Dit keurig uitgevoerde portret van Z. H., in pauselijk gewaad, in KOPER DIEPDRUK, wordt door ons verkrijgbaar gesteld in zwarten ietwat getinten druk, op zwaar gravure-carton, in twee formaten.
Het eene formaat is groot 65 X 50 c.M. papiergrootte, 45 X 32 c.M. beeldgrootte; het kleinere 40 X 32 c.M. papiergrootte, 30 X 21 c.M. beeldgrootte.
Het grootere formaat is zeer geschikt voor pastorieën, kloosters, scholen, patronaten e. d.; het kleinere voor de huiskamer.
De uitvoering is bij beide formaten dezelfde. De prijzen bedragen respectievelijk f 0.50 en f 0.35, afgehaald aan ons kantoor, en f 0.60 en f 0.42'/_, franco per post, toegezonden in stevigen cartonnen koker. De toezending geschiedt UITSLUITEND NA VOORUITBETALING per postwissel of in postzegels.
De portretten zijn verkrijgbaar bij alle soliede boekhandelaren. Dezen genieten, echter ook bij vooruitbetaling, het gewone rabat, natuurlijk niet van de porto-kosten.
Administratie „De Tijd en „De Amstelbode'.
"Portret van Z. H. Paus BENEDICTUS XV.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/10/05 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 11-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548227:mpeg21:p001
"De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/10/05 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 11-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548227:mpeg21:p001
De Engelsche minister Churchill te Antwerpen. — Keizer Wilhelm te Mechelen? — De Duitschers te Lanaeken. — Generaal Von illanteufiel in handen der Franschen. — Dwars door Duitschland. — De Franschen reeds bij Atrecht.
"DE OORLOG.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/10/05 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 11-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548227:mpeg21:p001
Verschillende tijdingen van de allerlaatste dagen geven blijk van de aanwezigheid van de Russen in het gouvernement Soewalki, dat onmiddellijk aan Oost-Pruisen grenst en waardoor de Niemen stroomt. Scherpe gevechten zijn in die streek geleverd, nauwe doorgangen tusschen meren door de Russen bezet. Alle pogingen van de Duitschers, om over de belangrijke rivier Niemen te trekken en vasten voet aan den rechter oever te verkrijgen, zijn verijdeld. Ook zijn de - uitschers begonnen de vesting Osoviec, an de Niemen gelegen, (?) met zwaar gechut te teisteren.
De vraag kan rijzen: Wat is het doel van de Duitschers met deze operatie? Na de overwinningen van veldmaarschalk Von Hindenburg, zijn de Russen Oostwaarts afgetrokken. Maar blijkbaar zijn zij thans weder in massa aan den rechteroever van de Niemen. Zij houden derhalve daar de Duitschers vast. Door voortdurend te dreigen met een vernieuwden opmarsch in Oost- Pruisen, wordt een zekere macht van Duitschers aan die provincie gebonden, welke anders geheel ter beschikking zou zijn van den bondgenoot, die in de laatste weken voortdurend heeft moeten terugtrekken en, zooals thans vrijwel boven twijfel is, een steun zoekt in Krakau. Ons wil het voorkomen, dat de naaste toekomst voor de Duitsche legers niet voorspoedig schijnt. Terwijl zij aan de Niemen worden bezig gehouden en zonder gevaar voor Oost- Pruisen niet (zooals noodig zou wezen) met hunne geheele beschikbare macht den Oostenrijkschen bondgenoot in Galicië en Hongarije kunnen gaan bijstaan, word hunne hoofdmacht voortdurend in Noordelijk Frankrijk en échec gehouden. Eene beslissing in Frankrijk, die nog dagen kan uitblijven is broodnoodig nochtans, want men kan in Gallicië tot geen gunstig resultaat komen, als men niet met vereende macht den Rus te gemoet gaat en slag levert. Tegenover Rusland zal zeker % van de Duitsche macht ontplooid moeten worden, indien men een eenigszins bevredigend doel wil bereiken.
Het succes der Duitschers in Oost-Pruisen zal maar een half succes wezen, zoolang zij niet voldoende macht hebben, om, met de Oostenrijkers vereenigd, de Russen te gemoet te gaan en slag te leveren daar, waar het hun behaagt. . Hiertoe kunnen de Duitschers tof op heden (3 Oct.) nog niet komen. Want wij nemen aan, op grond van zeer uitvoerige tijdingen uit St. Petersburg, dat de Russen over eene lijn, die vrij wel met de oostelijke grens van Oost-Pruisen overeenstemt, op zeer krachtige wijze in de laatste dagen (1 Oct.) ten aanval zijn opgerukt. De Duitschers trekken zich strijdende terug. Wij kunnen hunnen gang op de kaart in het noorden van Polen volgen. De hoofdmacht schijnt van Leissoeny op Soewalki terug te zijn gegaan, vervolgd door de Russische ruiterij. Daarna is in de streek van Soewalki een verbitterde strijd begonnen Versterkingen werden naar het terrein eezónden langs dè spoorlijnen naar Margrabowa aan de Oost-Pruisische grens en grepen krDCahngwS'rdt als uitslag gemeld dat de Duitschers verdreven werden uit plaatsen ten zuiden van Lyck, welke stad aan een spoorweg tusschen twee meren, op eenige SomSefs binnen de grens van post-Pru,sen ligt recht zuidwaarts van Gumbinen. Uen huidigen toestand Uier resumeerende, moeten wij erkennen, dat de Duitschers en Oostenrijkers nog niet aan de winnende hand zijn. VAN VLIJMEN.
"VAN DE OORLOGSTOONEELEN.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/10/05 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 11-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548227:mpeg21:p001
ANTWERPEN, 4 Oct. (Van onzen Belgischen oorlogscorrespondent). De onrust der bevolking is in de laatste vier-en-twintig uur toegenomen, er werd voor de afsnijding der waterleiding gevreesd enz. enz. Er liepen zelfs geruchten dat Hof en Regeering zich naar Ostende zouden begeven. Doch daarvan is nog niets gekomen en de vreemde gezanten verblijven ook nog in de stad. Duizenden hebben overigens gepoogd de stad te verlaten, vooral naar Holland wijkend. De komst der Engelsche troepen heeft echter weer moed en vertrouwen onder de bevolking gebracht. Alles hangt nu af van het weerstandsvermogen onzer troepen achter de Nethe vóór de tweede fortenlinie. Alle bruggen over de Nethe zijn opgeblazen door de Belgen en uiterst sterke verschansingen zijn in het terrein tusschen de gedeeltelijk gevallen eerste fortehlinie en de tweede fortenhnie aangebracht. Houden onze troepen daar stand, dan bestaat er geen onmiddellijk gevaar; de vraag is alleen of ze het zullen kunnen onder het zware artillerievuur van den vijand. Mochten ze het niet kunnen en mochten de Duitschers voorwaarts kunnen dringen tot in de nabijheid van de tweede fortenlinie dan wordt de toestand kritieker. Zelfs indien immers deze tweede fortenlinie niet bezwijkt doch stand houdt, kan de vijandelijke artillerie o v e r de forten heen de stad beschieten. Inmiddels zijn de troepen, die 5 dagen aan het vuur^ zijn blootgesteld geweest, door versche troepen vervangen. Zingend hun krijgsliederen kwamen gedeelten in de stad terugf waar de krijgers als helden werden gevierd. Ons dappere leger heeft in de uiterste linie stand gehouden zoolang dit maar eenigszins mogelijk was, in het belang der stad, die het symbool is van ons volksbestaan. Luik viel: het was een bitter verlies Namen werd ingenomen: de teleurstelling werd te grooter, ... maar België, schoon zwaar geteisterd, bleef België nog. Met Antwerpen nog in een der laatste proclamaties onzer regeering veelbeteekenend en met opzet, om het groot belang van zijn verdediging te doen beseffen, het nationaal bolwerk van België's onafhankelijkheid genoemd.... met dit Antwerpen staat ons volksbestaan op het spel. Van hoog tot laag wordt dit begrepen en doet ieder zijn plicht.... en meer dan dat, en de officieren geven het voorbeeld van moed en doodsverachting. Commandant Nazy van het 7e linie sneuvelde reeds den tweeden dag van het bombardement, te Waelhem. Zijn lijk is tusschen de puinen te voorschijn gehaald en voorloopig op het kerkhof van Contich bijgezet. Tot het bittere einde zal Antwerpen verdedigd worden, en alle krachten zullen daartoe worden ingespannen. Engeland zal niet dulden, dat wij ten gronde gaan. Het zond hulptroepen, het zond zijn minister zelfs. De Britsche minister Churchill is alhier aangekomen en heeft de besliste verklaring afgelegd aan de militaire Overheid, dat de verbondenen Antwerpen zullen blijven beschermen.
Er is nog ander bezoek in den omtrek te melden: er gaan althans geruchten, dat de Duitsche keizer te Mechelen zou zijn aangekomen???
"Uit Antwerpen.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/10/05 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 11-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548227:mpeg21:p001
MAASTRICHT, 4 Oct. (Van onzen Maastrichtsehen correspondent.) Het dorpje L-nseken, een uurtje ten N.W. van MaastrLht gelegen, werd heden, Zondagochtén, door etn! panische schrik bevangen. Nauwelijks was de dag aan den hemel, en spcedden zich de bewoners ter kerke, of daar ging het gsrep : de Duitschers komen. En oni kwart v.er zeven reeds vielen de e2rste kanonschoten; da Duitschers, die blijkbaar uit Tingeren waren: gekomen, met het opzettelijk doel Lanaeken ttuchtigen — ze hadden immers reeds weken geleden gedreigd het dorp te zul en brandschatten — hadden hun artillerie geplaatst tusschen Veldwezelt en Lanaeken. Het heele derp iï nagenoeg leeggeloopen ; honderden g-locvigen hebben het H. Mis'ffer niet kuiren bijwonen. Ongewassch?n, nagenoeg cng£ kleed', hebben de huishoudens hun droeven intocht gedaan in Maastricht. Tusschen de 30 a 40 kanonschoten -ijn gevailen. lal van huizen werden docr de Duitscbers in brand gestoken' het was één . rosse vuurgloed, en daar de 'wind uit het Westen woei, trek de rook over tot de Hollandsche dorpen Bargharen, Limmel en Weren. De gendarmen?, de br-e--derschool (christelijke scholen) en meer openbar.gebouwen zijn door het vuur vermeld. i-e _dcen_e uifcaparuing U«»'ne-_.ri-eip eveneens aigebrand.
Ue B-.glsche soldaten die _fch in de b:s-schen ver^ch.kn h.ucLn, teaniwoord-m het Uuitsche vuur en de u-ils-h-rs zcui-n e;n:gd verli_zen aan dooden, tn gewonden hebben. Voor zoover we hebben kunnen nagaan, is niemand der burg-rs g-i--d; «-ig_ i-weners werden gdw.nd en d.er Rjoae Kruisambulances uit Maast.icht gehaald. De eerw. zusters zon ge/lucht, dUc'.s -ver de M-a, na-r Hollandsen _i_i_u_g, d.el- n-trr Ma-Stricht. Op een bewoner, ais zi«n zinnd-Cie d etiur per wagen met paard naar jV.a_stu.ht trachtte (e brengen, werd d de D-i:-Ch£rs geschoten; het paard werd getroffen en viel dood neer. Het arme mMs m2est 4oïn> ltl een stoel ge2eten, in veügheid worden gebracht.
Overal ep de weg n van Lanaeken naar Maastricht zijn vluchteling--. °P w:g naarde stad. Wij v:rnamen nog en hebben er ens zef van overtuigd, dat d> kerk ni-t gelrif-m i 8; wel vlocg een k-gei langs t-ren, ee.ng muurwerk beschadigend Omstreeks halftwee trokk-i de Duitschers ai; het was me.s'al in'ar'ie-'ie en artillerie. Hun sterkte bedreeg vele hmderdm, d en is niet met juistheid 0p te geven. De stratc Inne — een pracht Vau een werk °P Zoniig' — verwijderden zich in noordelijke nchting langs den linker-Maas^eveï- „ . Het bekende gesticht van dt. Lej;u.ie, waarvan de Roede Krui vlag w-ei, & g"spaar-.
"De Duitschers te Lanaeken.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/10/05 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 11-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548227:mpeg21:p001
Betreffende Maandabonnementen op dit blad, zie men achterstaande advertentie. DE DIRECTIE.
"Advertentie". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/10/05 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 11-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548227:mpeg21:p001
MAASTRICHT, 4 Oct. (Van een bijzcnderen correspondent.) Het is niet in Veldwezelt, doch in Mcpeit ngen het tweede grentd:rp ep den rijksweg Maastricht—Hasselt, dat de Uu;-sche patrouille met de 0-lgen in aanraking kwam. Een doodskcphuzaar werd bij die gelegenheid gedood, een ander in den arm gekwetst. De Belgen hadden geen doeden oi gewenden. Ze reden direct allen °P hunne mtars terug naar Lanaeken. Er werden slechts eenige jongens, die uit angst op de vlucht gingen of zich varboroen en z°° doende voor franc-tireurs aangezien werden, .gevangen genomen docr de Duitschers doch ze werden, d-or toedoen van een ingezetene van A\cpertingen, een half uur laUr ook weer vrij gelaten. Een hunner moest mee als gijzelaar en kwam den volenden dag terug van Büsen. Dr. Beckers is niet ais gijzelaar mede genomen naar Tcngeren doch enkel als veearts, omdat de Duitsche veearts in Lanaeken gewond werd en naar het ziekenhuis in Maaseyc_ vervoerd werd. Dr. Bakers is echter den volgenden morgen weer per auto terug gebrach'. en gaat nu iederen morgen naar Tong:ren, cm de paarden der Duitschers t- verzorgen.
"Het gebeurde te Mopertingen.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/10/05 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 11-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548227:mpeg21:p001
PARIJS, 5 Oct. via Londen. (Reuter.) Majoor Von Manteuffel, de Duitsche officier, die verantwoordelijk is voor de plundering van Leuven, is in handen der Franschen gevallen.
"GENERAAL VON MANTEUFFEL IN HANDEN DER FRANSCHEN.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/10/05 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 11-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548227:mpeg21:p001
LONDEN, 5 Oct. (Reuter.) Een telegram uit Chiasso aan „Daily Mail" meldt van Zondag: De Eugelsch-Fransche vloot heeft het bombardement van Cattaro, hervat en Lustica, een der sterkste forten verwoest. Ook het station voor draadlooze telegrafie is verwoest.
"DE ENGELSCH-FRANSCHE VLOOT IN DE ADRIATISCHE ZEE.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/10/05 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 11-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548227:mpeg21:p001
AKEN, 4 Oct. (Van cnzen bijzondere berichlgever). In het Akenerw-ud in de omgeving van den Bisinark-thurm is een kerkhot aangelegd voer de in Aken over.eden knjgers, van alle nationaliteiten. Drie keeren in de week worden aidaar de gesneuvelden begraven. De stemming in de stad is zeer gedrukt. _r heeft nog een geregeld vervoer van troepen plaats naar het Fransche frent. Maar ock voor dèn terugkeer van Duitsdie en Oostenrijksche treepen naar het Ocsieijk oorlogstooneel, voer het transport van gewonden bUji Aken een brandpunt. In de restaurants is net slap; publie'e vermakelijkheden hebben nagenoeg niet plaats.
"Uit Aken.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/10/05 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 11-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548227:mpeg21:p001
ZÜRICH, 29 Sept. (Van een bijzonderen correspondent). Van Elten tot Singen, het westelijk en het zuid-westelijk grensstation, heb ik Duitschland doorkruist. De reis, waarvoor men op zijn minst drie dagen noodig heeft, viel betrekkelijk mee. Alleen het begin was moeilijk en vervelend. Tusschen Zevenaar en Keulen moest k driemaal overstappen; somsgeheelpnverwac.it, als een militaire transporttrein nabij was. Ruim na middernacht kwam .k te Keulen aan, na 10.43 uit Utrecht te znn vertrokken Doch verder op ging het beter. Van Keulen loopt 's middags 2.07 een goede sneltrein naar Frankfort a/M., W3ar ik 's avonds 8 uur aansluiting vond naar Offenburg in Baden. Stampvol was de lange trein, vooral met soldaten, zoowel gezonde als gewonde. Maar tot de „Strammheit" van een Duitschen militair schijnt nu eenmaal ook een g°ed humeur te behooren, dat zelfs de gekwetsten niet in den steek liet. Ze lachten en zongen, alsof ze van een bruiloft kwamen. Aan elk station lieten zij zich gaarne te goed doen aan koffie en brood, hun met een lieven glimlach toegereikt door jongedames van het Roode Kruis, die blijkbaar overgelukkig waren, zich voor het vaderland ook verdienstelijk te mogen maken. Niets in éên woord doet aan een gedrukte of moedelooze stemming bij het Duitsche volk denken. Zelfs zou men hier, van niets alwetende, moeilijk op het denkbeeld komen, dat Duitschlaiid thans een reuzenoorlog voert. Op de straat is alles kalm en rustig, gelijk bij ons in den komkommertijd. Het gewone leven gaat zijn gang. Alleen, de gewonde soldaten, die men op straat tegenkomt, herinneren aan den oorlog. Ze strompelen moeizaam op krukken voorbij. Anderen dragen een arm of hand in wit-hnnen verband; weer 'anderen is een gedeelte van het hoofd met windselen bedekt, 't Is opvallend, zooveel licht-gewonde soldaten er rondloopers, oogenschijnlijk in den besten welstand. Men herkent ze alleen als gewonden, omdat hun uniform zoo gehavend eu tot de lendenen met slijk besmeurd is; blijkbaar hun krijgstrofee, waarop ze niet weinig trotsch zijn. Niet minder fier is het bevoorrechte meisje, dat zoon gewonden soldaat begeleiden mag. Zij glundert van zaligheid en wordt door elke voorbijgangster benijd. Toen ik naar opheldering vroeg, waarom zooveel 1i c h t-gewonden hier rondloopen, was het antwoord, dat ook wegens lichte kwetsuren en pas opkomende ziekte veel soldaten naar huis worden gestuurd, om terstond door versche, kerngezonde manschappen te worden ,vervangen, „Wij hebben nog overvloed van nieuw en uitstekend menschenmateriaal in voorraad. Alleen het beste is goed genoeg voor het front".
Te üffenburg bezocht ik een lazaret, dat verpleging geeft aan 400 gewonden, en daaronder 82 Franschen. Twaalf katholieke liefdezusters, geholpen door vrijwillige leeken-verpleegsters, doen er dienst. De verzorging van de ziekenzalen liet weinig of niets te wenschen over en was precies evenzoo voor de Fransche als yoor de Duitsche gewonden. De patiënten, die ik even aansprak, waren allen best te spreken. Sommigen uitten hun verlangen, naar het front terug te mogen gaan. Eén zwaargewonde zei lachend tot de zuster, die ons vergezelde: „Zuster, ik heb vandaag uw orders zoo gehoorzaam opgevolgd, dus moogt u wel tevreden over mij zijn." Toen de zuster hem glimlachend toeknikte, was de soldaat, een kerel als een boom, zoo blij als een kind. Een Franschman antwoordde op mijn belangstellende vraag: „Comme on est bien ici 1 En ze hadden ons verteld, dat de Duitschers barbaren zijn, die al hun gewonde krijgsgevangenen dooden." 't Was een roerende aanblik, dat tooneeltje van koesterende en dienende naastenliefde, tusschen de verminkte slachtoffers van den oorlog. Goddank, dat er nog Char i t a s bestaat tegenwoordig. Men zou ander gaan twijfelen aan de toekomst der menschheid, die zich onderling zoo gruwelijk verscheurd.
Van Oflerburg kwam ik in zes uren tijds naar de Zwitsersche grens. Zoo was ik wederom op neutralen bodem. Maar eenig onderscheid tusschen den algemeenen toestand hier en in Duitschland kan ik niet bespeuren. Het Duitsche volk moet wel groot en machtig zijn, dat van den geweldigen oorlog, dien het over de grenzen naar twee of drie kanten voert, toch in zijn maatschappelijke physionomie geen zweem van verzwakking te zien valt. De menschen doen allemaal even kalm en vastberaden hun dagelijkschen plicht. Ze leven bepaald zuiniger dan anders. De levendige Rijnlanders zijn niet zoo druk als gewoonlijk. Het vaderland doorstaat een zwaren kamp, op leven en dood. Dat weten, zonder uitzondering, alle thuisblijvers. Maar even goed als de legers aan het front, willen zij onvervaard pal staan, „bis zum letzten- Mann und zum letzten Groschen".
De vrouwen niet minder onvervaard dan de mannen, ze breien warm ondergoed en wollen sokken voor de soldaten in het veld. De breikous verlaat hen nergens. Zelfs in de tram breien ze er rusteloos op los. In den Dierentuin te Keulen zag ik, Wij de theetafel, geen enkele jlame zonder breikous. Overal wordt door kinderen voor den oorlog gecollecteerd. In den Keulschen Dom gaat, onder elke openbare H. Mis, een collecte-schaal „für die Krieger" rond. In de tram mag men ook een groen kaartje (de gewone zijn wit), nemen; d.w.z., dan wil men 5 Pfennig meer voor zijn rit betalen. Zelfs in de rustige leeszaal van zijn hotel wordt men achtervolgd door jonge meisjes, die om een bijdrage bedelen „für das Rothe Kreuz." De Duitsche vrouwen doen al wat zij kunnen, niet minder taai en volhardend dan de mannen op het oorlogsveld. De stemming is over 't algemeen zeer gemoedelijk en mild, ook ten opzichte van den vijand; behalve tegen Engeland, dat grimmig wordt gehaat om zijn „Kramerkrieg". Ten opzichte der Belgen is de verbittering nu tamelijk voorbij. Een curieus staaltje hiervan ziet men nog aan het groote uithangbord van het hotel dicht bij den Keulschen Dom, hetwelk eertijds „Belgischer Hof" was genaamd. Doch men heeft de eerste twee lettergrepen van „Belgischer" geamputeerd, zoodat thans het hotel is herdoopt als „Scherhof". Zal deze naamsverwisseling een historisch aandenken blijven ? Te Keulen zag ik nog iets zeer merkwaardigs : het voorbijtrekken van een trein met gewonden. De onmetelijke trein bezette slechts met een gering deel de lange viaduct, die onmiddellijk naarden „Bahnhof" voert. Nauwelijks stond de trein stil, of een menigte menschen snelde naar de viaduct, om van beneden af de gewonde krijgers in den trein, die ongeveer 10 meter hooger stond, te begroeten. „Laat touwen naar omlaag", zoo werd door het volk geroepen. Nu spoedde zich iedereen naar de naburige winkels en kramen, om haastig, met allerlei versnaperingen gewapend, terug te keeren. De soldaten lieten onderwijl touwen en koorden naar beneden; hieraan werden pakjes met sigaren, fruit, chocolade, sandwiches enz. bevestigd en-ijlings omhoog geheschen in den trein, waar men al die lekkernijen broederlijk deelde. Bij uitzondering had een enkele soldaat een leeren reischtaschje bij zich; ook dat ging naar omlaag en kwam per keerende post zwaarbeladen naar boven. De nieuwe vangst bracht andere soldaten op het idee, om hun omgekeerden helm als vervoermiddel te gebruiken. Het geïmproviseerde postpaket kreeg telkens een ruime vangst en wekte algemeene hilariteit. Toen de trein afreed — daar werd onderwijl niemand op de perrons toegelaten — ging een daverend gejuich op. Blijmoedig wuifden de soldaten met hun zakdoeken en helmen. De menigte strekte haar armen naar hen uit, als wilde zij ten afscheid die gewonde helden omhelzen. Bij menigeen zag ik tranen in de oogen. Uit geblindeerde wagens kwamen, door smalle tralievensters, de roode képi's van Fransche krijgsgevangenen te voorschijn. Verwonderd keken zij ons aan met hun donkere oogen, verwonderd en diep-droefgeestig tevens. Zouden zij niet, evenals wij, sprakeloos zijn geweest van aandoening over dit imposante schouwspel, hoe eensgezind en geestdriftig het Duitsche volk den oorlog voert ? Ten slotte moet ik nog een indruk weergeven, die zich herhaaldelijk aan mij opdrong. De Duitscher is min of meer berucht om zijn bruuske manier van optreden. Buitenlanders over't algemeen, ons Hollanders in 't bijzonder, stuit zijn „militarische Schneidigkeit", waar zij heelemaal niet te pas komt, vaak en vierkant tegen de borst. Daarvan heb ik in het burgerlijke leven dezer dagen niets bespeurd. De Duitschers zijn klaarblijkelijk onder het verpletterend gewicht van den zwaren strijd, neergebogen. Niet alsof zij twijfelen aan de eindzegepraal hunner wapenen; zij zouden dat eenvoudig landverraad achten. Maar zij beseffen, dat zij slechts met inspanning van al hunne krachten er boven op kunnen blijven en dat zij hiertoe vooral Gods onmisbare hulp noodig hebben. Dientengevolge hebben zij hun laatdunkende aanstellerij geheel laten varen. Zij zijn nu minzaam, vriendelijk en bescheiden in hun manier van doen, zelfs de beambten en... de ofticieren! Te Oberhausen moest ik op een volgenden trein wachten. Gelukkig merkte ik nog juist bijtijds, dat ik iets in mijn coupé had laten liggen. Naar mijn vorigen trein, die op een ander perron stond, keerde ik dus haastig terug. Toen ik de trap van het sousterrain, dat naar het andere perron voert vlug opliep, kwam ik een peleton soldaten tegen, die in gelid en met geweer op schouder afdaalden. Zij hadden heel de breedte van de trap noodig. Ik zou daarom met geweld teruggedrongen worden. Maar wijl ik zooveel haast had, trachtte ik er nog doorheen te komen. Wat ik niet dorst denken, gebeurde: op bevel van hun luitenant braken de soldaten het gelid en lieten ze mij gemakkelijk passeeren. Ik groette dankbaar, waarop de soldaten mij beleefd salueerden 1
Zoo stond ik telkens hier te lande verbluft over den beminnelijken eenvoud der Duitschers, zoowel burgers als militairen. Zou het Duitsche volk, in ernstigen nood verkeerende, thans zijn waren aard teruggevonden hebben ? Het zou een niet geringe winst van den schrikbarenden oorlog zijn, ais dit heugelijk resultaat duurzaam kon worden geboekt.
"Dwars door Duitschland.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/10/05 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 11-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548227:mpeg21:p001
BERLIJN, 4 Oct. (W.8.) Door de beperking van het uitvoerverb d voer verschïllence producten is in den laatten tijd een belangrijke verlevendiging van het DuitsKhehan.elsverkrer met e
"Handel en bedrijf in Duitschland.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/10/05 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 11-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548227:mpeg21:p001
KONSTANTINOPEL, 5 Oct. (W.8.) Velgens officieele telegrammen deed zich gistren tegen middernacht fa Boendcer en Spana (.vilajet Kenia in Klein-Azië) een z:er h:v!geaardbe/ing gevoelen. In den loep van „onda° volgden verscheidene lic tere schekken. Deze waren vooral hevig te B-endoer en omgeving Het juiste getal der slachtoffer is onbekend, doch men gelooft, dat ongeve:r 2500 nvns?hen gedord zijn.
"Aardbevingen in Turkije.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/10/05 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 11-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548227:mpeg21:p001
BERLIJN, 5 Oct. (W.8.) Naar aanleiding der bestorming vaa het ïort »Camp des Romains< herft de c-mmendant van deóeßeiersche divisie, luitenant-generaal Höhn, een dagcrdsr uitgevaardigd, waarin gezegd wcrdt: •>De Ce Beiersche infanterie-divisie met de daarbij ingedeelde Pruisische ar'il'erie te voet en pioniers, heeft het sporfort bij Sint Mihiel stormenderhand genomen. De art;llerie te voet en e_m deel der ve'.dartilhrie bereidden de bestorming voor in een s'rijd, die 30 uren duurde, en de 21e infanterie-bvigac'e met de pioniers veroverde in een gevecht van drie uren muur na muur, steen na steen, terwijl de 11e infan'erie-bri" ade met het overige gedeelte u;r veldprtil'erie na een langen zwarrn strijd de vijandelijke pogingen tct ontzet verijdelde. Vijl o'ficienn en 453 niet-gewonde, beneven, «"neeveer 50 gewonde manschappen werden krijsgevangen gemaakt. mDc re;t der bezetting ligt dood ender de puinhoopen en in ds kazematten van het scerfrrt.
"Een hardnekkige aanval en een hardnekkige verdediging.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/10/05 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 11-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548227:mpeg21:p001
BREDA, 4 October. (Van onzen correspondent.) Alhier arriveerden gisterenmiddag een dertigtal Zusters uit het gasthuis te Lier. Zij deelden mee, dat de zieken naar Antwerpen getransporteerd waren, omdat haar gesticht reeds door eenige bommen getroffen was. Ook deelden zij mee, dat de krankzinnigen uit Duffel naar Antwerpen waren overgebracht.
Te Vlissingen varen voortdurend sleepbooten uit Antwerpen binnen, stampvol met Belgische vluchtelingen. Er waren ook tientallen vrouwen aan boord, die vertrokken naar Engeland.
"Zusters-Vluchtelingen.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/10/05 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 11-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548227:mpeg21:p001
BERLIJN, 4 Oct. (Wolffbureau.) De „Nordd. Allg. Zeit." schrijft over de Duitsche suikerindustrie:
„Als de beste oplossing van de moeilijkheden, welke zich voor den suikerhandel in het binnenland door het verbod van uitvoer voordeden, is gebleken, het verbod van uitvoer van suiker als zoodanig wel te handhaven, doch met voor iedere verzending aan te vragen vergunning den uitvoer van een bepaalde hoeveelheid toe te laten, tot een hoogte, welke de voordien gebleken behoefte van neutrale landen bevredigt. Onze industrie behoudt op deze wijze den gewenschten afzet, voor zoover dit zonder nadeel voor de belangen van de behoefte in het binnenland mogelijk schijnt In ieder geval moet de regeering zich voorbehouden den uitvoer stop te zetten, zoodra de binnenlandsche suiker niet meer tot de tot nog toe geldende prijzen beschikbaar wordt gesteld of de suiker op oneconomische wijze aan het binnenlandsche verbruik alsvoedingsmid'Jel voor de bevolking onttrokken wordt.
"Duitsche suiker.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/10/05 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 11-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548227:mpeg21:p001
BERLIJN, 3 Oct. (E. B.) De Franschen hebben zich heldhaftig verdedigd in het door de Duitschers genomen fort" Camp des Romains, en zij hebben met de taaiheid der wanhoop gestreden. De Duitsche genie-soldaten waren voorwaarts gerukt met alle middelen, die hun ter beschikking staan. In de loopgraven hadden zij met handgranaten en brandbuizen gewerkt Bij de eerste liggen als op een metselaarstroh'ei bommen, die met elkaar verbonden zijn op een plank. De plank wordt door de genie-soldaten in de loopgraven gebracht. Een lont, waarvan men den brandingstijd nauwkeurig bepaalt, veroorzaakt de werking van een dood en verderf spuwend hulpmiddel. Met de brandbuizen worden de loopgraven, waarin de vijandelijke manschappen de flankeenngs-kanonnen bedienen als het ware uitgezwayeld. Het zijn groote buizen, waaruit gassen stroomen, die den vijand verdooven en buiten gevecht stellen. Dit middel wordt steeds gebruikt in het laatste oogenblik van de beslissing. Bij den stnjd om het fort du Camp des Komains rookten de Duitsche genietroepen ten koste van groote verliezen menige vijandelijke loopgraaf uit, zonder dat de vijand de wapens neerlegde. Het kwam herhaaldelijk voor, dat zijde Fransche bezetting door de opening van de loopgraven-bedekking vroegen, of deze er niet genoeg van hadden, en of zij zich niet liever overgaf. En herhaaldelijk was dan het antwoord, dat men nog leefde en nog verder wou vechten. En de Franschen vuurden voort, totdat de verderflijke gassen hen ten laatste schier verstikten.
"Brandbuizen als oorlogswapens.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/10/05 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 11-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548227:mpeg21:p001
OSTENDE. (Eigen Bericht). Uit de beste bron wordt bericht, dat de regeeringsarchieven in hotel „Contintental" te Ostende zijn ondergebracht.
"De Belgische regeeringsarchieven naar Ostende.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/10/05 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 11-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548227:mpeg21:p001
's GRAVENHAGE, Oct. Volgens alhier ontvangen dienstbericht is gisteravond fr-6 uuten westen van Zandvoort aan de kust _ed_- rgeehooraUim "" kwartier kanongebulder ifzee
.flen zie verder voor den Oorlogstoestand het Tweede Blad en de Laatste Berichten.
"Zeeslag?". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/10/05 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 11-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548227:mpeg21:p001