SLUIS, 18 December. (Van onzen oorlogscorrespondent M.) Als vaststaand kan ik de folgende resultaten mededeelen van de aanvallen der geallieerden, onder medewerking van de Engelsche vloot. Heroverd zijn aan en boven de Yser, Lombaertzijde en St. Georges, terwijl de bezetting van Westende, slechts een historie van enkele dagen schijnt, daar deze plaats door de Duitschers ontruimd is en reeds meermalen bezocht door Fransehe patrouilles. Rond Yperen zijn thans de volgende dorpen door de geallieerden bezet, zonder dat de Duitschers er in geslaagd zijn, dit voordeel weer te niet te doen: Bixschoote, Langemarchch, Passchendaele en Morslede. Ook het even boven Paskedaele gelegen dorp Westroosebeeke is door de Duitschers ontruimd en wordt door de Engeischen herhaaldelijk gepatrouilleerd, maar een definitieve bezetting wacht op het resultaat van de verschillendeg evechten, die geleverd zijn tegen de Duijschers in de bosskhen Z. Westelijk van deze plaats. Het succes, dat de geallieerden ten N.O. van Yperen gehad hebben met de bezetting van genoemde dorpen, is van het grootste belang, en de Duitschers concentreeren er momenteel dan ook zooveel mogelijk manschappen, om het verloren tenein te herwinnen.—Het vooivvaarts dringen der geallieerden gaat n.l. verontrustend regelmatig, d.w.z. in een lange horizontale linie, He loopt van Bixschooten tot nabij de spoorlijn Rousselare—Menix en vandaar naar Rijssel. En door hun voortdringen wordt vooral deze verbindingslijn der Duitschers ernstig bedreigd, ilaar het door de Engeischen genomen dorp Morslede b.v. slechts een paar K.M. van deze spoorlijn ligt in Oostelijke richting. Het Noordwaarts dringen bedreigt vooral de verbindingslijn Dixmuiden-Thouraut en S'andaar'naar Brugge, Dat het den geallieerden ook er om te doen is dezen weg af te mijden, bewijzen de hardnekkige gevechten, die geleverd worden tegen de Duitschers, verscholen in de uitgestrekte bosschen tusschen Merckem en Stade. Ofschoon de geallieerden bij deze bosschen nog niet verder gevorderd zijn, kunnen de Duitschers niet zonder groote verliezen stand houden. Blijkens mijn ontvangen inlichtingen is het succes, dat de verbondenen bij l^imbaertszijde en St. Georges behaald hebben, hoofdzakelijk te danken aan de werking van het Engelsche geschtit. Toen den 14den dezer Lombaertszijde
en Westende door de Engelsche vloot gebombardeerd waren, uren achtereen, hebben de Duitschers deze plaatsen ten slotte moeten ontruimen
en zich .op korten afstand er achter opgesteld. Toen achtte de infanterie der geallieerden haar taak aangebroken en ging tot een stormaanval op den vijand over. De Duitschers lagen in loopgraven, maar in verspreide orde trokken de geallieerden een halven cirkel rond deze plaats en brachten op goede punten enkele kleihe stukken geschut in werking, die groote verliezen aanrichtten. Op een groot deel van de andere helft van den cirkel, die door de geallieerden werd opengelaten, vielen de granaten der Britsche vloot en de Duitschers waren genoodzaakt zich daar doorheen te werken en op St. Georges terug te trekken. Dit ging echter niet meer in goede orde en de hen' achtervolgende troepen richtten een moorddadig vuur op hun achterhoede, t Gevolg was, dat de Duitschers zich ook in St. Georges niet lang meer handhaven konden en van deze plaats terugtrokken naar Capelle, voor hun vlucht gebruik makende van de enkele dijken, die op dit geinnundeerde terrein droog zijn gebleven. Betreffende de gevechten rond Yperen ontving ik twee berichten van het front der geallieerden. Daaruit blijkt, dat de Duitschers de bevolking der dorpen, die ze ontruimen moeten, verwittigen, dat hun plaats in de vuurlijn komt te liggen en haar wordt aangeraden zich te verwijderen, van welken raak ook allen, op enkele uitzonderingen na, gevolg geven. Veel verwoestingen zijn intusschen in deze dorpen door gesciiutvuur reeds aangericht. In Monslede is de katholiek' kerk zwaar beschadigd en de school afgebrand. In Passchendaele werd het kerkhof vernield. Bij Bixschoote ligt het graf van drie burgers, door Duitsche soldaten wederrechtelijk neergeschoten. Daarop heeft de plaatselijke commandant een kruis laten planten, waarop de bevolking liet schilderen, dat ze onschuldig gestorven waren. De twee soldaten, die de wandaad begaan hadden, zijn gefusilleerd. De bevolking der door de Duitschers ontruimde dorpen, die niet gevlucht is, klaagt zeer over het harde optreden. Volgens hen zouden de Duitschers bitter klagen over de slechte npproviandeering en daarom de bevolking zóó alles afpersen, dat deze zelve het grootste gebrek lijdt. Aan een brief uit Rijssel ontleen ik het volgende: „Nu worden we weer aangemaand tot het betalen eener grooie oorlogsschatting tn alles, wat we hadden, hebben we reeds moeten geven. Het voortdurend bombardeeren kostte reeds vele menschenlevens en richtte groote verwoestingen aan. Kortelings is de binnenstad nog beschoten geweest en de uitwerking was verschrikkelijk. De Nationale-, de Bethume- en Statiestraten zijn bijna gansch verwoest. Dikwijls vlogen de zware granaten dwars door vier muren heen. De openbare gebouwen echter hebben tot nu toe nog niet veel geleden en op het oogenblik is het betrekkelijk kalm. Hoe lang lal dit duren? De troepen staan dicht bij elkander en vaak hooren we het gewone geweervuur, dat de voorposten over en weer op elkander lossen."
"DE OORLOG. De gevechten aan de Yser. — De zegestemming te Berlijn. — Het Fransehe Oeelboek. — Betoogingen in Italië. De gevechten aan de Yser en rond Yperen.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/12/21 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 17-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548305:mpeg21:p001
"De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/12/21 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 17-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548305:mpeg21:p001
BERLIJN, 17 Dec. (Van een bijzonderen correspondent.) „En wat zegt u nu wel van het nieuwste oorlogsbericht?" vroeg mij met een stralend gezicht de grijze procuratiehouder, dien ik bijna eiken middag aan tafel ontmoet bij Weihenstephan in de Friedrichstrasse. „Bij al de voorzichtigheid, welke ik in mijn dualiteit van neutraal dien in acht te nemen, erken ik gaarne, dat het Duitsche leger op de oostelijke grens kranig werk verricht", was mijn antwoord. Uw generaals...." „Unser Von Hindenburg ist ein ganz famoser Kerl", viel hij mij in de rede, zichtbaar met dubbelen eetlust zijn „Kalbsbraten" aansnijdende. „Es kommt aber noch viel besser!"
„U bent vandaag optimistischer dan 'n das oï acht geleden, toen u me zei: „We hebben onze vijanden onderschat", merkte ik op. „Selbstverstiindlich bin ich das!" brabbelde liij met zijn mond vol Gurkensalat. „Dat lijstje, wat u me liet zien, beunruhigt mich gar nicht." Ik had namelijk op ccii stukje papier alle tegenvallers opgeschreven — voorzooverre ik ze mij herinneren kon — welke Duitschland in dezen oorlog te boeken had: het niet-meedoen van Italië, de snelle mobilisatie van Rusland, den hardnekkigen tegenstand der Belgen, de ontsnapping van het Belgische veldlcger, de inundatie van de Yser, de verrassende vechtqualitciten en het strategisch beleid derFranschen en der aanvankelijk zoo geminachte Engelschen, den gedwongen terugtocht van de Manie naar de Aisne, het optreden der Japanners, de mislukking van den opstand in Zuid- Airika enz. En toen had mijn goede en gezellige eetgenoot in 'n onbewaakt oogenblik, waarin zijn patriotisch zelfbewustzijn in zwijm dreigde te vallen, me gezegd: „Wir haben leider unsere Feinde unterschatzt!" Maar thans was hij weer één en al optimisme en toonde zich volkomen „siegesbewust." Op den duur, op den langen duur zou Duitschland het zeker winnen! Ik deed hem opmerken, dat het van het begin af aan toch wel de bedoeling en de hoop was geweest van den grooten generalen staf, om snel raak te slaan in het Westen en dan zich met alle kracht op het Oosten te werpen, terwijl juist de geallieerden hun goede verwachtingen en hun berekeningen hebben gebaseerd op den langen duur van den oorlog, waardoor het o.a. aan Engeland mogelijk zal worden een groot leger' op de been te brengen. Maar hij schudde ietwat kribbig het hoofd en zeide met een zuur-zoet lachje (dit kan ook gedeeltelijk een resultaat van de Gurkensalat geweest zijn): „Ach was! Wir sind am Ende Franzosen und Englander und Russen und der ganzen Welt ueberlegen." Het gevoel, de overtuiging, dat Duitschland ten slotte de baas zal blijven over al zijn vijanden, wortelt hier onuitroeibaar in aile geesten en gemoederen. Zelfs een der imitatie-Hindoes, die hier bedienen.in de „Indische Theestube", Friedichstrasse 67, (tusschen haakjes gezegd: een der weinige etablissementen van Berlijn, waar men heerlijke thee drinkt) ver-
klaarde mij zooeven nog, vóórdat ik deze weinige regeltjes ging neerkrabbelen, dat er geen quaestie van was of Duitschland moest
het winnen. „Mochten die -eilander das geme?" vroeg hij. „De Hollanders wenschen den Duitschers, evenals elke andere natie, alle goeds, zij zijn absoluut neutraal", verzekerde ik. De man lachte ietwat ongeloovig om zijn bruine (geverfde?) lippen En nu, terwijl ik hier in een hoekje aan een der zeer ongeriefelijke oostersche met mozaïek bewerkte tafeltjes zit, heerscht alom in de straten een soort feestvreugde, hangen er Onder de Linden en overal in deFriedrtchs-en Dorotheeënstad vlaggen te druilen in den motregen en zal de nieuwe zegepraal van Ven Hindenburg in de stampvolle café's, kientop's, café-concerts enz. vanavond weer aanleiding geven tot de bekende patriotische betoogingen. Laat mij u ten slotte een nieuwtje vertellen, dat wellicht aan diegenen uwer lezers, die te Berlijn bekend zijn, belang kan inboezemen : het spoorwegverkeer op de stadslijnen en naar de voorsteden wordt eindelijk electrisch. Een uitstekende maatregel, waarnaar reeds lang is uitgezien. Het is alleen maar te hopen, dat we nu niet nög vlugger zullen moeten in- en uitstappen en daarbij zelf de portierdeuren open- en dichttrekken; anders zullen van dit geëlectriseerde „Stadt- und Vorortverkehr" slechts 'zij kunnen gebruik maken, die na afgelegd examen in het bezit bevonden zijn van voldoende acrobatische talenten. Ten slotte een rectificatie. Ik zag onlangs in een der Hollandsche bladen het dienstdoen door vrouwelijk personeel bij de electrische tram alhier aangehaald als een bewijs voor Duitschland's gebrek aan valiede mannen. Dit denkbeeld is volstrekt onjuist. Ais de nood aan den man mocht komen, hebben we reeds alleen hier te Berlijn nog duizenden en duizenden strijders in reserve. Dat bij den tramdienst vrouwelijk personeel optreedt — en dan nog maar in de „Anhanger", de bijwagens — geschiedt om een dubbele reden: een tactische en een practische, als ik het zoo eens mag aangeven. Vooreerst zijn de vrouwelijke conducteurs bijna allen echigenooten van te veld staande soldaten, die de electrische hebben verwisseld met de loopgraaf, zoodat primo het middel van bestaan voor het gezin blijft voortduren en tegelijkertijd voor de goede behartiging van den dienst op de meest afdoende wijze wordt zorg gedragen. „Wie bei ims doch alles klappt!" Ook hier weer een bij uitstek practische maatregel. Die geest voor organisatie en discipline is een der groote factoren, welke het Duitsche volk — al komen er misschien ook nog zware tijden en donkere dagen — tot het uiterste zal doen blijven, wat liet thans nog is in al zijn geledingen, van het hoofd tot de voeten: „siegesbewust" — vol vertrouwen op de eindoverwinning.
"Neg altijd „siegesbewust!”". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/12/21 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 17-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548305:mpeg21:p001
BERLIJN, 21 Dec. (Wolffbureau). Officieel De :.Nbrddeutsche<: schrijft : -Door het Fransehe Geelboek loopt, ge.ijk door alle ofiicies'e • bekendmakingen V2n den Driebond, als een roode draad de gedachte, dat Duiischland den oorlog had kunnen verhinderen, wanneer het zijn invloed op Oostenrijk-Hongarije had deen gelden, opdat dit land zijn eischen tegen Servië zoude matigen. De mogendheden vanden Driebond gaan daarbij uit van het eenzijdig standpunt, dat Rusland het recht had, ais beschermer van Servië op te treden en ontzegden anderzijds aan Oostenrijk-Hongarije het "recht om te handelen op een wijze, welks noodzakelijk was, len einde zijn plaats ais groote mogendheid ie handhaven. Duitschland moest, volgens de meening van Rusland en deszelfs vrienden, Oostenrijk-Hongarije tegenhouden en z-ich voegen naar het door Rusland ingenomen standpunt, volgens hetwelk de mogendheden erover zouden beslissen, inhcever het Oostenrijk-Hongarije zoude geoorloofd " zijn, zich ie verzetten tegen de Servische uiti tartingen. Duitschland heeft met inachtneming van dj vvaaraigueid van zijn bonugeuoct ié Weenen stappen gedaan, d^ch het weigerde urn den door Rusknd en ueszeiis vr.endea verlangden druk op uos.enri,k ncngarije uit te oeieaeu. De aN-radeuJsche« wijst er dan ep, dat het Geelboek de aansporing van FreL.err von Scheen, osa Frankrijk te doen optreïen, teneinde in Petersburg tct matiging aan te raden, voorstelt als een domme poging om lusschen Rusland en Frankrijk wantrouwen op te wexken, terwijl het van Duitschland verlangt, dat het zijn bondgenoot niet aiken goeden raad geeft, doch ock een druk op nem uitoe.ent. Tegenover den zoogenaamden vredelievenden geest, welken de Russ sche regeering van het begin der crisis zoude heboen getoond, herinnert de *Norddeutsche« er aan, dat Sasonoff reeds bij het esrste onderhoud met den Franschen en den Engeischen gezant opmerkte, dat Rusiand genoodzaakt was te mobiüseeren. (Vgl. Engelsch Blauwboek no. 6, dat ook tot de Russische mobilisatie reeds den 25sten Juli was besl-ten en sedert dien dag in het geheele Russische rijk in gang was). Het bilad merkt op, dit de rapporten van den Engeischen gezant in Petersburg bewijzen, dat deze met toenemende bezorgdheid de militaire voorbereidende maatregelen ia Rusk"i:u waarnam en meent, dat het hoogst opmerkelijk is, hoe de officieele stukken m het Geelboek dit gewichtige punt trachten te verduisteren. Tot eiken prijs meest liet tewijs worden geleverd, dat het Duitschland geweest is, hetwelk met de militaire voorbereidingen is begonnen. Als zoodanig »bewijs« kan het Gejlboex echter slechts eenentoereikend bewijsmateriaal verschaffen. Tegen. over ue bswenag, üat Oostjnr.jkriongsr^e en Rusland' op het punt waren tot ovcireenslemming te komen over de nota aan Servië, maar dat toen Duitgchiand met zijn oorlogsverklaring alle hoop ep be.ioud van den vrede plotseling vernietigde, wijst de ;>Norddeutsche« er op, dat Rusiand, op hel oogenblik. dat het aan Duitschland was gelukt cm de besprekingen tusschen Ocstenrijk-Honstirije en Rusland werder in gang te brengen, in den nacht van 30 op 31 Juli, zich niet bekommerend om de plechtige verzekering van den Kussischen minister van oorlog en chef van den generalen staf, dat n.l. de troepen aan de L-uitsche gren_en niet zouden warden gemobiliseerd, niettemin het bevel gaf tot een aigemeene mobijsatie, dus ook te^en Duitschland, en dat daardoor het geheele bemiddelings-werk van Duitschland teniet werd gedaan. Daaruit, aldus gaat de i-Norddeutsche» voort, blijkt, dat het aan de goocneltoeren van den Drieband niet gelukken zal om dit feit te ontkennen, dat Rusland de schuld treft, den Europeeschen oorlog ontketend te hebben. De Norddèutsche* wijst vervolgens acht punten aan in het Fransehe Geelboek, die bewijzen, welke waarde aan de openbaar gemaakte stukken is te hechten. Het voornaamste is :in het rapport van den gezant Jules Cambcn vanb Mei ISI3 is een uiting van den generaaloversle von Moltke weergegeven, men alle gewetensbezwaren ter zijde moest stellen en den aanval doen, wanneer de oorlog blijkbaar noodzakelijk was.« Nu heeit generaaloverste von Moltke zich nimmer op een dergelijke wij-e uitgelaten. Volgens het rapport van Cambon van 22 Nbvsmber 1913 zoude. ;i een onderhoud van den ke:zer met den laming van België en generaal-overste von Moltke, do-e laatste de noodzakelijkheid en de onvermijdelijkheid van een oorlcg met Frankrijk hebben betoogd en uit de woorden des keizers zoude gebleken zijn. dat hij zijn vroe- Sjer standpunt betreffende den vrede reeds in FM"* had opgegeven. Volgens informaties heeft er echter geen onderhoud tusschen deze drie persoonlijkheden plaats gehad, doch slechts onder vier oogen, n.l. tusschen den k^ing van Bïlgtë en ge.neraal-overste Von Moltke. Bij die gelegenheid heeft echter Von Moltke nooit de hem door Cambon in den mond gelegle woorden gesproken. — In het Fransehe geelboek wordt óp twee plaatsen beweerd, dat Von. Schoen de Dui'«'-he nola van 23 juli (ven*. Witboek bijlage B) in Parijs den 24sten Juli overhandigde, terwijl de overhandiging vaii de nota in Londen eerst den volgenden dag plaats had. Daarmede zou bewezen zijn, dat Duifsch- Hid van het begin af Frankri'k heeït willen bedreigen. Het Engelsche Blauwboek beval echter onder no 9 een nota onder aanhaling van: communicatëd by Gïrman ambassador July2*, 1914.« De woorden van Viviani aan Paul Cambon d.d. 1 Augustus (no. 127) datpos'enrijk-Hongarije als eerste staat was begonnen met de algemeene mobilisatie, weerTegt de ■ Norddeut'chet door het feit, dat Oostenrijk pis den 31 sten Juli bevel gaf tot de algemeene niobilis-tie (Geelboek no. 115), dat daarentegen Rusland reeds in den nacht van 30 op 21 Juli de algemeene en den 29sten Juli de mobilisatie tegen Oostenrijk Hongarije heeft bevolen. ' De verwarring wordt vooral daardoor volkomen, doordat het raprxrrt over de Oostenrijk-Hongaarsche mobilisatie (no. 1151 opzettelijk vóór hel rapport over de Kussische mobilisatie (no. 118) ia het Geelboek is ingevoegd. j_,e iranscne gekant Paieoiugue oeweeri in het rapport van 30 Juli, (no. 103;, datSasouoif aan den. ou.ticiien gekant zeide: icm ue verzoenmgsgezinue en vreuellevencie deriKbeelden van den Tsaar te bewijzen wilde hij ne.ii in naam van zijne Majesteit opnieuw een vocrs.el doen.» In waarhe.d echter was de toedracht de volgende: Toen Sasonoft de verklariaj van Oostenrijk Hongarije, cat het cic terruonaie integriteit van bervië niet zou aantasten, als niet voidoenüe kenmerkte, vroeg graal Pourtalés hem, teneinde den draad der v.iiuerna,nuehafeen niet te laien breKeii, om een nauwkeurige formuleering vast te stel.en \da ac uiuis.en e;scnen van Kusland aan UostenrijkHongarije. Pourlaks raadde da:.r^ij aan, door eenige concessies een overeenkomst mogelijk te manen. Oaarop scureef Sasonofi de formule, welk in weien ue oude Russische eischen handhaafde. Nadat Pourtalés ittorukaemK had uetooga, deering docr haar gezant er op aanstuurde, dat Sanonoff zijn formule later verandér/we en haar voor oostenriik-Hongari.e rxg) meer onaanneembaar maakte, riet ieit t-ont, dat het de Britsche regeering er om ted^en was, om een overeenstemming onder alle omsUndigheden enmegelik te maken. Om de Fransehe inobi'isatia te rechtvaardigen, beweert Viviani in het G^lbotk no. 127, dat reeds lang vóór de Russische mobilisatie, »den •vorigen Woensdag» Von Schoen de i.a ttt aide uitroeiing vün den «oorlogstoestand« had aangekondigd. Ueze maatregel zou door L'uitsch-1 .nd zijn getrof en, om onder dien dekmantel met de eigenlijke mobilisatie te kunnen beginnen. Ook hier houdt het Geelboek zich niet nauwkeurig aan de feiten. Nadat Duitschland Joor zijn gezant den 2^tm Juli in B;rl'.jn het bericht had omvangen, dat tachtigduizend 'Franschen van het continent in vredestijd waren (Vooruitgeschoven naar de Fransehe oostelijke grenzen, kreeg Von Schoen opdracht, om am de Fransehe regeering mede te deelen, # dat Duitschland zou gedwongen zijn beschermingsmaatregelen te nemen en zou moeten prock meeren, indien Frankrijk voortging met zijn oorlogstoebereidselen, dat dit wel geen mobilisatie beteekende en niet beteekende, dat meer soldaten zouden worden opgeroepen, doch niettemin een spanning zoude veroorzaken, welke voor ons ntet gewenscht was, daar wij voortdurend hoopten op behoud vin den vrede. De aNorddeutsche^ besluit : »deze weinige citaten mogen voldoende zijn, om den geest te kenschetsen van het Fransehe Geelboek. Uit het materiaal, dd het aanvoert, blijkt, op hoe zw kke gronden het door de Fransehe regeering bijgebrachte bewijs rust, dat Duitschland den wereldbrand zoude hebben ontsteken.
"Het Fransehe Geelboek.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/12/21 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 17-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548305:mpeg21:p001
Eenigen onzer geabonneerden zijn zoo welwillend geweest, ons adressen op te geven van Katholieken, aan wie, naar hun meening met goed gevolg, ons blad eenigen tijd ter kennismaking zou kunnen worden gezonden. Die aanwijzingen ontvangen wij, dankbaar, zeer gaarne.
Wie zich tegen 1 Januari a.s. voor een kwartaal abonneert, ontvangt van heden af tot dien dag de courant gratis.
Voor maand-abonnementen zie men achterstaande advertentie.
DE DIRECTIE.
"ABONNEMENTEN.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/12/21 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 17-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548305:mpeg21:p001
Meer en meer is het gebruik geworden, een Nieuwjaarsgroet aan vrienden en uekenden. of aan cliënteele te richten door middel van ons blad.
Om aan deze gewoonte, waardoor men zichzelven en de administratie der posterijen veel moeite bespaart, tegemoet te komen, stellen wij den prijs van een Nieuwjaarsgroet van vier regels op 50 cent en van acht regels op f 1.. . Van heden af tot üonderciag 31 December, uiterlijk 12 uur, worden deze advertentiën aangenomen direct aan de administratie van „Ue lijd"; van buiten Amsterdam bij vooruitoetal.ng in postzegels oi per postwissel.
Ut DIRECTIE.
"Nieuwjaarsgroeten.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/12/21 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 17-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548305:mpeg21:p001
LONDEN, 20 Dec. (Reuter). Een speciale correspondent uit Rome bericht:
Door heel Italië heeft de politie heden een harde en ondankbare taak te vervullen gehad, daar zij op sommige plaatsen betoogingen tot herdenking van den jaardag van den dood van Oberdank moest onderdrukken en ze in andere plaatsen moest beperken. Gedurende den nacht werden te Rome manifesten aangeplakt en in de straten strooibiljetten verspreid, sommige met rouwranden, met het opschrift: „Denktaan den offerdood van Oberdank!"
De betooging in den Manzoni-schouwburg bereikte haar hoogtepunt, toen Ricciotti Garibaldi, terwijl hij zich met behulp van twee stokken.verhief,uitriep: .Erklinktnog een stem van Caprera, waar mij vader begraven ligt, en deze eischt daden, geen woorden van een commissie voor de aanwerving van vrijwilligers!" Garibaldi viel toen weder achterover, terwijl hem een geestdriftige ovatie werd gebracht. Na afloop van de meeting trachtte de menigte onder hoera's voor Italië, Trente en Triest, naar het midden der stad te trekken, doch werden hierin verhinderd door de politie en de troepen.
In den loop van den middag werd een optocht gehouden door de republikeinsche vereenigingen en in de Republikeinsche Club een marmeren gedenkplaat voor Oberdank onthuld. De Manzini-clubs en andere vereenigingen te Ancona hadden plechtige herdenkingsvergaderingen belegd, doch de politie verhinderde zelfs het aanplakken van biljetten. De stad is sterk bezet door politie en troepen, ten einde eventueele ongeregeldheden te voorkomen.
Te Genua verhinderde de politie krachtig pogingen tot de viering van den Oberdank-dag, die een sterk anti-Oostenrijksch karakter had aangenomen.
"Betoogingen in Italië.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/12/21 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 17-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548305:mpeg21:p001
PETROGRAD, 20 Dec. (P. T. A) Communiqué van den Grooten Generalen Staf. Op den linkeroever der Weichsel en bij de rivieren de Bzoera en de Ravka ziin den loden December een reeks gevechten geleverd, die op sommige plaatsen zeer hevig werden. Twee Duitsche compagnieën, die de Bzoera overtrokken bij het dorp Dakhour over een halfverbrande brug, werden terstond door ons aangevallen. Wij namen gevangenen en machinegeweren. In de streek van Przemysl beproefden de Oostenrijkers een uitval met een belangrijke troepenmacht, die mislukte, daar wij hen in de flank aanvielen, zoodat wij talrijke krijgsgevangenen maakten.
"Russisch legerbericht.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/12/21 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 17-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548305:mpeg21:p001
BRUSSEL, 21. Dec. (V. D.) Na het bekend worden van den tekst der geheime mededeelingen van minister de Broqueville in de Belgische Kamer in 1913, is door een blad de vraag gesteld, op welke wijze de Belgische regeering zich van de juistheid der waarschuwing, dat België geforceerd zou worden, heeft vergewist.
Door den contre-spionnagedienst werden de mobilisatieplannen van Bernardi bij stukken en brokken ter kennis van de Belgische regeering gebracht en de juistheid der aan de regeering gedane vriendschappelijke mededeelingen aangetoond. Zoo wist de regeering met groote zekerheid, welke regimenten zouden zijn aangewezen, om België binnen te vallen en langs welken weg zij zouden trekken. Men wist uit de plannen eveneens, dat Luik den eersten stoot zou ontvangen.
"De Duitsche inval in België.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/12/21 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 17-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548305:mpeg21:p001
ROME, 20 Dec. (Stefani.) Ter gelegenheid van den verjaardag van den dood van Guglielmo Oberdank, die den 20sten December 1882 te Triest ter dood werd gebracht, had een herdenkingsplechtigheid plaats in het Manzoni-tlieater in tegenwoordigheid van de representaties der republikeinsche vereenigingen en comités voor oorlogsinterventie. Door den republikeinschen afgevaardigde Colajanni werd een rede gehouden, die luiden bijval vond. Hij viel Oostenrijk en Duitschland aan, die zooveel misdaden bedreven tegen de onafhankelijkheid der volkeren en de beschaving. Er traden vervolgens nog andere sprekers op, onder wie de zeer toegejuichte Ricciotti Garibaldi. De bijeenkomst verliep zonder incidenten. Soortgelijke vergaderingen zijn ook In andere steden gehouden.
"Anti-Oostenrijksche agltatie in Italië.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/12/21 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 17-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548305:mpeg21:p001
LONDEN, 21 Dec. (Reuter). De correspondent van de „Daily Mail" te New-York deelt mede:
Een berichtgever van de geeft een verslag van een dag bij de Duitsche marine te Kiel. Hij zegt, dat de Duitschers vertrouwen in hunne nieuwe super-dreadnoughts en onderzeeërs. Alle bemanningen van de twee slagschip-eskaders in de haven hebben vijf uur daags kanon- en schietoefeningen.
Elfduizend man werken dag en nacht aan de marinewerf.
"De Duitsche marine.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/12/21 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 17-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548305:mpeg21:p001
LONDEN, 21 Dec. (Reuter). De „Daily Express" verneemt uit Parijs, dat tooneelen van groote geestdrift vielen waar te nemen bij het vertrek van de lotelingen der lichting 1915.
"De Fransehe lichting 1915.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/12/21 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 17-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548305:mpeg21:p001
LONDEN, 21 Dec. (Reuter.) „Morning Post* verneemt uit Petrograd. dat de Italiaansche gezant te Konstantinopel aan de Porie uitlegging vroeg omtrent de actie van vierduizend Arabieren, aangevoerd door Turksche er, Duitsche officieren, tegen Tripoli. Hij dreigde de betrekkingen af te breken, indien geen voldoend antwoord gegeven werd.
"Italië en Turkije.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/12/21 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 17-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548305:mpeg21:p001
PETROQRAD, 21 Dec. (P.T.A.) De generale staf van het leger in den Kaukasus deelt mede, dat het gevecht met de Turken, die aanzienlijke strijdmachten hadden samengetrokken in de richting van Van, zich te onzen gunste ontwikkelt. We sloegen den vijand 's nachts bij het dorp Alogoez terug, waar hij vele dooden moest achterlaten.
"De Russen en de Turken.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/12/21 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 17-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548305:mpeg21:p001
LONDEN, 21 Dec. (Reuter.) De „Timcs" verneemt uit Calais, dat een Duitsche hydroplaan twee bommen op Calais wierp, welke echter geen schade aanrichtten.
"Bommen op Calals.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/12/21 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 17-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548305:mpeg21:p001
BOEDAPEST, 20 Dec. (W. B.) De „Pester Lloyd" bericht: „De Gazette de Lausanne" bevat een hoofdartikel, dat in den vorm van een vraaggesprek van een zoogenaamd gewezen Oostenrijksch-Hongaarsch diplomaat, een pleidooi bevat voor de afscheiding van de zaak der monarchie van die van Duitschland en voor het sluiten van een afzonderlijken vrede.
Daaraan voegt de „Pester Lloyd" toe: „Wij willen beginnen met te constateeren, dat wij aan het bestaan van dezen zoogenaamden gewezen diplomaat niet gelooven.
Mochten wij ons echter daarin vergissen, dan moeten wij wel aannemen, dat deze vreemde dweper sedert jaren gerieel en al buiten aanraking met zijn vaderland is gebleven.
Veel waarschijnlijker lijkt ons echter de veronderstelling, dat wij hier weder te doen hebbén met een der Fransch-Engelsche proefballonnetjes, bij welke de wensch de vader der gedachte s.
Het is overbodig te verklaren, dat deze poging even vruchteloos zal blijven als de vroegere."
"Duitschland en Oostenrijk.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/12/21 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 17-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548305:mpeg21:p001
LONDEN, 21 Dec. (Reuter.) „Morning Post* verneemt uit Parijs: De Franschen hebben Noyon bezet en het fort Brimont tot zwijgen gebracht, dat bij het bombardement van Reims de meeste schade toebracht.
"Noyon door de Franschen bezet?". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/12/21 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 17-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548305:mpeg21:p001
BERLIJN, 20 Dec. (Pari), De stad Frankfort afM. heeft besloten aan generaal von Hindenburg een eeresabel aan te bieden. Te Halle werd een Hindenburgioads gesticht ten behoeve van het Oostelijke leger. Ock de groot-industrie uit het Westen zond aan Hindenburg een eerbiedige dankbeiu'ffing.
"Eeresabel voor Von Hindenburg.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/12/21 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 17-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548305:mpeg21:p001
LOJNDEN, 21 December. (Reuter.) Church:ll heeft aan den burgemeester van Scarborough een schrijven gericht, waarin hij deelneming uitsprak! voor de gel.tden verliezen en bewondering voor den waardigen moed, gedurende net bombardement. Hij vei klaarde. »de vloot is eveneens verontwaardigd over het feit, dat de misdadigers(l) ongestraft konden ontsnappen. Wij wachten echter met geduld op de gelegenheid welke zeker zal komen. Niets bewijst meer de volkomen druk. wsfce de Britsche vloot uitoefent dan de gjtenMnlooze haat van de vijand tegen ons. Hun haat is de maitstaf van hun angst Welij daden de Duitsche wapenen cf de vlooi ook mogen ten uitvoer brengen, het brandmerk vao >kinderendooders van Scarborough. zal hun officieren en soldaten branden, zoolang de zeelieden de zeeën bevaren.
Men zie verder voor den Oorlogstoestand het Tweede Blad en de Laatste Perichten.
"De verontwaardiging van Churchill.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/12/21 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 17-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548305:mpeg21:p001
Over den teestand aan het Yserksnaal schrift Heinrich Binder, d» oorlogscorrespondent "van het Tageftülatt*. Op vele plaatsen heeft men de glooiingen van de beide kanaaloevers met loopgraven bezet. vaak, bijvocrbeld bij Dixmmsden, liggen «Je voorste linies ep honderd twintig meter van lkaar af. Bij Dixmuiden, d\at aan den oostkant van het kanaal ligt en door ons gehouden wordt, bevindt zich n:g de rest van een I-rug. Deze wordt door beide partijen scherp '-ewaakt. De pcstsn liggen op veertig nieter van elkaar. ledere poging, om over het kanaal 'teen te kcinen, wordt onmiddellijk onder artillerievuur genomen. Op ve!e plaatsen is de vijand tegenover cns :n h:t voord e. De westelijke 'Oever is hooger de oostelijke. De tegenparSj ligt dus in ■ele gevallen m drcge schansen, terwijl ene stellingen en loepgraven met een veel hx-g water staan en dagelijks uitgepompt en uitgehwsd moeten worden. Zoo stend ik in Dix■ruiden in een loopgraaf, die vijftig centimeter 'ik met hout belegd was en die te ah niets anders was dan een smalle, vcchtige greppel te rrvrlden van slijk. Aan d; overzijde lag de viiand en schoot onophoudelijk. Men itiest al de
sragers, die het daar te langzaam gaat, eens jen enkelen dag in die kille baggermoerassen «nden.Volgens nijn overtuiging kunnen we Jaar niet vooruit komen. Aan den anderen
"Amsterdam, 21 December 1914. BUITENLAND. GEMENGDE BERICHTEN. De toestand aan de Yser.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1914/12/21 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 17-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548305:mpeg21:p001