i Dat de minister van buitenlandsche zakken, dr. Loudon, eerst thans — na de publicatie van den socialist Camille Huys'mans en na de vragen van den socialist dr. van Leeuwen — aanleiding heeft ge, vonden, om de geruststellende verklaring jvan de Belgische regeering bekend te maken, heeft, en terecht, eenige ontstemming gewekt.
Wii wezen er reeds eerder op : het departement van buitenlandsche zaken blijft nog té veel gehuld in een waas van geheimzinnigheid en beschouwt het Nederlandsche publiek nog te veel als het „profantim vulgus", dat slechts spaarzaam en onvolledig behoort kennis te nemen van onze bateekkingen met het buitenland. Wordt hierover geklaagd, dan verneemt men gewoonlijk, dat het landsbelang een nitvoerige of eerdere bekendmaking verbood.
Ter zake van het drijven der Belgische annexionisten echter kan dit argument kwalijk dienen.
Men weet, hoe een tamelijk groote groep Belgische schrijvers, met Pierre Nothomb en Eügène Baie aan het hoofd, in tal van bladen, o.a. de „XXe Siècle", de openbare meening tegen ons land opstookten en daarmede doorgingen, ondanks de ernstige protesten, welke daartegen verschenen in onze pers.
De Belgische regeering heeft thans onomwonden een dergelijk drijven afgekeurd en* dit zal met voldoening door ons volk vernomen worden.
Zij heeft buitendien de Nederlandsche regeering gemachtigd van de afgelegde verklaring desgewenscht gebruik te maken.
Dit laatste nu achte men niet gering : de Belgische regeering wenschte blijkbaar, dat haar verlangen, om met Nederland in vriendschappelijke betrekking te blijven, ook zou ter kennis komen van de hier te lande en in het buitenland vertoevende Belgische schrijvers.
Ons departement van. buitenlandsche zaken echter wachtte met de openbaarmaking der Belgische verklaring zóó lang, totdat het eindelijk door het optreden van twee sociaal-democraten wel gedwongen werd een tipje van de overgens volkomen overbodige geheimzinnigheid op te lichten.
Welk landsbelang hiermee nu weer te maken had, is ons een raadsel.
Men wist in Den Haag toch zeker wel, dat de sympathie voor België in vele kringen getemperd werd do.or liet vermoeden, dat de Belgische regeerkig van het drijven der annexionisten op de hoogte was en misschien begunstigde ?
Dit vermoeden is, gelukkig, ongegrond gebleken.
Het had echter niet behoeven te ontstaan, indien onze Regeeritg met de Belgische regcïringsverklaiiug eerder ware gekomen, . .
"DE BELGISCHE ANNEXIONISTEN.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1916/12/11 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548385:mpeg21:p002
"De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1916/12/11 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548385:mpeg21:p002
Zooals men weet; is Speenhoff de zanger der Concentratie. Als er heibel moet worden gemaakt, is hij er met zijn liedjes bij, wier rijm het proza van de liberale en socialistische krantenschrijvers altijd nog in cynische brutaliteit tegen rechts pleegt ,te overtreffen. Enfin, daar is hij koffiehuisbanger voor. In denzelfden groenen „Amsterdammer", waar jjrofessor Van Hamel de vorige we^ek tegen de Baarlijke duivels der rechterzijde een beetje zonderling professoraal losvoer. geeft hij nu de politieke lier over aan Speenhoff, die het ook professoraal kan. Men luistere maar eens zijn boutade over het nu gesloten incident-Van Gijn : Nimmer is aan een Minister Zoon beroerde streek gelapt Onbeschofter en brutaler Ts er nooit een uitgetrapt. Weg die twee en twintig dompers, Naar 't Panopticum er mee, Die alleen maar angstig zorgen Voor hun eigen portmonnee. Men weet, dat prof. v. Hamel in bond met de socialisten aan, het agiteeren was, 'otn de Eerste Kame*naar huis te zenden. En- de café-ehantant-zanger der Concentratie in zijn lijfblad aan ''t "rijmen : Weg met deze Eerste Kamer, ' Holland, druk ze van de stoel, Eisch daar stoere liberalen Met meer vaderlandsch gevoel. Afgedankt die twee en twintjg, Holland, maak 't nu eens kort, Zorg toch, dat je Eerste Kamer Geen je-weet-wel-kamcr wordt. Het rijm zou beter .met het fatsoen klinjsan, als het slot luidde : Holland, maak het nu eens kort, ; Zorg toch, dat het geen Van Hamel- En geen Speenhof-Kamer wordt!
"DE ZANGER DER CONCENTRATIE.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1916/12/11 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548385:mpeg21:p002
Naar wij vernemen, wórdt het nieuwe wetsontwerp tot wijziging der Successiewet heden naar de Tweede Kamer gezonden.
"WIJZIGING SUCCESSIEWET.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1916/12/11 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548385:mpeg21:p002
Men meldt ons: Nog enkele opmerkingen aangaande de Nederlandsche reizigerstarieven. De verhooging van 20 pCt. geldt zoowel voor de reizigers- als voor de bagagetarieven, met dien verstande, dat ongewijzigd blijven de militaire reizigersen bagageprijzen, terwijl ook niet gewijzigd worden de prijzen der rijwielkaarten en de toeslag voor D-treinen. De verhooging wordt over het algemeen in dier voege doorgevoerd, dat de bestaande afstanden met 20 pCt. worden verhoogd. De huidige afstand van 4 K.M. wordt dus gebracht op 5 KJVL, die van 5 op 6, die van 6 op 8 en die van 7 op 9 K.M. enz. Naar die verhoogde afstanden worden dus de nieuwe reizigerstarieven berekend. De verhoogde afstanden worden ook toegepast ep de kilometerboekjes. Het geeft dus geen voordeel vóór 1 lanuari 1917 kilometerboekjes te koopen, want de prijzen blijven ongewijzigd, alleen worden de afstanden van reizen, welke worden ingeschreven, met 20 pCt. verhoogd. Tot dusverre werd in een kilometerboekje als maximum-afstand ingevuld 200 K.M. per persoon, zoodat dus voor een reis van 201 K.M. en meer slechis 200 K.M. werd berekend, in overeenstemming met de 20 pCt. verhooging zal van 1 Jan. 1917 af in een kilometerboekje voor reizen van 240 K.M. en meer per persoon slechts 240 K.M. worden ingevuld. De prijzen van de algemeene abonnementskaarten zullen met toepassing van de prijsverhooging van 20 pCt. worden : . . • 1 maand resp. le, 2e, 3e kl. f 60 f 46 f 30 2 maanden „ „ „ „ „ 108 „82„ 54 3 „ " , . „ „156 „118 „78 4 \ * . .' . „204 „154 „102 5 „ l „ „252 „190 „126 6 , l * 300 „226 „150 7 . . . - . -348 »262 »}& ! : :":■:■.; ':S:S :3 8 : :ffi :3:35 12 ; : : . . .57» .«■.» De prijsverhooging voor zooveel de algemeene abonnementskaarten, groepenkaarten, trajectkaarten en scholierkaarten betreft, wordt reeds ingaande 15 Dec. ingevoerd, voor de overige plaatsbewijzen op 1 Januari a.s. Voor de verlenging van den geldigheidsduur van reeds vóór 15 Dec. 1916 afgegeven abonnementskaarten worden de bestaande tarieven toegepast. De S.S. en H. IJ. S. M. zullen gedurende deze maand geen tienrittenboekjes en kilometerboekjes voor vaste reizen meer afgeven; de coupons van de reeds gekochte boekjes blijven echter geldig, ook na 31 Dec. 1916. De spoorwegmaatschappijen zijn druk bezig met het drukken van nieuwe plaatskaarten. Bij den prijs worden op de plaatskaarten de letters O T (oorlogstoeslag) gedrukt. Op de plaatskaarten, welke wegens de geringe afgifte niet worden herdrukt, zal de prijs met de pen worden gewijzigd, zoodat op deze plaatskaartende letters O T niet zullen voorkomen.
"REIZIGERSTARIEVEN.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1916/12/11 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548385:mpeg21:p002
Onder dit opschrift lezen we in „De Heraut , het bekende aan godsdienstige beschouwingen en mededeelingen gewijde Protestantsche or„He't is beketid. dat de Roomsch-Katholietfe Kerk door middel van de Missie der Jezuïeten voar drie honderdvijftig jaar in Japan heeft gaarheid. In het begin der 17e eeuw was deze er in geslaagd, de hel^ van de Japannèezen te bekeeren. De regeering was gunstig jegens haar gestemd. Eene menigte kleine vorsten waren openlijk tot de Roomsche Kerk overgegaan. Het scheen dat geheel Japan Roomsch zou worden. Op. eenmaal maakte zich echter een razende woede van de geheele natie meester; de vorsten, de regeering, het volk; de bekeerlingen zelfs, gingen samen spannen om alle Portugeezen en alle Rpomsche missionairs te verjagen of meedoogenloos om te brengen. Alle schijn of schaduw van eene Roomsche kefk in Japan verdween. Toch is het opmerkelijk, dat zoo nu en dan iets openbaar wordt, waaruit blijkt, dat er wat, al is het weinig, van den arbeid der Jezuïeten in Japan is blijven hangen. Zoo wordt het volgende medegedeeld. Drie jaar geleden werd een jonge Japanneas, die in Tokio studeerde, tot het Christendom bekeerd. Toen zijn oudere broeder, het hoofd der familie, dit vernarh, schreef hij hem, dat hij niet meer als iamilielid beschouwd werd, doch dat het hem vergund werd zijn nabestaanden nog eenmaal te bezoeken om hun vaarwel te zeggen. De jonge bekeerling begaf zich daarop naar zijn bloedverwanten. Het bleek hem daar, dat zijn familie in een verbitCrde stemming tegen hem verkeerde, waarin hij geen verandering brengen kon. Daarover bedroefd, begai hij zich naar- zijn kamer en zocht troost in het gebed. De oudere broeder was in de kamer daarnaast en toen hij zijn broeder het Onze Vader hoorde uitspreken, liep hij naar hem toe en sprak : „Wat zegt gij daar !" „Ik bid het Ónze Vader*. „Waar hebt gij dit geleerd ?" „Het is het gebed van alle" Christenen. Eiken Zondag wordt het in de Kerk gebeden !" Tot zijn verbazing deelde hem zijn broeder mede, dat hun vader hem het gebed op zijn sterfbed geleerd had. De vader had hem gezegd, dat hü niemand zeggen mocht, dat hij het kende, maar dat hij stervend het aan zijn oudsten zoon-moest leeren. die het weder aan zijn erfgenaam moest overleveren. De stervende vader had hem ook een doos gegeven, waarin een oude rozenkrans en een Nieuw Testament in de Latijnsche taal. Het bleek, dat sedert de vervolging der Roomsche missionairs, in de Japansche familie'het Onze Vader van vader op kind was-overgegaan, zónder dat men echter iets van zijn beteekenis verstond."
"NA DRIE EN EEN HALVE EEUW.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1916/12/11 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548385:mpeg21:p002
Onlangs ontmoetten we in den trein iemand, die pas in Duitschland was geweest en daar ergens gezien had, hoe een troepje Belgische burgers, begeleid door gewapende soldaten, aan 't werk werden gezet. Ze weigerden iets te doen, en lieten hun hark los tegen hun schouder leunen. Maar zitten mochten ze niet. Daar zorgden de bajonetten der soldaten wel voor. Om twaalf uur terug naar 't kwartier. Geen eten. Toen weer naar het werk. Weer een weigering. Weer uren lang staan, 's Avonds weer naar 't kwartier, en geen eten.
Zullen de stakkerds dat lang hebben kunnen volhouden?
Dezelfde persoon vertelde van een ontmoeting met een mijn-directeur, die eens kwam kijken of er onder die Belgen geen mensehen waren, die hij voor mljnwerk kon gebruiken.
Doet dat niet denken aan de vergeteu tijden van de slaven?
We' weten niet oi die zegsman in alles waarheid sprak. Maar het is heel waarschijnlijk, dat de gedeporteerde Belgen niet w 11--1e n werken: dat de Duitschers zullen trachten hen daartoe te dwingen; en ook. dat werkgevers zullen gaan zoeken, oi ze iets geschikts onder hen vinden. Het verhaal, waar of niet, verscherpt slechts het beeld van 't geen er gebeurt.
En laat iedere Nederlander, die dat beeld voor zijn geest brengt, goed in gedachten houden, dat er geen enkele reden is, waarom ons zoon lot- bespaard, zou blijven, wanneer het ongeluk wilde, dat ook ons land voor een deel oi geheel overheerscht werd. We hebben ons een oogenblik nog twijfelend kunnen afvrdgen of werkelijk alles zoo erg is, als eerst gemeld werd. We hoorden het alleen van geruchten over de grens.
Maar er is nu geen twijfel meer aan. Er is uu o. a. bekend geworden, het protest door vier Belgische staatsmïnisters, negentien senatoren en twintig Kamerleden, 9 Nov. aan den Duitsciien gouverneur-generaal gezonden. En daarin wordt met aanhaling van Duitsche aanplakbiljetten verzekerd, dat in een aantal met name genoemde ' ■ gemeenden nie t alleen de werkloozen zijn opgeroepen, maar alle mannen boven 17 jaar. uitgezonderd de geestelijken, dokters, advocaten en onderwijzers. Ze zijn gesorteerd en naar onbekende bestemmingen in Duitschland gezonden. Alleen de mannen boven de 50 jaar, de zieken en de kreupelen mochten blijven. Nog eens : stel het u helder voor, dat hetzelfde eens hier gebeurde en houdt goed in gedachten, dat wij aan die kans ook bloot staan, als eenmaal zóó iets als oorlogsrecht is erkend. Wie dat goed doorvoelt, zal begrijpen, dat er voor ons nog een ander belang bij een protest betrokken is, dan alleen dat van de schending eener belofte, ons als gastheer van de Belgische vluchtelingen gegeven. — De kwestie van humaniteit zullen we er maar buiten laten. Die legt in deze zaken toch geen gewicht in de schaal. („Middelb. Ct")
"VANDAAG GIJ. MORGEN WIJ.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1916/12/11 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548385:mpeg21:p002
In aansluiting aan zijne circulaire van 23 November j.l. heeft de heer Wibaut aan de burgemeesters medegedeeld, dat hem bij schrijven van 8 dezer door het Rijksbureau voor de distributie van graan cri meel mededeeling werd gedaan van de maximum-hoeveelheden boonen, die aan landbouwers van den eigen oogst kan worden gelaten, mits hun niet reeds het behoud van haver is toegestaan.
Dit schrijven luidt: „Naar aanleiding van Uw schrijven dato 10 dezer no. 15 *), hebben wij de eer U mede te deelen, dat aan hen, die paarden houden en geen haver is gelaten, van den eigen oogst kan worden gelaten eene hoeveelheid boonen, berekend als volgt: voor een landbouwpaard op lichte gronden 500 K G.; voor een landbouwpaard op zware gronden 700 K. G.; voor zware werkpaarden BCO K. G. „Daar echter deze hoeveelheid berekend zijn over de maanden September 1916 tot en met April 1917, zoude, daar het nu reeds December is, slechts '/t van die hoeveelheid gelaten behoeven te worden.
Rijkbureau voor de Distributie van Graan en Meel. (w. g.) E. Stipriaan. De regeling, door den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel getroffen, houdt — zegt de heer Wibaut — dus in, dat thans nog zal kunnen worden gelaten: voor een landbouwpaard op lichte gronden 375 K.G., voor een landbouwpaard op zware gronden 525 K.G.; voor zware werkpaarden 600 K ü., uit den aard der zaak met handhaving van de bepaling, dat deze hoeveelheden alleen kunnen worden gelaten aan landbouwers, die nog geen haver hebben mogen behouden. De heer Wibaut verzoekt thans, voor zoover in een gemeente boonen geteeld worden de aflevering daarvan wel te willen bevorderen.
(*) Schrijven aan P. B. C. onbekend
"PROVINCIALE BROODCOMMISSIE NOORD-HOLLAND". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1916/12/11 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548385:mpeg21:p002
Onder den titel: „Kolennood in Holland" schrijft de .Nordd. Allgem. Ztg.: j In de Nederlandsche bladen neemt het aantal berichten over het gebrek aan kolen, tengevolge van den beperkfen toevoer uit Duitschland dagelijks toe De Duitschers voelen iv dit opzicht met de Nederlanders mede, daar ook wij in sommige streken van het rijk onder kolenschaarschte lijden. Bij den kolenrijkdom van Duitschland schijnt dit oppervlakkig beschouwd, verwonderlijk, te meer daar bij de mijnen groote hoeveelhedeu kolen liggen, die op verzending v/achten. Het is hier, dan ook in hoofdzaak een transport- Vraagstuk. De groote afstand tusschen de verschillende oorldgstooiieelen en het feit, dat wij ook onze bondgenooten met wagons moeten heipen, zijn oorzaak, dat er voortdurend een groot gebrek aan rollend materieel zich doet gevoelen. Nederland is derhalve feitelijk zelf schuld aan dezen nood, te meer, indien men bedenkt, dat in Nederland een gedeelte van het materiaal soms ongebruikt bleel. In Duitschland wordt er ook over geklaagd, dat de Duiische wagens zoo langzaam uit Nederland terugkomen. De verzorging van Nederland met kolen uit Duitschland zou waarschijnlijk aanmerkelijk verbeteren, indien Nederland ertoe kon besluiten, de kolen 2elf af te halen in al die gevallen, waar het vervoer te water niet mogelijk is.
"DUITSCHLAND EN HET KOLENGEBREK.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1916/12/11 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548385:mpeg21:p002
„De Amsterdammer". Weekblad voor Nederland, deelt de dagvaarding mee, waarbij ü. A. M„ boekhouder te 's'Gravenhage, wordt gedagvaard voor de Haagsche Rechttbank. om daar OP 14 December a.s. terecht le staan wegens het wegnemen, met het oogmerk zich die stukken toe te eigenen, van een brief van consul Cremer aan „De Toekomst, een van Jen heei 1. Stroeve Bzn. aan prof. Sleeswijk en de „Nieuwe Uilgevers Maatschappij", waarbij aan dezen namens mr. R. F. baron van Heeckeren van Wassenaar eene som van ƒ 20.252.91 werd toegezonden, een, niet onderteekende rekening en verantwoording van de hand van L. H. Reichmann. een papiertje met becijferingen, drie kladbrieven van ue hand "van prof, Sleeswijk. drie concept-contracten tusschen de heeren Reichmann, aen raad vau bestuur van de N. Uitgeversmaatschappij, de heeren Sleeswijk, Vau Vredenburch, over recht van uitgave van „De Toekomst", aandeelen in de Uitgeversmaatschappij enz. Subsidiair is ten laste gelegd toeëigening van stukken, die de beklaagde in qualjteit onder zich had. en het bekendmaken dezer Stukken, die hij als werkzaam bij gemelde vennootschap verplicht was geheim te houden.' In het stukje over „de Justitie en de Toekomst" acht prof. Van Hamel het mogelijk, dat de Nederlandsche justitie „het bedenkeliik bedrijf van „De Toekomst" zooveel mogelijk aan een openbaar onderzoek (wil) onderwerpen"', maar hij veronderstelt dit niet ; dan had men ook "een vervolging kunnen instellen wegens overtreding van art. 100 W. v. S. teKen de heeren Sleeswijk. van Vredenburch enz. Anders ziet prof. v. Hamel in deze vervolging een gelegenheid voor deze heeren om wraak te nemen weges gedane indiscretie en een slachtoffer te maken. Na een lierintierinci aan de wijze van optreden van „De Toekomst"', vraagt de schrijver : „Maar zou dan, terwijl de heeren zelf ongemoeid blijven rondloopen, het. éénige wat de Nederlandsche rechtspleging in dezen te doen kan vinden, dit zijn : „iemand voor den rechter te brengen, omdat hü de bewijsstukken van dit geknoei uit heeft gebracht ?"
"DE JUSTITIE EN „DE TOEKOMST."". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1916/12/11 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548385:mpeg21:p002
Men meldt ons uit 's Hertogenbosch, dd. 10 Dcc:
De dag van heden heeft in de R. K. kerken onzer stad in het teeken gestaan van den strijd tegen de 'zedelooze taal. De vereeniging „Voor Eer en Deugd" heeft een uitgebreide actie'- op touw gezet om het voortwoekerend euvel der zedelooze gesprekken den kop in te drukken en had den Zondag onder het octaaf van O. L. Vrouw Onbevlekt Ontvangen uitgekozen tot een grooten propagandadag voor haar edel en niet hoog genoeg te roemen streven. In onze dagen, waarin de Katholieke Sociale Actie zich allerwegen zoo schoon, zoo hoog, zoo publiek ontplooit, aldus werd in een voorbereidend artikel geschreven, moet men er een eer in stellen ook een strijder en propagandist
te zijn voor de heilige zaak der zedelijkheid en der ku'schheid.; moet. men in zijn eerlijke over-1 tuiging met kracht en met moed willen meezorgen, dat ons volk niet wordt neergehaald en verlaagd en bedorven door die onzedige taal; moet men' willen medewerken aan een gezonde, j zedellke opvoeding onzer jeugd, opdat de for-
sche, ronde eerlijke, onbedorven jongelingschap en een breede schaar van zedige en vrome, zich zelf respecteerende jongedochters, de gelukkige toekomst mogen verzekeren onzer gehelde vaderstad.
Daartoe wordt vooral ook de medewerking gevraagd der Katholieke werklieden in hun bedrijven en ambachten.
In alle kerken onzer stad werd heden onder alle H.H. Missen gepredikt tegen het spreken van onzedige taal. Welsprekende kanselredenaars hebben voor stampvolle kerken het groote kwaad geschilderd in zijn uitingen en gevolgen en talloozen naderden des morgens de H. Ta:el, om Gods zegen over het welslagen der actie af te smeeken.
Des avonds om 7 uur werd in de kathedraal van St. Jan door Mgr. Pompert, vicaris-generaal van het bisdom, een plechtig Lof gecelebreerd, dat bijgewoond werd door de leden der verschillende afdeelingen van de vereeniging „Voor Eer en Deugd" en tal van geloovigen, en waaronder kapelaan Franken uit Nijmegen de avondpredicatie hield, waarin hij vooral den strijd predikte tegen de slechte pers, tooneel en bioscoop en tegen de verdenlijke en aanstootgevende mode van onzen tijd. Deze predikatie, die door duizenden met de grootste aandacht werd aanhoord, werd gevolgd door de vernieuwing der toewijding aan de Allerheiligste Maagd door alle leden der verschillende afdeelingen van de vereeniging „Vóór Eer en Deugd" onder leiding van rector Nabuurs. Nadat de zegen met het Allerheiligste door Mgr. Pompen was gegeven, werd de plechtigheid besloten met het zingen van het volkslied ter eere van O.L. Vrouw van Den Bosch door-alle aanwezigen. Moge deze schoone actie rijke vruchten dragen in alle kringen onzer samenleving, opdat de goede, eenvoudige tijden mogen wederkéeren tot heil van het volk in al zijn geledingen.
"TEGEN DE ZEDELOOZE TAAL.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1916/12/11 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548385:mpeg21:p002
Het Haagsche Correspondentiebüreau bericht:
Wij vernemen dat in verband met een bericht dat in de pers de ronde heeft gedaan, volgens hetwelk de Nederlandsche regeering zich zou verzet hebben tegen de executie van een door de Rechtbank te Rotterdam ten nadeele van het Duitsche Rijk gewezen vonnis, door een kamerlid eenige schriftelijke vragen tot den Minister van Justitie te dezer zake zijn gericht.
"PARLEMENTAIRE VRAGEN.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1916/12/11 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548385:mpeg21:p002
Woensdag 13 December 's avonds te 8A uur precies houdt deze R. K. Studentenvereeniging een algemeene vergadering. Op de agenda komen o.m. de volgende punten voor :
Inauguratie van de heeren Kors, Barasconi en Wijers. Verleenen van het Avunculaat aan de oud-bestuursledeii: F. Teulings, B. Ides, J. Vuylstelce. H. Ensink, E. ü. v. d. Veen—Zeppenfeldt. Verkiezing van 5 redactieleden R.S.B. aftredende leden: mei. C. Muyser, E. O. v. d. Veen—Zeppenfeldt, C. O. J. Bos, E. Hoelen. Van de aftredende leden stelt Zich herkiesbaar E. O- v. d. Veen—Zeppenfeldt "Rede van den zeereerw. pater A. Gièlen S. J. (moderator van „Sanctus Thomas"). Onderwerp: Levensvragen.
"AMSTERDAM. „Sanetus Thomas Aquinas".". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1916/12/11 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548385:mpeg21:p002
Voor leden en genoodigden van het Koninklijk Nederlandsch Aardrijkskundig Genootschap hield Zaterdagavond in de Koningszaal van „Artis"' prof, dr. H. G. Jonker, hoogleeraar in de palaeontologie en historische geologie te Delft, een voordracht over bovengenoemde expeditie, die van 6 Januari tot 14 Mei 1916 duurde en plaats had onder zijn leiding. Het doel van dezen ■w'etenschappelijken tocht, .waaraan nog werd deelgerfomen door den tijdelijken geoioog bij het mijnwezen L. J. C. van Es en den heer H. D. M. Bttrck, student te Delft, alsmede door de dames Jonker en Van F.s, was het bijeenbrengen eener zoo groot mogelijke verzameling verstèerilhgen, waarvan de aanwezigheid, vooral op het zich nog voortdurend uit de zee omhoogwerkende Timor — meer misschien dan op eenige andere plek ter wereld — door de vorige expedities van den Delftschen hoogleeraar Molengraaff en prof. dr. Wanner uit Bonn, beide ondernomen in 1911, was aangetoond.
Ofschoon 't palaeontologisch onderzoek hier dus hoofddoel was, werden ook op geologisch en botanisch gebied tal van waarnemingen verricht, terwijl van alle onderzochte terreinen nauwkeurige topografische kaarten werden vervaardigd.
De hoogleeraar gaf een kort overzicht vau de geologie van Timor, voor zooverre deze door de vorige expedities bekend 'is' geworden, en besprak vervolgens uitvoerig de fossielen uit het Perm en de Trias, welke door hem en zijn tochtgenooten op> Nederlandsch Timor bij enorme hoeveelheden zijn aaiigetroifen. De penuische formatie leverde hem tallooze crinoïden, blastoïden, ammonieten, brachiopoden, koralen en tribolieten op, doch eerst na zorgvuldige schifting zal kunnen blijken, hoeveel nieuwe vormen — die niet reeds door de vorige expeditie werden bijeengebracht — daaronder voorkomen.
De penn-versteeningen worden vooral gevonden in een roode vulkanische tuf. zoodat het vermoeden voor de hand ligt. dat somtijds de geheelezee-fauna door een plaatselijke eruptie is vernietigd geworden. Toch treft men ook somtijds In kalksteenen en erinoïdenkalken, groote menigten petrefacten of versteeningeti aan. Misschien nog in sterkere mate dan In het Perm is dit het geval in de Trias. In de zoogenaamde Bibati-kalk, een liclltroode kalksteen, rijk aan mangaan, en die gewoonlijk slechts in losse blokken in de rivieren verspreid is, worden fossielen aangetroffen in overstelpende hoeveelheden. De spreker, die zijn voordracht door prachtige, scherpe lichtbeelden verduidelijkte, liet een projectie van deze interessante blokken zien in hun natuurlijken toestand, liggende in de beek. en vervolgens uiteengebarsten door springstof, na welke laatste operatie dan vooral de ammonieten, voor het meerendeel prachtig gaaf. in de naaste omgeving verspreid liggen. Nog andere ontelbare hoeveelheden van petrefacten komen.in dit gesteente voor : bijv. belenimieten (aulaeoceras), orthoceratieteu en heferastridiëtt, en de vereeniging van alle cephalopodentypen in één kalksteen der Trias noemde prof. Jonker uit wetenschappelijk oogpu.it zeer belangwekkend.
Daarenboven bevat de Trias op Timor nog geheel andere gesteenten, o.a. de radiolariënlioornsteen en de roode klcischalie, die reeds door Molengraaff terecht werden beschouwd als diepzee-formaties.
Spreker verklaarde zich gelukkig het afdoende bewijs daarvoor te kunnen leveren, doordat hij in deze roode triasklei mansaanknollen en haaietanden heeft gevonden in menigten, en hij zette — tegenover sommige beweringen, voorkomende zelfs in de nieuwste leerboeken ovei- geologie — de beteekenis dezer vondsten uitvoerig uiteen.
De pauze werd tot een soort privatissimum, daar tal vau bezoeksters en bezoekers zich om de tafels verdrongen, waarop een fraaie en rijke collectie versteeningen was ten toon gesteld, o.a. bewonderenswaardige siutes van pérmischc crinoïden en blastoïden en boventriadische ammonteten, en de hoogleeraar alle tot hem gerichte vragen, omtrent beteekenis en structuur dezer verschillende petrefacten op de meest welwillende wijze beantwoordde.
In het tweede gedeelte zijner voordracht gaf prof. Jonker een nu en dan met humoristische opmerkingen gekruide interessante beschrijving van de reis en de werkzaamheden deiexpeditie, van het boren der steenen, het verzamelen der collecties met behulp der inlanders, het klimaat van Timor, het bestuur, de zeden en gewoonten der bevolking, en eindigde zijn rede met de hoop uit te sprekeri, dat het hem mocht gelukt zijn deu leden van het Genootschap, dat zich voor de wetenschappelijke exploratie van Indië zooveel verdiensten heeft verworven, een duidclu'ken indruk te geven van den arbeid dezer tweede 'Nederland- ' sche Timor-expeditie ; De voordracht werd luide toegejuicht en de j heer J. W. IJzerman, voorzitter vau het , Aardrijkskundig Genootschap, sprak in zijn • dankwoord de overtuiging uit, dat het voor ( prof. Jonker rils palaeontoloog en geoloog een , waar genot moet zijn geweest op een eiland i als Timor nasporingen te kunnen verrichten. «
"De Nederlandsche Timor-exoeditie van 1916.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1916/12/11 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548385:mpeg21:p002
De R. K. Kiesvereeniging in bovengenoemd I district zal op Dinsdag 12 December a.s., dcs ■ avonds te By\ ure eene vergadering houden in i het R. K. Verenigingsgebouw, 2e Oosterpark- , straat 232. Spreker: Mr. Th. Borret. Onderwerp: : „lets over trouwen en rouwen". De toegang is vrij voor alle R. K. mannen en j vrouwen.
"District III.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1916/12/11 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548385:mpeg21:p002
Gisteravond bemerkte de heer Rietveld, win- | keiier in comestibles enz. aan den Singel 383, j dat iemand gedurende zijn afwezigheid zich | toegang tot zijn woning had verschaft. De heer ;
Rietveld mist een bedrag van f 40 uit een kistje j en f 20 uit een lade. i
Sporen van inbraak waren niet te vinden.
"Diefstal". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1916/12/11 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548385:mpeg21:p002
B. en W. stellen den raad voor, hen te mach- ; tigen in erfpacht uit te geven aan de Vereeni- j ging voor Hooger onderwijs op Gereformeerden i grondslag, het gemeenteterrein, gelegen aan , het "^tleriusplein hoek De Lairessestraat, groot j 2090 M 2., tegen een jaarlijksche pachtsom van j f 1.80 per M 2. verhoogd met 7 pet. Het terrei» ' is gedeeltelijk bestemd voor den bouw van : één perceel, ingericht voor physiologisch labo- \ ratorium. Het onbebouwde gedeelte als tuin j aan te leggen en tijdelijk beschikbaar te stellen , voor de op het aangrenzende terrein staande j Psychiatrische en Neurologische kliniek.
"Erfpachtuitgifte". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1916/12/11 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548385:mpeg21:p002
De vorige week kon men lezen, dat eenige '■ groote winkeliers hadden besloten, om licht te; sparen, reeds ten 7 uur den verkoop te staken,, Vandaag zullen eenige anderen reeds ten 6 uur ; sluiten.
Naar ons wordt verzekerd bestaat er bij zeer velen dezer winkeliers het voornemen om deze vroege sluiting te bestendigen, ook als er weer licht in overvloed te krijgen is. Anderen zullen de buitensporige lichtverspilling met groote reclame-bollen zeker niet meer voortzetten.
"Baas boven baas.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1916/12/11 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548385:mpeg21:p002
Programma: S—ls Dec. „Witte Bioscoop". Nicuwendijk-Damrak : Goed. „Cinema Palace", Kalverstraat 224, Ongeschikt. Cinema „de Munt", Kalverstraat 226 : Goed.
"Bioscoop.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1916/12/11 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548385:mpeg21:p002
"GEMENGD NIEUWS.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1916/12/11 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548385:mpeg21:p002
Een gelukkige tijding ontving de vorige week de familie Peter Korte te Groszwolderleld, achter Nieuwe Schans, toen haar werd bericht, dat haar zoon |ohann, die reeds dertien maanden werd vermist, zich als gevangene in een der krijgsgevangen-kampen in Zuid-Frankrijk bevond.
"In krijgsgevangenschap.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1916/12/11 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548385:mpeg21:p002
Zaterdag zijn aan het grensstation Nieuwe Schans méér dan" honderd geslachte eenden en hoenders, die frauduleus zouden worden uitgevoerd, in beslag genomen en verkocht. Te Munsterscheveld zijn twee hulpcommiezen gearresteerd, verdacht fraude met smokkelaars te hebben gepleegd.
"Smokkelen.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1916/12/11 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548385:mpeg21:p002
„Het lied van alle tijd e n V Romantisch Tooneelspel van D. il. Scheller. X.. V. Het Nederl. Tooneel. De schrijver van „De. Pastoor van Neuvülette" heelt een nieuw romantisch tooneelspel vervaardigd, dat wederom door Het Nederl. Tooneel wordt opgevoerd : „Het lied van alle tijden". We schrijven 21 Brumaire van het tweedejaar der Frajisehe republiek.' (11 November 1793). De revolutie- woedt op haar hevigst. Feu paar weken geleden (30 October) zijn de gematigde Girondijnen ten val gebracht door de ultia-revolutionnaire Jacobijnen. De wetgevende macht berust bij de Nationale Conventie, aait wier hootd het driemanschap Robespierre, Couthon en Saint Just met onbeperkte riiacht regeert.
Het is de tijd van het schrikbewind !
•; Ds wet op de „Verdachten" voert dagelijks nieuwe slachtoffers naar de Concicrjreric : de sombere staatsgevangenis, die men gewoonlijk slechts verlaat, om het schavot te bestijgen.
Uiterlijk gaai het leven zijn gewonen gan^. De schouwburgen worden druk bezocht. Alen heeft behoefte aan afleiding en vergetelheid. En terwijl op de „Place de la Révolution" de guillotine haar afschuwelijk werk ven .van doodclijken haat — zingt elders de liefde haar eeuwig lied : „Het Lied van alle Tijden". Aldus leidt de heer Scheffer zelf zijn stukiu. Dit is een romantisch spe! vau liefde tot in den dood : liefde tot vóór, tot onder de guillotine.
Yvonne Fleurio', actrice aan de Comédie Francaise (Mientje van Kerckhoven—Kling), is in 't geheim verloofd met André Yicoinu- Ue la Haute—Rive (Jac. Reule). Maar de tijden zijn er niet naar voor een burgeres om zich met eer. Vicomte openlijk te durven verloven. Crochet, chef van de geheime politie (Willem van der Veer), de naijvcrige minnaar, en Franeoise, bijgenaamd „La France" (Rika Hopper), de bloeddorstige furie, hebben argwaan opgevat en het is vergeefs, dat Yvonne den Vicomte voor haar broeder doet doorgaan. De kleedkamer van Yvonne in den Parijschen schouw-, burg, is reeds gedurende het eerste bedrijf getuige van beider achterdocht. Die achterdocht wordt in het t\\ eede bedrijf, dat de volgende dag op Yvonne's kamer in ue rtie St. Honoré zich afspeelt, tot zekerheid. De eertaarde d'Evieux, abt van het voormalige, nu ver-' woeste Capucijner klooster (Alben vau DaJsum), ontving van André's moeder een brict met* de bede haar zoon af te houden van écu' huwelijk met een tooneelspeelster, en indien- André weigeren mocht, hem een gesloten brict van haar te overhandigen. Dit schrijven wordt' het ongejuk der geliefden : het overtuigingstuk voor het tribunaal.
Tevergeefs poogt de abt Yvonne af te houden van een verbintenis met André. Zóó hecht blijkt haar vertrouwen in André's liefde, dat zij zelf hem de brief der moeder wil overhandigen. De jonkman blijft evenwel bij zijn besluit, en daar Yvonne zich niet wil plaatsen tusschen hem en zijn moeder, besluiten beiden! naar haar. at. te reizen, om haar te overtuigenvan Yvonne's onbesproken karakter en van' beider edele liefde. De brief, achtcrloos weg-; geworpen, wordt door Franéoise gebruikt als: een middel de geliefden ter dood te doen ver- ■ oordcelen. Nog kan Yvonne gered worden, zoo' zij het vernederende voorstel van Crochet • aanvaardt. Maar haar „liefde is sterker dan l de dood" en gViroost en bemoedigd door den j edelen abt d'Ëvrcux. wordt het verbond be-' zegeld door het bloed.. De schouwburg rilde Hoor het gebonk; der karren.Mlic door de rue St. Honeré de veroordeelden naar de guillotine voeren, hoor het' gejoel, gegil, geschreeuw der tierende menigte, • hoor het gcfurie van het blocdwijf Frangoise....'.
en ge beleeft al de verschrikkingen van Ro- i bespierre's tijd.
Een „Hei" stuk vol aandoenlijkheid, vol ro-1 mantiek, die velen zal voldoen, een stuk. Dat '■ heel goed ten tooneelc wordt gevoerd, onder : regie van Adriaan v. d. Horst. Van Dalsum ; beeldde den abt zeer waardig uit, alleen zijn I voorgaan naar de guillotine met het te hoog | Relieven kruis' was iets te „theatraal". Jac. Reulc en Mientje v. Kerckhoven—Kling — de laatste ontving' bloemen — hadden het grootste deel van het levendige applaus in ontvangst te nemen. Willem de Veer moet zich hoeden voor te grof spel. dat eenmaal togen de bedoeling is, de lachlust der aanwezigen gaande maakte. De verdachte kwinkslag der gevangenbewaarders in 't laatste bedrijf ware liever geschrapt en de regie kon te beter in overeenstemming met het stuk, de verkleedpartij in het eerste bedrijf nog mei'- achter een hooger kamerscherm versteken, al was reeds de zorg te respecteéren door de regie aan dit overigens zeer onschuldig tafereel besteed. L. v. d. B. .
"KUNST EN LETTEREN. TOONEEL.". "De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad". 's-Hertogenbosch, 1916/12/11 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010548385:mpeg21:p002