zij zjcll a||e vier in de herberg la ISasoule, buiten de Meenensche poort, en speelden kaart, toen eensklaps een kind, lijdende aan de kinderpokken ui eene ijlende koorts de drinkzaal kwam invliegen. Unze vier spelers werde,, getroffen door het zien van dien kleinen ongelukkige, dien men trouwens weder dadelijk naar het bed bragt, waaraan hij ontsnapt was. De eerste indruk vervlogen, zoo dachten zij niet meer aan dit voorval, toen een;ge dagen later een hunner door de kinderpokken werd aangetast en daaraan overleed; een tweede bevond zich weldra in hetzelfde geval met het eigen noodlottig gevolg. De derde werd op zijne hcurt getroffen en onderging hetzelfde lot als de vorigen. Lindelijk overleed op gisteren avond de vierde kaartspeler aan dezelfde ziekte.
"BELGIE.". "Java-bode : nieuws, handels- en advertentieblad voor Nederlandsch-Indie". Batavia, 1856/05/17 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010482926:mpeg21:p005
Dezer dagen , zegt het Journal de V Yonne, moest eene vrij aanstootelijke zaak voor de assises van dit departement behandeld worden. Al de dames ter dier plaatse hadden zich naar de gehoorzaal begeven. De voorzitter, al die toiletten ontwarende, riep haar toe: ' .e. a her tegenwoordig zijnde personen kennen waar- den aard niet van het regtsgeding, dat begonnen zal worden ; ik noodig daarom alle eerbare aan T" U,t'de zaal te verlaten." Geen enkele voldeed an die uitnoodiging. .Deurwaarders!" riep daarop 70n7, ier 'nu alle eerbare vrouwen vertrokken zijn, zoo jaag de anderen weg." ParÜs ,12 Febr. De keizer heeft gisteren de Zoua<.arnJ ln deffarde >" oogenschouw genomen. In de klI-VÜ SS,eden in de omstreken van deze hoofdstad, tendf ,rnen,sterk over deze soldaten. Zij zijn uitmun- Krijgsheden , maar ook onverdragelijke naburen. nie^iwï .'• lis/cbr- Dr Engelsche dagbladen bevatten "te vlr >^onderneden over de"*""*o_p der acht'grootboot ZIT*? Van de ••>lge"im,.En-elSehe schroef-sloom- KansehT8 BPPS V,K,r .» va" eene Engelscheis dat d raaatM*aPP<>- B« belangrijk*te in deze zaak om v,l I'raohrtiSe schroef «toon,booten bestemd zijn \kLsZ * * hCt Jou"ial dn lla.-rc, de vaart op de Inuu u^T" H°nder F'a"schV,a& te hervatten, zul- Unde z.j van Havre uitgaan •> Kaap de Goede Hoop, Cale,,?, T ' Ce,l"n • Maur!U,ÏS «■ «.'dras aandoen vertrek' n'terste Plaa'S ,hi""er. "^raming zijn. Bij gkren teru&kürast iullen z« le Southampton aan-
■tnn!2 V°tgt h,erb'J • dat deM groole onderneming bestuurd zal worden door een gemengd comm.tlé. te za'nuigesteld uit de gewigtigste mannen der beide natiën, «._,„ƒ "£ °P de n,eeSt vonu ''l,|,"'sto w-*e- voor Engeland en frankrijk zullen beheeren.
Parijs, 16 Febr. Vernemende dat de zitting der kamers met voor den gden Maart geopend zoude worden , „, stede van den 23sten Februarij . zoo ontstond overal de hoop, dat de keizer in zijne aan ak het sluiten des vredes zou aankondigen. Thans is die hoon als het ware een stellig iets geworden, alzoo de keizer aan den heer Troplong gezegd heeft en deze het overal openlijk herhaalt, dat hij verwacht dat de vredesprehminairen voor den 3 Maart geteekend zullen zijn. Overigens zijn er eenige andere verschijnselen vandien aard, dat zij die hoop nog doen toenemen. De generaal Bosquet en de kolonel Gault van het 46ste, maakten toebereidselen om, met het einde dezer maand, weder naar de Krim te vertrekken, doch zij hebben bevel gekregen, die te staken en voorloopig te Parijs te blijven. De heer Launay, redacteur van den Moniteur, die mede naar de Levant moest vertrekken heeft denzelfden last ontvangen en blijft nu alhier wonen.
— De debatten van het regtsgeding Jawzinski, veroordeeld wegens het toebrengen van slagen aan den generaal Zamoiski, leveren slechts een zwak denkbeeld op van al de harrewarrerijen en verdeeldheid, in den boezem der Poolsche emigratie, die evenwel zeer hoog opgeeft van het herstel en de eenheid van Polen. Onmogelijk is het voor de Poolsche officieren geweest om in het Engclsch-Poolsch legioen, thans in de Levant in de grootste ongebondenheid verkeerende, te dienen. De meeste hunner zijn naar Frankrijk en Engeland moeten terugkeeren en de dreigementen tegen den generaal Zamoiski en prins Adam Chartoriski zijn thans zoo geweldig, dat die beide personen de bescherming der Parijsche politie hebben moeten inroepen.
Parijs, 22 Febr. Dezer dagen heeft zich in deze hoofdstad eene maatschappij gevormd, den titel voerende van Maatschappij van Letterkundige-, Wetenschappelijke en Kunst-Vereeniging. Haar voornaamste doel is om eene uitgestrekte openbaarheid te schenken aan alle goede werken, van welken aard ook, wier handschriften haar door de schrijvers te Parijs en vooral uit de provinciën zullen worden toevertrouwd. Deze handschriften, eenmaal door het comité van onderzoek der Maatschappij aangenomen , zoo belast zij zich met al de kosten der uitgave, openbaarmaking en verspreiding van het werk. Men noemt als leden dier Maatschappij de HH. A. Dumas , I. Janin . Mèry , Viennot, Achille, Jubinal, Adolphe . Adam Halevry, Castil Blaze, Alberic de tweede, Molé-Gentilhomme , enz. enz. — Men schrijft van Parijs: Een der gewigtigste vraagpunten , wier beslissing in het congres zal moeten plaats grijpen , is de bezetting van Turkije door de verbondene mogendheden . eene bezetting die vereischt zal worden en noodzakelijk gemaakt door de hervormingen , welke de Turksche regering besloten heeft in dat rijk in te voeren. Die hervormingen zullen voorzeker zoo veledweepzieke hartstogten opwekken, dat het Ottomannische gouvernement ze niet zonder de hulp dier mogendheden zal kunnen bedwingen. Niet te Constantinopel is die weerstand te vreezen , maar in de provinciën van het rijk zal hij ontzaggelijk zijn. Dan dat is niet alles. Die mogendheden zullen nog een daad van regtvaardigheid omtrent Turkije te vervullen hebben. Men doelt hier op het herzien der verdragen tusschen Turkije en vreemde mogendheden, gesloten in ver verloopen tijdstippen. Bij die verdragen kende Turkije aan die mogendheden, ten behoeve hunner in het Ottomanische keizerrijk gevestigde onderdanen, voorregten en uitzonderende vrijheden toe, die hun verblijf, handel en nijverheid begunstigden en hen buiten het bereik der wetten van het land stelden. Dit vraagstuk is zeer ingewikkeld, doch de herziening is noodzakelijk. — De Vexin deelt het volgende voorval mede , voor welks waarheid zij instaat : In de afgeloopene week ontmoette een jong meisje, dat het werkloon voor eenigen door haar gemaakte kanten had ontvangen , in een bosch in de omstreken van St. Gemier (Oise) een man, wien waarschijnlijk die omstandigheid bekend was, want hij vroeg haar haar geld af. Zij mogt ontkennen zoo veel zij kon, toch moest zij de 20 fr., die zij ontvangen had , afgeven. De dief verwijderde zich en zij vervolgde haar weg, innig aangedaan door die ongelukkige gebeurtenis. Nog was zij het bosch niet uit of zij ontmoette een tweeden persoon, die, gelijk den eerste, haar weg versperde en haar mede haar geld afvroeg. • Helaas !" antwoordde zij , ■ik heb geen geld; ik ben zoo even aangehouden en een man heeft mij alles ontnomen." — Zoudt gij dien man herkennen? vroeg de dief. — 0 , ja !" hernam het meisje; »ik heb hem goed aangekeken, terwijl hij mij bestal." Op die woorden, wierp de tweede dief zich op haar, gooide haar op den grond en sneed haar de tong uit, ten einde zij niets zou kunnen verklappen. Drie uren daarna was het meisje een lijk. Parijs, 25 Febr. Er bestaat naar het schijnt, een zekere onrust in Lombardije en de pauselijke staten en de laatste, door de verschillende Italiaansche legatien ontvangen, berigten toonen aan, dat de staatkundige uitgewekenen der verschillendo landen van Europa daaraan niet vreemd zijn. Ongetwijfeld is het hier aan toe te schrijven, dat die onzer uitgewekenen, wien de regering tijdelijke vergunningen had uitgereikt tot terugkeer in Frankrijk, die vergunningen hebben zien intrekken en bevel ontvangen weder over de grenzen terug te gaan. — De Fransche Controle verhaalt den volgenden trek uit het leven van den beer de Bourqueney, Frankrijks vertegenwoordiger bij het congres te Parijs: »De heer de Bourqueney was sedert weinige dagen te Blois van Constantinopel terug, toen te Parijs de verschrikkelijke opstand van 24 Junij 1848 uitbrak." •Op alle nationale gardes in Frankrijk werd een beroep gedaan eu van alle kanten beantwoordde men daaraan met geestdrift. De rust was verstoord . Parijs in gevaar en ieder had slechts ooren voor het algemeen belang; de prinsen van Cbalais , de markies van Osbraye vertrokken met hunne compagnien. De heer de Bourqueney had onmiddelijk onder de garde nationale van Blois plaats genomen , even gelijk de Assas en de d'Auvergnes dit gedaan hadden. Hij bevond zich onder de moedige mannen , die de hoofdstad onder het bevel van den commandant Berthier ter hulpe snelden. Op zijn eenvoudigen uniform van grenadier der nationale garde schitterde de ster van groot officier van het legioen van eer. Men merkte hem op, dat dit versiersel in dezen barricaden en straatoorlog, waarin men man tegen man vocht, tot mikpunt kon strekken en het onvoorzigtig was dit te blijven dragen." •Indien die ster," antwoordde de moedige diplomaat, .een mikpunt wordt voor onze vijanden , voor mij is het eene eerepunt die op mijn borst in het oogenblik van gevaar te behouden." En zij bleef er op gedurende al die verschrikkelijke dagen. — Men schrijft aan den Précurseur van Antwerpen uit Parijs 28 Februarij: Terwijl de zwaarwiglige belangen over vrede en oorlog in deze hoofdstad besproken worden en aller aandacht zich daarop geheel gevestigd heeft, houdt uien zich in de salons der legitimisten , orleanisten of liever fusionisten bezig met — Waarmede r" denkt gij. Met het redetwisten over het vraagstuk of de graaf van Cliambord als vlag, de witte of do driekleurige, moet aannemen. In weerwil van den middenweg, dien de heer Sauzet , oud voorzitter der kamer van afgevaardigden voor TB4B , heeft voorgesteld te kiezen, hierin bestaande, dat die graaf de driekleurige vlag met leliën bezaaid, zoude aannemen, kunnen de fusionisten het toch maar in het geheel niet over dit in hun oog zoo gewigtig onderwerp eens worden.
"FRANKRIJK.". "Java-bode : nieuws, handels- en advertentieblad voor Nederlandsch-Indie". Batavia, 1856/05/17 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010482926:mpeg21:p005