KAAPSTAD, 14 Sept. (Reuter). Zuid-Afrikaanische fuseliers te paard hebben, na een marsch 'van twee nachten, terwijl ze zich overdag schuil ; hielden, Duitsche troepen aangevallen, welke 'Gué bezet hielden, ongeveer 60 mijlen van iSteinkop in Namagualand aan de Oranjerivier. _Na een hevige schermutseling moesten de Duitschers zich overgeven.
Men zie verder voor den Oorlogstoestand het Tweede Blad en de Laatste Berichten.
"De Zuid-Afrikaners in gevecht.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/09/15 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548208:mpeg21:p002
"De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/09/15 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548208:mpeg21:p002
: Omtrent de laatste gevechten tusschen Aerschot en Leuven wordt nog vermeld, dat tijdens 'den slag eenige manschappen en een sergeant ;van de Belgische telegraatafdeeling er in slaagden eenige telegraafdraden te verbinden met de Duitsche telegraafdraden naar het algemeen stafkwartier. Zoo weet het .Vaderl." mede te deelen, dat van Leuven naar Brussel werd geseind: „Wij zijn overrompeld, zendt spoedig hulp." Het stafkwartier te Brussel seinde terug: „Vraag hulp te Sichem en Scherpenheuvel. Geen geschut meer." _ -, -. _ Uit Vilvoorde werd ook aan den Duitschen bevelhebber getelegrafeerd: „Geen geschut meer, behalve twee batterijen, die ik Ü zend". De Duitscher werden uit hun stellingen verdreven, waarop Aerschot door de Belgische troepen werd bezet. Zaterdagmorgen halfvier werden de Duitschers, die zoo goed mogelijk hun verdedigingsplan opnieuw hadden geformeerd, wederom aangetast en dank zij het élan, waarmede de Belgen streden, opnieuw teruggeworpen. In den slag tusschen Mechelen en Leuven stonden belangrijke strijdkrachten tegenover elkaar. Niettemin werden de Duitschers steeds achteruit gedrongen. Aan den linkervleugel was de strijd het hevigst. De Duitschers hadden cementstukken in hun stellingen aangebracht, doch tegen het zware Belgische geschut was deze stelling niet bestand. Duitsche versterkingsstrijdkrachten rukten op van Hasselt en Luik. Belgische patrouilles gingen hen tegemoet en vernietigden tusschen Thienen en Hasselt alle bruggen, zoodoende den terugtocht voor de Duitschers verhinderend en het aanrukken van Duitsche versterkingen belemm erend.
"Amsterdam, 15 Sept. 1914. BUITENLAND. GEMENGDE BERICHTEN. Het nieuwe gevecht in België.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/09/15 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548208:mpeg21:p002
De eerste gezant bij den H. Stoel, die aan den-H. Vader zijn geloofsbrieven overhandigd heeft, is- de vertegenwoordiger van Oostenrijk- Hongarije prins Von Schönburg Hartenstein geweest. Deze werd Zaterdag door den Paus in bijzonder gehoor ontvangen. De gezant verklaarde al zijn krachten te zullen besteden aan de handhaving der tusschen den H. Stoel en de Donau-monarchie bestaande uitstekende betrekkingen en verzocht ten slotte den H. Vader aan zijn regeering en aan hem hetzelfde vertrouwen te willen schenken, hetwelk hij genoten had van wijlen 's Pausen voorganger. Z. H. verklaarde van zijn kant niets liever te wenschen dan dat de goede betrekkingen met Oostenrijk-Hongarije steeds inniger zouden worden en eindigde met de verklaring, dat Hij de groote liefde en hoogachting van Zijn overleden voorganger voor keizer Frans Jozef als een kostbaar erfdeel zou beschouwen en bewaren.
"De H. Stoel en Oostenrijk.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/09/15 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548208:mpeg21:p002
Omtrent de inneming van Namen door de Duitschers wordt uit geloofwaardige bron gemeld, dat Namen zijn gedeeltelijk behoud te danken heeft aan de edelmoedigheid en den moed van den bisschop Monseigneur Heylen. Toen de Duitschers de stad binnenrukten ging hij den vijand tegemoet en knoopte onderhandelingen met hem aan. Hij bood zich uit eigen beweging als gijzelaar aan. De overweldigers eischten een oorlogsschatting van een milioen. Monseigneur Heylen was zoo gelukkig deze binnen enkele uren binnen te krijgen.
"Moedig optreden van Mgr. Heylen.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/09/15 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548208:mpeg21:p002
De Troonrede, waarmede heden de zitting der Staten-Generaal is geopend, heeft door de tijdsomstandigheden een ongewone beteekenis. Zij geeft geheel weer, wat in dit oogenblik ons volk beroert, al zijn de bewoordingen met zorg en overleg gekozen. Voor zoover zij de ons allen bekende feiten' memoreert, behoeft het woord van de Koningin geen commentaar. Er komen echter in de Troonrede enkele mededeelingen voor, waarop wel de bijzondere aandacht mag worden gevestigd. Allereerst hebben wij met vreugde hetfeit hooren constateeren, dat de mobilisatie' Vah zee- en landmacht zonder eenige stoornis is voltooid in minder dan den daarvoor vastgestelden tijd. Dat is een lofspraak zoowel op ons volk, dat onze weermacht heeft geleverd, als op den staf en den oud-Minister Colijn, van wien het bekend is, dat hij aan de regeling der mobilisatie zijn geheel Ministerschap heeft gewijd. Hieraan is het zeer stellig te danken, dat onze neutraliteit een volstrekte kon zijn, en dat zij tot dusver op geen enkele wijze is geschonden. Hare Majesteit zal deze verklaring wel met trots hebben afgelegd. Zij is bestemd, om over de wereld verspreid te worden en vooral in België moet men haar nog eens luide onder het volk verkondigen. Van belang is ook, dat onze producten van land- en tuinbouw en van de voedingsindustrie weder aftrek vinden zoowel naar Engeland als naar Duitschland en België. Deze uitvoer is v_)or ons volk een levensbeginsel en het zou niet aangaan, daaraan eenige belemmering in den weg te leggen, Wij weten, dat er velen zijn, die dit misprijzen en gaarne zouden zien, dat alle uitvoer verboden werd, om den overvloed in het land te houden. Maar daarop is geen kans en het komt ook geen oorlogvoerenden Staat toe, onze productiviteit te belemmeren. Nederland moet eerst leven en dan kan het neutraal blijven! In verband hiermede^ doet de Regeering een ernstig beroep op den handel, die wat den doorvoer betreft een volstrekte onzijdigheid heeft in acht te nemen. Voorkeur voor de een of andere natie zou onze neutraliteit in gevaar kunnen brengen en men weet, dat er scherp op wordt gelet. Weinig bemoedigend zijn de berichten uit de Koloniën; vooral de West-Indische eilanden verkeeren weer in nood en ook onze Oost-Indische maatschappij lijdt van den stilstand in handel en vervoer. Dat de houding der bevolking niets te wenschen overlaat, is zeker een geruststellend verschijnsel ; de opzettelijke verklaring dienaangaande in de Troonrede, is zeker niet zonder beteekenis.
Over het geheel ligt over de Troonrede een waas van grooten ernst en vertolkt zij dus de waarheid. Bezorgd voor de toekomst, is echter blijkbaar de Regeering niet. „Ik gevoel mij gelukkig", zegt de Koningin, „dat mijn volk, in trouwe plichtsbetrachting met mij vereenigd, het vaderland tracht te dienen". Welnu, dat geluk is wederkeerig. Ook het volk is niet bezorgd. Het wil met de Vorstin en met haar Regeering meewerken. Aan het verstoren van de eendracht, waarop Hare Majesteit een zoo krachtig beroep doet, wordt niet gedacht. Aan alle Staatszucht is het zwijgen opgelegd en zij zwijgt ook langs alle linies. Dit is de vrucht van het gemeenschappelijk gevaar en indien ons volk daarin volhardt zal de kracht Gods, waarop de Koningin steunt, ons niet begeven.
"BINNENLAND. Amsterdam, 15 September. DE TROONREDE.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/09/15 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548208:mpeg21:p002
Naar wij vernemen bestaat bij de verschillende parlementaire fracties in de Tweede Kamer het plan zich te beraden en zoo mogelijk te verstaan over de wijze van behandeling der Indische en Staatsbegrooting voor 1915, zoolang de tegenwoordige buitengewone omstandigheden voortduren.
"DE BEHANDELING DER BEGROOTING.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/09/15 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548208:mpeg21:p002
„Het Volk" ontving een schrijven van den heer Van Kol, waarin hij mededeelt, dat hij voorloopig in Japan blijft. Een telegram in Japan meldde, dat Duitschland niet alleen België's, maar ook Nederlands neutraliteit had geschonden, en van K£l wilde zijn kennis en zijn moed in dienst van zijn vaderland stellen. ï Hij besprak telegrafisch plaats op een Amerikaansche böoi~ en" verzocht déh'Minister van Koloniën, zijn opdracht te schorsen. Daarop echter kwam het tegenbericht van de schending van Nederlands neutraliteit. Van Kol wacht thans den loop der gebeurtenissen af.
Hij deelt o.a. nog mede, dat de banken in japan geen wissels op Nederland meer uitgeven, zoodat ook een Nederlander in Japan commige kwalen van den oorlog ondergaat.
"VAN KOL IN JAPAN.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/09/15 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548208:mpeg21:p002
Uit verscheidene aanvragen is gebleken, dat wel het bestaan van het Kon. Nat. Steuncomité algemeen bekend is, doch dat over de samenstelling, het doel en de werkwijze nadere toelichting gewenscht wordt. De velen, die door giften hun steun verleenden, hebben bovendien het recht te vernemen, wat het Kon. Nat. Steuncomité tot nu toe heeft verricht.
De samenstelling van het comité is geschied naar de bedoelingen van H. M. de Koningin, die op 10 Augustus bijeen riep vertegenwoordigers van Werkeloosheidraad, Algemeene Armencommissie, Nat. Vrouwenraad, het Ned. Landbouwcomité, den Nat. Tuinbouwraad en de Maatschappij van Nijv. en hen uitnoodigde samen te werken met de reeds opgerichte plaatselijke commissie tot steun.
Doel van het Kon. Nat. Steuncomité is den band te vormen tusschen die groote nationale organisaties en de plaatselijke comités, die wegens den heerschenden nood zijn opgericht, opdat er eenheid en kracht gegeven kan worden aan alle werkzaamheid.
Werkwijze. Om dit doel te bereiken is een comité van uitvoering benoemd met een uitgebreid secretariaat.
De taak, die te verrichten was. Herstel van het economisch leven.
Toen het Kon. Nat. Steuncomité optrad, zag het een reusachtige taak voor zich. Het ging er toch om werkloosheid te bestrijden, dat wil zeggen, om allereerst te trachten werkloosheid te voorkomen, ten einde daarna te helpen den nood te lenigen van hen, die toch werden getroffen.
Er was plotseling een stagnatie in 't geheele economische leven opgetreden. Het crediet was zóó sterk geschokt, dat het bijna opgeheven scheen, het vervoer bijna algemeen gestremd, allerlei grond- en hulpstoffen ontbraken, talrijke arbeiders én leidende personen -waren onder de wapenen geroepen. In 't kort, alres scheen gedesorganiseerd. Bij groote aantallen werden arbeiders ontslagen en zaken stopgezet. Het Kon. Nat. Steuncomité is onmiddellijk begonnen met pogingen om het economisch leven weer in gang te brengen, en is daarbij gesteund door den loop van zaken. Toch is de taak zeer belangrijk geweest. Samengewerkt is met het militair bestuur, om het spoorwegverkeer te verbeteren, belemmering voor binnenlandsche scheepvaart weg te nemen. Zoowel in 't algemeen als in bijzondere gevallen is bevorderd, dat het crediet voor de nijverfieid werd hersteld, al konden niet alle wenschen bevredigd worden. Een zeer uitgebreide taak was en bleef tot op heden de steun tot het verkrijgen van gronden hulpstoffen. Het was niet alleen het gebrekkig vervoer en de oorlogsmolest, maar het waren vooral de uitvoerverboden zoowel hier te lande als elders, die het voor vele industreiën noodzakelijk maakten om steun te zoeken en ook andere handelsrelatiën aan te knoopen. Het Kon. Nat. Steuncomité had hiervoor een zeer uitgebreide correspondentie te voeren, terwijl het secretariaat door besprekingen, telefoon en telegraaf elke aanvraag met grooten spoed afhandelde, voorgelicht en geleid door twee subcommissies voor 't vervoer en de industrie, die zeer snel bewerkten, dat zij eigenlijk één enkele commissie vormden. In die commissie zaten dr. A. Plate, G. A. Kroller, jhr. J. Loudon, dr. F. G. Waller, mr. J. C. A. Everwijn, J. van Hasselt, G. S. de Clercq, met den ondervoorzitter en algemeen secretaris, benevens de secretarissen mr. J. A. de Brauw en mr. W. van Waterschoot van der Gracht. Geregeld komen op het bureau talrijke telegrammen en brieven in over moeilijkheden die de industrie ondervindt en door wier opheffing werkloosheid wordt voorkomen. Van zeer bijzonderen aard waren twee bedrijfstakken, wier stilstand niet alleen werkloosheid meebracht, nl. de tuinbouw en de visscherij. Daardoor tocb ging een groote hoeveelheid voedsel verloren, dat of wel voor voeding van 't eigen volk kon dienen of afs waardevol ruilmiddel andere goederen binnen 't land moest brengen. Twee subcommissies hebben zich voortdurend bezig gehouden met de vraag, hoe hier te helpen was. Die voor den land- en tuinbouw bestond uit de heeren H. van Hoek, jhr. mr. W. Th. C. van Doorn, mr. J. Linthorst Homan, C. van Lennep, F. B. Löhnis, J. Smid, dr. H. Blink en prof. Is. P. de Vooys, J. W. Albarda. Die voor de visscherij was samengesteld uit J. M. Bottemanne, J. Simons, mr. M. de Mos en mr. J. A. de Wilde. Ondertusschen hebben de omstandigheden veroorloofd, dat de tuinbouw en visscherij weer voor een deel het bedrijf konden hervatten. Leniging van nood. Uit den aard en de samenstelling-van het Kon. Comité volgde reeds onmiddellijk, dat het directe verleénen van steun geheel moest worden overgelaten aan de plaatsejijke_ commissies. Deze konden de omstandigheden beter beoordeelen en den steun inrichten naar de eischen der omgeving.
Het beginsel, waarvan werd uitgegaan, was, dat de( nood allereerst in en door de eigen omgeving' moest worden gelenigd. Vandaar dat het Kon. Nat. Steuncomité de verzameling van gelden ter plaatse nergens heeft willen belemmeren en geen circulaires uitzond of collecten hield. De taak van het Kon. Nat. Comité was echter toch nuttig en noodig en kon juist door hare samenstelling het beste verricht worden. Het betrof allereerst het geven van voorlichting over de beste wijze van hulp- Dit moge misschien oppervlakkig gering schijnen, maar de wijze, waarop steun verleend wordt, is van de grootste beteekenis. In 't algemeen kan die hulp bestaan in een uitkeering of in werkverschaffing.
Zooals reeds hiervoor is uiteengezet, deed het comité al wat in zijn macht is om het gewone werk in gang te houden. Werkverschaffing is echter wat anders. Het is het zoeken van werk voor werkloozen. Daarbij doen zich tal van moeilijkheden voor. De Nederl. Bond voor werkverschaffing trachtte overal juiste denkbeelden ingang te doen. vinden om teleurstellingen te voorkomen. Het Kon. Nat. Steuncomité moedigt het streven van den Nederlandschen Bond voor werkverschaffing, evenals dat van de Vereeniging van Nederlandsche Arbeidsbeurzen^ zoo krachtig mogelijk aan en brengt beiden in verband met de plaatselijke steuncommissies. , Wanneer de hulp bestaat dn een uitkeering, doen zich tal van practische moeilijkheden voor Het Kon. Nat. Steuncomité tracht bij de oplossing daarvan behulpzaam te zijn. Het bureau heeft contact gevonden met de plaatselijke commissies en zal trachten dit zoodanig te.onderhouden, dat er met behoud van ieders zelfstandigheid in een zelfden geest wordt gehandeld. Daar er ongeveer 350 plaatselijke comités zijn opgericht, brengt dit een uitgebreid werk mee. In 't algemeen heeft het Kon. Nat. Steuncomité ten opzichte der uitkeering de volgende denkbeelden bevorderd:
10. zooveel slechts doenlijk Isi moet er onderscheid gemaakt worden tusschen den nood als gevolg der tijdsomstandigheden en de armoe die reeds bestond. Treedt voor de eerste het steuncomité op, zoo dient de bestaande armoe geheel voor rekening van armenzorg te blijven. 20. De geldelijke uitkeering aai. arbeiders, die zich verzekerd hadden tegen de financieele gevolgen van werkloosheid, worden door werklozenkassen en fondsen uitgekeerd. Het voorstel van Minister Treub aan de gemeentebesturen schiep de mogelijkheid om dit te doen buiten de steuncommissies om.
30. De uitkeering aan arbeiders, die in vak-
OT;argeftléene werkfiédenvereer.igingen georganiseerd zijn, kunnen het doelmatigst gegeven en gecontroleerd worden door de besturen dier vereenigingen.
Een tweede taak van het Kon. Nat. Steuncomité inzake de uitkeeringen betreft de voedings middelen.
In beginsel verdient het de voorkeur de uitkeeringen te doen in geld en ieder vrij te laten dit te besteden naar goeddunken.
Er is echter in deze abnormale omstandigheden r#len om te verwachten, dat van dien regel zou moeten worden afgeweken. Allereerst zou de nood wel eens zóó groot kunnen wordeij, dat men blij zou moeten zijn den honger te stillen door de allernoodzakelijkste voedingsmiddelen uit te reiken. Vooral echter zijn de gevaren niet denkbeeldig, dat enkele soorten voedingsmiddelen schaarsch of duur zouden worden, hetzij doordat b.v. niet genoeg groenten geconserveerd werden, hetzij doordat de uitvoer tegen hooge prijzen te groot werd, hetzij door gebrek aan invoer.
Reeds van 't begin af heeft het Kon. Nat. Steuncomité de vragen, die zich hierbij voordoen, nauwkeurig onderzocht door een speciale sub-commissie voor levensmiddelen. Commercieele overwegingen maken het niet geraden, uitvoerige mededeelingen te doen over de stappen die reeds zijn gedaan.
Een gelijksoortige taak werd door het Kon. Nat. Steuncomité reeds ter hand genomen inzake de kleeding, dekking en schoeisel voorde noodlijdenden.
Ten slotte is het de taak van het Kon. Nat. Steuncomité, waarvoor het bij uitstek een beroep deed op de^ milddadigheid, om bij te springen, waar de plaatselijke hulp te kort schiet.
Verscheiden aanvragen zijn reeds uit allerlei streken van het land gedaan om financieelen steun. Uiteraard wordt elke aanvrage nauwkeurig onderzocht, meestal door bezoek of door andere bevoegde beoordeelaars om voorlichting te vragen. Individueele aanvragen worden steeds naar de plaatselijke commissies verwezen en deze zijn het, die hun aanvragen tot het Kon. Nat. Steuncomité kunnen richten. Reeds zijn enkele toegestaan. Terwijl later de handelingen van de commissie van uitvoering bekend zullen worden gemaakt zou het haar werk zeer belemmeren, en zou het bovendien weinig strooken met de belangen behartigd worden, indien het optreden, op dit gebied publiek gemaakt zou worden. Ofschoon dit voor de hand ligt, zou uit het stilzwijgen van het Kon. Nat. Steuncomité ten onrechte afgeleid kunnen worden, dat het niet evenzeer als de plaatselijke commissies hielp den nood te lenigen. Er is reeds mede aangevangen en er zal ongetwijfeld nog zeer veel geld noodig zijn. Het Kon. Nat. Steuncomité meent dan ook te mogen mededeelen, dat de oproep om steun van kracht blijft Die oproep gelde vooral de personen, die mede door de hulp van het comité aan 't werk en in verdiensten bleven, in het bijzonder de nijverheidsondernemingen en de handelszaken, waarvan er enkele buitengewone verdiensten maken konden.
"MEDEDEELINGEN VAN HET KONINKLIJK NATIONAAL STEUNCOMITÉ.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/09/15 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548208:mpeg21:p002
Menigeen is niet te spreken over het vasthouden door de Fransche Regeering van een lading koloniale artikelen uit Ned.-lndië. De „Rotterdammer" doet uitkomen, dat dit is gebeurd op vermoeden van een vijandelijke bestemming der lading. Maar dan zou het de moeite waard zijn publiek te maken, of dit vermoeden juist is gebleken. „Want nu maakt het den indruk, dat men te doen heeft met eene lading werkelijk voor Nederland bestemd, die door Frankrijk in beslag genomen is, enkel omdat zij wel eens voor Duitschland zou kunnen zijn. En het gevolg is, dat uit Nederland naar Indië is getelegrafeerd, om geen goederen meer te verschepen. Op die wijze zal dit incident stilstand van scheepvaart, stilstand van Indische zaken ten gevolge hebben. Men moet vragen, is het werkelijk zoo ? Moet het zoo blijven? Kan de Regeering ook op dit punt, evenals betreffende de staven zilver, geen redres krijgen? Moet Engeland;ons daarbij niet behulpzaam zijn ? De Nederlandsche neutraliteit wordt door ieder erkend als oprecht. En van Duitsche zijde én van Engelsche zijde is daaraan hulde gebracht. Van Engelsche zijde verklaart men daarenboven, de neutrale kleine Staten te beschermen. Maar als onze scheepvaart onmogelijk woidt gemaakt, zoodat wij zelfs de gewone producten uit onze koloniën niet ontvangen, worden wij dan beschermd? Wordt onze neutraliteit dan geëerbiedigd ? • Zal niet Frankrijk zoowel als Engeland moeten erkennen, dat het Nederland, dat neutraal is, niet aldus in zijne levensbelangen mag aantasten ?" Prof. de Louter herinnert in een artikel „Onze Neutraliteit" aan onze verplichtingen krachtens, de Rijnvaartacte, en zegt dan: „Niet alleen krachtens algemeen erkende rechtsregelen, ook door een bijzonder staatsverdrag is derhalve Nederland gebonden om den goederen-handel op den Rijn te gedoogen en te beschermen. Elke poging om het hierin te belemmeren zoude als een aanslag op zijn souvereine rechten en plichten zijn te beschouwen.
„Juist hieraan ontleent de neutraliteit van Nederland haar internationale beteekenis. Zoolang handel en scheepvaart worden geëerbiedigd, blijft Nederland de wereldmarkt en doorvoerhaven voor den koophandel van alle volken. Het personen-, goederen-, geld-en wisselverkeer dankt hieraan groote voordcelen. Laat ons hopen, dat geen lichtvaardigheid, doch evenmin schroomvalligheid deze onberekenbare voordcelen doen verloren gaan. Veeleer toone Nederland in het noorden, zooals Zwitserland in het zuiden van het westelijk oorlogstooneel, welke onschatbare waarde aan -een neutralen staat is te hechten: in de eerste plaats door eigen onderdanen, maar ook door die van alle andere staten, hetzij oorlogvoerenden of neutralen. Dit internationaal belang is zóó overwegend, dat het niet mag afhangen van het somtijds ontoereikend weerstandsvermogen van een enkelen neutralen Staat, maar aanspraak heeft op internationale samenwerking en.de bescherming van de machtige Republiek der Vereenigde Staten. Het zou inderdaad een weldaad zijn, indien de groote democratie van de Nieuwe Wereld de hand reikte aan de neutrale staten van het oude Europa en hun neutraliteit in bescherming nam tegen eiken aanslag der belligerenten. Zij zou daardoor niet slechts aan deze staten een krachtigen steun bieden en haar eigen aanzien ontzaglijk verhoogen, maar bovendien een onwaardeerbaren dienst bewijzen aan de ontwikkeling van het volkenrecht, dat de meerderheid van het recht der neutraliteit boven dat van den oorlog gebiedend vordert."
"ONZE NEUTRALITEIT.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/09/15 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548208:mpeg21:p002
De eerwaarde- heer John Matthew Hohn, de jongste broeder van dr. Hohn, secretaris van den Bisschop van Salford, werd dezer dagen priester gewijd in het missiehuis der Congregatie van het Goddelijk Woord te Steijl. Dr. Hohn heeft drie broeders en twee neven, die allen priester zijn. Zijn oudste broeder is de directeur van de Duitsche „Volksverein", welke 776.000 leden telt.
"EEN PRIESTERFAMILIE.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/09/15 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548208:mpeg21:p002
Men schrijft ons uit Hoorn: Op initiatief van de heeren dr. R. van Leijden' en ds. F. C. M. Boenders, beiden te Abbekerk.! werd gisteren in de Doelen een vergadering ! gehouden om te komen tot de oprichting van»; een Comité in West-Frieslart- voor de Belgische, vluchtelingen. Uitvoerige besprekingen werden ! gevoerd, vooral omdat door de aanwezige kath.; geestelijken werd aangedrongen op de ver-; pleging van R.K. vluchtelingen in R.K. gezinnen, of Communauteiten. Ten slotte verklaarden zij zich niet bereid: in het Comité zitting te nemen. Besloten werd tot oprichting van een Comité,; dat zich zal belasten met de inkwartiering —, al of niet in gezinnen —van Belgische vluchte-; lingen in .West-Friesland, zooveel mogelijk in; overeenstemming met de wenschen van helpers en hulpbehoevenden en met inachtneming van; het verlangen der hulpbehoevenden. Voor hen,'; die dus prijs stellen op een katholieke omgeving, zal men trachten een R. K. tehuis te; vinden. Tot leden der commissie werden benoemd: de dames: mevr. de Jager Meerenbroek—Van; Beverwijk, te Wijdenes en mevr. Boenders, tej Abbekerk en de heeren R. van Lej^n en, ds. F. C, M. Boenders, te Abbekerkjs. A. Klaver te, Hoorn; H. J- Avis, te Midflfcd en; ds. Hoek, te Enkhuizen. In verschill«_ ge-: meenten zullen sub-comité's worden bfiibemd.; Men hoopt deze week nog de werkzalßeden - te kunnen aanvangen.
"VOOR DE BELGISCHE VLUCHTELINGEN". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/09/15 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548208:mpeg21:p002
_..__.._— m De bevolking van onze stad is gedurende de! maand Augustus in bijzondere mate toegenomen; en heeft in den loop dier maand het cijfe van; 600.000 inwoners overschreden. Op 31 Juli bedroeg het aantal inwoners! 598.185 en op 31 Augustus 602.623. !. In Augustus van het vorige jaar vestigden zich in de. Gemeente 2300 personen, van wie 654 uit het buitenland kwamen. Gedurende de nu verstreken maand Augustus vestigden zich 5546 personen. Van dege-j nen, die zich lieten inschrijven, kwamen 3599; uit het buitenland, n.l. alleen uit België 2265,, en uit Duitschland 751. Ook zij, die uit het buitenland kwamen/ waren hoofdzakelijk Nederlanders, hoewel velen | hunner, door een verblijf van meer dan 10 jaar; in den vreemde, feitelijk hun Nederlandsche; nationaliteit hadden verloren. Van de 2265 Belgische uitgewekenen, die zich j hier vestigden, waren 533 werkzaam in de dia-1 mantnijverheid, onder wie 694 hoofden van ge- j zinnen. Neemt men deze met hun vrouwen en; kinderen, dan blijft men niet ver van het cijfer; van 2265. | Weelde heerscht er over het algemeen met onder de uitgewekenen. Dat blijkt wel uit de huisvesting. Van de 694 gezinnen werden name- j lijk 541 in andere gezinnen opgenomen. De 751 personen, die zich uit Duitschland hier vestigden, waren hoofdzakelijk arbeiders uit de Rijnprovincie met hunne vrouwen en kinderen. r- ■—* . . ■■. ..j.'L
"STADSNIEUWS. Uitgewekenen in Amsterdam.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/09/15 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548208:mpeg21:p002
ROME, 14 Sept. (Reuter.) Het Uitvoerend 1 Comité van de radicale partij heeft een resolutie i aangenomen, waarin aan de regeering verzoen. ! wordt haar neutrale politiek op te geven en de ! gelegenheid niet te laten voorbijgaan, om voor ; Italië natuurlijke grenzen te verkrijgen en in ; overeenstemming met de democratische beginj selen deel te nemen aan de algemeene regeling. i De „Messagero" verklaart, dat de volksmaj nifestaties de regeering moesten waarschuwen ! tegen het gevaar, dat er gelegen is in het aan- I nemen eener apathische houding.
"Italië's neutraliteit onhoudbaar?". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/09/15 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548208:mpeg21:p002
I LONDEN, 15 Sept. (Reuter). Een telegram ; van Maandag uit Stockholm door de „Daily j Telegraph" ontvangen, beschrijft de verande■ ring der openbare meening in Berlijn sedert de : laatste twee weken. Alle geestdrift, welke in i de straten veertien dagen geleden, heerschte, j is verdwenen. Het vertrouwen maakt plaats f voor twijfel. De verandering is begonnen na den j veldslag bij Lemberg en nam toe bij de tijding, i dat het leger van von Kluck het plan, om 1 Parijs te bezetten, had opgegeven. De rouw wordt meer en meer mode. lederen dag be-
[ vatten de bladen een pagina met rouw-adveri tenties, waarin de dood van een broeder, echt- I genoot of zoon wordt gemeld. Alle nachten i komen in Berlijn lange treinen aan, vol met t gewonden.
"De stemming in Berlijn.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/09/15 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548208:mpeg21:p002
j : BERLIJN, 14 Sept. (Wolu-bureau)'.. De | socialistische Rijksdagafgevaardigde Haas richt j, in het tijdschrift ;>Marz= een open brief aan I - den Franschen sociaal-democratischen minister r Marcel Sembat en zegt daarin:
Te Bern en te Basel waren wij bijeen, gete meenschappelijk de hoop koesterende, dat een \f verstanahcuding tusschen Duitschland en Frankj,; rijk mogelijk zou zijn en hadden de overtui!' ging, dat dit werk voor den vrede vrucht kon [ dragen voor de beschaving.
»Uischccn de meerderheid van den Rijksdag -en de Fransche volksvertegenwoordiging stond 2cp den grondslag van de conferentie van Bern, ; kwam er oorlcg, een oorlog, dien het Duitsche en Fransche volk niet willen, die echter het Russische Tsarisme over ons bracht. Fransche en Engelsehe regeeringen had'"•' den Rusland binnen de grenzen van verstand.' , en menschelijkheid kunnen terugbrengen. Zij ! deden het niet. Rusland was zeker van Fran["schen en Engeischen sleun. Alleen aaardcor !;'■ ken het door mobilisatie de vredelievende po. j-: gingen van den Duitschen keizer verijdelen-
pf -Haas vraagt dan Sembat: had het Tsarisj* me hét rec/it den beschermer van alle Slaven ! te willen zijn, hetzelfde Tsarisme, dat allevriip heid in eigen land onderdrukt ? f$ -Haas wijst Sembat ep de verantwoordelijk!-" heid tegenover de wereldgeschiedenis, welke hii j, op zich nam door zitting te nemen in het i Fransche ministerie, vooral door het onder- L schrijven van de ministerieele verklaring, die : het Fransche volk moest tevreden stellen met |' den leugen, dat Berlijn reeds voor de Russen 't ■' sidderde. Gelooft de sociaal-democraat Sembat, j.. dat een volk als het Duitsche, den oorlcg voe,V"rend in gesloten eendracht van Heydebrand tct j| Liebknecht, door het Tsarisme der Slaven over- J.wonnéh worden kan? Wil hij de overwinning j- van het Tsarisme ? Dit is de vijand van het f ;Fransche volk zoo gced als van het onze, r het is de vijand van alle vrijheid en beschaj' ving; van allen vooruitgang, j- >Óe wereld verwacht-, roept Haas zijn parf tijgenoot toe, *dat gij de oplossing voer dit 't conflict zult vinden. Er is een oplossing, die { een geluk zou zijn voor Frankrijk en de !, mensenheid.'-
"Over het Tsarisme.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/09/15 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548208:mpeg21:p002
ï LONDEN. 14 Sept. (Reuter). In het La; gedruis heeft -Minister Asquith medegedeeld, i dat de regf.ering voornemens is Home Rulej ■en de scheiding van kerk en staat tot wet j te verheiten. doch zich voorstelt eer. wetsont-1 werp in te dienen waarbij de maatregelen ] van uitvoering worden geschorst voor twaalf ! maanden, t__ voer langer tijd. indien de oor-, ' log dan nog niet mocht zijn geëindigd. Minister Crewe herhaalde in het Hoogere 'huis d.ze verklaring, belovende, dat epr. aani | vuiliagswet zal worden ingediend en in bei ; handeling gebracht, vóór de Home Rulewetin ! werking .reedt. i
"Het Home Rule-ontwerp.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/09/15 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548208:mpeg21:p002
LIVINGSTONE, 14 Sept. (Reuter). Een Duitsch i detachement heeft in den ochtend van 5 Sept. i een aanval gedaan op Abercorn bij het meer I Tanganijcka. De aanvallers werden terugge; slagen. Op den 6en werd weder geschoten, ; maar werd geen geregelde aanval gedaan. Op den Bsten trok de vijand terug, blijkbaar ' om de nadering van veldkanonnen te dekken. I Den 9den openden de Duischers het vuur met : lichte veldkanonnen, dit had echter weinig uiti werking en werd door maxims tot zwijgen ] gebracht. ; De vijanden verlieten hun positie op den 9en : en bevonden zich des nachts op 15 mijlen ten 1 oosfen van Abercorn.
.: Luitenant Mcearthy maakte een geforceerden ; nachtmarsch met 90 man en een maxim en ' dreef d_n vijand naar de grens. i Omtrent de verliezen der Duitschers is niets j bekead, aan Engelsche zijde sneuvelden twee i soldaten.
"Uit Noordoost-Rhodesia.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/09/15 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548208:mpeg21:p002
'■ BERLIJN, 14 Sept. (E. B.). Het bericht, dat | een Engelsche kanonneerboot een visschersvaar; tuig zou hebben in beslag genomen, daar het ' bezig was mijnen te leggen, en nog iweehonj derd mijnen aan boord zou hebben, is volkomen ; onwaar. .Voor ieder deskundige was trouwens i deze beschuldiging reeds dadelijk ongerijmd.
"Geen mijnen gelegd.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/09/15 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548208:mpeg21:p002
: ROERMOND, 14 Sept. (Van een bijzonderen i correspondent.) Zooals reeds is gemeld is dr. I Cuypers naar Leuven geweest. Per auto erheen .'vertrokken geraakte hij van zijn reisgezelschap saf tijdens de verwarring van de nieuwe ge-1 vechten nabij Leuven. In de abdij der Benedictijnen had hij toen een schuilplaats gevonden. :De grijze bouwmeester was diep onder den 'indruk der vernieling van zooveel schoons te j Leuven en ontmoedigd door al het verwoeste, , heeft hij met zijn inmiddels weergevonden ; reisgezelschap" spoedig de stad verlaten.
"Dr. P.J.H. Cuypers te Leuven.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/09/15 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548208:mpeg21:p002
De burgemeester der Zeeuwsche gemeente Sluis heet in cm, naar »De Standaards hei noemt, »hartstochtelijk schrijven* aan eea Vlaamsch blad^ niet alleen zijn sympathie voor; de Vlamingen uitgesproken, maar ook te kennen gegeven, dat wij nier te lande, in alle) streken, »woedend op da Duitschers^ zijn; ia,, hen haten, — en zelfs heeft hij niet geschroomd de Koningin in zijn opgewonden) praat te betrekken. Notabene dit alles geteekend met naam en qualiteit: J. G- Boogerd, burg .meester van Sluis. Dat het Vlaamsche blad, hetwelk zulk een schrijven on.ving, dit najuurlijk voluit afdruk-; ken zou, is even b.grijj-elijk, alshei onbegr'jpejijlc is hoe iemand" van officieele positie, voor wi.n de inzichten zijner Regeering en niet zijne eigene, vooral in dagen als di;! van heden', richtsnoer behooren te zijn, zich' tot zulk eene loslippigheid' verleiden laat. Te-, recht zegt »De Standaard» daarvan: . -Zcoii kan een geëxpatrieerde kindèrjuffrouw (doen, j maar zoo doet geen _ burgemeester inJÉkrnbt.'-; Trouwens, de Minister van Binnjj^Mids.chei, Zaken zal dit den betrokkene wefj^Bidelijk maken. •;
"EEN DOMHEID.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/09/15 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548208:mpeg21:p002
Men meldt ons uit 's-Gravenhage : De officieren van het Militaire Huis van' H. M. de Koningin, die achter de staatsie-' koets in den stoet naar de Staten-Generaal te' paard reden, waren de adjudanten in buitengewonen dienst luit.-gen. Rest van Tcnningen, dè generaals majoor jhr. de Lannoy en Tcnnet, de kolonels Fröger en Van Hoogstraten, de adjudanten in gewonen dienst gen.-majoor; baron van Tuyll van Sercojskerken, gen.-ma-! jocr graaf SchimmeljDenninck, majoor graaf du Monceau, kapitein jhr. Sickinga en luit-kcl.' jhr. Van Suchtelen van de Hare, adjudant van: den Prins, de ord'onnance-officieren le-luitenantS| jhr. Wittert van Hoogland, jhr. Quarles van; Üfford, jhr. Backer; laatstgenoemde tijdelijk: adjudant van den Prins. In de Ridderzaal waren aanwezig de ad ju-; danten cler marine in buitengewonen dienst; vice-admiraals jhr. Röell, Ellïs, Stokhuijzen en de kapitein t/z Zegers Rijser, de dienstdoende adjudant kapitein t/z jhr. Hooft Graafland, de kamerheeren in buitengewonen dienst. Bij de plechtigheid waren tegenwoordig ba-j ron Van Zuijlen van Nijevelt, baron de Smethj van Alphen, jhr. mr. Röell, baren van As-j beek en baron van Ittersum. De commissie uit de beide Kamers der Staten-Generaal, die heden in de vereenigde vergadering H. M. de Koningin in- en uitgeleide! deed, bestond uit de heeren Van der Maesen! de Sombreff, De Beaufort, De Boer van der Kun, Van de Velde, LceïF, De Visser, De Meester, Zijlma, Bavinck, Van Deventer, Patijn, Knobel, De Muralt en Bongaerts.
"OPENING DER STATEN-GENERAAL.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/09/15 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548208:mpeg21:p002
Wij bemerken dat sommigen weer erg ont-' steld zijn door de uitbreiding, die de Regee-: ring in het laaist van de vorige week heeft; gegeven aan het in staat van beleg verklaarde; gedeelte des lands. Men behoef, echter geenszins in dergelijke besluiten een teeken van vermeerderd oorlogsgevaar te zien. Zij duiden alleen aan dat in zekere streken van het land de behoefte is gebleken, om aan het militair gezag de bijzondere bevoegdheden te verleénen, welke (je staatj van beleg meebrengt. Zoo werd de staat van beleg aan de Zuidelijke grenzen o.a. afgekondigd ten einde de; wapens, die zich in het bezit van de bevolking: bevonden, desnoods met den sterken arm te; kunnen invorderen en voorts om over het in-; en uitgaan van personen (misschien ook van; goederen) meerdere zeggenschap te hebben. De uitbreiding van verleden week moet meer; bepaaldelijk gemotiveerd geweest zijn door de] omstandigheid, dat op vrij uitgebreide schaal; Nederlandsche vaartuigen voor rekening van: een der oorldjuioerenden bleken te worden aan-; gekocht. Door deze aankoopen voor oorlogs-doeleinden te dulden zou gevaar van schending; onzer neutraliteitsverplichtingen ontstaan en; daarom was het gewenscht het militair gezag; met de bevoegdheid te tiekleeden om het uir-j varen van zulke verkochte schepen uit be-i paalde havens te beletten. (N. Ct.)
"STAAT VAN BELEG.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/09/15 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548208:mpeg21:p002
Het volgende bericht gewerd ons uit Curacao :\ Dezer dagen viel hier binnen het Duitsche; oorlogsschip „Karlsruhe". Het verschijnen vanj dien oorlogsbodem veroorzaakte aanvankelijk; eenigen schrik onder de bevolking. Allerlei ver-; halen deden de ronde. Het schip zou achter-! volgd zijn door Engelsche kruisers en kwam! zich in onze haven in veiligheid stellen; men' vreesde voor schending van neutraliteit, voor bombardement vanwege de achtervolgers enz. De waarheid was, dat de „Karlsruhe" hierkolen heeft ingenomen, overeenkomstig de bc-; palingen der neutraliteitsverklaring. Des avonds. verliet het schip met uitgedoofde lichten de; haven. Waarheen? Mysterie. Doch met het; vertrek van het schip was ook de ongerustheid. verdwenen".
De Duitsche bladen meldden, zooals men weet,; het binnenvallen te Willemstad, doch zochten; deze plaats in Noordbrabant.
"TE WILLEMSTAD.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/09/15 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548208:mpeg21:p002