PARIJS, 14 Jan. In het Bois de Boulogne brak het ijs onder het gewicht van een dertigtal schaatsenrijders, die naar hetzelfde punt waren gesneld om een kind te hulp te komen. De prefect van politie verklaarde, dat vermoedelijk slechts één schaatsenrijder het slachtoffer van het ongeluk zal worden. (Zie eventueel later ontvangen Telegrammen onder Laatste Berichten.)
De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad
- 15-01-1908
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad
- Datum
- 15-01-1908
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Gebr. Verhoeven
- Plaats van uitgave
- 's-Hertogenbosch
- PPN
- 832688045
- Verschijningsperiode
- 1845-1959
- Periode gedigitaliseerd
- 1845 t/m 1959
- Verspreidingsgebied
- Landelijk
- Herkomst
- KB C 236
- Nummer
- 18355
- Toegevoegd in Delpher
- 20-11-2013
Amsterdam, 15 Januari. TELEGRAMMEN. Ongeluk op het ijs in het Bois de Boulogne.
Amerikaansche Nieuwjaarsstemming.
De groote Amerikaansche Republiek heeft tegenwoordig met zóó ernstige moeilijkheden op verschillend gebied te worstelen, dat een correspondent van een der groote bladen te New-York, die overigens wondere dingen weet te vertellen omtrent den „Amerikaanschen humor", verzekert, dat het op het oogenblik met dien humor niet „glanzend" gesteld is, maar dat er eene „melancholie" heerscht gelijk te Londen op een neveligen November-dag. Geen wonder, dat de Nieuwjaars-beschouwingen der Amerikaansche pers de gewone opgewektheid en het eigenaardig optimisme misten, waarmede het Rijk van de grootsche ondernemingen, groote verwachtingen en koene droombeelden de toekomst tegemoet gaat. Over de geld-crisis is reeds zooveel geschreven, dat wij er hier niet langer bij behoeven stil te staan. De sterk opgedreven speculatie-zucht en de roekelooze ondernemingsgeest hebben de Vereenigde Staten op een verkeerden weg gevoerd, welke de tondsenmarkt heeft gedemoraliseerd en een crisis deed ontstaan, zoo hevig en zoo vernielend, als er bij menschenheugenis geene gewoed heeft. In het licht van de jongste gebeurtenissen is duidelijk gebleken, wat velen niet schenen te weten of al te zeer te vergeten, dat het bank- en credietwezen in Amerika niet op deugdelijke basis gegrondvest is. De malaise, welke — naar de schilderachtige uitdrukking van een onzer bladen — „als de influenza de wereld doorging" deed zich ook pijnlijk in het land der Yankees gevoelen en nog altijd is de financieele crisis, welke door het krachtig optreden der Regeering althans tijdelijk tot stilstand is gebracht, volstrekt niet bezworen. Het gevaar, dat zij opleeft en weer dreigend wordt, is niet geweken, zoolang de diepere oorzaken, welke haar m het leven riepen, niet zijn weggenomen; en aangezien de geheele Amerikaansche oeconomie, door de opdrijving van allerlei fondsen boven hun wezenlijke waarde en de overspanning van het crediet, op verkeerd spoor verdwaald is, gelooft wel niemand, dat Amerika zich in 1908 reeds van de gevoelige schokken en verliezen geheel zal herstellen.
Een andere „quaestie," welke-den Amerikaanschen staatslieden heel wat zorgen baart, is "et vraagstuk van de immigratie der Japansche arbeiders. Dit vraagstuk b 1 ij f t aan de orde, 1S door geen diplomatieke onderhandelingen «n minnelijke schikkingen uit de wereld te elpen. De uitzwerming der Aziatische en !"eer bepaaldelijk van de Japansche werkiachten naar landen en streken, waarheen # door veel gunstiger oeconomische en sociale toestanden gelokt worden, kan "'et met geweld gestuit worden. Er zal wat staatsmanswijsheid noodig zijn m vo°rloopig scherpe conflicten, welke gemakkelijk tot bloedige botsingen konden v' en' te vermijden. De tegenstrijdigheid diept d 6" WOrdt nog verscherPt en ver" Japan °°r rassen-worsteling; men poogt het zii meCr Cn meer ervan te overtuigen, dat en 2Warte°ePing Cn zijrt Plicht is om het 2ele blanken" fras*van de oveiheersching der het T .n.i a bevriJdfcn- En men weet, hoe « Land der Rijzende 2on in zijn nationale ijdelheid gevleid in •• , ft-rii.ii. i s vie,a» m zijn veroveringszucht en beloeo dgePlikkdd W°rdt' wanneer men een wikkelinf°K °l Zijn daPP«heid, machtsont- Horitó S' beschavinS en intelledueele supeleidende°m, '" •** pweldige worsteling de het hoofd 1 ï te nemen en zich aan nootd der Aziaten te stellen.
wanneer de Ni. geen, VeiWolld<*ng bare»> waarvoor wetnVJa-arS"Stemmlng in Amerika' en het bc* 2'J? e'Se"aardige Hsging den Stillen Oceaan"'^16106 tT^ ta gratie en daïvan d. Jf^t*? cmi' verschillende ,^de^kberech|j!ïm?f *f „ . , . , n reeds een bij uitstek . u". 'burandende" quaestie geworden is, melancholisch was als een nevelachtige Noyember-dag te Londen. Deze uitdrukking ontleenden wij aan een New-Yorksche correspondentie in de „Kölnische Volkszeitung", waarin uitsluitend wordt gewezen op de gedruktheid, welke de vrees voor een tewee °b:e ** * JaP a n in de gemoederen Wjj laten hier de beschouwingen van den correspondent, welke de redactie zonder commentaar in de hoofdkolommen van haar bad opneemt, ongeveer in haar geheel volgen:
Niet slechts de oeconomische crisis, waarvan het einde niet te voorzien is, veroorzaakt deze gedruktheid, maar ook het afvaien van de vloot naar den Stillen Oceaan, welke oorlogsuitzichten opent, die aan geen Amerikaan wel>om zijn. Want even weinig als de Japanners in hun eigenschap van „gelen" hier populair zijn, even gering is ook de neiging om met hen oorlog te voeren. De krijg met Spanje vond bijval bij het volk, omdat hij zoo gemakkelijk te voeren was. Hij opende het uitzicht op een grooten overwiuningsbuit, welke door geringe offers aan goed en bloed kon gekocht worden. De Yankee is een koopman en weet als zoodanig voortieffelijk te .berekenen", ook wanneer hij een oorlog wil beginnen. Nu is er evenwel van Japan niets te .halen", want geld hebben de „Japs" niet en Japansche eilanden kan men ook niet gebruiken. Daarentegen kunnen de Amerikanen zeer veel verliezen en dat zij den Filippijnen-archipel verliezen zouden, staat vast als een paal boven water. De kleine Japanners zouden de eilanden aanmerkelijk eerder bezet hebben, voordat een Amerikaansche vloot voor Manilla zou verschijnen en ook het Amerikaansche landleger, dat in vredestijd 60.000 man bedraagt, komt tegenover het geweldige en overwinningrijke Japansche leger bovendien niet in aanmerking. De Amerikaansche vloot is op het oogenblik wel is waar sterker dan de Japansche, maar tegen een machtigen vijand heeft zij in een ernstigen oorlog nog niet hare krachten beproefd. Over de gevechtswaarde van de Amerikaansche vloot laten zich ook hier critische stemmen hooren. Zoo velt de marinespecialiteit Henri Reuterdahl in het gezaghebbende -Mac Clures Magazine" omtrent haar een ongunstig oordeel, terwijl hij wijst op de veelal slechte stoomketels, schadelijke stoompijpen en het gebrekkig geschut, welke al dikwijls ontploffingen veroorzaakten, waarbij telkens ook menschen, dikwijls zeer vele, omkwamen. Evenzoo is door de zwakke pantserplaten reeds onheil aangericht, geheel afgezien van de gevaren, waaraan men zich blootstelt, wanneer men met pantserschepen ten oorlog trekt, waarvan de beschuttingsplaten bij dé eerste werking van het geschut doorboord worden. Dat is te wijten aan de Amerikaansche slordigheid en bedriegerij; het marine-beheer heeft eenvoudig platen betrokken, welke niets waard waren.
Men moet daarom niet gelooven, dat men hier met vroolijke blikken en in het gevoel van zeker te overwinnen het uitzicht op de ernstige verwikkelingen met Japan komen ziet. De Jingo's meenen, wel is waar, dat de vrede daardoor beter gewaarborgd wordt, dat de Atlantische vloot den Stillen Oceaan opzoekt; daar zou zij de Japanners -imponeeren". Naar de oordeelvellingen van de pers te Tokio evenwel heeft het juist niet den schijn, dat de Japanners verschrikt zijn; bovendien heeft de medaille ook hare keerzijde. De aanwezigheid van een zoo sterke vloot in den Stillen Oceaan kan mogelijkerwijze de situatie verscherpen en het uitbreken van het conflict bespoedigen. Dat heeft ook de katholieke aartsbisschop van St. Louis in een preek doen uitkomen, waarin hij zeide, dat de uitzending van de vloot naar den Stillen Oceaan een lichtzinnige- handeling der Regeering was, wijl zij den wereldvrede bedreigde. Desondanks kan men met zekerheid aannemen, dat Amerika niet 't eerst den oorlog beginnen zal; het zal tot een strijd komen, wanneer Japan het absoluut wil. Zelfs de fanatische Jingo's, die eene finale afr 'kening met Japan onvermijdelijk achten, zijn toch de meening toegedaan, dat Amerika alles in het werk moet stellen om de uitvechting van het conflict tot na de in-gebruik-stelling van het Panama-kanaal te verschuiven. De aartsbisschop van St. Louis heeft dan ook slechts willen te kennen geven, dat de Japanners zich door de vlootvertooning konden geprikkeld gevoelen en onverhoeds overgaan tot den oorlog — vandaar „de bedreiging van den wereldvrede". Want men mag ook'wel bedenken, dat, wanneer de Japanners werkelijk tot den krijg overgaan, zij ten opzichte van het Panama-kanaal een belang hebben, dat juist tegenovergesteld is aan dai der Amerikanen — het is namelijk in hun belang, dat zij den oorlog voor de opening van het Panama-kanaal beginnen.
Deze termijn duurt nu gelukkig nog zes jaren en voor dien tijd vloeit nog heel wat water door den Hudson; ook dient gereleveerd, dat de betrekkingen tusschen de Regeeringen te Washington en te Tokio op het oogenblik uiter 1 ij k zoo charmant mogelijk zijn. In elk geval dient men er zich voor te hoeden den oorlog tusschen Amerika en Japan als „onvermijdelijk" voor te stellen, want de politieke constellaties kunnen zich wijzigen en het is onmogelijk — zooals Bismarck reeds zeide — „de Voorzienigheid' in de kaart te kijken". Op gelijken grond noemde de groote Duitsche staatsman het een frivoliteit een oorlog slechts daarom te beginnen, wijl men van oordeel is, dat hij later toch komen moet. Met dat al is het geene overdrijving, wanneer men zegt, dat de gedachten van geheel Amerika heden op zijne zuidwaarts stoomende vloot zijn gericht. Dikwijls komt men er over klagen, dat de onder den naam van „Fighting Bob" algemeen bekende opper-commandant, admiraal Evans, reeds binnen eenige maanden de grenzen bereikt heeft van den ouderdom, waarop hij buiten dienst moet treden. Zoo zullen de waardevolle ervaringen, welke hij bij de leiding van de groote zeereis [der Amerikaansche vloot] opdoet voor de vloot tot op zekere, hoogte verloren zijn. Bij de heerschende stemming is 't dan ook te Degrijpen, dat men op den tweeden Kerstdag uiterlijk met geestdrift den zeventigsten ge- Doorteüag gevierd heeft van admiraal Dewey, den overwinnaar van Manilla. Op een feestdmer bracht de president op den feestheld volgende korte maar inhoudrijke toespraak uit: „Op liet welzijn van den man, die grooteren roem voor Amerika heeft verworven en daarover heeft laten uitstralen dan eenig ander thans levend mensch." En in een zitting van de „Naval Relief Association" vergeleek de feestredenaar George Dewey met .dien anderen George, welken wij allen vereeren". Wat te veel eer, want geen mindere dap George Washington was daarmede bedoeld. Amerika zet zijne nationale hoop op de vloot en daar het geen Nelson en geen De Ruyter kan aanwijzen, stelt het zich tevreden met dat, wat het heeft — met George Dewey, wiens pantserschip de houten Spaansche schepen in den grond boorde.
Blijkbaar zijn de gemoederen in Amerika heelwat opgewonden, en er bestaat inderdaad eenige reden voor. Wanneer het werkelijk tot een oorlog komt in de tegenwoordige omstandigheden, dan zullen — wij wezen er vroeger reeds op naar aanleiding van een deskundig betoog in den „Correspondant" — de Yankees het hard te verantwoorden hebben. Het moreel van de Japansche vloot met haar onovertroffen personeel, dat van evenveel kalmte en doodsverachting als van kunde en volhardingsvermogen in de ontzettendste en meest kritieke gevechten blijk gaf, staat veel hooger dan dat van de Amerikaansche, al moge deze laatste volgens den correspondent — wat door anderen evenwel beslist ontkend wordt—wat het aantal en de gevechtswaarde harer schepen betreft, de meerdere zijn van de eerste. Die meerderheid wordt overigens vrijwel geneutraliseerd door de niet geringe defecten, welke In de „Kölnische Volkszeitung" werden aangewezen. Onbetwistbaar schijnt evenwel, dat Amerika na eenige j aren, als het zijn maritieme plannen heeft kunnen volvoeren, over een heel wat sterkere zeemacht zal kunnen beschikken dan zijn mededinger. Niet minder zeker staat vast, dat de groote Republiek er financieel veel, veel gunstiger voorstaat en eventueel derhalve een oorlog langer zou kunnen uithouden dan de jonge opkomende natie, welke in den krijg met Rusland wel roem en landbezit verwierf, maar zich zelf door de opdrijving der oorlogsuitgaven in groote geldelijke verlegenheid bracht en bovendien in het eigen land eene oeconomische en sociale crisis deed ontstaan.
Eenerzijds heeft Japan er dus alle belang bij om, wanneer het werkelijk den oorlog wil, dien zoo spoedig mogelijk te beginnen; maar andererzijds ontbreekt te zeer de nervus rerum, dan dat de sluwe „dwergmenschen" zonder noodzaak of ernstige redenen het op een bloedig conflict zouden laten aankomen. Zóó oordcelen althans velen. Maar daar staat tegenover, dat Japan sterk tot den oorlog gelokt wordt door de exceptioneel gunstige voorwaarden, waaronder het, wegens de (betrekkelijke) nabijheid van het vasteland en zijne havens, een zeeoorlog zou kunnen voeren met een tegenstander, die duizenden mijlen verder van het moederland den strijd moet wagen en voor wien de toevoer van versche krachten met vele moeilijkheden gepaard gaat. Voor de gedrukte „Nieuwjaars-stemming" der Amerikanen bestaat dus wel eenige reden 1
BUITENLAND. GEMENGDE BERICHTEN. Een brochure van Mgr. Turinaz.
In brochure-vorm is verschenen een geharnaste open brief van Mgr. Turinaz, bisschop van Nancy, aan Clemenceau. De kerkvoogd zet daarin nog eens uiteen de jongste onrechtvaardigheden, welke de regeering beging door haar aanslagen op de kerkelijke fundaties, op de vrijheid van onderwijs, enz. De bisschop verklaart niet te verwachten, dat hij den minister-president en zijn volgelingen, verblind door hun sectarischen haat, zal overtuigen van het schandelijke hunner daden, doch hij wilde door dit schrijven voldoen aan een plicht van zijn geweten en trachten .het egoïsme, de werkeloosheid en de onverschilligheid wakker te schudden van zooveel zoogenaamde Katholieken, rechtschapen menschen en zich noemende liberalen," die, bij al wat er thans in Frankrijk gebeurt, kalm blijven toezien. Wij moeten werken en strijden, zegt Mgr. Turinaz, tot ons laatste oogenblik en hopen tegen alle hoop in.
Berichten van onzen Romeinschen correspondent.
De vertegenwoordiger der firma Desclée had Zondag een audiëntie bij den H. Vader, wien hij de Italiaansche vertaling van het standaardwerk van pater H. Grisar S. J. „De geschiedenis van Rome en de pausen in de middeleeuwen" aanbood, waarover Z. H. grooten lof betuigde.
Don Romolo Murri bevindt zich voor eenige dagen te Rome. Niet ectiter, gelijk men zoo gaarne zou wenschen, om zich in onderworpenheid met den H. Stoel te verzoenen, maar wegens zaken der .Societa di cultura", die hij bestuurt, en wegens het door hem geredigeerde tijdschrift ,Rivista di cultura".
Geweldigen opgang in het Argentina-theater maakt thans een nieuwe tragedie van Gabriele d'Annunzio, getiteld .Nave" (Het schip) en bedoelende een allegonscne verheerlijking van Venetië als handelsstad, 't Is weer de gewone poespas van romantiek en sentimentalisme, waarmee deze altijdposeerende en geaffecteerde dichter bij het Italiaansch publiek naar effect jaagt Soms op een walgelijke manier.
Advertentie
Zeister Machinefabriek — Zeist. Centrale Verwarming, Drooginrichtingen. (Advert.)
Advertentie
f A Dtinselman parkweg 50, t.. A. UU-ISC-111-Ul, AMSTERDAM Atelier Kerkelijke Schilderkunst. (AdverrenUe)
Nieuw gedicht van Coppée.
Op zijn ziekbed heelt, naar de .Figaro" meldt, Fra.-fois Coppée, die langzaam in beterschap toeneemt, een nieuw gedicht gemaakt getiteld: „Une lettre de Chrlstmas", kerstoverpeinzingen van Napoleon I op Sint-Helena.
Katholiekenvervolging in West-Rusland.
In het diocees Wilna, waar — zooals we gisteren meldden, — tegen de geneele geestelijkheid een gerechtelijk onderzoek is ingesteld wegens .verzet tegen regeeringsdaden", beeft de gouverneur, .voor onbepaalden tijd" niet slechts katholieke processies, doch ook plechtige godsdienstoefeningen verboden, de katholieke kinderasylen gesloten en alle ordesgeestelijken het land uitgebannen! Aldus de .Litewski Kurjer".
Congregatie van den Index.
Tot opvolger van wijlen Kardinaal Stetnhuber als prefect der Congregatie van den Index, is benoemd de ptefect der Vaticaansche Archieven, Kardinaal Segna, geboren 31 Augustus 1836 en in het College opgenomen 18 Mei 1894.
De zwarte pest.
Een schip uit Oran bracht te Brest in October een üjder aan zwarte ptst aan. De mm overleed in het gasthuis. Waarschijnlijk zijn er pcst-bacillen in 't gasthuis achtergebleven, want nu zijn er vjjf gevallen voorgekomen, waarvan een reeds met doodelijken afloop.
Sociaal-democratische interpellaties in den Duitschen Rijksdag.
In de aanstaande zitting van den Duitschen Rijksdag zullen de _ociaal-de_nocrat_n de volgende interpellaties indi_ne__: Op welke gronden heeft de Rijkskanselier in de zitting van den Pruisischen Landdag op 12 Januari jl. de toepassing van het Rijksdagfóesrecht voor een bondsstaat in strijd geacht met het belang van den staat? en: Keurt de Rijkskanselier het goed dat naar aanleiding van de op 12 Januari bij. eengeroepen socialistische volksvergaderingen \e Berlijn, de troepen in de kazernes geconsigneerd waren ?
Gevechten aan de Russisch-Perzische grens.
Uit Bakoe wordt gemeld dat een bende gewap-nde Perzen een aanval gedaan heeft op de Russische grenswacht. Nla een bloedig gevecht moest de bende, met achterlating van een groot aantal dooden, het veld ruimen.
Geteisterd Chicago.
Een officieel bericht uit New-York meldt, dat alle telegraafkidingen in en om Chicago door da hevige hagelbuien zijn vernield. Ooit heerscht er in die stad op het oogenblik een zeer ernstige in.aienza-epidemie. Volgens de mededeelingen van de stedelijke gezondheids-commissie zijn niet minder dan 650.030 personen door de ziekte aangetast.
BINNENLAND. Amsterdam, 15 Jan. DE CRISIS.
Gisteravond had te 's Gravenhage weder eene bijeenkomst plaats van de heeren Heemskerk, Kuyper, Talma en leden van de katholieke Kamerclub.
AL OF NIET KAMERONTBINDING?
Ziedaar de groote en gewichtige vraag, welke op 't oogenblik veel politieke geesten bezig houdt en veel politieke pennen in beweging brengt. Kamerontbinding is een grondwettig recht der Kroon, welke bij het gebruik maken van dat recht door de Grondwet aan geen enkele voorwaarde gebonden wordt. De laatste omstandigheid ontheft natuurlijk de ministers, welke de Kroon in bepaalde gevallen* tot het al of niet gebruik maken van dat recht adviseeren, allerminst van hunne verantwoordelijkheid. Altijd zullen goede en ernstige redenen voor het gebruik maken van dat recht, hetwelk in zekeren zin als een ultimam remedium is te beschouwen, moeten aangetoond kunnen worden. Zouden de omstandigheden van het oogenblik voor een optredend Kabinet der Rechterzijde als zoodanige reden kunnen gelden? „De Nieuwe Ct" betwistte het dezer dagen. Zoolang zich tusschen de nieuwe Regeering en het Parlement geen conflict voordeed, zou, meent zij, door Kamerontbinding „aan het karakter van het ontbindingsinstituut naar Nederlandsche opvatting geweld worden aangedaan". De Haagsche hoefijzer-correspondent van het „Handelsbl." komt tegen die uitspraak in verzet o. a. door de volgende- redeneering: Als straks een zuiwt rechtscn minisieiit mocht optreden, mag dat dan de Koningin adviseeren, de Tweede Kamer terstond te ontbinden zonder dat het eenig v»rwijt van slecht constitutioneel beleid kan treifen ? Wij antwoorden : Ja, ze_er. Het redelijke vermoeden dat de meerderheid van de Twe.de Kamer, 51 man sterk — als men de fictie van de eenheid dezer onsamenha__g<_nde meeriter-eid nu eens even wil aanvaarden en haar dus wil zoeken in anti-clericalisrne, in ver- Heer tegen den Kuyper-koers van WOl—l9os— het redelijke vermoeden, zeggen wij, bestaat, dat een stembus deze meerderheid niet zou handhaven.
Daar zijn, ten eerste, de Statenverkiezingen geweest. Men mag die (om verschillende redenen die wii nu latten rusten) met geheel als oaromeier voor Daar is ten tweede, de verkiezing te LeideD geweest. Maar daar is, t.n derde, het zeer sterke vermoeden, dat degenen, die den val van het Mi nisterie-Kuyper bij d- herstemmingen hebben b-_ werkt — de sociaal-democraten — thans nie, wederom in zoo bitteren Kuype.haat alle libe rale candidaten zullen steunen. Al wart 't alleen maar omdat een Ministerie-Hetmskerk — wij laten de groote Onwaarschijnlijkheid van een Ministerie-Kuyper nu buiten rekening — lang geen Minisierie-Kuyper is. En eindel.jk is het toch immers door de er' varing bewezen, dat een meeiderfheid allengs weer slinkt aan steun in den lande naar mate zij langer meerderheid is. Sinds 19-5 is voor de vrijzinnigen zeker weer wat gaan ebben. En zij zijn, alle hens aan 't dek, maar 51 koppen sterk in de Kamer. Het redelijke vermoeden is er dus. Zal er bovendien, voor een rechtsch Kabinet, ernstige reden wezen om de juistheid van dat vermoeden door ontbinding, te onderzoeken ? Ook deze vraag beantwoorden wij .bevestigend. Zoodra een rechtsch Kabinet optreedt, zal er tusschen dat Kabinet en de Kamer-meerderheid een latent conflict zijn. De overeenstemming van beginselen tusschen Regeering en Kamer, die Buys «een gebiedende noodzakelijkheid» noemde, omdat die -twee deelen van een zelfde eenhekU zijn — die zal radicaal zijn verbroken. Het Kabinet zal zich slechts kunnen handhaven door een jaar lang een vreemde rol te spelen, nl. die van »cabinet d' affaires» — gelijk reeds min of meer is aangekondigd. Het zal dus een jaar lang moeten rondloopen in politiek travesti ; uit vrees van herkend te worden zal het zijn waren aard, althans in Zijn daden, moeten verloochenen; steeds zal het angstvallig zijn bewegingen moeten bewaken, wetend dat de meerderheid met Argusoogen loert of zij het »ex ungue leonum!= niet kan roepen Wel, wij zouden voor zoon Ministerie vreezen, dat er van zou worden getuigd na afloop van dat travesti-jaar : Nooit heeft een rechtsch Kabinet zich zoo gauche gedragen. Wij coticludeeren dus dat, als thans een rechtsch Kabinet optreedt dat terugdienst voor onmiddellijke Kamerontbinding, dit Kabinet niet blijk zou geven van constitutioneele prudentie, maar van constitutioneele pruderie. En als mr. Heemskerk van zoon Kabinet de premier werd, zou men kunnen zeggen : Wat de vader te veel had aan ontbindin^durf, dat had de zoon te weinig. Anders de „Middelb. Ct". Neen, redeneert dit blad, als er sprake behoort te zijn van ontbinding der Tweede Kamer, zou die ontbinding een daad moeten zijn van het demissionair Kabinet, niet van een pas opgetreden Kabinet der Rechterzijde. Dit wordt aldus toegelicht: hei is waar: de Tweede Kaarter heeft een anti-ciencale meeraerheio, en deze zal een zuiver Rechtsch Ministerie tegenover zich vinden. Maar die n-e-raen-etd is gering en bestaat uit verschi.lenüe bestanddeeien. En zoolang een program van het ministerie niet beker-d is, en de kiezers niet kunnen oorcjgeien over zijn plannen, kunnen zij daarover niet beslissen. En al zijn die bekend, dan nog dient eerst de Kamer zelve uit te spreken hoe zij daarover denkt. üaat zij daartoe over, zegt zij haar oordeel over punten van algemeen beleid, dan kan een conflict ontstaan en net oogenolik aanbreken voor een Kamerontbinding. Thans zou — inditn dc rechterzijde niet slaagt in haar pogen om een nieuw Kabinet te vormen — zulk een daad verwacht kunnen worcen van het demissionaire ministerie, dai tot tweemaal toe in conflict is gekomen met de Tweede Kamer, door net verwerpen der oorlogsbegrooüng, en wel het laatst op 21 December j.l. Het ministerie>-De Meester zou in dit geval ook met het oog op de partijverhouding in de Eerste Kamer aan de kiezers kunnen vragen; Wat verlangt gij ? Wilt gij, dat wij onze Vfik blootgelegd in de door ons overgelegde plannen tot Grondwetsherziening, afwerken? Zoo ja, geeft ons dan in de Tweede Kamer een meerderheid, waarmee dat geschieden kan. Dan staat het Nederlandsclte volte voor een gewichtig vraagstuk. Dan kan een zuivere uitspraak worden \eiwacht, vooral in verband met het kiesrecht. Dan zijn wij op den goeden, cemstitutioneelen weg. Maar een eventueel ministerie-Heemskerk, dat nog niets deed, tot zulk ee_i stap te bewegen, komt ons bedenkelijk en onverdedigbaar voor en zou ons voeren op den gevaarlijken weg, door den ouden heer Heemskerk herhaaldelijk bewandeld, zeer ten nadeele van den rusligen gang van zaken in ons land. Slechts in den uitersten nood kan en mag men dien inslaan. En daanoe zou alleen, na al het gebeurde, het ministerie-De Meester kunnen en mogen besluiten. In verband met deze verschillende adviezen van Links verdient de aandacht, wat ,De Standaard" schreef in haar nummer van eergisteren. „Een politiek fortuintje" meende zij, was aan de Linkerzijde te beurt gev-dlen door de afstemming der Begrooting van Oorlog, welke het Kabinet-De Meester gelegenheid bood op een fatsoenlijke manier heen te gaan. De Linkerzijde zat met dit rmnis.erit- verlegen. i_n meu was aan die zijde dan, toen de crisis ontstond, zoo in zijn nopjes dat men nu toch eindelijk van dit Kabinet en van cle Regeertaak af was, dat men Rechts schier drong eu prikkelde, om toch met te treuzelen, en niet te aarzelen, maar hoe eer hoe beter dé negeer* taak over te nemen. • Hieruit bleek, zoo heet het verder, enliierop is dadelijk gewezen, dat het vroeger prote.it van Links tegen ons beweren, dat het Kabinel-Df Meester weergaloos zwak stond, vergoelif.*-"1 onoprecht was gt -est. Dit kwam nu uk, maar ook daar was -W" spoedig overheen. Men gaf nu toe, dat we g I.jk hadden gehad. Zwager Kabinet was c-wn-niel denkbaar. En dit moest nu wel oe.e-.u_iwant juist m het feit da- men emu «n. a was, lag de verklaring van de aan **atónft grenzend, vreugde, waarmee men de zaak aea ' Rechts overdroeg. _. . . _ . Neen, de tegenstemmer, van Luiks hadden I*] sb. van rekening een eerste klas poutiek mee mlentuk geleverd. Zij waren df™nn?V ,die h Feitelijk alzoo voor Links een politiek fortuinen juist dit maakt de vraag zoo hachelijk, -t voor Rechts zaak is, de formatie over 'e nemen.- Wij vestigen de bijzondere aandacht op de door ons gespatieerde woorden. Zij bevestigen geheel, wat wij schreven kort na het uitbreken der crisis. Een ministerie verslijt bij ons spoedig Het kan onmogelijk anderhalf jaar regeeren zonder zich vijanden te maken. Dit is nu op zich zelf zóó erg niet, indien nieuwe vrienden de plaatsen der afvalligen kwamen innemen en vooral, indien de Regeering door haar daden de geestdrift van haar partijgenooten levendig wist te houden. Indien thans een Kabinet, uit de Rechterzijde gevormd, het bewind zal overnemen, zonder ontbinding van de Tweede Kamer als voorwaarde te stellen van zijn optreden, of zoodanige ontbinding door het opwerpen van een beginsel-quaestie zoodra mogelijk uit te lokken, zal dergelijk Rechtsch ministerie de eerste anderhalf jaar hebben te regeeren als een neutraal bewind, als een cabi n e t d'affa i r e s. En met het cog op die eventualiteit herhalen wij de vraag, gesteld in ons nummer van 27 Dec. j.1.: „Hoe bij de eigen partijgenooten geestdrift te bewaren voor een Kabinet, hetwelk gedurende het eerste stadium van zijn bewind de eigen vlag niet vrij en onbelemmerd mag vertoonen?" Sterke redenen derhalve schijnen ons bij optreding van een Kabinet der Rechterzijde te pleiten voor Kamerontbinding zoodra mogelijk. Intusschen wij — zooals elke redactie — behooren tot de stuurlieden aan den wal en weten dus niet of hooren alleen bij geruchte, wat er omgaat in den krijgsraad, welke in 't algemeen belang het publiek, ook de dagbladpers bij zijne zittingen kan toelaten. Volkomen zij dus toegegeven, dat er ons onbekende redenen kunnen bestaan, welke een nieuw optredende Regeering voor alsnog van Kamerontbinding behooren terug te houden. In de leidende personen Rechts, van welke de beslissing in dezen zal afhangen, stellen wij ien volle vertrouwen. Niettemin schijnt ons de 'opmerking, dat vrees een slechte raadgeefster :is en dat te groote schroomvalligheid en 'gemis aan zelfvertrouwen meermalen de fout waren der Rechterzijde, hiet misplaatst. Voorzichtigheid, maar ook een flinke dosis courage en vertrouwen zij daarom onzen politieken vrienden, die in deze dagen over gewichtige belangen te beslissen zullen hebben, van ganscher harte toegewenscht.