„Revius heeft driehonderd jaar moeten wachten op volledige erkenning van zijn dichterschap. In 1630 gaf hij zijn Over-ysselsche Sangen en Dichten uit, maar eerst na 1930 heeft hij in onze literatuur de plaats gekregen die hem rechtens toekomt." Zo begint het „Ten geleide" - geschreven door prof. dr. W.A.P. Smit - in het werk „Bloemen in Gethsemané". Even verder schrijft hij: „Onder de „Revianen" van de laatste decennia neemt L. Strengholt - met J.C. Arens - een vooraanstaande plaats in. Zijn bijdragen over aspecten en achtergronden van bepaalde verzen uit Revius' dichterlijk oeuvre (...) waren altijd de moeite van kennisneming en overdenking ten volle waard. (...) Bloemen in Gethsemané is bovendien een bijzonder gelukkige titel voor deze verzameling van studies over een dichter, die als motto voor zijn gedichtenbundel Psalm 146 : 2 koos: „Ick wil den Heere loven soo lange als ick leve, ende mijnen God lof-singendewijle ick hier ben".
Zeer geboeid heb ik dit werk gelezen. Vol bewondering voor de ruime belezenheid van de auteur» niet alleen op het terrein van de Nederlandse letterkunde en geschiedenis, maar ook van de Franse poëzie vooral uit de tijd van de Hervorming. Sommige artikelen - het klinkt wat „werelds" misschien - heb ik gelezen als een dedective; een mooi voorbeeld ervan is „De geschiedenis van een emblema". Een emblema is een „plaatje met een praatje", meestal in dichtvorm. Via een boeiende speurtocht leidt de auteur ons naar de hervormer Béza in Frankrijk. Niet alleen Franse hervormers, maar ook Franse humanisten hadden invloed, wat de vormgeving van de gedichten betreft, op Revius. Het werk van drs. Strengholt geeft veel achtergrondinformatie over het werk van een auteur die te lang onopgemerkt is gebleven.
Het boek is ook van grote waarde door de bibliografie die achterin is opgenomen. Hierin treffen we aan: 1. Moderne uitgaven van Revius' werk (de pas uitgekomen herdruk die ik 8 mei j.l. in de ND-Variant besprak is hierbij natuurlijk nog niet opgenomen) 2. Bloemlezingen, geheel of voor een belangrijk deel aan Revius gewijd. 3. Monografieën 4. De handboeken voor de Nederlandse letterkunde en 5. Artikelen, geheel of voor een belangrijk deel aan Revius gewijd, en werken waarin Revius op enigerlei wijze min of meer uitvoerig ter sprake komt. Een lijst vanaf 1770 tot heden; een prestatie! In de laatste rubriek is nog niet opgenomen het artikel van J.F. Geerds in De nieuwe taalgids, jan. 1976, p. 39-43 over het gedicht „Hij droegh onse smerten". In dit artikel bestrijdt Geerds de mening van Strengholt over dit gedicht. Het slot van dit artikel luidt: „De conclusie ligt dunkt me voor de hand: het sextet (de laatste zes
regels, L.L. B.) uit het sonnet van Revius vertoont geen enkele inhoudelijke overeenkomst met wat Strengholt citeert uit Lodewijk Makeblijde, het staat er eerder diametraal tegenover. Dat hoeft ons niet te verwonderen. De gereformeerde theoloog Revius was ook als dichter wars van iedere neiging tot mystiek of piëtisme; Gods geopenbaarde Woord prevaleerde in zijn denken, dat blijkt in de Over-Ysselsche Sangen en Dichten keer op keer. Bij alle innigheid en soms ook heftigheid in zijn gedichten valt dit „Archimedisch punt" steeds weer op."
Voor de EO (op 3 mei 1976) besprak drs. Strengholt het gedicht „Hy droegh onse smerten". Ook in dit programma verdedigde de auteur de mening dat er overeenkomst was tussen regels uit het gedicht van Revius en een gedeelte uit het mystieke gebed van Lodewijk Makeblijde. Revius was pas in het gebruik van mystieke gegevens van
niet-gereformeerden, volgens Strengholt, katholiek-gereformeerd. Ik zie echter geen tegenstelling in katholiek en gereformeerd; ik voel me in m'n gereformeerd-zijn juist katholiek. Misschien willen we Revius minder dogmatisch laten zijn dan hij in werkelijkheid was, om hem minder „hard" -schijnvoorstelling van veel buitenstaanders - voor te stellen? Hoe het ook zij, het werk van drs. Strengholt lokt ook uit tot tegenspraak, actie geeft weer reactie, en zo verdieping. Revius is het waard bestudeerd te worden, zoals zijn tijdgenoten een nauwkeurig onderzoek zijn ten deel gevallen.
N.a.v. Drs. L. Strengholt: „Bloemen in Gethsemané" - verzamelde studies over de dichter Revius -, een uitgave van Buijten en Schipperheijn/Repro-Holland - Amsterdam/Alphen a.d. Rijn, 174 pagina's tekst op fraai papier, met veel fotomateriaal, prijs f 18,90, uitgegeven met steun van het Prins Bernhard Fonds.
"door L.L. Bouwers „Bloemen in Gethsemané" – studies over de dichter Revius – Eruditie en vakmanschap". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/05/22 00:00:00, p. 7. Geraadpleegd op Delpher op 16-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572087:mpeg21:p017
"Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/05/22 00:00:00, p. 7. Geraadpleegd op Delpher op 16-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572087:mpeg21:p017
L.T.N, is de afkorting'voor Literaire Tijdschriften in Nederland. De „Werkgroep voor de Documentatie der Nederlandse Letteren" heeft een project ontworden, dat beoogt belangrijk literaire tijdschriften in Nederland te ontsluiten voor onderzoek van allerlei aard. Er is een beschrijvingssysteem gemaakt dat zakelij k-informatief wil weergeven wat erin het behandelde tijdschrift staat. Ik citeer uit de „Inleiding": „Dat aan dergelijke naslagwerken een grote behoefte bestaat, is aan iedere ingewijde bekend. Daar vele tijdschriften zelfs geen beknopte inhoudsoverzichten kennen en enigszins uitvoerige registers en monografieën in veruit de meeste gevallen ontbreken, stuit men bij het vinden van antwoorden op simpele zakelijke vragen al op grote moeilijkheden en beschikt men niet over het materiaal dat met name voor diverse soorten geschiedschrijving onontbeerlijk is."
De tijdschriftbeschrijving bestaat uit 3 afdelingen, a. de bibliografische beschrijving over niet direct-inhoudelijke gegevens: titel, aantal nummers per jaargang, verschenen prospectussen (zeer interessant om de beginselen - of zgn. beginselloosheid - van de redactie te leren kennen), enz. b. de analytische inhoudsopgave, een beknopte beschrijving per bijdrage met de namen van de auteurs, de titels van de bijdrage; c. de index met persoonsnamen, titels enz. gerangschikt volgens de letters van het alfabet. In de handel waren al de delen 1 en 2 over het tijdschrift „Critisch Bulletin"; deel 3 is nu verkrijgbaar en handelt over „De Vrije Bladen", een belangrijk tijdschrift in het literaire leven tussen de twee wereldoorlogen. Wie in de „Index" namen als Ter Braak, JDu Perron, Marsman, Vestdijk opslaat, ziet de lange rij titels van gedichten, kritieken, verhalen, enz. die juist in dit tijdschrift een plaats kregen. De redactie en uitgever schrijven in een prospectus, verschenen vóór de le aflevering van jaargang 6 (1929) 0.a.: „Zij ontdekten en steunden talenten - dichters, prozaschrijvers en essayisten - die, aanvankelijk onbekend, nu reeds hun waarde voor onze literatuur ten volle hebben bewezen. Zij schiften, door een voortdurend critische waakzaamheid, het kaf van het koren, mode van wezenlijke moderniteit, schijnbare actualiteit van waarachtig nieuw leven. Zij bleven een hecht, onafhankelijk bolwerk tegen de verwarringen en vervlakkingen die ons literair en dus ons cultureel leven voortdurend bedreigen." Waarom ik juist dit citaat geef? Het is eén van die fragmenten uit tic prospectussen waarin men die (zelf) bewuste, leidinggevende taal hoort van auteurs die niet meer zijn weg te denken uit de literatuurgeschiedenis.
Wat een werk hebben de auteurs verricht - hoeveel uren man-arbeid - om dit werk zo nauwkeurig, systematisch op te bouwen! Veel literatuur-liefhebbers zien hun studie vergemakkelijkt door dit precisiewerk. In de serie zullen nog delen volgen over o.a. de tijdschriften: Werk en Criterium, De Gemeenschap, Forum, Podium. Niet over „Opwaartsche Wegen?"
N.a.v. J.F. Geerds en J.M.J. Sicking: „De Vrije Bladen", deel 3 in de serie Literaire tijdschriften in Nederland, Thespaf Amsterdam.
J.M.J. SICKING
I.F. GEERDS
"Een belangrijk deel in de reeks L.T.N.". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/05/22 00:00:00, p. 7. Geraadpleegd op Delpher op 16-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572087:mpeg21:p017
„Omdat ik de dood met vrees, leef ik niet in de toekomst. ( ) Het Heden, of dat nu mijn eigen heden is of dat van een volk of een ras, is gedrenkt in het verleden, het dampt en geurt ervan. Het is concreet, het bestaat. Omdat dit nu eenmaal altijd zo was en is en zijn zal, is het ook volstrekt niet nodig om bewust in herinneringen te leven. Ik doe dat ook maar zelden. Als ik het zo nu en dan toch doe, is dat alleen omdat ik toevallig het voorrecht had in nauw contact te komen met enkele mensen van mijn generatie en vooral van de daaraan voorafgaande generatie, mensen die door hun gaven of enkel door hun aanwezigheid tot de onmisbaren, de onvervangbaren gerekend moeten worden." Dit zijn enkele citaten uit een boekje met herinneringen van de auteur aan: Lodewijk van Deyssel, P.C. Boutens, Herman Gorter, Martinus Nijhoff, Henrittte Roland Holst, J.H. Leopold, Frederik van Eeden, Totius, Menno ter Braak, E. du Perron, J.C. Bloem, Gerrit Achterberg e.a.
Het werkje is fraai uitgegeven; de tekst groen-op-wit gedrukt. De inhoud is typisch A. Roland Holst: een wat moeizame zinsbouw, slechts enkele (maar wel vaak rake) „penstreken" en de persoon komt ons naderbij. Tussen de waardering voor het goede in de mens, de voorliefdes voor Wijntje en Trijntje, de godslasterlijke taal in allerlei persoonstyperingen treffen we de uitzonderlijk sympathieke beschrijving van "een bezoek aan Totius, de Zuidafrikaanse, dienende dichter, die een complete psalmberijming en vele gedichtenbundels op zijn naam heeft staan.
N.a.v. A. Roland Holst: „In den verleden tijd", 102 blz., prijs f 19,50, een uitgave van BoelentfDe Bezige Bij, Amsterdam.
"Herinneringen van A. Roland Holst". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/05/22 00:00:00, p. 7. Geraadpleegd op Delpher op 16-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572087:mpeg21:p017