Bij ons zijn nog de volgende Uitgaven verkrijgbaar: DE "SJTonPaTvon^ ets uit de" Dertig-jarigen Oorlog, nF DriMiv SSÏ a«RFir,WDBOcHLANDEN- 406 bladz- P"JS f °-40> fr- P- P- * 0.50. DE ROMANg DER ARBEIDSTER, Sociale Roman, door CHARLES DE VITIS, 124 bladz. Prijs FRANS VÓN SICKINGEN, doorCONRAD VON BOLANDEN l HUGO VAN DER GOES. door RAOUL DE NAVERY } Zamen "" 180 bladz. Prijs f 0.20, fr. n ,fo 30 V ' """'VÏÏSfe'flGO^ f Tp^H.LUsTREERDE VERHALEN EN ANECDOTEN, Eersie serie met ZEVENTnret J? iSÉf ïJ^J^««jSt&filfi[ VEReSIEN EN ANECDOTEN, Tweede serie nF VF^D ENSÏFN nFP i/,16°.,b!adz- PriJs * 0-30, fr. p. p. f 0.40. Engelsch Jt ! KAT,IOLKKE KERK, ten opzichte der Natuurwetenschappen, naar hel 44 Bladz'. Pdjs f o fl" fevelend v°orwoord van den Z. Eerw. Pater F. HENDRICHS S. J. DE NEDERLANDSCHE BEDEVAART NAAPR LOURDES VAN 6 TOT 15 MEI 1908, met een Inleiding door Ateehaafd m ' NINGS' 64 bladz. Prijs f 0.50, fr. p. p. f 0.55. Aige aan ons bureau a contant, of per post uitsluitend bij vooruitbetaling, ook voor Wannper «,,». » L Boekhandelaren. eer men al,e boeken tegelijk neemt, betaald men maar f 0.20 porto. DIRECTIE „DE MORGENPOST", Gebouw „'t Kasteel van Aemstel", Amsterdam
De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad
- 15-01-1909
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad
- Datum
- 15-01-1909
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Gebr. Verhoeven
- Plaats van uitgave
- 's-Hertogenbosch
- PPN
- 832688045
- Verschijningsperiode
- 1845-1959
- Periode gedigitaliseerd
- 1845 t/m 1959
- Verspreidingsgebied
- Landelijk
- Herkomst
- KB C 236
- Nummer
- 18658
- Toegevoegd in Delpher
- 20-11-2013
Advertentie
BUITENLAND. ALGEMEEN OVERZICHT.
PadSahdte 'kJV*?* ziJn °P den armen DÏÏdaLo,,dK"otant,nopel!---- Het bad een .wanhoopsdaad ffnP n.3,GeorSe,zou OP eigen gelegenheid Fr hesb,en' ge,h?el te BelTmdn, »?■? i \l, Er vverd ten paleize de Oo enriiSh Ho"1 gegeven> waarop ook Von FoWlï vö? rgiMreche gezant graaf verschijnenLJ ■ Ghvmes und Gacs zou da deze lv' Zljne «ntgenoote. Gelukkig andere reden 'lletdoor influe,lza oi eeni^ ander? Zfe het '"^ werd mede te §aan' handtastelMkheïei v"m"edeliJk gekomen tot zoo iJs vin l Er heP aan het hof n-L 'n va?e v,p een gerucht ~er bestond althans heid hJ , r, dat Ziine Koninklijke Hoogve LenLn0rteUjk Plan lwd °PSevat den ch e ,enV °i?rd;Ser der gehate Donau-monarwel een, 3** .Saan- z°oals bij dit vroeger maal m? I" adJudanten deed, ofschoon dit- Buiten rChie,n 20nder revolver of rijzweep! De mn^Zfmnë is alles g°ed niKan tf'^ ZlCh tevreden met den g^ant dur e Ssnre .Plcken' doch knooPte een lang- GhymSs Pund T meVrouw Fo^achvon heftieni. k , en gesticuleerde daarbij met Lr h °eklagenswaardige feestgenoote geiikkeW infTï aan zag z»ch Plotseling is zii 1n de Ba'kan-politiek 1 Waarschijnlijk verzekering g,escnr°kken van een herhaalde ook hii-7eil i , Prinsen dat de Serviërs en vergiete-i v. laatsten druppel bloed zouden Bosnië èn HeLde. onafhankelijkheid van om deze ««Ï, $ow,na- Misschien heeft zij twee-en-twinSS Van het bleekneuziSe stilte gelachen IL Jongmensch wel in staat nog Sh bet noodlottige plan en Servil 71» ast: Bosnië> Herzegowina vóórda de Sï" eén 2ro°t kerkhof worden, liiks was e u Pondgebied inlijft. Nauwegewordean dat TuSV% aan Oostehriiir „» Tosnie en Herzegowina hieldßmet l ? "Verkocht" had, of de koning Mifowïnnw t mm'Sters kabinetsraad. Zaken ffl' de a,nlBt« van Buitenl. Maï"\uet°Rogde ,~ zo° verneemt »Dailv vraLtuk S ,!sr,ai° ~ dat het Bosnische d ï;1 bad Turkije het ook opgelost op <*n "nte naüïn"', wdke het de b"ste vond' VTMeSSTïïJS'D^ tCVenS een SeHVi?Ch vast besloten ü , Serviers waren, zeide hij, storten T™' i 1"11 laatsten droppel bloeds te niërs en H zelfstandigheid van de Bosstellen hi,;+ Z.?gowiners> die het nu moeten en door ril de suzereiniteit van den sultan Scrvi? Ze?,VerkoCht zijn. Blijkbaa {|» 2AUS npg ai tijd vechten. ontvan^n ,„ noop aaarbiJ sleun te zullen Russische ZrU Rusland- Doch hoe slecht de accoordie P„ ? ov»hetTurksch-Oostenrijksch Wremja''! £Je #>"*?» 2iJ (.Nowoje een overwin, -J ' »Roess enz. noemen het neuerla *v" ',g voor Von Aehrenthal en een telen) wl IT lswolski> di^ zij geducht kapit, gevoel lg Ven niet dathetPan-Slavislische telden 7af 'eSee™g te Sint Petersburg ver- Ba'kan-ennf*? Te Weenen is zoowel de pers als de officieele wereld met de verklaringen van den Turkschen gioot-vizier ten zeerste ingenomen. Nu ja, Kiamil Pasja heeft wel eenige voor de Donau-monarchie minder aangenaam klinkende woorden gesproken, doch men moet, zeggen de Weener bladen, niet elk dier woorden op een goudschaaltje wegen en dient te bedenken dat de grootvizier niet sprak tot de kabinetten, maar tot de volksvertegenwoordigers. Daarom mocht hij nu en dan wat aandikken. De hoofdzaak is, dat óók het Turksche parlement zich voor een vredelievende regeling van de tusschen Oostenrijk-Hongarije en de Porte hangende quaesti'es heeft uitgesproken. Uit Saloniki wordt aan de „Neue Freie Presse" gemeld, dat de boycot-beweging aldaar afneemt. Het verlies, hetwelk de handel van Oostenrijk-Hongarije geleden heeft, wordt geschat op bijna 3 millioen kronen. De Turksche Kamer verbaast tot dusverre de wereld door haar gedweeheid, door haar meegaandheid, en maakt aldus de voorspellingen te schande van hen, die beweerden dat zij den weg zou opgaan der Russische Doema en dat vooral de Armeniërs en Arabieren onrustbarende elementen zouden blijken. Misschien dat de regeering deze ongename ervaring nog moet opdoen in de toekomst, doch tot heden loopt alles voor Kiamil Pasja ■ en de ministers van een leien dakje. Zoo ook gisteren weer. Veel van belang werd er niet behandeld, doch de eerste stappen van dit parlementaire kindje verdienen uiteraard de aandacht. De minister van Binnenlandsche Zaken dan, Zijne Excellentie Hakkißey, verklaarde, dat het onderzoek, ingesteld naar aanleiding van een aanslag die zou hebben plaats gehad op den kroonprins, de volkomen onschuld van den in hechtenis genomen fuselier aan het licht heeft gebracht. Ook ontkende de minister, dat er in Anatolië, waar den landbouwers een voorschot van 100,000 Turksche ponden is verstrekt, hongersnood zou heerschen. De regeering zal, zoo noodig, nieuwe kredieten aanvragen. Als antwoord op het bezwaar van een aantal afgevaardigden, die de verleende ondersteuning onvoldoende achtten, verklaarde de minister een wetsontwerp te zullen indienen tot teruggave aan de gemeentebesturen van de opbrengst van enkele belastingen, welke door den Staat op onrechtmatige wijze zijn geheven ; ook zou hij troepen afzenden, om een einde te maken aan het rooverwezen in het vilajet Aidin Met al deze verklaringen nam de Kamer genoegen; zij verwierp het voorstel om te inteipelleeren over de zuivering van het leger en dat over het registreeren van de vlottende schuld en verzond naar een commissie het verzoek omtrent een nationale inschrijving voor den bouw van twee kruisers. Over de arrestaties der leden van het geheimzinnige comité „Fedakaren" werd blijkbaar niet gespioken. En toch duren deze arrestaties steeds voort. Wat beoogt die vereeniging ? Is zij onschuldig of gevaarlijk ? Men twist erover. Het heeft den schijn alsof dit comité onlusten wilde verwekken en zelfs het leven van sommige gezanten wilde bedreigen. Volgens de eene lezing zouden de leden voornemens geweest zijn, verleden Woensdag, bij de groote rede van Kiamil Pasja een demonstratie te houden, volgens de andere drijven zij een heftige agitatie ten gunste eene: regeling van de troonsopvolging. Het geheele karakter en de werkzaamheid van dit comité zijn, voor de buiienwereld althans, nog omhuld door nevelen. In Frankrijk is na Brisson — als president der Kamer — Dubost als voorzitter van den Senaat herkozen. Henri met het begrafenisgezicht aanvaardde gisteren zijn functie in de Kamer door gelegenheidswoorden te spreken over de ramp in Italië en de edelmoedigheid van Frankrijk. Hij oogstte daarvoor de gebruikelijke toejuichingen. Heden komt de interpellatie over Marokko aan de orde.
FEUILLETON. Gevaarlijk spel!
33)
legde, toePn de' trap op en tegen den miUUr 7Ïer heengegaan was, zijnoor adem. Toen 0;n; haalde diep en zwaar ■UfcSi^Mm,0* tde l=°fitiarnaii slapen, zeker
Dien nacht drocwLT"^^^^^^^^M gevangenis bevond e £°elk da* hij zi.:h in ecu der hem bewaakte- W at een gevangenbewaardroom op merkWa ?? werkelijkheid kwam den ge uren had hij o"r|,e wijze nabij. Sinds eenimets meer fe wWn ,°'aden vrij te zijn om hetwelk langzaam rnaa, een opgejaagd beest, achtervolgels rondom rif r den krinS' ziiner Tegen acht uur in }*h ziet vernauwen opnieuw zijn post voor morg,en betrok Javel Douai.. Hij had, den p?111"1"* 15 »rue de gende. zich tot de weri™Vjyoudigsten we2 vo,_ nen wenden; doch hij wiW«W van Coche un~ hever niet in mengen, en de port erster er trottoir totdat deze ui»o-in!* rC1"0 daarom op het enke e portierster langer %„?? te Par"s £een kamertje blijft, vooral 's mLL-,5n UUl' in' "aar W dat de Jnkwtjes bc' &f ,n,et> °P liet nu er zeker van weldra il i e looP™- was tonder trezien te worden N, ,en P^seeren, • INa vertoon van eeni. ge minuten ging de portiersier dan ook inderdaad uit. Daarvan maakte hij gebruik om naar binnen te gaan. Hij wist niet op welke verdieping de journalist woonde, doch deze omstandigheid was voor hem geen beletsel. Hij schelde dan ook aan de eerste deur de beste en vroeg: «Mijnheer Coche.?« »L)ie woont niet hier, maar op de vierde verdieping^ »IJard0n....« Op de vierde verdieping kwam een oude vrouw hem opendoen. »Is mijnheer thuis?« vroeg hij op een toon van iemand dte deze quaestie voor den vorm stelt, wijl hij er zeker van is mijnheer op dit uur thuis te vinden. »Neen, mijnheer.,.! Hii glimlachte: »Zeg maar dat ik er ben... hij zal mij zeker ontvangen... U hebt mijn naam maar te noemen: monsieur « »Maar ik verzeker u dat mijnheer niet thuis is.« ' »Zoo! Ik dacht... dat is jammer... Weet u met wanneer hij terugkomt?? < "e vrouw bracht vedbeteekenend de armen omhoog»lk_ begrijp erniefs meer van. Hij is nu reeds vier ciagen uit Hij kan elk oogenblik thuis komen, maar ook evengoed uit bh ven.« »Ja, ziet u,« mompelde Javel, »ik moest hem noodzakelijk spreken...» »Wat zal men eraan doen!« zei de vrouw, »kom zoolang binnen, mijnheer... misschien is hij wel spoedig terug..." " «Ja... ik zal een oogenblikje wachten.* Hij trad de kamer van Coche binnen en ging zitten, bij zich zelf overleggende hoe hij het gesprek zou kunnen aanknoopen. Maar hij behoefde daartoe volstrekt geen kunstgrepen aan te wenden. De werkvrouw begon vanzelf en zeide zonder dat hij eenige vraag stelde: »Ja, hij is nu al vier dagen uit. liet 18 vreemd, vooral daar hij nool* uitgaat zonder te voren iets te zeggen. Er ligSen brieven voor hem en telegrammen; er komen menschen om hem te spreken en men weet niet wat men hun zeggen moet...« «Misschien is hij naar zm familie « »0 neen — zeker niet! Daar staat zijn valies... en dan, het is vertrokken op zoon vreemde manier « «Hebt u hem zien vertrekken?« »N>iea. Toen. ik 's morgens hier kwam, vond ik zijn bed gebruikt en zijn avondkostuum op een stoel. Ik heb alles in orde gemaakt en aiborsteld. Gewoonlijk gaat hij nooit vut voor elf uur. daarom was ik toen een weinig verwonderd; thuis komende om koïhe te drinken zat me dat plotselinge vertrek —..ik weet zelf niet waarom — voordurend in m.ijn hoofd en weet u welke gedachte er toen bij m'j opkwam?... (ik moet u trouwens zeggen dat.hij eenmaal zoo vroeg was uitgegaan nf. orm te duelleeren) ...ik dacht toen, dat het misschien weer daarvoor zou zijn «Gelooft u dat?... Dan zou ik het toch wel geweten hebben...« «Ja, zoo denk ik er nu ook over. Maar toen geloofde ik het omdat men zou gezegd hebben, dat hij twist had gehad. Hii, die gewoonlijk zoo in de puntjes is, u weet het nietwaar? omdat v ziJu vriend bent...« »Ja, ja,« haastte Javel zich te antwoorden, «uiterst in de puntjes...«
«Welnu, hij had boed op zijn overhemd en.... »En?« vroeg de politieman met gejaagde belangstelling. " ' • Het boordsel van zijn hemdsmouw was geheel verkreukel en gescheurd en hij had een van zijn manchetknoopen verloren, een van diekuoopen . waaraan hij zoo gehecht was...« «Uie gouden manchetknoopen met die turkooizen?»
«Ik weet niet hoe die dingen heeten « «Nu, en verder?... zei Javel, bijna stotterend van bl-dschap. «Enfin... met kleine blauwe steentjes welnu, het knoopsgat was ingescheurd en de knoop ontbrak. Nu zoudt u onder zulke omstandigheden toch evengoed als ik gedacht hebben dat hij twist had gehad. Het is es» goede jongen, maar... Javel haastte zich de oude vrouw in de rede (e, vallen. Al wat zij thans nog verder kon vertellen was zonder belang in vergelüking met de twee verbluffende mededeelingen: betrefïende het bloed op het hemd en vooral betreïfende de verdwijning van den knoop, waarvan de beschrijving overeenkwam met die van den knoop, gevonden in de kamer des misdaad! Doch de zaak scheen hem zoo zonderling toe, het toeval scheen alles zoo buitengewoon vriendelijk voor hem gereed te maken, dat hij aaustonds alles wilde zien en weten. Vandaar dat hij zich verwonderd aanstelde en vroeg: «Zijt gij daar zeker van?« «Ot ik er zeker van ben? U kent zijn manchetknoopen; nu zult u met uw eigen oogen kunnen oordcelen. Ik heb het hemd expres bewaard voor het geval dat hü het niet mocht bemerkt hebben en gelooven mocht dat ik den manchetknoop heb verloren. Wacht even, ik zal het u lsten zien.? Zij ging mar de s'aapkamer, doch nauwelijks was zij daar binnengetreden, o? zij riep uit«Nfeen, maar dat is sterk! Hij is sinds «mieren hier geweest en heelt van linnengoed "verwisseld! De geheele linnenkast ligt overhoop... K-k eens, m de mand ligt zijn Uanellen hemd; dat lag er gisteren niet « «Duivels?, dacht javel, »zOu hij misschien van nacht hier zijn geweest en he met bloed bevlekte hemd en den rranchetknoo' i hebben doen verdwijnen? Ik weet we! dat m'jn schildwacht er altijd zou zijn om hem, dier» wij thans te rakken hebben, "te herkennen, maar de actie zou minder besMssend, minder schitterend zijn « Hij volgde de vrouw in de s aapkamer en monrelde: «Wat zegt ge daar?... dat hij hier van linnengoed verwisseld heeft...?* (Wordt vervolgd.)
DE AARDBEVINGEN.
De aardbevingen in Noord-Italië — welke, volgens prof. Oddcne te Rome, met die van Zuid-Italië niet in verband staan — hebben meer schrik dan verwoesting veroorzaakt. Slechts hier en daar had een ernstig ongeluk plaats. Te Monteleone bijv. stortte een huis in, waardoor vijf personen werden gedood en in het station Soverato-Marino bij Catan^ara had, te midden van de pani k, een botsing plaats tusschen een trein uit Calabrië, volgepropt met geredden, en een goederentrein, bij welk ongeval een groot aantal personen wonden en kneuzingen opliepen. Volgens den „Coiriere delia Sera" was de schrik vooral te Venetië, Bologna en Ravenna zeer groot. In de oude Dogen-stad werd de slapende bevolking des nachts tegen twee uur plotseling opgeschrikt door twee aardschuddingen. In alle huizen gingen de schellen over.
De menschen, nog onder den levendigen indruk van de jongste rampen in het Zuiden, werden aangegrepen door een hevige paniek. Men snelde naar de pleinen en verschrikte vrouwen hieven een angstig geschreeuw aan. Ongeveer terzelfder tijd werd ook te Bologna de aardschok gevoeld en daar speelden zich dezelfde tooneelen af als te Venetië, doch de bevolking toonde zich nog meer beangst en er kwamen zelfs eenige gevallen voor van voorbijgaande krankzinnigheid tengevolge van schrik. In de ziekenhuizen en gevangenissen hadden tijdens de aardbeving ijselijke tooneelen plaats. Te Ravenna vielen eenige ongeregeldheden voor.
Wat Messina betreft, wordt aan de „Echo de Paris" uit de geteisterde stad geschreven dat er behalve de soldaten thans ongeveer 3700 inwoners ziju die wonen in houten huisjes. Tweemaal daags krijgen zij van de troepen eten. Met zonsondergang moeten zij binnen zijn. Wie zich na dien tijd nog buiten vertoont, loopt gevaar door de schildwachten te worden doodgeschoten. De „Celtic" is uit de Vereenigde Staten aangekomen met een reusachtigen voorraad rantsoenen. Woensdag werden een paard en eenige honden levend onder de puinhoopen vandaan gehaald. Naar uit Kopenhagen gemeld wordt, is de vertegenwoordiger van een firma aldaar naar Messina vertrokken om een aanbieding te doen voor de levering van huttenll
DE NEGERS IN DE VEREENIGDE STATEN.
In de Londensche „Times" opent Sir Harry Johnston, de voormalige bestuurder van de Britsche kolonie Oeganda, een opstel over „de neger in Amerika". De schrijver deelt daarin mee, dat volgens de laatste berekeningen (1908) op een bevolking der Vereenigde Staten van 89.000.000 er 10.000.000 tot de kleurlingen zijn te rekenen. Van dezen wonen er in de 11 zuidelijke staten van de oude Confederatie 7.000.000, waarvan er echter betrekkelijk weinig worden aangetroffen in Noord-Carolina, Kentuckië en Tennessee. De staten, waarin de negerbevolking het dichtst is, zijn Virginië en Zuid-Carolina (met 58 pet. der bevolking), Georgië (47 pet.), Alabama en Missisippi (58 pet.) en Louisiana (48 pet,). De negers van Texas wonen bijeen in het zuidoosten van dien staat, dicht bij de Golf van Mexico, en verder in den noord-oosthoek. In Florida vindt men hen voornamelijk in het noorden.
Voor de overige 3.000.000 wonen de meesten in Oostelijk-Arkansas. De anderen vindt men, afgezien van kleine groepjes hier cii daar in de westelijke staten, vooral in Missouri, Illinois, Indiana, Ohio, Pennsylvanië, Washington, Maryland, New-York, Delaware en Massachusetts. Van de 10.000.000 zijn — volgens Sir Hany Johnston — ongeveer 4.000.000 kleurlingen van gemengd 6'oed, van wie 2.000.000 een even blanke gelaatskleur bezitten als de bewoners van Zuid-Euiopa. Slechts het gekroesd voorkomen van het haar, dat overigens wit — zelfs rood — kan wezen, verraadt de bloedmenging. Johnston geeft dan een beschrijving van de pogingen, door wijlen generaal Armstrong en later door anderen (o.w. Booker Washington te Tuskegee) gedaan, om het neger-ras in de V. St. door onderwijs te verheffen tot een hooger peil. Vooral het door generaal Armstrong te Hampton aan de Chesapeake baai gestichte instituut wordt uitvoerig beschreven. Hoofdzakelijk aan landbouw- en nijverheidsonderwijs wordt daar veel gedaan. Het instituut heeft zich zoowel de vakopleiding van Indianen als die der negers aangetrokken. De Indiaansche leeilingen munten boven de negers uit in het handwerk en toonen vooral aanleg voor de kunstnijverheid. Aan den anderen kant zijn de negerleerlingen weer veel talentvoller in de muziek. In het maatschappelijk leven hebben de Indianen veel voor op de negers. Op «jn Europeesch gekleed en gekapt, gaan zij onopgemerkt op in de groote massa. Tiouwens ook als ras gaan zij op, en verdwijnen zij in het blanke ras. Met den neger is dat geenszins het geval. Aan het einde van den Ameiikaanschen burgeroorlog waren er in de Vereenigde Staten 4l/2 millioen negers en tialfbloeds; op het oogenblik zijn er reeds ca. 10.000.000.
„Nergens in de Vereenigde Staten" — schrijft Johnson — „wordt er bezwaar tegen gemaakt, dat Indianen, of zelfs Chineezen, gebruik maken van dezelfde trams, kerken, winkels, of schouwburgen als de blanken; maar het maatschappelijk vooroordeel tegen den neger is in de 11 Zuidelijke staten nog zoo krachtig, dat er wetten worden gemaakt om de beide rassen absoluut gescheiden te houden, wat betreft het huwelijk, het onderwijs, godsdienstoefeningen of openbare vermakelijkheden; en ook in vele takken van arbeid, zoowel als in liefdadige gestichten, hospitalen, hotels en gevangenissen ; maar bovenal in trams, treinen en aan boord van booten. Den buitenlander, die via New-York in de Zuidelijke Staten komt, wordt het gemaakte onderscheid voelbaar, zoodra hij in Virginië binnenkomt. Hij kan in het Zuiden feiten opmerken als de volgende. In de spoorwagens voor blanken worden Chineezen van vies uiterlijk en hinderlijke gewoonten zonder bezwaar toegelaten, terwijl goedgekleede welgemanierde lieden, die echter een klein percentage negerbloed verraden, kunnen worden verwezen naar wagens, bestemd voor „kleurlingen". Inzake het moeilijke viaagstuk der maatschappelijke rechten van den neger doet de onderwijsinrichting te Hampton geen oplossing aan de hand.
Te Hampton, zoowel als te Tuskegee, blijft al het streven gericht op de bereiking van onmiddellijke practische resultaten, waarbij de hoop wordt gekoesterd, dat een zeer degelijke vakopleiding den kleurlingen een gevoel van zelfiespect zal schenken — een soort van ras-trots — die zal medewerken tot het scheppen van zoo hooge idealen van vlijt, talent en moraliteit, dat door die eigenschappen op den duur het vooroordeel van den blanke zal worden weggenomen. De taak, welke inrichtingen als die te Hampton en te Tuskegee te vervullen hebben, is reusachtig. Maar reeds is een zoo groote vooruitgang tot stand gebracht — een vooruitgang, welke ongelooflijk is voor hen, die, zooals velen onder de blanken in het Zuiden, niet zelf een studie hebben gemaakt va.n den levensstandaard der negers buiten de steden en plantages der blanken — dat de toekomst als beslist hoopvol moet worden beschouwd. ledereen, die werkt op het terrein der sociologie — hij moge blanke zijn of kleuiling — en die wanhoopt aan de toekomst van het negerelement in de V. St., moest maar eens een bezoek brengen naar de meest beschaafde deelen van het meer-gebied in Afrika. Bij zijn terugkeer in de Vereenigde Staten zou hij er van doordrongen worden, dat de gemiddelde toestand van de negers in de V. St. zoowel moreel als materieel veel hooger is dan dien van hun broeders in Afrika. De positie, echter, van de bijnablanken — quadronen, octoronen en vele mulatten — is dikwijls zeer hard". (N. Rott. Ct.)
GEMENGDE BERICHTEN. Zusters-ziekenverpleegsters.
In België bestaat in de liberale partij een sterke strooming om in navolging van het goddelooze Frankrijk de ziekenhuizen te laiciseeren* en de Zusters te vervangen doorleekenverpleegsters, o. a. bewerende, dat de laatsten wetenschappelijk beter onderlegd zijn. Het der Katholieke Ziekenverpleging* komt echter juist daarover thans een ander boekje opendoen. Het tijdschrtit geeft een overzicht van de jongste examens tot verkrijging van het verplegings-diploma —examens die in België door gemengde commissies van deskundigen worden afgenomen — en welke een groote triomf voor de wetenschappelijke opleiding der Zusters beteekenen. Voor de geneeskundige commissie te Gent boden zich 84 postulanten aan, behoorende tot de volgende gestichten: 19 zusters uit het burgerlijk gasthuis; 12 zusters uit Maria's toevluchtshuis ; 11 zusters van Sint Jozefsgasthuis, Gentbrugge ; 23 zusters van St. Vincentius a Paulo, Waarschoot; 16 broeders van Liefde van Gent; 3 broeders van Liefde van Namen. Van die 84 postulanten is geen énkele in het examen mislukt Candidaten behooren tot den geestelijken stand. Te Brussel boden zich 82 postulanten aan, waaronder 12 leeken-verpleegsters. Van de 82 werden er 77 gediplomeerd. Te AntwerJDen boden 73 candidaten zich aan, maar 2 trokken zich terug. Hier was het getal leeken buitengewoon groot, — 25 n.l. — ongetwijfeld dank zij de leergangen van ziekenverpleging, door de Vlaamsche Katholieke Hoogeschool — uitbreiding en door het godshuizenbestuur ingericht. Van die 73 candidaten slaagden er .8 niet, n.l. 3 zusters en 5 wereldlijken. Mechelen leverde 44 postulanten met 41 gediplomeerden. Onder dezen behoorden 4 leeken uit Mechelen. De anderen kwamen uit de gestichten der Cellebroers, uit het Klein-Seminarie, of behoorden tot de Zwartzusters van Mechelen of de gasthuisnonnen van Mechelen, Bornhem of Boom.
Leuven leverde 37 candidaten, allen zusters, 2 trokken zich terrg en 1 werd uitgesteld. Te Doornik uoden zich 11 broeders van Liefde aan. Allen wonnen het diploom. Namen had 23 candidaten en 23 gediplomeerden, allen nonnen. Dendermonde 6 candidaten en 6 gediplomeerden, alles nonnen. Bergen 54 candidaten; 50 kregen het diploom en onder dezen -eene leeke verpleegster. »lets. ongewoons — zegt het »Hbl. v. Antw.« — was bij deze examens op te merken, namelijk het belang dat het publiek in die zaak stelde, en de veroordeeling van eenen aanval, in een liberaal blad van Antwerpen, tegen de nonnekens, die overigens door dokter Van de Pene zoo dapper werden verdedigd, indien zij namelijk nog verdediging noodig hadden. En vcor het overige — dit mogen wij er bij voegen — wreekten zij zich op schitterende wijze door het examen. Laat nu sectarissen en roode dokters maar bulderen tegen de nonnekens, die zij onderduims ter hulp roepen, wij kunnen voortgaan met wat wij over jaren zegden : «Vervolg ze ! Laster ze ! Verjaag ze ! Dat alles zult ge kunnen. Maar ze vervangen, neen, dat kunt ge niet 1«
BINNENLAND. Amsterdam, 15 Jan. LIBERALE UNIE.
Verschenen is de b;schrijvingsbrief voor de buitengewone algemeene vergadering van de Liberale Unie, te houden Zaterdag 27 fcht'jari, 's m°rgens 11 uur, in de »Eensgezindheid < te Amsterdam.
Op de agenda komt voor het volgende Bestuursvoorstel: »De Liberale Unie oesluit haar Hervorm ngsprogram te herzien en draagt de voorbereiding daarvan op aan eene commissie vau 7 leden, waarvan uit en door het Hoofdbestuur 3, door de algemeene vergadering 4 leden zullen worden benoemd.»
Een tweede Bestuursvoorstel luidt: :>Bij de aanstaande Juni-verkiezingen zal de Liberale Unie vóór alles krachtig propaganda maken voOr Algemeen. Kiesrecht na voorafgaande Grondwetsherziening en v°or eene sociale hervorming, om te gemoet te komen in de nooden van die medeburgers, wien het niet gelukt is, Ms zij oud geworden zijn in eigen levensonderhoud te voorzien.«
Aan de toelichting bij het eerste voorstel ontleenen wij het volgende: Hef »Hervormingsprogram«, in 1896 fot stand gekomen en in 1901 op enkele punten gewijzigd, eischt herziening. Wel is waar geeft dit program nog altijd met juistheid de richting aan, waarin de Liberale Unie zich beweegt, maar enkele paragraphen eischen nadere omscnriiving of aanvulling _ men denke in de eerste plaats aan de kiesrechtparagraai — en andere kunnen niet ongewijzigd behouden tl'iven, omdat verschillende belangrijke hervormingen, daarin als wenschelijk of noodig aangewezen, intusschen reeds tot stand zijn gekomen. Is om ,ie aangegrgeven redenen herziening noodig, daartoe mag niet worden overgegaan zonder grondige voorbereiding met medewerking van onze aldtelingen. Het schijnt liet meest gewenscht die voerbereiding op te dragen aan eene commissie, waarvan de meerderheid der leden wordt gekozen buiten het hoofdbestuur. Uw hoofdbestuur doet daartoe het voorstel. Het »HervOrmingsprogram« is te uitgebreid en zal wel altijd te uitgebreid blijven om ie kunnen dienen als actieprogram voor bepaalde verkiezingen. Bij verkiezingen behoort op den voorgrond te worden gesteld niet alles w*t wenschrlijk is, maar alleen datgene wat als het meest noodzakelijke en het meest urgent naar vcrui dient te werden geschoven. Uw noofdbesiuur is van meening, dat beperking in deze in hooge mate gewenscht is en door de omstandigheden wordt geboden. In hPoge mate gewenscht, omdat bij een uitvoerig program de aandacht van de hoofdpunten wordt afgeleid. Door de omstandigheden geboden, omdat trfia, door de ervaring geleerd, wantrouwig is geworden met betrekking tot lange vfrkiezuvsprograms, die meer in uitzicht stellen dan redelijkerwijze in een periode van vier jaren ï?-n worden bereikt.
Dit vooropstellende, is uw Hoofdbestuur na ernstige overweging tot de conclusie gekonsn, dat ditmaal slechts twee hoofdpunten, waarvan de overwegende belangrijkheid in onzer» kring algemeen wordt erkend, behooren te worden genoemd, en wel: algemeen kiesrecht en voorziening voor den ouden öag..
Een verkiezingsprogram is uit den aird der zaak geheel iets anders dian e-n regeeringsprogram, kan en mag daarop zelfs niet gelijken.
Bij een regeeringsprogram is men gewoon jan te geven wat elk van de negen ministers op zijn werkplan heeft staan. Eene Unie als de onze daarentegen heeft, met het oog op ce'i program voor bepaalde verkiezingen, genoeg -«.edaan, als zij in korte trekken aangeeft, wat vóór alles van de te kiezen volksvertegenwoordiging 0n van de regeering, die na de verkiezingen aan li«t bewind zal zijn, mag worden verwacnt eu verlangd. Mocht het in de volgende vierjarige isrioje den wetgever gelukken de door ons op den voorgrond gestelde twee groote hervo.mingfei. die veel arDeid en veel tijd zullen vorderen, tot stand te brengen, dan zou hij op den dank van het geheele volk aanspraak kunnen maVen wat natuurlijk niet wegneemt, dat de Liberale Line — ons algemeen Hervorrr.ingsprogiam tewijst het reeds — veel meer wenscht en ook verwacht.
Wij ontkennen geenszins, dat ook — om slecht? eenige voorbeelden te noemen — herziening der armenwet, beperking, van den arbeidsduur, uit breiding- van het terrein der reeds besiaande verplicnte verzekering, verhooging van het peil van het onderwijs in zijn verscnilleade vet lakkingen met voldoend vakonderwijs, verbetering van de volksgezondheid, hervorming \aii ons rechtswezen, verzekering van den rech stoe?tand der ambtenaren, hervormingen Jp landbouwgebied .versterking der financiën, waarbij het be ginsel van draagkracht op den voorgrond staat en protectie wordt vernr.den, tegemjr'.kommg in den financieelen nood der gemeenten, en evenzeer het defensievraagstuk, alle onderwerpen ziir» van groot gewicht en algemeen belang. Maar zoo men die alle op ons verkiezingsprogram plaatste, zou men ons met recht verwi,ten, dat wij niet de vereischie soberheid betrachten er meer verlangen dan in eene vierjarige periode kan worden verwezenlijkt. En indien wijf eene keuze deden, naast de twee groote hervormingen nog enkele andere opnamen, zoo zouden wij geen afdoend antwoord weten te geven ojs de vraag, waarom wij aan het eeae boven het andere de voorkeur hebben gegeven. Vast zijn wij overtuigd en ziehier de beteekenis yatt ons kort program, dat wij u ter goedkeuring voorleggen — dat in onzen kring — en «ter in onzen kring niet alleen — de teleurstelling algemeen en groot zou zijn, indien er een" Ministerie kwam, dat wel is waar meerdere vau de boven aangegeven vraagstukken tot eene tevredigende oplossing wist te brengen, maar onder de bestaande omstandigheden zich onthield van kiesrecht.-.ervorming en van voorziening in de nooden van den Ouden dag. Nog een enkel woord tot toelichting der gekozen formules.
«Algemeen kiesrecht na voorafgaande grondwetsherziening.« Dat grondwetsiher/.iening moet voorafgaan, behoeft geen betoog meer. Wel wordt beweerd, dat algemeen kiesrecht mogelijk is ook onder de bestaande grondwettelijke bepalingen, maar eene regeering, die zich daaraan zou wagen, zou in die mate te strijden liebten tegen grondwettige 'bezwaren, opgeworpen coV door voorstanders van algemeen kiesrecht, dat zij nht de minste kans zou hebben in hare poging te slagen.
In ons kort program een nadere cmschriiving te geven van «algemeen kiesrechfi, schijnt in dit stadium overbodig. Over het kiesrecht voor vrouwen — het is op de laatste, bovengenoemde vergadering van de Liberale Unie duidelijk aan het licht gekomen — bestaat in onzen kring nog niet de zoozeer gewenschte eensremmigjiieid, maar toch is men het er algemeen over eens, dat de uitsluiting van de vrouw niet mag worden gehandhaafd.
>Een sociale hervorming om te ;emoet te komen in de nooden van die medeburgers, wien het niet gelukt is als zij oud geworden riin in eigen levensonderhoud te voorzien». — Met opzet is hier een ruimere omschrijving gegeven dan gelegen was in de vroeger gebezigde uitdrukking van verplichte verzekering. Eene ruimere omschrijving is nocdig, omdat in het stadium, waarin deze zaak zich thans bevindt, het verkeerd zou zijn zich, met uitsluiting van alle andere systemen, vast te klampen aan het denkbeeld van verzekering met premiebetaling, — aan eene regeling, waardoor alleen de loonarbeiders als zoodanig worden gebaat. Zelfs de tegenwoordige regeering, die bij de schriftelijke geoachtenwisseling over de begrooting \an 1 «05, zich nog geheel plaatste op het standpunt, dat behoudens de ncodige afwijkingen het Du'terhe stelsel behoort te worden gevolgd, heeft hij de mondelinge gedachtaiwisseling onderzoek nasr het Engelsche en het Deensche ste'sel toegezegd. Waar hier te lande opvolgende r*geermgen reeds zoovele jaren bezig zijn met het ontwerpen van een verzekeringsstelsel, zonder dat de zaak nog iets verder is gevorderd dan acht jaren geleden, — en waar in Engeland in enkele maanden voor de ouden van dagen eene voorziening is tot stand gebracht, die door alle kringen der bevolking met instemming is begroet en door alle partijen als een voorloopig bevredigende oplossing van het zoo moeilijke vraagstuk is aanvaard, — daar is h?t niet te verwonderen, dat allengs door meerderen twijfel wordt geopperd, of wij, Nederlanders, door uitsluitend heel te zoeken in de verplichte verzekering — zij het dan ook met iinancieelen steun van den Staat — wel op den gogjenweg zijn. Daarom zouden wij echter nog niet durven beweren, dat elke regeering, die niet ligt in de lijn van het Engelsche of het Deensche stelsel, per se te veroordeelen is. Hoofdtaak is dat er voorzien wordt in de nooden van den ouden dag. Die voorziening wordt vn jiar tot jaar meer dringend noodig, en is reeds Dij meer dan éene verkiezing door alle partijen in uitzicht gesteld, zonder dat de gedane toezegging in vervul ing kwam. Dit wekt terecht ontevredenheid en wantrouwen. Op welke wijze die voorziening zal plaats vinden, is zeker geen onverschillige zaak, maar ook hier kunnen meerdere wegen tot hetzelfde doei leiden. Op sjjoedige voorziening moet krachtig worden aangedrongen, maar de wijze waarop, moet voor alles in de Kabinetten der Regeering en in de Volksv«rtegen(woordig,i|Bj wórden beslist. Natuurlijk moet als eisch worden gesteld dat de komende regeling, op welken stam ook geënt, de rechten van de ouden van dagen voldoende verzekert. Maar is aan dien eisch voldaan, dan zou, waar de nood zóó groot is, het onverantwoordelijk zijn een voorstel tot herziening af te wijzen, alleen omdat een ander stelsel de voorkeur zou verdienen. Hier geldt voorialles: die spoedig helpt, helpt dubbel.