Hoe moet je deze romans nu op hun waarde beoordelen? Voorop staat dat een oordeel over een boek nooit objectief en waardevrij kan zijn. De aangesneden thema's bij voorbeeld kunnen de één bijzonder raken, terwijl de ander er koud noch warm van wordt. Een aantal dingen echter die stijl, opbouw en dergelijke betreffen, zijn misschien wel objectief te meten. Over het algemeen zijn de acht gelezen boeken wat dat betreft goed geschreven. Een uitzondering hierop in negatieve zin vormt 'Wankel evenwicht' van Corry Blei-Strijbos. Het boek wemelt van de kromme zinnen, („Het was een vreemde indrukwekkende avond, om zo te eindigen met een jongen van tien", blz.
91), vlakke beeldspraak
(„een huis zonder mensen is als een tuin zonder bloe-
men", blz. 59) en quasi diepzinnig gefilosofeer: „Hoe lang leeft een mens? Hoeveel dagen vult hij zelf al kiezend
in?" (blz. 40)
Qua opbouw en compositie verschillen de romans nogal. De meerderheid van de gelezen boeken heeft een rechtlijnige, chronologische op-
bouw, waarbij de gebeurtenissen telkens vanuit de-
zelfde persoon gezien kan
worden. Bij Mien van 't Sants roman kan dat trouwens niet anders, want die goot haar
verhaal in een dagboekvorm In de romans van Ine ten
Broeke-Bruins, Julia Burgers- Drost en Ankie Labordus-
Hansma is er wat meer afwisseling; deze schrijfsters werken met verchillende verhaaldraden, die ze beurtelings oppakken. Dat maakt deze romans levendiger en daardoor mijns inziens ook acceptabeler.
Een persoonlijk criterium bij het lezen van boeken die in de hedendaagse werkelijkheid gesitueerd zijn is verder de waarschijnlijkheid van de gebeurtenissen. Grappig is het dan ook altijd om in dit
soort romans iets te lezen in de trant van ~als het in een boek stond, geloofde je het niet." Waarom zou degene die het boek leest het dan wel geloven? Feit is dat verschillende auteurs een onver-
wachte en vaak ook wat onwaarschijnlijke wending aan hun verhaal moeten geven
om de boel kloppend te krijgen. Een deus ex machina
heet dat in moeilijke bewoordingen. HennyThijssing-Boer maakt het wat dat betreft heel bont als ze hoofdpersoon Rozelinde eerst een onver-
wachte erfenis en vervolgens een tweeling toebedeelt. Dolf Kloek heeft voor zn hoofdpersoon een instorting nodig om 'm weer op 'het rechte pad' te brengen. Het al genoemde 'Wankel evenwicht' besluit met een opgeloste
misdaad, een ongeluk én een promotie en bij Mien van 't
Sant komt de oude geliefde aan het slot haast letterlijk uit de lucht vallen. Ook hier steken de romans van de dames Labordus, Ten Broeke en
Burgers weer gunstig af. Duidelijk moge zijn dat er wel degelijk sprake is van kwaliteitsverschil bij de verschillende romans in één jaargang en dat de ene auteur het gewoon meer in de vingers blijkt te
hebben dan de andere
Concluderend kunnen we het aardig eens zijn met Spiegelserie-redactrice Marga de
Boer, die zegt: „Voorop staat dat het geen literatuur is. Je kunt het goede leesboeken noemen. Het is geen flutwerk, zoals de Bouquetreeks en dat soort boekjes. De auteurs
snijden problemen aan op
een niet-kinderachtige manier."