b ". Verdrag tusschen de Ver. Stat.n en Japan. WASHINGTON, 28 Nov. Niettegenstaande er b tc2--ringszijde over gezwegen wordt, is een , |r°uwbare mededeeling ontvangen betreffende j 'ot stand komen van een verdrag tusschen l| " -n Amerika. Dit verdrag, van zeer groot atlg, ls gebaseerd op het denkbeeld van de ordering en verdediging der vrije en vreed
De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad
- 28-11-1908
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad
- Datum
- 28-11-1908
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Gebr. Verhoeven
- Plaats van uitgave
- 's-Hertogenbosch
- PPN
- 832688045
- Verschijningsperiode
- 1845-1959
- Periode gedigitaliseerd
- 1845 t/m 1959
- Verspreidingsgebied
- Landelijk
- Herkomst
- KB C 236
- Nummer
- 18621
- Toegevoegd in Delpher
- 20-11-2013
TELEGRAMMEN.
De moordzaak-Steinheil.
ARIJS, 28 Nov. De ongenoemde persoon, ter -ie* Van wien mevrouw Steinheil verklaard heeft, don te w'"ca rechtvaardigen, is thans geinterviewd _ °r den „Matin". [De .Matin" weet dus wie die Wc_?0n is- H,;e{t cic oude keukenmeid Maiiette ail " reeds geklapt ? Red.] Hij verklaarde daarbij V(^ betrekkingen met mevrouw Steinheil reeds lev de nl'suaacl te hebben verbroken, en zeide y,-2ns> dat die daad hem zeer verdacht voorkwam, Hl t Inevtouw Steinheil hem eens gezegd had, dat J J*-e personen haatte in haar leven: haar man list ar lnoeder [welk een aischuweiijke bekentelj • Red.] en er over gesproken had te willen Per ' "adat Z'J zictl had laten scneiderl- Dezelfde »lu°Pn verk aarde tevens, dat mevrouw Steinheil 5 hetsekkingen ontkent met wijlen Félix Faure.
We eventueel later ontvangen Telegrammen Qüer Laatste Berichten.)
Amsterdam, 28 Nov. De Fransche kerken en Priesters na de Scheidingswet.
...~s rechtspositie van de Fransche geeste-kheic. na de Scheidingswet heeft reeds tot ' Van moeilijkheden en processen aanleiding * geven. Voortdurend treffen wij in de Franle bladen rechterlijke uitspraken aan, welke sissen in geschillen, gerezen tusschen den 'oor en den burgemeester of den prefect. de meeste gevallen wordt de eerste in het Sf% gesteld. ~ ue rechtspositie van de Fransche geeste- J sneid betrekkelijk de kerk en de uitoefening n den eeredienst zou heel wat duidelijker schreven en minder onzeker zijn, wanneer Paus de Scheidingswet van 1905aangetft-n en verlof had gegeven tot het oprichvan de veelbesproken associations tue 11 e s (Vereeniging voor den eereensi). Om te weten, welke rechten (?) de s'oor kan doen gelden, had men dan slechts v artikelen dezer wet na te slaan. Na de _ rw-rping van de Scheidingswet en de Ver'Singen voor den eeredienst door Rome, we. j - hareonvereenigbaarheid met degoddelijke lchting en onafhankelijkheid der Kerk, was . re-htspositie van de Fransche geestelijkheid ~,e' bij de wet geregeld. De artikelen der , eidingswet, welke de kerkelijke reglemenv ting bevatten, veronderstelden het bestaan <.n de associations cultuelles; nu ri e niet opgericht werden, verviel meteen t basis, waarop de wettelijke bepalingen *e|tond waren. an dezen verwarden toestand trachtte de jj. gever een einde te maken door het inls,nen van nieuwe wetsontwerpen, welke e^ ening hielden met het ontbreken van Ver'B'tigen voor den eeredienst. ge e eigenlijke Scheidingswet van 19Q5 werd v °'gd door twee aanvullende wetten, die 1-ua"^ en Januari 1907 en van 13 April t 6 ' meer bijzonder ten doel hebbend vast Va stell-n, welke instellingen de rechten » de ontbrekende associationscul" e 11 •e s moeten overnemen en hoe iv de *Qu oze rechtspositie van de geestelijken ya worden voorzien. Maar men begrijpt _e, 2elr. dat dergelijke aanvullende parti- Sch .regelingen, aie in het kader van de tetl eidingswet goedschiks-kwaadschiks moessa Passen, voor de eenheid, den logischen he.e]enhang en de duidelijkheid van de ge-3), wet niet bevorderlijk zijn geweest. Gelijk tije laPWerk op wetgevend gebied, gaf de to_ e regleraenteering oorzaak of aanleiding d.o allerlei twijfels en moeilijkheden, welke -, den rechter moesten opgelost worden 'e-k eli-k evenwel begint juist door die Ver. en van rechterlijke beslissingen, in zootr.i(. deze eensluidend zijn en scherpe lijnen h0p en> meer vastheid te komen in den eerst en D.°os verwarden rechtstoestand van kerken lic, esteTS. Wist men eerst in vele gevallen Sevo]Waaraan0]Waaraan zich te houden> thans valt, ten d.e. Se van zekere continuïteit in de uitspraken te JLchterlPe macht, een wetsverklaring aan ~tip IJZen> welke op de voornaamste punten »ö-!°lcloende rechtszekerheid schept. *orèsC. la condition du prêtre dans I'église les lois de la séparation" ltiidt de titel van een zeer belangwekkend boekje, waarin door F. de Vallaveille de rechterlijke beslissingen, omtrent den rechtstoestand van de Fransche geestelijkheid met betrekking tot de kerken en den eeredienst, zijn verzameld en toegelicht. Mgr. De Cabrières, bisschop van Monpellier, voorzag dit geschrift van een inleiding en druk'e aldus op Vallaveille's juridisch-keikelijke uiteenzetting het cachet van vertrouwbaarheid.
Sinds de wet van 1908 behooren alle gebouwen, welke bestemd zijn voor den eeiedienst of godsdienstige oefeningen — zoowel van de Jodep en de Protesianten als vau de Katholieken — aan den Staat, het Depaitement of de Gemeente. Hiervan zijn alleen uitgezonderd die zeer zeldzame kerken, kapellen enz., weike bijtijds door particulieren onder geldige rechtstitels werden opgevorderd als hun persoonlijk eigendom. Of een kerkelijk gebouw behooit aan den Staat, het Departement of de Gemeente, hangt af van de vroegere bezitters. Alle kerken, welke van voor het Concordaat dateeren, zijn gebleven in-de handen van degenen, die ze vroeger volgens de wet van 18 Germinal an X hee 11 e n le bezitten (van den Slaat, de Departementen of de Gemeenten), terwijl de na het Concordaat gebouwde tempels alle aan de Gemeente gekomen zijn.
Volgens de wet hebben de Katholieken dus alle rechtsaanspraken op het eigendom der kerken verloren, maar hierom kan men niet zeggen, dat zij alle rechten op hunne kerken verloren hebben. Een hoofdbeginsel van de wet van TÖOj was, dat alleen de Katholieken het gebruik van hunne kerken zouden genieten en volgens de wet van 1907, welke na de verwerping der associations cultuelles den nieuw ingetreden toestand regelde, moeten alle kerkgebouwen met hun meubilair „ter beschikking blijven van de geloovigen en de bedienaren van den godsdienst voor de uiloefening van hun. godsdienst".
Het gebruik kan hun evenwel door de eigenaars (?) ontnomen worden inde door de wet aangegeven gevallen. De Katholieken zijn overigens, volgens een uitdrukking van Minister Briand, .simples oc c u p an t s s a n s t itr e j uri diq ü e", wat sfrikt.genomen alle rechten en handelingen van eigenlijk beheer en administratie Uitsluit. Op de kerken, die de Staat enz. als eigendom bezit, drukt een soort servituut, hierin bestaande, dat de eigenaren aan den priester en de geloovigen moeten toestaan zich in de kerkgebouwen te verzamelen tot de uitoefening en bij woning van den eeredienst.
Deze allerzonderlingste verhouding brengt natuurlijk allerlei bezwaren mee, welker oplossing veelal meer strookt met de practijk des levens dan met de letter der wet. Wanneer de priester het'recht heeft om deneeredienst uit te oefenen, dan moet men hem, practisch ten minste, ook de bevoegdheid laten om het uur van den eeredienst te bepalen, de kerk te openen en te sluiten, de klokken te doen luiden, het kerkelijk personeel aan te stellen en te bevelen en in het algemeen alle maatregelen te nemen, welke eene waardige uitoefening van den eeredienst verzekeren. Niet alleen heeft hij volle vrijheid in het gebruik van alle ornamenten en meubelstukken, welke voor die uitoefening onmisbaar zijn, maar hij is bovendien bevoegd om zich de noodige gelden te verschaffen tot voortzetting van den eeredienst en tot onderhoud van de kerkelijke bedienaren.
Als zoodanig heeft hij het recht om geldinzamelingen te houden, zoowel in als buiten de kerk; ook mag hij een honorarium aannemen voor de kerkelijke bedieningen, het stipendium voor de H. Mis natuurlijk niet uitgezonderd. ! -
Een zeer gecontroverseerde en in de oogen van vele burgemeesters en prefecten zeer gewichtige (?) quaestie is deze: mag de priester ook een bijzonder honorarium vorderen bij begrafenissen en trouwplechtighedeu als vergoeding voor versiering enz.? De rechterlijke macht heeft uitgemaakt, dat die vordering ongeldig is, wijl de ornamenten enz. niet het eigendom zijn van eenig kerkbestuur maar van den Staat, het Departement of de Gemeente. De Vallaveille meent evenwel, dat de vrijwillig aangeboden honoraria zonder bezwaar kunnen aangenomen worden.
Het onderhoud en het hersfel van de gebouwen en, streng genomen althans, van de meubelen en ornamenten ressorteeren onder de bevoegdheid en den plicht van de door den Staat aangewezen, nieuw gecreëerde eigenaren. (?) De pastoor moet er dusjde handen afhouden, hoogstens kan hij vragen en vorderen, dat de Staat, het Departement of de Gemeente dié herstellingen aanbrengen, welke voor de' bestendige uitoefening van den eeredienst noodzakelijk zijn. Onnoodig evenwel te zeggen, dat de letter der wet hier menigmaal in strijd komt met de eischen van de practijk en dat eenigszins goedgezinde Gemeentebesturen gaarne kleine reparaties door de vingers zien. Het treurige van dezen dwazen toestand is, dat de veelal ongodsdiensiige en anticlericale eigenaren (?) der kerken uit onverschilligheid of uit haai tegen de Kerk de meest noodzakelijke herstelling achterlaten, zonder dat de pastoor in de meeste gevallen hen kan dwingen te doen, wat hun plicht is. Alleen in de uiterste gevallen zal een beroep op de rechterlijke macht gunstig gevolg hebben.
Het spreekt van zelf, dat de pastoor gehouden is de kerkelijke zaken, welke hij gebruikt, „als een goede huisvader" te behandelen en te verzorgen. Hieruit leidt de Vallaveille het recht (niet den plicht) af voor den pastoor om de noodige reparaties aan te brengen, wanneer de daarioe aangewezen personen in hun plicht te kort schieten.
De vrijheid van prediken is onder de Scheidingswet grooter dan onder het Concordaat. Vroeger werden z.g. „politieke" preeken, waarin de ongerechtigheden en geweldenarijen van de lijdelijke Overheid werden gegispt en de slechte wetten gecritiseerd, streng bestraft. Thans behoeft de priester, die niet formeel de personen van de machthebbers aanvalt en niet aanspoort tot opstand of tot gewelddadigen tegenstand tegen de uitvoering van anti-kerkelijke en andere snoode wetten, niet meer voor den strafrechter te vreezen. Althans volgens de letter en den geest der wet. Dus kunnen de Fransche priesters tegenwoordig b.v. de geloovigen gerust aansporen om katholiek te stemmen en de radicaal-socialistische Regeering omver te werpen; zij kunnen thans, wanneer zij het doelmatig achten, de ongerechtigheden van de Overheidspersonen vrijelijk aan de kaak stellen in tempels, waarvan de Overheid zich het eigendom aanmatigt. Ook hier zelfs ontbreekt het comisch-ironische niet!
Processies, kerkelijke begrafenisstoeten, het plechtig rondbrengen van het Viaticum aan de stervenden zijn, thans gelijk vroeger, in het algemeen geoorloofd; de locale Overheid kan ze verbieden, niet willekeurig evenwel maar alleen in de door de Wet aangegeven geva'len, b.v. uit vrees voor wanorde.
Zoowel buiten als in de kefk mag de priester zijn geestelijk kleed blijven dragen; de wet beschermt dit recht evenwel niet en zoo valt een l^gk,.,s&■,.,ss}.den godsdienst en zijne bedienaren te b.spoiten, den toog zou aantrekken, niet langer onder de strafwet.
Herhaaldelijk is het in de laatste jaren voorgekomen, dat afvallige priesters zich meester maakten van de katholieke kerken en den eeredienst uitoefenden. Wanneer men de processen, welke daaruit voortvloeiden, trouw gevolgd heeft, zal men hebben opgemerkt, dat de indringers telkens in het ongelijk werden gesteld. Dit is geheel overeenkomstig de letter en den geest der wet, die als bedienaren van den katholieken eeredienst alleen die priesters erkent, welke leven in gemeenschap met den H. Stoel en onder de gehoorzaamheid van hun Bisschop staan.
Hiermede hebben wij den tegenwoordigen rechtstoestand der Fransche kerken en priesters, naar we meenen, duidelijk uiteengezet. Vele bijzonderheden, welke nooit twijfelachtig waren en genoeg bekend moeten heeten, lieten wij onaangeroerd. Wij bepaalden ons verder tot een zakel ij k e uiteenzetting en onthielden ons van critiek op de hoogst onrechtvaardige kerkelijke rechtstoestanden, welke door de Scheidings- en daarmeesamenhangendewetten zijn in het leven geroepen. Uit vroegere beschouwingen weten onze lezers voldoende, hoe zij over de Fransche Regeeringen en hare trawanten te denken hebben.
BUITENLAND. GEMENGDE BERICHTEN. Uit Rome.
De H. Vader is gelukkig weer volkomen hersteld. Gisterochtend [Woensdag) ontving Z. H. niet minder dan vier talrijke deputaties in afzonderlijk $>ehoor; n.l. uit het aartsbisdom Napels, uit Syracuse, uit Mexico en uit het diocees Abatsi, die hunne gelukwenschen kwamen aanbieden. « * * Woensdag overleed ten huize van zijn zoon, dop Lorenzo Perosl, de voormalige directeur van het Domkoor te Tortona. Giuseppe Perosi, op 66--jarigen leeftijd. De H. Vader liet den stervende zijn specialen zegen door Mgr Pisciatelli zenden
Malaise op Scheepvaartgebied.
De gedrukte toestand, die tegenwoordig op scheepvaartgebied bestaat, komt wel heel sterk aan het licnt in de aanzienlijke vermeerdering, die het aantal in de Engelsche havens ongebruikt liggende schepen in de laatste paar weken heeft ondergaan. Vogens de Engelsche bladen liggen er zoowel te Liverpool als te Londe fal van stoomschep-n, welke tot de vaste lijnen behooren, op 't oogenblik ongebruikt inde dokken, terwijl m de havens van Zuid Wales en op de Tync een groot aantal schepen, tot algemeene vrachtvaart behoorende, aan den dienst zijn onttrokken. Men berekent, dat alleen op de Tyne niet minder dan 80 sloomschepen.een tonnenmaat Van ongeveer 160.000 ton vertegenwoordigende, stil liggen, en daar waarschijhliik den geheelen winter zullen blijven, terwijl men verwacht dat de sluiting van de vaart op de Oostzee het genoemde aantal nog zal vergrooten.
Te Cardiff, Swansen, Newport, Barry en,andere havens van Zuid Wales liggen 51 stoomschepen met een inhoud van 71,700 ton stil, en hun aantal neemt nog steeds toe als een gevolg van de voortdurende daling van de vrachtprijzen. Met inbegrip van dé schepen, die in buitenlandsche havens liggen, schat men de ionnenmaat van alle ongebruikt liggende scheren op meer dan een millioen ton. Hierbij is dan neg geen rekening gehouden met de schepen, die in de droogdokken liggen voor zoodanige herstellingen, dat zij in de eerste weken ot maanden buüen de vaart zullen moeien blijven. Voorzoover de Atlan .ische scheepvaart betreït. worden er tegenvvocrd'g pannen overwogen om een einde te maken aan de noodelooze en hoogst schadel.jke mededinging. Deze r.l-nnen zijn, naar irfcn weet, afkomstig van den heer Ballm, directeur generaal der Hamburg-- Amerikalijn. Men verwacht, dat een beslissing dienaangaande in hei beg.n van het volgend jaar zal wórden genomen. »N. R. Ct.;
Advertentie
HOLLANDSCH HOTEL, PARIJS HOTEL MONTAIGNE, PLAN-TARIEF FRANCO.
Advertentie
Amsterd. Glazenwasscherij en Jaloezieën-fabriek, VV. H. SPIEGEL. :—: Overtoom 41-43.
De studentenrelletjes in Italië.
Te Rome duren de studentenbetoogingen, als gevolg van de kloppartijen te Weenen tusschen Duitsche en Italiaansche studenten aldaar, voort. Gisteren bleven de troepen in de omgeving van het Oo.tenrij^sche ambassadegebouw saam.getrokken, teneinde elke gcbemlijkheid te voorkomen. Volgens de bladen zijn nu ook de studenten te Florence en te Ancona begonnen met betoogen. Te Ancona maakte de politie een charge. De ptofessoren zonden groeten aan de Italiaansche studenten te Weenen en protesteeren tegen de houding van de openbare macht te Ancona. De bewoners van Chictl, die zich beleedigd achtten door artikelen in de Weener pers over de Italiaansche stuJenten, hebben een krachtig protest bij de Weener bladen ingezonden. Zoo ooit dan mag men hier zeggen: waar er twee kijven, hebben beiden schuld. Intusschen heeft, naar de .Stampa" verneemt, koning Victor Emmanuel een langdurig onderhoud gehad met minister Giolitti, die hem den toestand schilderde, ontstaan ten gevolge van de jongste betoogingen tegen Oostenrijk. De minister moet den Koning hebben verklaard, dat hij daarom verzocht had de behandeling der interpellatie over de buitenlandsche politiek tot Dinsdag uit te stellen, wijl hij de vaste hoop koesterde alsdan in staat te kunnen zijn te verklaren, dat Oostenrijk aan Itall- de meest volledige voldoening heeft gegeven door de oprichting van een Italiaansche hobgeschool te Triest, Van haren kant heeft de Italiaansche regeering naar aanleiding van het feit, dat er een steen was geworpen tegen het ambassadegebouw van Oostenrijk te Rome, haar leedwezen over het gebeurde jegens de Oostenrijksche regeering uitgesproken en medegedeeld, dat de commissaris van politie wegens nalatigheid zal worden gestraft en er gestrenge maatregelen • zullen worden getroffen om herhalingen te voorkomen.
BINNENLAND. COMMISSIE TEN BEHOEVE VAN DE WERKLOOZEN 1908—'09. Arasterdam, 28 Nov. Eere-Voorzitter: Mr W.F. van Leeuwen, Burgemeester van Amsterdam.
Aan de ingezetenen van Amsterdam. Op uitnoodiging van den Burgemeester van Amsterdam, heeft zich wederom eene Commissie gevormd, die zich ten doel stelt te trachten, hetzij werk te verschaffen aan, hetzij den nood te lenigen van die werklieden, die, wegens de ongunstige economische omstandigheden van den laatsten tijd, niet in staat zijrt hun levensonderhoud te verdienen.
leder kent deze omstandigheden, ieder weet, dat er dezen wintel in een groot aantal bedrijven vele werkloozen zijn, die hulp noodig hebben. Maar niet iedereen denkt er aan, dat de nood thans grooter is dan in andere jaren, nu de groote werkloosheid van den laatsten tijd de gevolgen van de tegenwoordige omstandigheden nog moeilijker doet dragen. Allereerst heeft de commissie uitgezien naar middelen om aan de werkloozen werk te verschaffen. Door het initiatief van een klein aantal ingezetenen hoopt zij, indien overigens haar plannen mogen slagen, werk te kunnen vinden in de oprichting van een sportpark, dat blijvend den ingezetenen tot nut kan zijn. 0./ deze wijze kunnen echter niet meer dan ten hoogste duizend krachtige werkloozen worden geholpen. Voor een klein getal daarenboven zal wellicht door bemiddeling van de Gemeente-Arbeidsbeurs werk worden gevonden. Maar naast dezen zouden nog honderden onverzorgd blijven.
Ook dezen moeten geholpen worden en het is daarom, dat een beroep wordt gedaan op uwe welwillende ..ledewerking om te verhinderen, dat een groot aantal ijverige en werkgrage werklieden te gronde gaan, of gedwongen worden de hulp in te roepen van armbesturen.
Deugdelijke maatregelen zijn genomen, dat onze hulp aan geen onwaardigen zal worden verleend.
De nood dringt, veel geld is noodig. Stelt ons in staat om die hulp te reiken, die wij wenschelijk oordcelen, het liefst door de werkverschaffing en zoo deze voor een aantal werkloozen onmogelijk is, dan door het geven van geldelijken steun. Gij zult ons ook ditmaal Uwen steun niet onthouden. Onze penningmeester, de heer J. H. Scheltema (kantoor Rokin 101) staat gereed Uwe bijdragen te ontvangen. Dr. N. M. Josephus Jitta, Voorzitter. Keizersgracht 812. Mr. Lod. S. Boas, Secretaris, Tesschelschadestraat 8.
Mr. Ph.Falkenburg, Secretaris, Oosterpark 48. J. H. Scheltema, Penningmeester, Keizersgracht 619. L. J. van Wijk, Heerengracht 366. J. H. M. Schmedding, Singel 134. J. W. Jurrema, PI. Muidergrachl 14. Mr. E. M. Meyers, Heerengracht 291. K. D. W. Boissevain, Heerengracht 408. A. J. Mendes da Costa, Weesperstraat 20. W. De Vlugt, Roelof Hartstraat 130. Dr. P. A. Klap, Reguliersgracht 17.
PRESIDENT CASTRO.
De correspondent van de -N. Rott. Ct." te Parijs seint: Omtrent de houding der Fransche regeering tegenover president Castro schrijft de „Temps" van hedenavond: De ministerraad heeft de kwestie nog niet onderzocht, maar wij meenen te weten, dat het plan van de Fransche regeering is aan Castro en zijn aanwezigheid in Frankrijk geen aandacht te schenken.
Zooals ik u gisteren seinde, zeide het „Journal des Débats" hetzelfde. Mijn persoonlijke inlichtingen stemmen hiermee overeen.
CENTRALE BOERENLEENBANK TE EINDHOVEN.
Op de laatste algemeene vergad«ring van de Centra.e Boerenleenbank te tindhoven werd m.deg3deeld, dat een rapport was ingekomen van den zeereerw. pater G. V2n den Eisen (Heesw.jk), waarin het financieel beleid van het bestuur dezer Centrale Bank, ook met het oog op de o_ Gerichte Boeren-hypotheekoank ten zeerste werd gelaakt. Het bestuur nad gemeend in dit rapport niet te moeien berusten, en eene beoordeeling ervan gevraagd aan den heer jhr mr Ch. Ruys de Beerenurouck, die toezegging gedaan had, eene eventueele benoeming als commissaris der op ie richten Boeren-liypotheekbank te aanvaarden. De heer Ruys de Beerenbrouck kwam tot geheel andere conclusies dan de zeereerw. pater Van den Eisen, en bleeï zich na een ingesteld onderzoek beschikbaar stellen. Waar twee rapporten voorlagen, welke de algem.ene vergadering, in de enkele uren, dat zulke vergadering duurt, niet kon beoordeelen, werd voorgesteld eene Commissie van Onderzoek te benoemen. De zeereerw. pater Van den Eisen wenschte den heer mr A. baron van Wijnbergen, lid der Tweede Kamer te Arnhem, in deze Commissie zitting te zien nemen. De voorzitter van het bestuur wenschte als lid der Commissie den heer F. Bolsius, lid der Tweede Kamer, te benoemen. Deze beide heeren zouden een derde kiezen. De heeren Van Wijnbergen en Bolsius namen welwillend deze benoeming aaa, en lozen tot derde lid den heer J. Hijst, accountant te Nijmegen. Het rapport dezer commissie is ihins verschenen, tegelijkertijd met de rapporten van de heeren G. van den Eisen en jhr Ruys de Beerenbrouck. De slotsom van het rapport der heeren Van Wijnbergen, Bolsius en Nijst luidt: Aan het einde van onze beschouwingen meenen wij derhalve als ons weloverwogen oordeel te mogen uitspreken : dat het financieel beleid der Centrale Bank in het algemeen is geweest uitmuntend, dat de behaalde resultaten vooral in het crisisjaar 1007 de hoogste erkenning Verdienen en het onbeperkt vertrouwen der Boerenleenbanken in hunne Centrale ten volle rechtvaardigen ; dat de oprichting der Boeren-Hypoïheekbank is nuttig en noodzakelijk, wijl daardoor de Centrale Bank niet langer verplicht zal wezen een deel van hare gelden in hypotheken te beleggen, en niettemin de landbouwers, in wier werkelijk belang het is, dat zij hypotheek nemen, op bevredigende wijze kunnen geholpen worden, en eindelijk dat eene scheiding van Centrale Bank en Hypotheekbank, op de wijze als ook in de statuten der Boerenhypolheekbank is aangegeven, zoodra zulks mogelijk zal zijn, behoor. ._• worden tot stand gebracht.
BOSCHWEZEN IN NED.-INDIE.
Men deeu mede, dat namens het Nederlandsche Instituut yan Landbouwkundigen door bestuurderen: oij den 27 November j.l. een adres is gericht tot den Mli.is.cr van Koloniën, waarin verzocht wordt het daarheen te willen leiden, dat geene buiten-, landers bij den dienst van het Boschwezen in Nederlandsch-Indië worden aangenomed dan nadat eerst aan Nederlandsche gediplomeerde Boschbouwkundigen de gelegenheid geboden is, om voor de vacante betrekkingen te solliciteeren; dat bij onverhoopte noodzakelijkheid om toch nog buitenlanders aan te nemen hunne indienstneming slechts van tijdelijken aard biijve; dat voortaan telkenmale' reeds bij aanvang der maand September door den Minister worde bekend gemaakt, hoewel Candidaat-: houtvester in het volgend jaar in opleiding zullen kunnen genomen worden en in het aantal zoo mogelijk eenige meerdere vastheid gebracht worde; dat eventueel de Bijzondere Voorwaarden in dien zin worden herzien, dat voortaan aan alle candidaat-houtvesters de toelage bedoeld in art. 6, 3e lid, zal kunnen toegekend worden.
ROTTERDAM, 28 Nov. Gisteren is Ln het gebouw van den Ned. R. K. Volksbond, onder leiding van de permanente commissie totsteun van de werklooze bondsleden, een vergadering gehouden, tot bespreking der gemeentelijke aroeidsbcurs. Tegenwoordig waren alle werklieden verbonden te dezer stede.
Besloten werd, dat de verschillende bonden Vrijdag 4 December zullen vergaderen, ten einde te bespreken, welke maatregelen er in den kom.nden winter in het belang der werkloozen dienen te worden genomen.
STADSNIEUWS. De Amsterdamsche tijd.
»De Ingaiieur<; bevat een artikel van eten > civiel-ingenieur H. J. Heuvelink, te Delit, over den Amsterdamschen lijd, in verband met de 1 Mei 1909 in werking tredende wet, waarbij is bepaald, dat de weutlijke tijd in Nederland is Ce middelbare zonn-tijd van Amsterdam. Aangezien noch de wet, noch het Koninklijk besluit uitsluitsel geven, over de vraag wat verstaan moet worden onder middelbaren tijd van Amsterdam, acht de schrijver het nietonverschill.g, zeis voor de zaken van het dagelijksch ieven, dat op dit plan geen twijfel blijve bestaan. Wanneer de meridiaan over den Westertoren wordt aangehouden als dien, waarvoor . de! nnddi-lbare tijd gelijk is a_m den wettelijke». tijd,, dan kan tevens vastgesteld worden hoeveel het verschil uedraagi tusschen dól wettelijken tijd in Nederland en dien in een van de omliggende landen. De s.oisom van berekeningen is, dat de n}iü' delbare tijd op den meridiaan van den Westertoren 19 minuten en 32.13 seconden meer (later) dan Greenwichtijd wordt.
Etalage-wedstrijd.
In het Muiderpoortkwartier, Buurt IJ IJ en het Van Lennepkwartier is thans alles druk in de weer voor den St. Nicolaas-EtalageAVedstrijct. De dee.neming mag hier vrij wel algemeen hee.en; ruim 350 winkeliers hebben zich aangesloten en de jury zal een zware taak hébben. Zij vangt Dinsdag 1 December den arbeid aan en bestaat uit de heeren Louis S- H. van den Akker, J. C. v. d. Blocquery, C. K. H. v. d. Burg, L. Dikema, J. Florijn, N. Ie Grand, E. Kalker I. Smit, en C. H. v. d. Ve'.den.
' Aan de bewoners en aan de deelnemers aan den wedstr.'d wordt verzecht, dien dag de buurt een feestelijk aanzien te helpen geven, door de j vlag uit te steken.