SCHOLTE'N's ZELFRUZENP BAKMEEI GEEFT EEN HEERLIJK QEBAK." ' • **—•=*"- , . i ■ i ! ' . . i i n .. ,|
De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad
- 27-12-1916
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad
- Datum
- 27-12-1916
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Gebr. Verhoeven
- Plaats van uitgave
- 's-Hertogenbosch
- PPN
- 832688045
- Verschijningsperiode
- 1845-1959
- Periode gedigitaliseerd
- 1845 t/m 1959
- Verspreidingsgebied
- Landelijk
- Herkomst
- KB C 236
- Nummer
- 21212
- Jaargang
- 71
- Toegevoegd in Delpher
- 20-11-2013
Advertentie
Advertentie
—■ ■■-—. .. - ' .r -Ta.*--"'r.~r-■■"■ ■-■ ■ --.-— ....—». EXTRA KLASSE. EXTRA KLASSE. R.K BtiG^AFENIS-VEREENJGINQ . onder toezicht van Z. P. H- den Bisschop van Haarlem. Bestuur de heeren I. [. |. VAN OQTROP, B. BROM en Mr. A. H. ). VAN DEN BIESEN. Kantoor I. F. DIJKMAN, Noorderstraat 40. Telefoon 2383 N. EXTRA KLASSE. EXTRA KLASSE
Advertentie
C. H.DEVRIES - AMSTERDAM. N. Z. Voorburgwal 316, bij het Spui t/t/r Fabrikant van Kunst-Borduurwerken, KERKORNAMENTeN. - Tel. No. N 691.} (Ady«rtaT»ttti,
Advertentie
.
Nieuwjaarsgroeten.
Meer eu meer is het gebruik geworden, «en Nieuwjaarsgroet aan vrienden en bekenden of aan chcnteele te richten door middel van een veelgelezen dagblad.
Om aan deze gewoonte, waardoor men lichzelven vn de administratie der posterijen veel moeite, bespaart, tegemoet te komen, Stellen wij den prijs van een Nieuwjaarsgroet van vier regels op 60 cent en van acht regels op f 1.20. ■, enz. Van heden af tot Zaterdag 30 December, uiterlijk 12 uur, worden deze advertentiën aangenomen direct aan de administratie van „De Tijd" • van buiten Amsterdam bij vooruitbetaling in postzegels of per postv/issel. DE DIRECTIE. Hieronder volgen eenige voorbeelden:
Het Vredesklokje.
Onze Haagsche Briefschrijver zendt ons )4- 23 Dcc, ouder povenstaanden titel de volgende beschouwingen;
Aan den vooravond van Kerstmis heeft de vredesklok welluidend getingeld in de ooren van allen, die den krijg moede zijn. Wie i» dit niet, vraagt gij? Laten wij ook hier billijk zijn en hun niet te hard vallen, die van de zware offers, twee en een half jaar achtereen gebracht, vruchten willen zien, die tegenover het nageslacht de zwaarte van het offer rechtvaardigen. Indien er werkelijk lijn, die in oprechtheid gelooven, dat de victorie heit wacht, dan behoeven bloeddorst noch haat hen te leiden, om die laatste worsteling -P wagen. De buitenstaander kan zich echter maar niet goed voorstellen, dat er zijn, die op een keer der wapenen hopen, welkt, het wanhopend gevecht voor een der partijen tot een beslissende overwinning maakt, tiet afwendend gebaar, door een deel der oorlogvoerende partijen gemaakt, moet ons daarom voorloopig nog niet ai te zeer verontrusten. De regeeringen, die naar buiten van haar eerlijke gemoedsstemming niet kunnen doen blijken, zijn allicht den vrede meer gezind, dan haar uitingen doen vermoeden.
De diplomaat, die ik hier reeds meer aan het woord liet en tot lieden door de feiten merkwaardig in liet gelijk werd gesteld, toonde zich dezer dagen dan ook minder pessimistisch dan bij vroegere gelegenheid.
Wat is er veranderd, dat gij veranderd zijt, vroeg ik hem? Voor zooverre ik zien kan, is, gat hij mij ten bescheid, niets veranderd. De gebeurtenissen itl Roemen.it' hebben de positie der centrale mogendheden versterkt, maar zijn voor de Entente allerminst een aanleiding, om niet te hopen, in het voorjaar de meerdere te worden. Zij zijn en zij blijven de wassende vloed, in staat als zij zijn hun krachten te versterken, terwijl de centrale mogendheden, bij wie niets bijkomt eu van wie altijd afgaat, in den beginne op het hoogtepunt van hun krachtsontwikkeling stonden. Met welke bewondering wij dan ook •mogen opzien naar het organiseerend talent van de Duitschers, naar hun taaiheid en volharding, naar hun eenheid in optreden, zoo kan men toch moeilijk beweren, dat zij zich in 1916 krachtiger hebben getoond dan in 1915 of in 1914. En toch moet er iets veranderd zijn. Men kan bij geen mogelijkheid een reden bedenken, waarom Duitschland. es. op 12 December 1916 met hun vredeavoorstellen zijn gekomen en waarom niet vroegen waarom Wilson op 22 December zijn boodschap bracht en niet voor dien tjjd, indien zij, die achter .je coulissen zltn, geen reden hadden, om thans op een succes te hopen, dat zij te voren niet durfden verwachten. Dergelijke diplomatieke zetten worden niet gedaan onder den invloed van een opwelling, met het oog op een naderend Kerstfeest, maar zijn vrucht van langdurige overwegingen, waarbij van alle kanten is uitgezien naar het psychologisch'moment. Indien Wilson en indien de centrale mogendheden niet meer wisten dan wij, zou het een krankzinnigen-werk -.ijn geweest, niet deze voorstellen te komen op het oogenblik, dat het optreden van een nieuw Engelsen ministerie oogenschijnlijk op een verscherping van den strijd wees. Men zou dan althans Lloyd' George een klein tijdje gegeven hebben, om door te werken. Er zijn dus gunstige teekenen, die wij niet kennen en waarnaar ik niet wil raden, maar die op een zekere oorlogsmoeheid wijzen.
Ik wil echter dadelijk erbij voegen, zoo ging hij voort, dat, ai begint men over vrede le praten, de vrede er in het eerste jaar nog niet is. Indien wij over een jaar zóó ver zijn, ben en blijf ik dankbaar. Ik voorzie zelfs nog een zeer moeielijk jaar, in het bijzonder voor de neutralen, omdat men van beide zijden op wanhopige pogingen moet voorbereid zijn, om hun positie bij vredesonderhandelingen te versterken. Ik zie nog altijd niet, hoe men tot een wapenstilstand kan komen. Zooals ik eenige maanden geleden al zei, i 6 bij een dergeüjken wapenstilstand de quaestie der blokkade een bijna onoplosbaar vraagstuk. Heft Engeland de blokkade op, dan-krijgt Duitschland gelegenheid, hangende den wapenstilstand, zich zóó aan te sterken, dat alle voordcelen van den economischen krijg voor de Entente verloren gaan. Zet Engeland de blokkade voort, dan krijgt men, zeer tot schade van Duitschland, een wapenstilstand op het terrein, waar het moet wenschen door te vechten en duurt het gevecht voort op het gebied, waarop het het zwakst is. De eenigste mogelijkheid lijkt mij daarom, dat men, hangende de vredesonderhandelingen, lustig doorvecht met het gevolg, dat wisselende ooriogskpr.sen nu eens de vredelievendheid van deze dan van gene partij doen dalen. Ik erken intusschen, dat ik in dezen wel iets minder zwart ben gaan kijken dan vroeger, als gevolg van een diplomatiek onderhoud, Waaraan ik onlangs deelnam. Bij die gelegenheid heb ik twee oplossingen aan de hand hooren doen, die mij niet minder interessant voorkomen om haar zelve, dan om het feit, dat een daarvan werd aan de hand gedaan door een diplomaat, die tot een der oorlogvoerende partijen behoort. Waarom zou men, beweerde een neutrale, bij een' wapenstilstand de centrale mogendheden niet kunnen rantsoeneeren, zoodat zij krijgen, wat zij noodig hebben, om niet vooruit, maar ook niet achteruit te gaan. Practisch lijkt mij dit denkbeeld absoluut onuitvoerbaar, mede al omdat du centrale mogendheden niet alleen aan voedsel behoefte hebben, maar ook aan grondstoffen voor oorlogsdoeleinde. Zij zouden moeilijk de Entente aan haar bewapening kunnen laten, om zelf stil te gaan zitten. Zoo dacht daarover ook de diplomaat, die tot de oorlogvoerende partijen behoort. Hij voegde echter erbij, dat er z. i. een andere oplossing voor de hand lag, indien beide partijen den. vrede willen, dan, zeide hij, is de ruil der wederzijdsehe concessies aangewezen : De centrale mogendheden trekken zich terug uit België, Noord- Frankrijk en. Servië en geven daarmede hun oorlogswinst prijs; de Entente heft daartegenover de blokkade op en doet daarmede afstand van haar oorlogswinst. Bij het afbreken der vredesonderhandelingen zullen dan ongetwijfeld, naarmate zij dan lange hebbe^ geduurd, de centrale mogendheden economisch en militair weer op kracht zijn gekomen, maar zuilen in gelijke mate Servië, België en Frankrijk gelegenheid hebben gehad, zich tegen den vijand in tegenweer te stellen. Men kan echter zeker zijn, dat zelfs in dit geval de vredesonderhandelingen lang zullen duren. De territoriale quae6ties zullen niet eens den meeste.ii tijd' ■ vragen, al /;.! het lail een Fransche.* regeering al hce! moeilijk vallen voor het land te komen met vredes--voorwaardcn, waarbij Elzas-Lotharingen aan Duitschland blijven en daarin zal men zich moeten schikken. 'De Poolsche quaestie zal minder moeielijkheden medebrengen, omdat deze de Entente, behalve Rusland, maar matig interesseert. Engeland en Frankrijk zijn van hun kant een onafhankelijk Polen vermoedelijk niet eens zoo ongezind. De geldquaestie zal bij deze vredesonderhandelingen het. grootste bezwaar medebrengen. Het zou misschien nog wel afloopen, indien ieder land alleen zijn eigen oorlogskosten had te 'dragen. Indien Duitschland en Oostenrijk het echter niet doen, zullen Engeland en Frankrijk de wederopbouw van België en Servië moeten bekostigend De verschillende oorlogvoerende partijen zijn echter financieel zóó uitgeput, dat zij het vervullen van een dergelijken financieelen plicht tegenover derden wel tot eiken prijs op de schouders van een ander zullen trachten te schuiven. Ziedaar waarom ik, op grond van wat Wilson deed, vredesonderhandelingen binnenkort verwacht, maar daarom den vrede in langen tijd nog niet zie.
Ik heb dezen diplomaat, toen hij bij vroe-r gere gelegenheden mij den'langen duur van den oorlog voorspelde, steeds toègevvenscht, dat hij een slecht profeet zou blijken. Ik doe het thans weer, zij 't met weinig gerustheid na de ervaring van vroeger.
In diplomatieke en parlementaire kringen is men hier in het algemeen nogal optimistisch gestemd. Men hoort al van de moge*lijkheid spreken, dat in Den Haag, hetwelk op dit oogenblik een zeer gezocht diplomatiek centrum is, spoedig een voorloopige of officieuze bijeenkomst zou .kunnen plaats hebben. De wensch zal echter hier wel de vader van de gedachte zijn, al is en blijft ons land door zijn ligging voor de eerste onderhandelingen als aangewezen.
Laten wij intusschen maar het beste blijven hopen, ons proostend, dat de gebeurtenissen niet alleen afhangen van de. menschen, maar er Eén is, machtiger dan deze, Die slechts heeft te willen, om den vrede op aarde te brengen.
Strijdlustig Bloed.
45 „En toch heb ik een bedenking, waarde vriend." „En die is ? Een vriend moet altijd openhartig spreken; daarom wil ook ik geen blad voor den mond nemen. Oij züt een achtenswaardig man, dat moet men u nageven, maar te hardvochtig en* te streng. Zoo oordeelt men over u algemeen, en wel daarom, wijl gü door iedereen gevreesd wordt, niet enkel uw boeren, om wier wille gij uneenigiieid gekregen hebt met proost Wynowski, niet enkel de knechts en het personeel, doch ook uu- luiisgenootqn zün ban* voor u. Tatsjewski is bang voor u, mevrouw Winnizka en de jonge dame ook. Ik ben bang, dat er nog een tweede huwelükscandidaat naar mü toe zal komen. Ik zal zien, wat er aan te doen is; maar ik kan het niet helpen, als de tweede de zaak weet te verhinderen." ■ „Pagowsky keek toornig, want hij kon niet verdragen, dat men hem de waarheid zeide. Doch zün nieuwsgierigheid naar de beteekenis der laatste woorden was nog grooter dau zün ontstemdheid. „Wat bedoelt gij?" vroeg hü- „Een tweede huwelükscandidaat?" „Ja," antwoordde de geestelijke: „die tweede lauwelükscandidaat zal vermoedelük de vrees g voor uw persoon zijn."
TWAALFDE HOOFDSTUK.
Het was Pagowski niet mogelijk, dien eigen dag naar Belczaezku terng te keeren, want de-aderlating had hem zeer verzwakten hij had groote behoefte aan rust. Den volgenden dag gevoelde hij zich weer krachtig en als herboren. Hü had den prelaat meegenomen en keerde rut. bezield met goeden moed, otschoon een weinig vervuld van onrust, naar huis terug. Onderweg was hü geheel bezig met zijn gedachten en sprak daarom slechts weinig met zün reisgenoot. Doch toeu zij het dorp binnenreden, werd zijn onrust voortdurend grooter en hij zeide: „Vreemd, vroeger keerdo ik steeds als heer en gebieder naar huis terug en allen waren vol spanning, of ik hen vriendelijk begroeten zou ot niet. Thans is het omgekeerde het geval; ik ben in spanning, hoe men mij zal ontvangen." „Vlrgilius zext," aldus merkte de prelaat op, „amor omnia vincit" 1) — doch hü vergat erbij te voegen: „et mutat" 2); doch wees gerust, Dalila kan uw hoofd niet kaal knippen, want gij zijt reeds kaal; maar ik geloof zeker, dat ik u nog eenmaal als Herkules aan het spinrad van Omphale zal zien zitten." .3) „Neen, dat ligt met In mijn karakter; ik heb in mijn familie en tegenover mijn personeel 1) de liefde overwint alles. — Vert. 2) En verandert alles. — Vert. 3) Volgens de ürleksche fabelleer bracht Hercules drie Jaar in haar dienst door. — Vert Steeds, een streng regiem üeliaiid.n.uid." „Dat zeggen ze allemaal; jujsjt daarom het goed. wanneer ook gij eenmaal aan . streng regjem onderworpen wordi." „Dat zal.een zacht regiem .ujii;" antwoordde Pagowski opgevroolijkt. Zij vorderden slechts zeer langzaam, want de weg in. het dorp was slecht; en daat zij tamelijk laat uit Radom waren vertrokken, was het bijna nacht, toen zü aankwamen. In de hutten der dorpstraat pinkten nog eenige lichtjes, die hun rooden schijn op den weg wierpen; hier en daar verscheen in het duister bij de ttiinheggen de nauwelüks herkenbare gestalte van een hoer oi van een boerenvrouw, die bij het naderen" van de koets, diep vooroverbuigendel, groetten. Aan deze uiterlijke leekenen van onderworpenheid kon men duidelijk zien, dat pr. Tworkowski hem niet ten onrechte overdreven hardheid verweten had. Maar thans maakte deze hardheid plaats voor een zachtere stemming .en terwül hij een blik wierp naar de 1 ' lanne hutten en de zich vooroverbuigende gestalten, zeide-de oude edelman: „ik zal ook 1 niet vergeten, mijnen onderdanen, yoor wie zij ' zicli altijd zoo bezorgd betoond heeft, een 5' gijnst te bewüzen." ; „Heel -goed,' zeide de prelaat. 'Opnieuw stilzwügen. Vele gedachten gingen den heer Gideon door het hoofd. Daarna begon hü weer : . „Ik weet wel, eerwaarde, dat gij van mij geen raad Jioodig hebt; maar dit moet gü ook ' bedenken, dat zü van mij veel profijt zal trekken en- dat mijne gedachten enkel en alleen op ir -welzijn gericht lün. Mocht' zij zich dan toch nog verzetten — hetgeen ik niet geloot' —. kunt gij gerust ook een weinigje op haer mommen." Aaa'r Kij hebt toch gezegd, dat gij haar niet wilde, dwingen l' „Ju, dat heb ik gezegd; maar het is toch altijd een verschil of men dreigt eu dwang uitoefent, ofwel haar vermaant niet ondankbaar te zijn, vooral wanneer een vreemde dit doet eu npjr wel een geestelijke." „Laat alles maar aan mij over ; daar met de zaak bemoeid heb, zal ik ook nüiu uiterste best doen, haar met succes ten einde te brengen. Maar dat zeg ik u nu reeds : ik zal met haar slechts zeer, geer voorgichtig spreken. „Goed. goed; nog één enkel woord- Zü gevoelt thans een levendigen afkeer tegen Tets; jewskt, maar mocht tegen alle verwachting in het gesprek op hem komen, dan zoudt gü toch { nog wel een en ander kunnen aanvoeren, dat 1111 »■ * ■ ' J ■ ■ ■ ■ ■ "I a* voor hem ongunstig is," „Wanneer hij zóó gehandeld heeft, :.!s gU reeds gezegd hebt, acht ik dat overbodig." ..Eniln, wij zijn, vvaur wij wezen moeten. — In den t.aam des Vaders en des Zoons. —" ..h'u des heil ..es. ArnenJ'' Zij reden tot vlak voor de woning; mi»r niemand kwam hun tegemcct, want in den doorweekten weg was geen wagengcr ratel hoorbaar geweest: ook de honden sloegen niet aan. wijl zü de paarden zoowel lisde inzittenden kenden De benedenverdieping was donker. th*M dienstpersoneel was blijkbaar in ge keuken. Vandaar dat op het roepen van Pagowski ; ls er niemand '•"' gom antwoord volgde.
DE OORLOG. Naar den vrede?
Het verlangen naar vrede dreef ook het neutrale Zwitserland tot een poging om de strijdenden tot elkander te brengen voor een vergelijk. Reeds in ons ochtendblad van gisteren heeft men de Zwitsersche nota kunnen lezen. Blijkens een telegram uit New- Vork aan de „Daily Mail" wordt in de Vereenigde Staten de nota van Zwitserland niet beschouwd als aanleiding tot verdere stappen van Wilson
Parijsche persslemmen daarentegen doen zien, dat de ontvangst van de nota daar al niet beter is, dan die van de Amerikaansche, In Frankrijk protesteert de pers, evenals d'Estourneiles de Constant deed, tegen de behandeling van aanvallers en aangevallenen pp denzelfden voet; zij zegt dat, zqolong de neutralen de verantwoordelijkheid voor den aanval en dus voor den oorlog uitschakelen, hun actie tot onvruchtbaarheid veroordeeld is. Onder dio omstandigheden zouden onderhandelingen tot niets kunnen leiden, en zouden alle offers gebracht orrj een duurzamen vrede te doen tot stand komen, met waarborgen tegen een nieuwen oorlog, ijdel zijn geweest. De Russische pers uit zich in gelijken geest. Van de -rs liebben wij uè uiting van de „Daüy Teiegraph". Deze, de Zwitsersche nota over de vredesonderhan-delingen besprekend, zegt: Wij moeten erkennen, dat de neutrale landen bijzondere rechten hebben op onze consideratie. De nota is gesteld in bewoordingan, die waardig en met de omstandigheden in overeenstemming zijn, Voor de neutrale landen moeten wij ons besluit rechtvaardigen om den strijd tot het einde toe voort te zetten. Men verzekert, dat al onze bedoelingen kunnen worden verwezenlijkt, zonder dat Duitschland verplicht wordt zich overwonnen te verklaren- Daarop antwoorden wij, dat wij waarborgen moeten hebben. Beloften van Duitschland zijn niets waard, slechts afdoende waarborgen kunnen de müitairistische autocratie ontwortelen.
ECHTE SAMOSWIJN.
f 0.90 per ilestfi (flesch inbegrepen). 35fi WIJNHANDEL l>E BAUBANSON, 51 Amstel. Amsterdam. Tel. N. 5486. Wat tl? wereldpers nog over de nota van Wilson" in het r,t\ón.tri brengt vitsdt men onder de telegrammen vermeld. Zal Wilson met de neutralen gaan samenwerken ? De Zwitsersche nota doet deze. vraag rijzen. De New-Yorksche correspondent van de „Daily Mail" weet te vertellen, hoe in Washington niet verwacht wordt, dat de Vereenigde Staten zullen meewerken met andere neutralen en de Zwitsersche nota geen verdere actie van Wilson tengevolge zal hebben. Is hier misschien de wensch de vader der gedachten? Het Engelsche blad verhaak er ten minste heel gewichtigjes Dij, dat de bespreking in Amerikaansche kringen siechts gaat over de viaag, vt ... Amerika tegen Duitschland zal gaan meedoen! Sic! Maar Bernstorff, de Duitsche gezant, speelt tegen .deze. Engelsche agitatie het voorstel van president Wilson zelf uit. Hij zond aan de „Staatszeitung" een Kerstartikel, waarin hij de nota van den president zeer welwillend bespreekt, haar roemt als vriendschappelijk gezind voor de Duitsche vredesplannen. Zoo mogen de woorden van Wilson zijn als de ster in den nacht, leidend naar den vrede der volken. Duitschland is bereid het licht te volgen; het vertrouwt op eigen kracht, maar wil niet overheerschen; liet vraagt geen grondgebied maar wil zich beveiligen tegen.toekomstige aanvallen". Zoo schommelt de politieke weerwiizer nog steeds voort tusschen vrede en oorlog. Intusschen heeft de Engelsche iegeering de eerste minister» der Britsche kolonies met zelfbestuur tegen Februari naar Londen geroepen, om gezamenlijk te beraadslagen over de wijze waarop de oorlog dient voortgezet, of over mogelijke voorwaarden waarop de vrede zou kunnen worden gesloten. Het hardst klinken de Russische par*stemmen nog tegen den vindt:. En daar Duitschland steeds Rusland als den erfvijand heeft aangeduid, is 't van belang wat inde „Koln.Zeit.", een kenner der Russische toestanden, schrijft over mogelijke voorwaarden, waarop ook tusscheft Rusland en Duitschland toenadering zou kunnen komen. Treprof heeft in zijn redevoering vau 2 December de Russische oorlogsbedoelittgen uiteengezet: de verovering en annexatie der Poolacne gebieden van Pruisen, en de vereeniging daarvan met het koninkrijk Polen, dat in min of meer zelfstandige autonomie onder Russisch bewind zal staan; de annexatie van Europeesch Turkije, voornamelijk Konstantinopel en de Dardanellen. Hei is niet te overzien, welke gronden Trepof er toe hebben gebracht zulk een utopitisch program op te stellen. In Duitschland kan men net niet ernstig opvatten. Nu de Dtirtscne regeering in overleg niet de bondgenooten, een verklaring heelt afgelegd, die den duidelijken wensch om vrede te sluiten heeft kenbaar gemaakt, moet men zich in Duitschland wel duidelijk voorstellen, onder welke omstandigheden een vrede met Rusland kan worden gesloten. Op den vqorgtond moet staan dat men zich in Duitschland goed moet doordringen van het denkbeeld, dat een •• leeds sterker wordend Rusland voortdurend een groot gevaar v-oor Duitschland zal opleveren. Een Russisch generaal heelt uiteengezet, dat zoo Rusland dezen oorlog verliest, het in staat is om binnen 10 jaar met 20 millioen, wellicht zelfs met 40 millioen Duitschland aan te vallen, om het doel te bereiken, dat thans niet -bereikt kon worden.
Men zal er dus blijvend rekening mee hebbeu te houden, daj zich naast Duitschland een volk van 2QQ millioen zielen aan het ontwikkelen is en voortdurend sterker wordt terwijl het ook op cultureel gebied vooruitgaat en enorm veel presteert, en daarbij het bewijs heeft gegeven, dat het zich op politiek gebied gemakkelijk alg werktuig laat gebruiken tegen ons. Die feiten zullen van besii-jser.d gewicht zijn om te worden overwogen bij het sluiten van een toekomstigen vrede met Rusland. De vredeseischen moeten zóó woi-den opgesteld, dat geen levensbelangen van Rusland voorgoed worden afgesned." Het is denkbaar, dat latere Russische staatslieden, wanneer zij tot het besef zullen zijn gekomen, waartoe de financieele verplichting aa« Frankrijk Rusland heeft gebracht, zullen streven naar een toenadering tot Duitschland. Die mannen moeten dan bij hun' streven geen onoverkomelijke bezwaren ontmoeten in de voorwaarden, die bij den vrede na den wereldoorlog door Duitschland zuilen worden geformuleerd. In elk geval mogen wij niet van het beginsel uitgaan, dat Rusland steeds onze vijand zat blijven. Wat Polen betreft, blijft aan Rusland niets anders over, dan zich te schikken in het voldongen feit. In 1914 heeft in Duitschland niemand aan een ver-, overrngvan Polen gedacht. Maar nadat de Russische kozak ons in Oost-Pruisen ee;i bloedige waarschuwing heeft gegeven, i» onze plicht jegens ons zelf ons zeer duidelijk' voorgeschreven. Het lot van.Koerland volgt uit dezelfde overweging. Voor den aanvang varj hetgeen ■wij van de Oostzee-provincieti kunnen gebruiken, kunnen eveneens slechts militairgeografische gezichtspunten den doorslag geven.
Hei onttiemtn aan Rostand van <1e U©».» zeehavens zöy voor Rutfand ew vfcrk-ettik-f aanleiding voor «jen revanche-oorlog W' teekeneti. Het beyit van Riga rou öas dt onverzoenlijke vijandschap va" Rusland bezorgen. , Wat belreit Konstantinopel, moeten wij krachtig en duidelijk verklaren, dat Rusland nooit in het territoriaal bezit van Konstajitinopel komen zal. Wanneer men in Duitschland zai hebben ingezien, dat Rusland werkelijk belang heeft bij de opening van d< Dardaneilen voor zijn oorlogsschepen, zou daarover -— nadat door onmogelijke droomen van Trepof een streep zal zijn gehaald ***' kunnen worden gepraat.
BINNENLAND. R.K. HANDELSREIZIGERS.
Utrecht, 81 De-e
fusie. Op dei. Tweeden Kerstdag U l"tr de . Ne-d. R. X. I „St. de R. K. : van „De a, k, Haiidelsreiii] veraentging „Sint Chrisiofiel", üt-ielenu» .« Utrecht. Te halt elf hadden in het Gi/oouw voor (: NV. tv.ee . .„n jilaa!. üe !'■■. -jlui. ten werden genomen tot umbinüi...^ der oude en oprichting der nieuwe vereeiilg.iig. Te ruirrj l uur beo de oprlehtlpjEsven oen fraai versierde zaal van Het üebouw ü. en VV, De weleerw. heer 11. J. Meijcriuk, kapelaan te Utrecht, voorzitter tier ijoor . arjucf.tl| Episcopaat \an Nederland b. >ie, opende de zeer druk rtruj met tien christelijken groet, vu een konistwoord tot d, ge geest' » en afgevaardigden, waarna de-, dat Q] - dv ducr (jlenw Aurt.-bi.-. zijn goedgekeurd, Daar iv de ver. güderlftgiall besloieii was tot Olltb ad* organisaties kun nu wurden avtl-f*. gaatJ toi de OBriekting van ééne K. K. alge-ine,*-iging Qv»i Op dta iiaaaioproep di lies aangesloten vereen zii zich bij Ue nieuwe \ ereeniging * ten, door den spreker temt, antwoordden afgevaardigden met „ia"', waarop, onder luid» toejuichingen, stoor spreker de nieuwe vereea.-ging al» üe.iultiei gesticht werd verklaard. Vervolgens doelde- spreker mede, dat kei Z. D. H. den Aartsbisschop behaagd heeit d» vergadering voor eenige oogenblikken bü te komen wonen, terwijl mede op aün voorstel werd besloten aan alle bisschoppen in Nederland h»t volgend telegram te zenden: ..De Nederlandsche R. K. Handelsreizigers. Vereeniging st. Cliristoffel" in oprichtijigsver- Sffjdering bijeen te Utrecht, betuigt Uwi} Doorl- Hoogwuardigheid haren diepge-voelden dank en kinderlijke gehoorzaamheid. Kapelaan Meijerink, voorzitter." De statuten, zooals zij öoor (Je commissie (uitworpen gijn, werden voorgelezen en met algemeene stenunen ca onder luid applaus der vergadering goedgekeurd. Wü noemen van de statut*» gllten de volgende artikelen : Art. 1. Er bestaat m Ne»ierlan4 ecu« Koonisch-Katholieke vereenigiiag vau nwdelsreizigers, genaamd : „Sint CliristpÜStl". gevestigd te Utrecht. Zü wordt aangegaan YPOr den tijd van 29 jaar, ganvangeivde met d»;» dag van oprichting, .lanuaii l«l., ïu wordt m de statuten genoemd i „de YereeiMguig", Art. 2. Het doel der V ereeniging is: \H godsdienstige, zedelüke en stofielüke bel-uigcii van den handelsreiziger, alsook die van hunne weduwen en weezen te behartigen in. dien geest en volgens de beginselen der Rocunsoh-Katholieke Kerk. Art. 3 Zij tracht bovenstaand doel te t>ereiken door : üe sociale belangen der leden te bevorderen; 2. Het verleenen van tijdelijken onderstand bij ziekte ca ongevallen, voor daarvoor ia aanmerking komende leden; 3. Het uitkeer ren van een sain aan de daarvoor in aanmer*- Uiiig komenden, bü het overlüdeu van eea lid; 4. Het oprichten van een vrijwillig- ouderningsionds: 5. pc leden te helpen bü ji«4 een betrekking ; b. Het even; .; steun bü onvrijd: 7. Het medewerken Actie; f-. Verbeteringen bij het verkeerswezen te verkrijgen; 9. Jlet si ten van aideelinge;;, en eventueel van groepen; IU. Het 'sanu*uwcrke,ii met vereenigingen, welke eeazelide doel 'beoogen e:. gelüksoortige middelen trachten te bereiken, jyiet niei-Kaiholieke vereerfigjngefl ( wel voor bepaalde gevallen van eigen zelfstandigheid;'jl. Ii verspreiden van een orgaan en van anJcre geschriften het doel betreftt-nUe; 12. Het iv de plaats züatr aïdeeling doen lezen van eene Heilige Mis bü het overlijden van een lid en tevens door het jaarlijks doen lezen van . H. Mis in, all r d. Itu '\erledeuc ledi ejdqeners der eeniging; 13. Voorts alle wettelijke middels-H. die aan het doel bevorderlijk zijn, VOO» zopver nocdig, nader omschreven bü Huishoudelijk Reglement. Eveneens werd bet Huishoudelijk Regieinent In zün geheel voorgelezen en met algemeene stemmen goedgekeurd. Nadat nog voorlezing was gedaan van een ingekomen gelukwensch-telegram van mr. A. baron van W'ünbergen, Kamerlid te Arnhem, Verd bij enkele candidaatstelling tot algemeen voorzitter gekozen de hoer W. C. F. van Hest, ;te Rotterdam, tot heden voorzitter van de jvroegere vereeniging te Rotterdam. Voorts Verd met bijna algemeene stemmen gekozen tot algemeen secretaris de heer A. F. Koen- Iders, te Utrecht, tot heden secretaris van „Sint Maarten", te Utrecht, en bij enkele candidaatstelling tot algemeen penningmeester de heer F. F. J. W. Kilian, te Rotterdam, tot heden penningmeester der vroegere vereeniging te Rotterdam. Verder werden in het bestuur gekozen de heer R. K. M. Novons, te Den Bosch; H. Rietveld, te Utrecht; J. Hoomberg Jr., te Nijmegen, (allen van den vroegere bond „St iChristoifel), W. Piet, te Amsterdam; A. Perqufn, te Den Haag, en J. Smits, te Amsterdam (allen van de vroege Aereenij,ing te Rotterdam).
Alle gekozenen namen hunne benoeming .tan.
Ruim drie uur arriveerde, terwijl allen neerknielden, Z. D. H. Mgr. H. van de Wetering, aartsbisschop van Utrecht, vergezeld van zijn ;»ecretaris, de weleerw. heer Scholte op Reimer 'ter vergadering. Onmiddelhjk nadat Mgr. plaats had genomen, zette de Amsterdamsche bariton-zanger Nelissen het eerste couplet in Van „Aan U, o Koning der eeuwen", waarop alle aanwezigen met het tweede couplet In- Wemden.
De weleerw. heer Meyerink sprak daarop Z. D. H. den Aartsbisschop toe, opmerkende, dat de R. K. Handelsreizigers het een hooge eer achten, dat Mgr. hunne oprichtingsvergadering heeft willen büwonen. Voorts dankte hü Mgr. voor de goedkeuring der statuten ca stel» de vervolgens eenige nieuw gekozen hoofdbestuursleden aan den Aartsbisschop voor. Ten slotte dankte spreker namens de geheele vereeniging Mgr. v. d. Wetering eu het geheele doorluchtig Episcopaat wegens hunne medewerking tot de zoo spoedige bereiking van de plaats gehad hebbende fusie.
Daarna hield Z. D. H. de Aartsbisschop een toespraak. Mgr. verklaarde persoonlijk ter vergadering te zijn gekomen, om zijne voldoening te uiten over het feit, dat de R. K. handelsreizigers zoo snel en welwillend hebbeu gehoor gegeven aan de aansporing van het Episcopaat, om zich niet elkaar te vereenigen. Er waren moeilijkheden te overwinnen en bezwaren ter zijde te zetten, doch dat alles geschiedde en nu is het heden de gloriedag van de tot stand gekomen éénheid. Mgr. noemde het zich een eer daartoe te hebben kunnen medewerken, vooral daar hü de R. K. Handelsreizigersvereeniging een zeer belangrijke vereeniging noemde, wijl die uiteraard veel doen kan voor de katholieke zaak. Mgr. verklaarde daarbü te verwachten, dat de R.K. 'Handelsreizigersvereeniging overal de R, K. : beginselen zal propageeren en veel doen voor de goede pers, het machtige middel, om veel te bereiken. Ook kunnen de R. K. handelsreizigers veel doen ter bevordering van het heerhjk werk „Voor Eer en Deugd", door in hotels en treinen den moed te hebben het spreken van slechte taal af te keuren. Ook kunnen de handelsreizigers zeer veel doen voor het navolgen der kerkelijke wetten, o.a. door In de hotels na te leven de onthoudingsen vastenwetten.
Kortom, bond Mgr. den aanwezigen op het hart, toont u altijd en overal Katholiek. Wü leven nu in een tijd van twüfelzucht en er zijn er onder de Protestanten velen die zoeken. Mgr. wil daarmee niet aanwakkeren het geredetwist over den godsdienst, doch, daar bü vele Protestanten vooroordeelen jegens en wanbegrippen over onzen godsdienst bestaan, die raadselachtig zijn en blü'ven bestaan ondanks herhaalde weerleggingen, daar kunnen de R. K. handelsreizigers veel goed doen door in hun openbare leven eerbjk en zonder vrees voor hun geloof uit te komen, door o.a. in hotels en elders vóór en na tafel te bidden.
Moge, aldus beëindigde Mgr. zün toespraak, uwe vereeniging strekken tot bevordering uwer stoffelüke, zedelüke en godsdienstige belangen en moge onder Gods zegen uwe vereeniging bloeien. Voor zoover Mgr. daartoe kan medewerken zal die steun steeds worden verleend.
toen de langdurige toejuichingen na deze rede waren verstomd, voerde de nieuwe voorzitter, de heer Van Hest. het woord. Namens de 1500 R. K. handelsreizigers der nieuwe vereeniging verzekerde hü den Aartsbisschop, dat ZÜ door daden zulen toonen. wat Z. D. H. van hen wenscht en verwacht. Ook op deze woorden volgde luid applaus.
Nadat vervolgens mededeeling was gedaan Van een ingekomen telegram van gelukwenseh van den hoofdadviseur der oude vereeniging te Rotterdam, den zeereerw. pater De Veer S. J.. werd met daverende toejuichingen begroet de voorlezing van een schrüven van. Z. I>. H. den Aartsbisschop, behelzende de mededeeling. dat tot algemeen geestelijk adviseur der nieuwe vereeniging is benoemd de weleerw. heer H. J. Meyerink, kapelaan te Utrecht. Tegen 4 uur verliet Z. D. H .Mgr. van de Wetering de zaal weer, na den voorzitter alsnog te hebben dank gezegd voor zün flinke belofte namens deleden en na aan alle aanwezigen, plechtig neergeknield, zijn zegen te hebben geschonken. Spoedig daarna werd de vergadering gesloten, waarna een niet voor de Pers toegankelijke vergadering van het hoofdbestuur plaats had. Te half zes zaten de. afgevaardigden aan een feestdiner aan in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen. De avondver gadering- Te half 9 had in het Haagsche Koffiehuis, te Utrecht, eene groote algemeene vergadering plaats onder leiding van den weleerwaarden heer kapelaan H. J. Meijerink. DeZe deelde mede. dat de beide organen opgeheven zün en vervangen door een wekeüjks verschijnend nummer, uit te geven door „Futura". Het eerste nummer verschünt reeds Woensdagavond. De redactie berust in handen van den heer Lucassen, te Zwolle. Met de beste wenschen voor de nieuwe vereeniging nam spreker daarop afscheid als voorzitter der fusie-commissie en droeg het presidium over aan den heer van Hest, den voorzitter, waarbü de vergadering een enthousiaste hulde aan den weleerw. heer Meijerink bracht, alsmede aan den heer van Hest De voorzitter huldigde daarop de nagedachtenis van wijlen den voorzitter van den Bosschen bond, den heer Jos. Schroeders. Vervolgens werden de volgende mededeeling van het hoofdbestuur gedaan : Benoemd zijn: In de financieele commissie. de heeren van Erp, te Groningen, Roethoff, te Oldénzaal, en v. d. Meer, te Utrecht. In de propaganda-commissle de heeren Lucassen, te Zwolle, Hoornberg, *te Nijmegen, en Soudan, te Rotterdam. In de commissie voor sociale aangelegenheden de heeren Rietveld, te Utrecht, van Oostrum, te Breda, en C. J. Versteeg, te Arnhem. In de commissie voor de Retraiten de heeren P. Hylkema, te Leeuwarden, K. Noyons, te Den Bosch, en Leo L. Lampe, te Sneek. In de commissie voor spoorwegzaken de heeren W. Piet. te Amsterdam, Vastbinder, te Maastricht, en Jas. Peters, te Den Bosch. In de commissie vcor het betrekkingsbureau üe heeren de Lange en Kray. te Breda, die onder leiding en met toezicht van het dagehjksch bestuur voorloopig de werkzaamheden zullen voortzetten. Tot verantwoordelük redacteur de heer Lucassen, tot mede-redacieur de heer Rietveld en tot administrateur de heer Godün Het entreegeld werd voor 1917 bepaald op , De secretaris en penningmeester zullen jaarjöks ƒ250 vergoeding erlangen, de le redacteur ƒ 150, de tweede ƒ 100 en de administrateur ƒ 25. In de eerstvolgende bestuursvergadering zullen voor de verschillende commissieleden plaatsvervangers worden benoemd. Vervolgens werd op voorstel van het hoofdbestuur een suppletoir credlet toegestaan 'tot een maximum van ƒ 2000. Bil stemming werd daarna bepaald, dat de eerstvolgende jaarvergadering zal plaats hebben in Twente. Aangaande de fondsen werd nog meegedeeld, dat een nieuwe commissie is benoemd, welke aan de bestaande advies zal uitbrengen. Eerstgenoemde commissie is saamgesteld uit de heer van Erp. Kray, Lucassen en Zadelmakers. De weleerw. zeergeleerde heer dr. Kwisthout. van het Bisschoppelijk College te Roermond, heeft zich als wiskundig adviseur bereid verklaard medewerking te verleenen. Eene beslissing is nog niet gevallen, zoodat voorloopig de thans bestaande fondsen van kracht blijven.
Nadat hulde was gebracht aan hoofdbestuur, fusie-commissie en den voorzitter werd de vergadering gesloten en ging men uiteen onder het zingen van „Aan U, o Koning der Eeuwen."