Een melkoorlog. — Slechte vooruitzichten. — Emigratie. — Katholiek leven. De in het begin dezer maand te Heerenveen gevoerde „melkoorlog" is na een korten strijd van één _ twee dagen geëindigd met een nederlaag der melktappers. In de uitvoering van het gemeenschappelijk plan, om den melkprijs met één cent per liter ie verhoogen, hadden deze laatsten echter niet alleen te worstelen tegen de bewoners der „Bouwlusfbuurt, die o. m. per omroeper hun plaatsgenooten vermaanden, liever .zwarte thee en koffie" te drinken dan acht è negen cents voor één liter te betalen, ja, zelfs zoover gingen, om een winkelier, die met den verhoogden prijs genoegen wilde nemen, met „boycot" te bedreigen. Behalve door de staking hunner afnemers, werd nl. de verwezenlijking van hun pian tegengewerkt door de onderkruiperij, oftewel .unfaire" concurrentie van een in de nabijheid van Heerenveen gevestigde coöperatieve zuivelfabriek, welker directie op de stakers en siaaksters een melkrijder afzond met de boodschap: .Gedurende deze maand willen wij u de melk voor 6 ets., en tijdens November en de daarop volgende wintermaanden voor 7 ets. de liter verkoopen. Wij qualificeerden zooeven dit aanbod als .unfaire concurrentie", en wel op grond van de opinie, dat de fabriek in casu niets anders nastreeft, dan zich van de geheele melkproductie en den geheelen melkhandel in Heerenveen e. o. meester te maken. Is haar dit gelukt, dan zou men zich leelijk vergissen door te twijfelen aan het in vervulling gaan der voorspelling van een tapper: „Wanneer alle boeren aan de fabriek als leveranciers verbonden zijn, dan zullen de consumenten tegen wil en dank voor de melk den prijs betalen moeten, welke door hen thans hardnekkig geweigerd wordt." Op de vraag, of het de bedoelde fabriek gelukken zal, door middel van de voorgemelde concurrentie-truc met name de niet veel financieel weerstandsvermogen bezittende boeren in de naaste toekomst aan zich te verbinden, zai men moeilijk een ontkennend antwoord kunnen geven, wanneer men weet, dat het plan tot verhooging van den melkprijs in oorzakelijk verband stond met den geheel of gedeeltelijk mislukten hooi- en grasoogst en met de enorm hooge prijzen Nvoor de dit jaar verpachte .losse" landerijen. Wat dit laatste betreft, levert de uitspraak van een lid van het gewezen Heerenveensche stakersgilde, dat bij slot van rekening niemand anders dan de „groote" landeigenaars met de opbrengst der hoogere melkprijzen strijken gaan, de noodige stof voor het voor de zooveelste maal stellen der vraag: Waarom brengen de boeren bij het huren van boerenplaatsen en landerijen niet de coöperatie-idee in practijk ? Was zulks door hen reeds vóór jaren gedaan dan zou voorzeker menigeen van hen den a.s. winter- en voorjaarstijd met heel wat minder zorg en angst te gemoet zien, dan thans het geval is. De vorige „vette" jaren zouden hen dan in staat gesteld hebben minstens zooveel geld „vooruit te boeren", als noodig is, om zonder vrees van in het financieel moeras te zullen verzinken, of m. a. w. boer-af" te worden, „magere" periodes, als den a.s. wintertijd in te gaan. Welk lot is toch met name den z.g. „kleinen" boeren in de naaste toekomst beschoien? Geen ander dan dat een groot deel van hen wegens gebrek aan het noodige hooi en „ingekuild" gras en „last not least" aan de noodige contanten reeds in de eerstvolgende maand gedwongen zal zijn tegen lagen prijs een grooter, of kleiuer deel van hun vee te verkoopen, en in den a.s. Meitijd onmachtig zal zijn, zich jegens landheer en notaris van hun financieele verplichtingen te kwijten. Voortzetting van het ter plaatse uitgeoefende greidboeren-bedrijf zal dezen dan wel onmogelijk zijn, zoodat hun geen andere keus overblijft; dan óf naar een andere kostwinning binnen de Friesche, hetzij binnen de Nederlandsche grenspalen te zoeken, óf, indien dit zoeken soms tevergeefs mocht zijn, hun geluk in den vreemde en in het bijzonder aan gene zijde van den Atlantischen Oceaan te beproeven. Of men heden ten dage in onze provincie buiten het boerenbedrijf om, gemakkelijk op menschwaardige wijze aan den kost komen kan, is een vraag, voor welker antwoord de noodige stof geleverd wordt door feiten als het recente gadingmaken door meer dan 50 personen op de betrekking van conciërge aan de ambachtsschool te Drachten. Een betrekking, welke den gelukkigen sollicitant behalve een jaarwedde van f 400 niets anders oplevert dan f5O toelag- voor materiaal. Wie toegerust is met deze soort feitenkennis, zal het geenszins verwonderen, dat een week of vier geleden alleen uit het in de gemeente Utingeradeel gelegen dorp Oldeboorn een circa dertigtal personen naar Amerika vertrokken zijn, alsmede, dat ook onze provincie haar contingent leveren zal van de huisgezinnen, die van plan zijn, door bemiddeling van dr. Fred. Van Eeden het volgend jaar, of later naar Zuid-Amerika te emigreerer. Het zal wel niet gezegd behoeven te worden, dat, wanneer deze mm-gunstige economische toestand van het greidbedrijf met name Jdoor het steeds opdrijven der pachten zoolang mocht duren als b.v. die van het tijdperk 1885—1895, men in de naaste toekomst op geen grooten aanwas van Friesland's zielental behoeft te rekenen. Mocht toch onverhoopt onze provincie een zoolangen „mageren" tijd te doorworstelen krijgen, dan zal het getal van hen, die door den strijd om het bestaan gedrongen worden, Friesland metterwoon te verlaten, steeds grooter worden ; terwijl daarentegen het getal van hen, die er als boer of ln het bedrijf van handel en nijverheid het geluk beproeven, steeds kleiner zal worden. Evenals in de jaren 1885—1895 zal men dezen mogelijken achteruitgang in menig Frische plattelands-parochie duidelijk kunnen waarnemen. Wien het niet onbekend is, dat onze provincie in den loop der vorige eeuw meermalen een verstopping van de hoofdbron zijner welvaart, of m. a. w. een min, of meer ernstige crisis op het gebied van landbouw en veehouderij beleefd heeft, behoeft niet lang te zoeken naar een antwoord op vragen als: Aan welke oorzaak of oorzaken is het op de eerste en voornaamste plaats te wijten, dat het percentage en het zielental van den bevolkingsaanwas voor Friesland lang zoo hoog niet zijn als die van onderscheidene andere Nederlandsche provincies; óf dat in vergelijking met een veertig, dertig jaar geleden het getal communieanten, wat verscheiden Friesche plattelands-parochies aanbelangt, betrekkelijk weinig toegenomen is? Dank zij de bewonderenswaardige activiteit van het korps eerw. heeren geestelijken, zoowel uit den verleden als den tegenwoordigen tijd, — men denke b.v. aan den verledenen als huidigen arbeid in den Wijngaard des Heeren van wijlen deken Brouwer en van mgr. L. B. Mulder, proost van het metropol-taan kapittel, van mgr Aukes, dekenpastoor te Leeuwarden, pastoor Sletering te Harlingen en van de veteranen Wagenberg en Scholten, welke laatste onlangs zijn gouden jubileum als pasfoor op Ameland mocht beleven — heeft men de hoofdoorzaak van dezen geringen vooruitgang niet te zoeken in geloofsafval en gemengde huwelijken. De Rath. Bijzondere scholen, welke sinds 1868 op den Frieschen bodem tot wasdom gekomen zijn, de ettelijke schoone tempelgebouwen, het Leeuwarder St Bonifacius-Hospitaal, het Snecker St Antonius-Ziekenhuis, alsmede de eveneens door religieusen bestuurde liefdegestichten ten behoeve van ouden van dagen, welke de offervaardigheid der Katholieken van Friesland in de laatste 40 jaar geschonken heeft, zijn toch evenzoovele schoone blijken voor het bestaan van een gezond katholiek leven. FRISIUS.
De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad
- 18-10-1909
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad
- Datum
- 18-10-1909
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Gebr. Verhoeven
- Plaats van uitgave
- 's-Hertogenbosch
- PPN
- 832688045
- Verschijningsperiode
- 1845-1959
- Periode gedigitaliseerd
- 1845 t/m 1959
- Verspreidingsgebied
- Landelijk
- Herkomst
- KB C 236
- Nummer
- 18891
- Toegevoegd in Delpher
- 20-11-2013
BINNENLAND. Amsterdam 18 October. UIT FRIESLAND.
EENE INTERESSANTE PROEF AAN DE HAAGSCHE ARBEIDSBEURS.
Er wordt wd eens van werkgeverszijde tegen de Arbeidsbeurs aangevoerd, dat geschikte arbeidskrachten zich beter laten uitkiezen uit een aantal, dat zich tegelijkertijd komt aenbieden, dan uit de weinigen, die de Arbeidsbeurs den werkgever toezendt Om hieraan tegemoet te komen, heeft de Haagsche Arbeidsbeurs bij wijze van proef bepaalde uren vastgesteld, waarop de werkgevers en arbeiders uit zekere vakken worden ultgenoodigd zich bij voorkeur tot de beurs te wenden en waarop zij gelegenheid hebben rechtstreeks met elkander te onderhandelen ln een der wachtkamers.
Een timmermanspatroon weet nu b.v. dat hij 's ochtends tusschen 8 en 9 uur de meeste kans heeft een knecht te vinden. Op die uren is er dus arbeidsbeurs in den eigenlijken zin des woords. Ook buiten die uren staat de beurs natuurlijk voor die vakken evenals voor alle andere open. De vakken en de daarvoor vastgestelde uren zijn: Wachtkamer voor vaklieden. lederen voormiddag: voor timmerlieden en metselaars B—9 uur, voor machinisten, bankwerkers, machlne-bankwcrkers, smeden 10—11 uur; voor behangers, stoffeerders, schilders, loodwerkers, fitters 9—10; voor steenhouwers en straatmakers 11—12 uur.
Wachtkamer voor niet-vaklleden. lederen voormiddag: voor steenbikkers, grondwerkers, opperlieden B—9 uur; voor dakwerkers en voegers 9—lo uur. > S. W.
RECHTSSPRAAK.
Blijkens de mededeelingen die het Centraal Bureau voor de Statistiek over 1908 publiek maakte, zijn in dit jaar ca. .50 % van de vonnissen in eersten aanleg door hoogere rechtsspraak vernietigd. Dit beteekent atzoo dat 50 %, d. i. de helft, der geslagen vonnissen werden bevonden verkeerdelijk te zijn uitgesproken, met name door de Kantongerechten. Ook al neemt men nu aa.n, dat de meeste van deze vernietigingen steunden op formeele grieven tegen het \onnis in eersten aanleg, zoodat er in het minst niet uit is af te leiden, dat voor de helft onschuldige personen veroordeeld werden, zoo maakt het toch een hoogst ongelukkigen indruk, dat voor de helft de rechtsspraak in eerste instantie bevonden is, foutief te zijn geweest, in welk opzicht dan ook.
En dit te meer, daar hieronder niet begrepen zijn de vonnissen in eersten aanleg waarin de veroordeelde heeft berust. Dit toch wettigt het vermoeden, dat, zoo alle vonnissen aan hooger keur onderworpen waren geworpen, die 50 % nog kon gestegen zijn. In burgerlijke zaken was de verhouding-iets gunstiger. Bij deze processen toch werd het eerste vonnis bekrachtigd in 61V. % voor wat lic «oven, en in 551/. % voor wat de rechtbanken aangaat. Toch volgt uit dit laatste cijfer nog altoos een 45 % vernietigingen van het eerste vonnis, alleen in hooger beroep buiten de cassatie-aanvragen. lets waarbij bovendien niet uit het oog worde verloren, dat het berusten in het eerst gegeven vonnis in burgerlijke zaken meer voorkomt, dan bij strafvervolging. Het zou de moeite loonen, opzettelijk na te gaan, waaraan die zoo sterke veroordeeling van de vonnissen in- eersten aanleg is toe te schrijven. Ligt dit aan de gebrekkige rechtskennis van den eersten rechter, of wel speelt hier verschil van juridische opvatting een rol?
Maar waaraan ook toe te schrijven, het feit zelf verhoogt het zekerheidsgevoel, dat elke rechtsspraak moet inboezemen, zeker niet; en wat ook niet vergeten worde, het vermeerdert op ongelooflijke wijze de opeenhooping van arbeid bij de rechters, die in cassatie of beroep uitspraak hebben te doen. Vooral bij de rechtszekerheid die de kantonrechters als juges de paix bieden, hedt ons volk een zoo ernstig belang. «Standaard.»
Heden heeft eene zitting plaats gehad van hef scheidsgerecht in het Zweedsch-Noorsche maritiem grensgeschil, in welke zitting door den president van het Scheidsgerecht, mr Loeff, de debatten gesloten zijn verklaard. De uitspraak in deze zaak kan thans vermoedelijk Zaterdag 23 dezer worden tegemoetgezien.
Blijkens bij 't Departement van Marine ontvangen bericht, is de divisie, bestaande uit Hr Ms. pantserschepen «De Ruyter», «Tromps en «Koningin Regentes», onder bevel van den kapitein ter zee G. F. Tydeman, 16 dezer te Yokohama aangekomen.
De installatie van de Staatscommissie voor het vraagstuk der werkloosheid zal plaats hebben Zaterdag 23 October, voormiddag- 11 uur, in de Trèveszaal, door den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, den heer Talma.
In de Zaterdag gehouden vergadering van de Staatscommissie voor den Landbouw, werd door den Voorzitter, den heer Lovink, naar aanleiding van diens vertrek naar Nederl.- Indië op hartelijke wijze afscheid genomen van de leden, die zich daarna vereenigden aan een diner, hun voorzitter aangeboden.
Naar men verneemt, zal mevrouw Idenburg, die Woensdag a. s. de reis naar Indië aanvaardt, Dinsdag tusschen 4 en 6 uur 's nam. in het «Hotel den Ouden Doelen» te 's Gravenhage, kennissen en vrienden in de gelegenheid stellen, om afscheid te nemen.
's GRAVENHAGE, 16 Oct. De commissie voor de cursussen van de afdeeling 's Oravenhage van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers heeft een gemeentelijk subsidie van ƒ 700 gevraagd ten behoeve van den door haar opgerichten cursus voor de hoofdacte, en van ƒl2OO voor de door haar opgerichte cursussen voor Fransch, Duitsch, Engelsen en Wiskunde.
— Tegen goedkeuring der Verordening regelende de kostelooze plaatsing eji plaatsing tegen verminderd schoolgeld voor de leerlingen en toehoorders van het gemeentelijk gymnasium heeft de Minister van Binnenlandsche Zaken — blijkens een schrijven van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland — bezwaar, op grond dat wegens het afzonderlijk tarief voor minvermogenden, de regeling onder de toepassing van het 3e lid van art. 22 der Hooger-Onderwijswet valt, waarmede door den Raad geen rekening is gehouden. Om aan dit bezwaar tegemoet te komen, stellen B. en W. den Gemeenteraad voor, te doen vervallen de bepaling dat leerlingen tegen verminderd schoolgeld op het Gymnasium kunnen worden geplaatst en alleen leerlingen, hetzij tegen betaling van het volle schoolgeld, hetzij kosteloos tot die inrichting toe te laten.
GOUDA, 18 Oct. Het komt B. en W. dezer gemeente gewenscht voor het nieuwgebouwde Van Iterson Ziekenhuis aan de Krugerlaan, alléén te bestemmen vcor herstelzoekende zieken, en dit in geen geval open te stellen voor herstelde personen, die, soms oud van dagen en niet in staat zijn in hun onderhoud te voorzien — zooals er nu in het gasthuis verschei- Qene zijn — doch dezen dan in de oude ziekeninrichting te laten verblijven. In een uitvoerig, den raadsleden toegezonden stuk wordt derhalve voorgesteld te bepalen: Ie dat, wanneer het Van Iterson Ziekenhuis in gebruik zal zijn genomen, hït thans aan het Rotterdamsche Veer bestaande Bestedelingenhuis, onder den naam van het Sint Catharina Gasthuis of Bestedelingenhuis wordt vereenigd met en overgebracht naar het zoo noodig te vertimmeren gebouw van het Sint-Catharina Gasthuis aan de Oost-Haven, en wordt bestemd, behalve voor de opneming van bestedelingen, ook voor de verzorging van gewezen verpleegden van het Ziekenhuis, in wier verzorging het volstrekt onmogelijk blijkt op andere wijze te voorzien; 2e. Te bepalen, dat den gemeente-apotheker in dat gebouw eene vrije woning aangewezen blijft, en dat van een nader door B. en W. te bepalen dag af, de gemeente-artsen des voormiddags voor de onvermogende ingezetenen, die hen wenschen te spreken, zitting zullen houden in het in den tuin van het gasthuis staande — thans als isoleerinrichting in gebruik zijnde — gebouw, en wanneer kostelooze inentingen worden verricht, bovendien in de in dien tuin gelegen waranda, wordende de Regenten van de beide Gasthuizen met het schoonhouden van beide localiteiten belast en 30. de betrokken verordening voor de beide gasthuizen vast te stellen.
— Ook de tuiniersvereeniging «Gouda en Omstreken», besloot voortaan de veilingen aan de Groentenmarkt des middags te houden en wel op Maandag en Vrijdag, telkens aanvangende des middags te drie uur.
GORINCHEM, 17 Oct. Eenigen tijd geleden was door Gorcumsche kunstvrienden, 't fraai 16e eeuwsch huis *Bethlehem« aangekocht. Was dit niet het geval geweest, dan was waarschijnlijk de fraaie gevel voor altijd verdwenen. Dit zou wat te betreuren zijn geweest, want deze gevel behoort tot de schoonste uit ons land. Het huis werd in 1566 gebouwd en is voorzien van zwaar beeldhouwwerk. Het dankt zijn naam aan de voorstelling van den gevelsteen »De stal van Bethlehem». Boven de eerste verdieping vindt m:n een gebeeldhouwde , fries met ruiterfiguurtjts. Verder dierenkoppen en als hoeksteenen dienstdoende neushoorns. BacchuS is in slapende houding voorgestdd. Wij hoorden van pogingen die worden aangewend om van dit huis een museum oud-Gorcum te maken.
AARLANDERVEEN, 16 Oct. Dank zij de mildheid van een der parochianen Is de oude torenklok, dateerend van 1669, vervangen door een nieuwen, welke Vrijdag plechtig Is ingewijd door den Z.eerw. Heer G. S. Koopmans, deken van Alfen. Vooraf werd door den Z.eerw. Heer pastoor J. W. M. v. d. Bom een H. Mis opgedragen in de feestelijk versierde parochiekerk. De klok, uit brons gegoten, is vervaardigd door de firma B. Eysbouts te Asten (N.-B.) en heeft een zeer helder timbre. Zij weegt 650 K.G. De volgende inschriften zijn aangebracht: Die 15 Oct. 1909 nomen Ellsabeth Imposuit mihl Parochus J. W. M. van der Bom, (op den 15en October 1909 is mij den naam Ellsabeth gegeven door den pastoor J. W. M. v. d. Bont, alsmede Me dedit Elisabeth Knape in gratam memoriam parentum ejus Henrici Knape et Ellsabeth Zijerveld parochiae S. S. Apost. Petri et Pauli Aarlanderveen (Mij heeft gegeven Elisabeth Knape ter dankbare herinnering aan hare ouders Henrlcus Knape en Elisabeth Zijerveld van de parochie der HH. Apost. Petrus en Paulus te Aarlanderveen). De klok is versierd met de beeltenis der beide patroonheiligen.
PURMEREND, 16 Oct. Heden is alhier overlederï de uitgever J. Muusses. Vroeger onderwijzer heeft hij ln 1872 een boekhandel alhier opgericht en daaraan eene uitgeverszaak verbonden. Talrijk Is het aantal boeken, welke bij hem het licht zagen, vooral werken, het onderwijs betreffende.
BEST, 17 Oct. In de vergadering vanden raad dezer gemeente Zaterdagmorgen gehouden is de burgemeester Dobbelaere geschorst als raadslid, om reden hij levering heeft gedaan aan de gemeente, wat in strijd is met art 24 der Gemeentewet.
STADSNIEUWS. Ferrer-betoogingen.
Ook de hoofdstad van ons land heeft haar Ferrer-betoogingen gehad en wel in drie tempo's met een climax van heftigheid. Eerst vergaderde Zaterdagavond in «Plancius» de federatie «Amsterdam» van de S. D. A. P., onder voorzitterschap van den heer Th. van der Waerden, die, nadat de menigte socialistische liederen had gezongen, begon te vertellen, dat de Amsterdamsche arbeiders bij het vernemen van het bericht over Ferrer's veroordeeling van hun verontwaardiging, hun woede en hun verbittering willen doen blijken. Men had gemeend, dat men al eeuwen voorbij den tijd was, dal een Calvijn zijn tegenstanders verbrandde en de Inquisitie hare gruweldaden verrichtte. De man, die ieders sympathie verdiende door wat hij deed voor goed onderwijs, is gevallen onder de klauwen van het gemijterd barbarendom.
Hierna besprak mr M. Mendels den «gerechtelijken moord van Montjuich», waarvan de gansche wereld heeft gerild. Maar nu moeten de arbeiders niet zoo spoedig mede bewogen worden door de rilling der bourgeoisie, want die rilling duurt nooit lang. 't Lijkt, of er door de gansche beschaafde wereld een diepgevoelde ontroering is gegaan, maar 't kan niet anders dan voorbijgaand zijn, omdat het gansche maatschappelijk bestaan der bourgeoisie de bron is van alle onderdrukking, ook van de tegenwoordige Spaansche gruwelen, en tevens van al de gruwelen over heel de wereld. (Applaus). Het doodschieten van Ferrer is sleclits een moment uit de ontzettende worsteling van tiet Spaansche proletariaat tegen clericalisme en kapitalisme, maar een moment dat als met fel magnesiumlicht een photographisch beeld gaf van wat er in het door de natuur zoo rijk gezegende Spanje kan gebeuren.
Hierna schetste spreker, wie Ferrer was. Hij was het zuivere type van een nobelwilletiden individualist, die streed tegen de verstomping van het verdommende clericalisme. Hij leefde rustig in zijn omgeving, maar streed met stille energie tegen dat clericalisme, oprichtend de vaan van 't vrije, verstandige onderzoek. Hij werkte voor gestadigen vooruitgang, om te trachten zoo spoedig mogelijk tot het communisme te komen. Ferrer stond persoonlijk buiten de revolutionnaire beweging, althans van den laatsten tijd. De rechters hebben wel geprobeerd dit diets te maken, maar een formeele en plechtige verklaring in «L'Humanité», van den Spanjaard Mario Antonio, lid van het revolutionriair uitvoerend comité te Barcelona, spreekt dit «op eerewoord» en ernstig tegen. Maar de rechters telden dit niet, want zij wisten, dat Ferrer was de doodvijand van het clericalisme, dat «als een vuile, vieze zwarte kruisspin zijn smerige pooten sinds eeuwen over Spanje heeft uitgespreid.» (Daverend applaus). Het proces zelf was de meest bloedige hoon, een laffe paskwil, een hatelijk spotbeeld van elk begrip van justitie. Ferrer is vermoord op een politierapport, zonder eenigen schijn van bewijs. Hij is vermoord, omdat hij was de man van de volksontwikkeling, de volkskennis, de volksbeschaving. Nadat de heer Mendels de arbeiders gehekeld had en ook Ferrer's dochter, omdat zij nog telegrammen aan den Spaanschen koning hadden gezonden, begon hij tegen den laatste een scheldpartij. Zou men, vroeg hij, nu werkelijk gedacht hebben dat die «half-idiote Bourbon op den Spaanschen troon«. «dielan. ge uitgemergelde slungel, die zijn tijd verdeelt tusschen allerlei mallotige uitspattingen, zijn automobieltochien en zijn schieten op duiven», dat die man de groote eerlijke figuur zou zijn, die zich aldus onsterfelijk zou hebben gemaakt? Hij heeft zich zelfs niet onsterfelijk belachelijk gemaakt, die «onbenullige beul», die het instrument was van het clericalisme. Voorts gewaagde spr. ervan, hoe men ondanks Ferrer's protest, hem den laatsten nacht in zijn bel had doen doorbrengen in gezelschap van een Jezuïeten-pater, en hoe zelfs op wegnaar de plaats der terechtstdling een geestelijke naast hem ging. Men had, meende mr Mendels, zooveel respect voor Ferrer moeien hebben, dat men hem zijn laatste oogenblikken niet door zijn eigen beulen had laten vergallen. (Daverend applaus). Spreker vertelde nog hoe de onlusten in Barcelona waren ontstaan. Zij zouden ook te Amsterdam ontstaan, als men de 8- en 12-maanders naar de Gajoe-landen stuurde. Hij eindigde met een krachtige opwekking voor het socialisme, en riep allen op om te strijden tegen militarisme, kapitalisme en clericalisme. «Hoog de sociaal-democratische strijd, internat-onaal en revolutionnair». (Donderend applaus). En toen werd de volgende motie aangenomen ! «De groote openbare vergadering der federatie Amsterdam der S. D. A. P., bi-eeng.-komen om te protesteeren tegen den gerechelijken moord, op Ferrer gepleegd, spreekt haar diepgevoelden afschuw uit over deze misdaad en de in Spanje gepleegde gruwe'en, en betuigt hare ware sympathie met den strijd der Spaansche arbeiders tegen den stoffelijken nood en de geestelijke onderdrukking door het clericalisme en het kapifalisme»f Hiermede was deze betooging geëindigd. Ce zaal van «Plancius» was dicht bezet en ve!en konden geen plaats bekomen. Hiermede was het eerste tempo uit. Het tweede begon Zondagochtend in «De Dageraad», waar op de ochtendoefening door den voorzitter een inleidend woord werd gesproken over de Ferrer-zaak, waarna met aile stemmen de volgende motie werd aangenomen: «De ojjenbare vergadering der afd. Amsterdam van de vereeniging «De Dageraad», gehouden op Zondag 17 October 1909 in he. gebouw van de «Maatschappij voor den Werkenden Stand», spreekt hare diepgevoelde afschuw uit over de misdaad gepleegd op den persoon van Francisco Ferrer door de Kcr'< en regeerende klasse als wraak op de steeds voortschrijdende ontwikkeling en beschaving». Des namiddags werd in «Plancius» opnieuw vergaderd en nog drukker dan Zaterdagavond. Ditmaal waren het de vrije socialistische en anarchistische groepen, die de leiding hadden. Alle zalen waren vol en ook de tuin moest worden opengesteld en toen nog konden honderden geen plaats krijgen en begaven zich naar de Geelvinck. Wij kunnen natuurlijk van al het gesprokene geen melding maken, maar stippen er slechts een en ander uit aan. In de groote zaal waren op en naast h.t podium de vaandels neergezet, met rouw om/ floerst, van eenige anarchistische groejpen en vrij-socialistische vakvereenigingen. Van de bestuurstafel werd medegedeeld, dat mr S. van Houten, die als spreker was genoodigd, had bedankt, «omdat hij niet genoeg van Ferrer wist» (gesis en gefluit). De heeren Th. M. Ketelaar en ds. Du Buy, van Borne, eveneens genoodigd, zonden sympathiebetuigingen, maar waren verhinderd te komen. Kopie van een brief, door de Protestantsche Tuinbouwersvereeniging «Numa Pompilius» aan den Pauselijken vertegenwoordiger in Den Haag gezonden, naar aanleiding van Ferrer's dood, oogstte luiden bijval. Nadat de vergadering als teeken van rouw een oogenblik zich van haar zitplaats had verheven, zong het kinderkoor van de vrije groep «Haarlemmerpoort en Omstreken» eenige liederen. Mevr. Drucker profaneerde in het wild, dat de zaak-Ferrer er een was als de zaak van Christus, die ook door de priesters veroordeeld was, en had met dit thema veel succes. Negentien eeuwen zijn voorbijgegaan en nog is de wereld niet veranderd. Dit bleek uit citaten uit de «Leidsche Courant», de «Voorhoede» en «De Standaard». Ook nu zeggende clericalen, als ze de macht in handen hebben: «Vermoordt al wat u niet beihiaagt.» Dit altes komt vanwege het dogma, zei mevr. Drucker. De beste mensch, die aan het dogma kleeft, wordt een beest. In Parijs hebben de prot'esteerenden tegen 't fusilleeren van Ferrer. anderen vermoord. Dit laakte spr. ten sterkste, omdat 't niet aangaat de leer te huldigen : «Oog om oog, tand om tand». In 't bijzonder komt spr. op tegen het optreden van Jaurès in zn blad, de «Huima/ nité». Zij hoopt dat de Nederlanders nooit zoo zullen handelen door tot den opstand in Spanje aan te zetten want iedere opstand is spelen in de kaart der Spaansche inquisitie. De burgemeester van Cherbourg heeft zijn Spaansche ridderorde teruggezonden. Dit is een daad. Wellicht waren boycott van Spaansche waren en het afbreken van de diplomatieke betrekkingen met de Spaansche regeering goede protestmiddden Mits de opstand daarvan vèr blijft. (Applaus). -Ti P_ _t F' Frowein sprak in gdijken geest. Na te hebben verzekerd, dat het in Spanje niet zoo donker was als men hier wel denkt, omdat de vloedgolf der vrije gedachte reeds lang over de Pyreneeën was geslagen, is het Priesterdom er toch nog zeer machtig. Tot die groep, die Ferrer's dood heeft gezocht en weten door te drijven roept spr. : «gij zijt schijnheilige huichelaars, weg met uw kerken, weg met uw kloosters». (Applaus). Als protest moet geen geweld gebruikt worden ; geweld gaat altijd door geweld onder. Maar alle beschaafde naties moeten de diplomatieke betrekkingen met Spanje afbreken, zooals in de Fransche en Belgische parlementen zal gevraagd worden. Spr. besloot met de mededeeling, dat voor Ferrer een standbeeld zal worden opgericht, dat eens een plaats moet krijgen m Barcelona, maar voorioopig te Brussel zal opgesteld worden. Dit geschiedt zooals ook te Rome, tegenover het Vaticaan het standbeeld voor Giordano Bruno verrees, en te Genève dat van Servet. Niet, omdat de vrijdenkers waarde hechten aan zoon beeld van steen of metaal, doch wijl zoon monument het nageslacht bewijst, dat de vrije, vooruitstrevende denkbeelden toch ten slotte zegepralen. (Toejuiching). Ook de derde spreker, de heer Domela Nieuwenhuis bepaalde zich tot betoogen. Hij begon, onder gejuich der vergaderden, op te komen tegen de comedie, Zaterdagavond in dezelfde zaal door de sociaal-democraten gespeeld. Nadat van die zi'de de motie, gedaan om Ferrer voor de burgerlijke rechtbank te brengen, was bespot, komen de soc.-dem. thans Ferrer huldigen- Dit is walgelijk en tegen den geest van Ferrer. (Applaus). Maar er zijn nog soc.-democraten, die in dit opzicht mogen meespreken, Jaurès, Sembat bijvoorbeeld. Spreker heeft gelezen van een Spaanschen consul te Milaan, die zijn aanstelline aan de Spaansche regeering terugzond. Misschien zullen er ook sociaaldemocraten zijn, die, na die vertooning van gisterenavond, bun lidmaatschapskaart dier partij zullen terugsturen. (Toejuiching). Immers, terwijl men hier in drce'heid bijeen zit, is hier of daar vanmorgen in een Katholieke Kerk wel een «Te Deum» gezongen voor den dood van Ferrer. Als we wilten weten, hoe de Katholieken, zelfs in ons land, er over denken, dan moeten we niet de groote kranten lezen, maar de kleine. Uit een blaadje, dat (e Oudenbosch verschijnt, ci'eert spr- het verhaal van Ferrer's dood. en deze conclusie na de mededeeling, dat hij den bijstand des priesters geweigerd had : «Zoo. da* hij gestorven is, zooals hij geleefd heeft: ds een hond». (Gefluit en gesis). We moe- Jen dan ook niet zeggen : nu ja, dit is in Spanje gebeurd ; als ze kans zag.n zouden ze hier hetze,fde doen- Want ze hebben Ferrer niet vermoord omdat hij z.g. den opstand z°u hebben aangevoerd, maar om zijn pro. Paganda voor de vrüe school. Want een drom Van vrij-denkende mannen, van vrij-denkende vrouwen is de dood voor Rome. Afschuwehjk is de gedachte, dat men in onze 20ste eeuw nog vallen kan als offer voor de gewetensvriiheid. Spreker laakt de ho-ïiing der pers, die beweging maakt, nu Ferrer dood is. Ze sollen {"et den dooden Ferrer, vervolgt hij, doch wij nebben voor hem gestreden, bij zijn leven, omdat geestverwantschap ons met hem verbindt. Er gaan thans kreten op van wraak. Een politie-luitenant te Pariis verklaarde, geen twee sous te geven voor het hoofd van Alfons van Spanje; dezelfde vond ook. dat Alfons zn ledematen wel kon tellen. Toch mag dit ons laatste woord niet zijn, vervolgt de heer Nieuwenhuis. Laat ons beter zijn dan de Christenen. In zijn geest voortgaan op dien weg, is de beste huldiging aan de nagedachtenis van Ferrer. (Langdurige toejuichingen). Hierna begon het derde tempo, dat der opruiïing. De heer Kolthek had zich hiermede belast. Hij legde den nadruk op de medeplichtigheid van de groote pers aan den moord. * Wij wijzen de hulde der pers af. Gaat weg, huichelaars !» (Luid applaus). Verkeerd vindt hij het ook, dat mr S. van nouten is uitgenoodigd hier (e spreken. Die moge een hevig anti-papist zijn, hij is een sleenen stuk reactie. Zijn optreden hier zou een Uoon voor Ferrer zijn geweest. Die uitnoodig,ng g bewijst, dat men hier zoowel tegen *t:ï£ x, ,? £een de zwarte geestelijkheid te s rijden heeft. Deze spreke,- lacht om het voorstel van verbreking der diplomatieke betrekkingen met Spanje. Daar komt de bourgeoisie alleen terwille van het anti-clericalisme toch niet in. Neen, de moord op Ferrer moet gewroken worden. Ook met bloed. Sprekers «geweten» zou niet eerder rustig zijn, voor Koning Alfonso en al de officieren, die er bij betrokken waren, gesneuveld zijn. De docd moet hen overal aangrijnzen. Moord tegen moord! Laten zij sterven,! (Lang aangehouden applaus). Van de bestuurstafel werd nu de volgende motie voorgesteld : De vergadering enz., teekent krachtig protest aan tegen de wijze, waarop het proces Ferrer werd behandeld; spreekt haar diepe minachting uit voor de regeering, die de schurkenstreek beguig, Ferrer te fusilleeren; betreurt het ten zeerste, dat in den modernen tijd een dergelijke midden-eeuwsche-rechtsPraak en straf geduld kan worden; spoort alle vooruitstrevenden in den lande *ari, Ferrer te wreken; geeft daarom in overweging propaganda te j^ken voor een internationale boycütbeweging 'egen den Spaanschen handel; besluit deze motie in de pjers te publiceeren.
fen lid der S. D. A. P. wilde in de motie °°k «algemeen kiesrecht» inlasschen, maar werd «arteljjk uitgelachen. Een ander vond, dat men meer het Katholiek geloof moest bestrijden en *er» derde schold onze justitie wat uit, meer sPectaal den oud-Minister Loeff. Om de vergadering uit de verlegenheid te redden geven 9* heer Domela Nieuwenhuis en mevrouw "rucker .in overweging geen motie aan te neni6n Aldus geschiedde. . -n plaats van de motie kwam er wat anaers. Terwijl ook in de andere zalen door Reijnders en Kolthek het woord was sevoerd en in d'Geelvinck o.a. was gesproken er°F den bekenden anarchist J.W. Smit, kwam on 'n. bericht, dat die van d'Geelvinck befrJ lanCll»s aanrukten om samen een straatlaV^S'ng te houden en weldra was de Kerkj.J n -.Scheel gevuld met Ferrer-vricnden. Op ." Rembrandtplein was een troep reeds op pp politie gestooten, die haar uiteendreet en dpl J"3", die zich verzette, in arrest nam. Uit zl. Kerklaan kwam weldra een 1000 man opva a wier S 22811? °P bevel van commissaris S " Asperen werd gestaakt. Hun doel was het bewb-Che cons"laai- Dit stond echter onder «aking der politie. Te voet en te paard werk" de aanrukkende troepjes tegengehouden. 38 verschillende wegen trachtte men het nad?UW New-York aan de Leidschestraat te Mp~f n> maar alles mislukte en het gebouw "j? onder toezicht van de politie, dacht „was er echter blijkbaar niet op verkwaarf de verstrooide troepjes toch wel iets Peli_TS ZOuden willen doen en liet onbegrij N een 50-tal mannen, die langs den zaarnh • y°°rburgwal trokken, aan hare waakchef o "on,SnaPP
TUBANTIANA.
CCXX. Het anarchisme heeft in Twente nooit veel te beduiden gehad. Voor een goede twintig jaar, toen Domela Nieuwenhuis nog in de kracht zijner jaren was, scheen het eenigen tijd, alsof deze leer hier op onzen bodem voor goed vasten wortel zou schieten. Het gezond verstand echter der Twentsche arbeidersbevolking liet zich op den duur niet vangen door wat holle theorieën en de geesten lieten zich niet steeds maar opnieuw opzweepen door het vooruitzicht op de nabijzijnde revolutie, die aan de menschenkinderen het paradijs op aarde moest bezorgen. Na dat anarchisme is de sociaal-democratie gekomen en deze twee hebben — zoolang zij hier naast elkaar leven — met elkaar een strijd gevoerd op leven en dood. Had het anarchisme over veel profeten als Domela Nieuwenhuis kunnen beschikken, de sociaaldemocratie zou ongetwijfeld het onderspit gedolven hebben; want tegenover den magischen invloed op de arbeidersmenigte, waarover deze oude demagoog beschikt, moet het zelfs een Troelstra met al zijn oratorische talenten en zijn overredingsvermogen afleggen. Waar de verhoudingen tusschen anarchie en sociaal-democratie zóó zijn, is het niet on vermakelijk zoo nu en dan eens kennis te nemen van wat de een liefelijks weet te zeggen aan het adres van den ander.
Zulke gelegenheden hadden we hier in de laatste week te over. In Hengelo sprak Domela Nieuwenhuis en in Almelo Reinders. Beider onderwerp was natuurlijk de staking in Zweden en in Spanje. Wat de laatste vertelde wordt door den correspondent van de soc-dem. „Nieuwe Tijd" eenvoudig onzin genoemd: het gewone potje werd te vuur gezet. De sociaal-democraten hadden de staking in Zweden bedorven, omdat zij het neem- en eetrecht niet toepasten. De Spanjaarden evenwel waren revolutionairder, dus practischer. Zij hadden behalve winterprovisie ook veel geld weten machtig te worden. „Maar", zegt de correspondent, „de siaking werd toch verloren. De vergadering was echter gelukkig maar matig bezocht. Men wordt langzamerhand ook hier wel wat verstandiger." Voor de Almelosche arbeiders is dit laatste te hopen, vooral wanneer zij niet van het eene kwaad in het andere vervallen: van de anarchie in de sociaal-democratie; van de Scylla in de Charibdis. Omtrent de lezing van Domela Nieuwenhuis lees ik in hetzelfde blad: „'t Was een avond uit den ouden tijd; de menschen kregen de vermaning, om er toch vooral aan te denken, dat, als de revolutie komt, men deze niet ten halve moet voeren. Dus, zie je revolver na en slijp je broodmes." Nu beweren sommigen wel, dat Domela Nieuwenhuis een onschuldige theoreticus is, die zelfs geen vlieg kwaad zal doen en voor eenige jaren in een Duitsche gevangenis zijn weelderig maal met een armen medegevangene deelde, toch lijkt het me niet geheel overbodig, dat men zulke „onschuldige" dwepers, die door hun oproerige taal op indirecre wijze meer kwaad stichten dan menigeen, die voor het een of ander vergrijp met de gevangenis kennis maakt, eindelijk eens een slot op den mond legt. Barcelona staat daar als een leerzaam, maar tevens verschrikkelijk voorbeeld. Aan het telegram van Lansink en zijn Enschedeschen aanhang van anarchisten is in de Nederlandsche pers wel wat veel eer bewezen. Men doet het best door er medelijdend de schouders voor op te halen. „De Nieuwe Tijd" heeft het, dunkt me, aan het rechte eind, als ze spottend schrijft: „Als Ferrer nou niet vrij komt! Als dat niet helpt, helpt niks! En wat moet onze brave vrind Lansink wel gevoeld hebben, toen hij zoo familiaar-weg telegrafeerde: aan Alfonso, enz.!" Enfin, 't is een onschuldig genoegen, overigens 1 Met zoon telegram is de vrije socialisten-vereeniging te Enschedé weer voor geruimen tijd zoet! Geluk dr meel
Zooals de lezer zich ongetwijfeld zal herinneren, bestaan er reeds sinds ettelijke jaren plannen om Enschedé, en door zijtakken zoo mogelijk ook Oldenzaal en Hengelo, een kanaalverbindingte bezorgen met het kanaal Almelo- Nordhom en daardoor met al de waterwegen van Nederland en het buitenland. Nu is onlangs over deze belangrijke kwestie het rapport verschenen van den civiel-Ingenieur Deking Dura, dat in meer dan één opzicht hoogst merkwaardig en belangrijk is. Het kanaal moet gegraven worden door een terrein, welks laagste punt 19 M. en welks hoogste punt 32 M. boven A. P. ligt. Het punt van verbinding in het kanaal Almelo-Nornhorn ligt 21 M. boven A. P. In den bodem ligt een leemlaag, die ondoordringbaar voor water is en die daardoor een bedding vormt, waarlangs het water uit hooger gelegen streken naar lagere afvloeit. Het benoodigde water voor het kanaal moet dan ook uit het terrein zelve verkregen worden, op dezelfde wijze als de waterleidingen te Enschedé en Hengelo het benoodigde water uit den grond oppompen. Het kanaal zal 13.90 M. breed worden aan de oppervlakte en op den bodem 7.50 M. De diepte zal 1.80 M. bedragen en delengte van het hoofdkanaal 18 K. M.; de zijtak naar Oldenzaal 3 en die naar Hengelo 8 K. M. De gezamenlijke kosten worden berekend op ruim 1 \'2 millioen gulden en de onderhoudskosten jaarlijks op ruim 15.000 gld. Het waterverlies per dag is nogal aanzienlijk, vooral in de beide zeer hooge sluizen, die elk een verval zullen moeten hebben van 51/. M. Sluizen met zulk groot verval geloof ik niet, dat er in Nederland bestaan. Toch worden ze, ook in het buitenland mogelijk geoordeeld. Daarbij komt nog het waterverlies door verdamping, door lekken en door verzakking, te zamen berekend op ongeveer 19000 W per dag. Dit water moet eiken dag verkregen worden uit het grondwater, int riviertjes en beken, uit verzamelbekkens of door oppompen. Door terreinomstandigheden zal men wel tot de laatste manier zijn toevlucht moeten nemen, terwijl men ook het bij het schutten verloren gegane water weer kan oppompen. Voor de eerste manier zullen ongeveer 200 bronen met een tiental pompen benoodigd zijn en voor de tweede bovendien nog een drietal pompen. De haven te Enschede zal 4 H.A. groot worden, terwijl in het geheel ruim 160 H.A. grond zal moeten worden aangekocht.
Welke zullen nu de voordeden wezen, die het kanaal zal kunnen aanbrengen. De indirecte, zegt het rapport, zijn allerminst onder cijfers te brengen; doch het is duidelijk, dat in onze eeuw van vervoer, de plaats, die buiten den spoorweg ook een waterweg te harer beschikking heeft, krachtig staat in het bedingen van gunstige tarieven van goederenvervoer en bij eventueele naasting der spoorwegen, wanneer de concurrentie der maatschappijen, die tot nu toe het publiek ten goede komt, ophoudt, zal de mogelijkheid van vervoer te water eerst recht zwaar wegen. Wat de directe voordeden betreft, deze zijn gemakkelijk ie berekenen, als we Almelo tot voorbeeld nemen. Hier werden in zeker jaar — turf en steenkolen niet medegerekend — door de spoorwegen ,30 millioen K-G. waren aangevoerd en langs het kanaal 45 millioen, dat is 60 pCt. van het geheel. Voor Enschedé, dat jaarlijks, zonder de steenkool, 150 millioen KG. waren betrekt, zou er dus naar evenredigheid 90 millioen K-G. langs hel kanaal worden aangevoerd. Voor 10.000 K.G. graan betaalt men in Almelo aan vracht per spoor 25 gld., per boot slechts 15 gld. Dat geeft een voordeel van 10 gld. Daar Enschedé jaarlijks ongeveer 9 millioen K.G. graan betrekt, zou dat een voordeel zijn op dit artikel van 9000 gld. Zoo wordt een voordeel berekend op meel van 4000 gld., op hout van 6000 gld., op katoenafval en garen van 9000 gld. enz. enz. Kon Enschedé ook per boot zijn steenkolen betrekken evenals Nordhorn dat doet, dan zouden de voordeden, alleen voor de burgerij jaarlijks aan vrachtbesparing niet minder dan 35 duizend gulden bedragen. Daarbij komen dan nog de eventueele voordeden voor het vervoer van de steenkolen, die in fabrieken verstookt worden en dat is niet minder dan jaarlijks ongeveer 60 millioen K-G.
Uit het zeer tiitvoerig rapport heb ik slechts enkele grepen gedaan; doch deze zijn ruimschoots voldoende om te laten zien, van hoeveel gewicht het kanaal voor Enschedé, Hengelo en Oldenzaal kan worden.
Eenigen tijd geleden kon ik er op wijzen, dat de katholieke ziekenverpleging te Delden zoozeer aan de behoefte dezer plaats en van enkele omliggende gemeenten voldeed, dat er een aanzienlijke uitbreiding van het gesticht noodig was geworden. Ik had toen tevens de gelegenheid een woord van lof te brengen aan de milde gevers, die het Bestuur in staat stelden, tot deze uitbreiding over te gaan. Thans is het gebouw uitwendig voltooid en blijft nog het inwendige den geldelijken steun der parochianen vragen. Spoedig zal dan ook tot de Inwijding worden overgegaan. Als we door de vestibule het nieuwe gedeelte binnen gaan, vinden we rechts vier ruime ziekenzalen, voorts een wachtkamer, een observatievertrek, een linnenkamer, een toiletkamer met closets, een badkamer met warm- en koudwatergelelding en een operatie-kamer. Aan de zuidzijde van het gebouw strekt zich de ruime lighal uit, die door breede deuren geheel kan worden geopend. Licht en lucht hebben aan alle zijden vrijen toegang en centrale verwarming, electrische verlichting en waterleiding voldoen aan de hoogste eischen op het gebied der ziekenverpleging. In één woord het gansche gebouw is een sprekend bewijs, dat de Christelijke Charitas in onzen materialistischen en zelfzuchtigen tijd nog even heerlijk beoefend wordt, als in de schoonste dagen der Christenheid.