Wie waren nu de dichters die in de jaren twintig plotsklaps in de protestantse hoek verschenen? Peelen noemt namen: Kamphuis, De Groot,
De Bruin, Smit, Van Rand-
wijk, Achterberg, Houwink,
Jacobse en anderen. Zij kregen in hun blad 'Opwaart-
sche Wegen' te maken met een strijd op drie fronten: onderling, met de achterban die eng-moralistische maatstaven aanlegde, en de niet-chriselijke literaire wereld die altijd maar weer verklaarde dat christendom en kunst geen
gelukkig huwelijk konden sluiten.
Willem de Mérode was de
meester over allen, zonder in theoretisch opzicht mee te vechten. Hij schreef gedichten, af en toe ook scheldgedichten, maar een denkende rol heeft hij binnen de beweging nauwelijks gespeeld.
Kenmerkend voor hem is, dat hij zich niet met de ruzie tussen Heeroma en Houwink bemoeide, maar lustig zijn gedichten inzond naar 'Op-
waartsche Wegen' dat toen door Houwink in barthiaanse wateren gevoerd werd en
naar 'De Werkplaats' van
Heeroma dat niet onder een - isme wilde bukken.
Tussen de namen van de protestantse dichters duiken ook namen op van literatoren die we later in heel ander gezelschap terug zullen zien in de literatuur. In 'Opwaartsche
Wegen' publiceerden ook
Willem Brandt, Max Dendermonde, Chris van Geel, Jac. van Hattum, Han G. Hoek-
stra, Ed. Hoornik, Annie M.G. Schmidt, Gabriël Smit. Hun gedichten verschenen vooral nadat Houwink het bewind in 1934 naar zijn hand zette,
waardoor 'Opwaartsche Wegen' eigenlijk meer een algemeen dan een christelijk tijdschrift geworden was.
"Drie fronten". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1986/12/31 00:00:00, p. 55. Geraadpleegd op Delpher op 16-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010570054:mpeg21:p441
"Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1986/12/31 00:00:00, p. 55. Geraadpleegd op Delpher op 16-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010570054:mpeg21:p441
Gert Peelen heeft bij zijn keuze erop gemikt, de verschillende visies binnen het blad tot hun recht te laten ko-
men. Dichten voor de ge-
meente wilden de Opwaartsche Wegen-dichters niet zozeer, want hun poëzie kwam eerder op uit twijfel dan uit
vast geloof. Regels als: „er is een snaar gebroken / toen in mijn hand de Bijbel werd gelegd" (Ad den Besten) zijn
geen uitzondering. Merk-
waardig is 'Klein tijdrijm der vertwijfeling' van Eekhout,
waarin hij in de laatste regel zegt: „Wij bidden het keren der horden". Dat was in
1939, vlak voordat Eekhout een notoire NSB-er werd en zijn kunstbroeders aan de
Duitsers wilde verraden
Tijdverzen over werkloosheid komen voor (van Jan H. de Groot en Henk van Randwijk). Willem Hessels dichtte over de 'ongenade' van het calvinisme. Willem de Mérode
bleek het van een heel an-
dere zijde in zijn gedicht
'Dogmatiek. Jo van Dorp-
Ypma, toen nog Jo Ypma,
schreef in het gedicht 'In memoriam Jan Slauerhoff', dat „door een stille stem gezegd werd: / voor deze is de rust bereid". De Mérode, op zijn calvinistische ziel getrapt,
reageerde daar op in een felle kritiek die pas na zijn dood
gepubliceerd werd: „Slauerhoff is op een geweldig gedreven wind 0 van uit Opwaartsche Wegen' ten hemel gevaren, bij het geklank der snaren van Magdalena Ypma.
Voorwaar, men wordt hier gemakkelijker zalig, en, wie
weet, heilig, dan bij de Moederkerk". Deze verschillen
kenmerkten de 'Opwaartsche Wegen-groep.
En in zijn inleiding, èn in de keuze van de gedichten heeft Gert Peelen een uitstekend beeld geschetst van het blad 'Opwaartsche Wegen. Wie zich deze periode voor de
geest wil halen, kan deze
bloemlezing niet missen
Opwaartsche Wegen, een
bloemlezing uit de poëzie der jong-protestanten, samengesteld en ingeleid door Gert J. Peelen, uitg. Kok Kampen, 300 blz. gebonden f 65,-, ingenaaid f 29,90.
"Twijfel". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1986/12/31 00:00:00, p. 55. Geraadpleegd op Delpher op 16-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010570054:mpeg21:p441
Wie spreekt daar van Eeuwigheid? Liefde en ziel zijn gestorven. Stralend staat 't merkmaal van tijd En dood ons op 't voorhoofd gekorven. God is een verdord verhaal, Het Kruis een leugen geworden. Wij doemen het Bloed en de Graal. Wij bidden het keren der horden. jan Eekhout
"Klein tijdrijm der vertwijfeling". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1986/12/31 00:00:00, p. 55. Geraadpleegd op Delpher op 16-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010570054:mpeg21:p441