LAGE VUURSCHE - De bond van Vrije Evangelische gemeenten heeft deze week in Lage Vuursche zijn jaarvergadering gehouden. Besloten werd onder meer, dat de Theologische Hogeschool in Utrecht, die is geïncorporeerd in de Rijksuniversiteit van Utrecht, behalve als strikt theologische opleiding ook als vormingsinstituut zal functioneren.
Bij de Vrije Evangelische gemeenten neemt het aantal vacante gemeenten toe, omdat lang niet alle gemeenten een predikant kunnen onderhouden. Men aanvaardde de aanbeveling, dat het bestuur zal bemiddelen bij het tot stand brengen van combinaties van functies voor predikanten. Daarbij denkt men zowel aan het combineren van gemeenten als aan het combineren van de functie van predikant met die van leraar godsdienst of van pastoraal werker in een instelling.
Door aansluiting van de Vrije Evangelische gemeente van Deventer telt de bond thans 50 aangesloten gemeenten.
"Predikantentekort in Vrije Evang. gemeenten". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/06/04 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572097:mpeg21:p002
"Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/06/04 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572097:mpeg21:p002
[Van onze correspondent]
ESSEN — Gisteren is met de opening van een Wereldzendingstentoonstelling in de enorme Gruga Messe in Essen „Christival '76" begonnen, een groot studie-congres van Europese jongeren. Meer dan tienduizend deelnemers nit Duitstalige laden, waaronder Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland, stroomden gistermorgen binnen om van 3 tot en met 8 juni deel te nemen aan Christival '76.
De belangstelling voor het congres is zo overweldigend, dat enkele duizenden jongeren moesten worden afgewezen. De jongeren die de komende dagen de Essener Grugahallen bevolken zijn jonge christenen. Veel deelnemers zijn werkzaam in het christelijke jeugdwerk.
Doel van Christival is „vorming en bewustmaking van de taak die jonge christenen in deze tijd hebben". Het congres zal iedere morgen met een massale samenkomst beginnen waar een „basis-cursus" zal worden gegeven door onder andere de bekende kerkleider Festo Kivengere uit Oeganda. Voorop staat daarbij de training hoe het geloof in Jezus Christus door te geven en hoe anderen ertoe te leiden bewust Jezus Christus te volgen. '» Middags worden er speciale cursussen gehouden in vijf van de tien Gruga-hallen.
Veel van de in totaal 54 cursussen zijn gericht op vragen en problemen van deze tijd. De deelnemers hebben een ruime keuze. Persoonlijke evangelisatie en bijvoorbeeld strandevangelisatie tot en met de cursus, het christelijk geloof en de ideologieën en verantwoordelijkheid voor Israël. De belangstelling voor de praktische vorming op het gebied van christelijk jeugdwerk is het grootst. Zo schreven 384 deelnemers in op een voorbereidende cursus yoorbijbelwerk. 350 willen zich trainen in het zondagsschoolwerk en 452 gaat het erom gevormd te worden voor he evangelisatiewerk onder niet-gelovige jongeren. Grote belangstelling ooivoor het werk onder scholieren. Voor cursus nummer 20, hulp en geestelijke bijstand voor jongeren met problemen hebben zich 527 deelnemers aangemeld. De zorg voor een goed verloop van de 500 groepscursussen is in handen van ruim 500 in het jeugdwerk g? schoolde predikanten en jeugdwerkleiders. Een aantal van deze groepsleden heeft ook zitting in het comité van aanbeveling. Op deze lijst prijken ooi veel namen van leiders van de"1 Nederland bekende belijdenisbeweginï „Kein Anderes Evangelium" e.a* P* voorzitter van de raad van evangelische kerken, ook een lid van het comitéverklaardedeze week: „Christival '76» een noodzakelijke en goede zaak* Tegenwoordig is het moeilijk om j<"* mens te zijn. ledere jongere heeft nei evangelie nodig, want niemand kan zonder Jezus Christus. Dejongereheei de dragende gemeenschap met n evangelie nodig. Het geeft de weg aa»1» «fe» ön_ë{palu_sarelij3nr'
BISSCHOP FESTO KIVENGERE
"„ Christival 76" in Essen begonnen: Groot Europees studiecongres voor jongeren praktijkgericht". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/06/04 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572097:mpeg21:p002
[van onze redacteur geestelijk leven)
BOEDAPEST- Niet het marxistische staatsbeleid, maar het Hongaarse episcopalisme bedreigt in het land van Janos Kadar de ware godsdienstvrijheid. Dat althans is de mening van ds. Joszef Elias in de rede, die - wanneer hij een visum had gekregen - hij gehouden zou hebben tijdens een bijeenkomst van de Christelijke Gereformeerde kerk van Vlissingen en waarvan wij gisteren het eerste deel publiceerden.
De predikant hekelt in zijn rede sterk het financiële beleid van de top van de Hongaarse Gereformeerde kerk. De kerkleiding richt volgens hem instelling na instelling op en steekt daar veel geld in, terwijl aan de andere kant hele gemeenten wegkwijnen. Enkele gemeenten worden als etalage-kerken gebruikt voor buitenlandse bezoekers. De financiële hulp, die de kerkleiding vanuit het buitenland krijgt, wordt meestal gestoken in de talrijke kerkelijke instellingen, terwijl de wegkwijnende gemeenten er geen cent van zien. Wij moeten verdragen dat er in plaats van bloeiende gemeenten de pracht van kerkelijke ceremoniën komt.
„In tegenspraak met de bestaande wetten, trekt de hogere kerkoverheid, wier taak eigenlijk alleen het opzicht, de geestelijke leiding en de controle is, alle voorkomende zaken die in de gemeenten moeten gebeuren, tot zich: dus zij bouwt, zij renoveert, zij handelt de zaken af als „vaderlijk beschermheer". Echter, terwijl de hogere kerkelijke overheid de financiën der gemeenten kan controleren, is het omgekeerde hiervan niet het geval. Wat hiervan allemaal het gevolg kan zijn, is niet nodig om in details te vertellen.
Ik wilde de anatomie van het geref. episcopalisme bekend maken. Getrouw aan de geschiedenis, wil ik nog twee verschijnselen proberen mijn toehoorders onder de aandacht te brengen. Het ene verschijnsel is, dat er niettegenstaande de bekende autotomatische samenstelling en organisatie van de kaderleiding er
toch een kerkelijke leider gevonden werd in de kring van de esperes (deken), die zijn stem luid verhief tegen de kerkbedervende misbruiken. Deze man was Hajdu Peter, esperes van Boedapest, predikant van de kerkgemeenten Kelenföld.
Hij streed zijn strijd tegen het episcopalisme in 1965. De kerkelijke overheid wilde hem liquideren en al moest hij van zijn ambt van „esperes" afstand doen, hij mocht predikant van Boedapest (Kelenföld) blijven. Dit lèitste had hij uitsluitend te danken aan de hoogste macht in het land, die voor hem een goed woord deed.
Het tweede verschijnsel of probleem is; de algemeen bekende goede verhouding tussen de episcopaalse leiding en het staatsbestel.
De politiek is het uitdragen van de gemeenschappelijke zaak van velen, daarom eist het een maximum aan nuchterheid. Maar toch, de politiek is vol van hartstochten, terwijl deze de nuchtere beoordeling in gevaar brengen. Evenwel, ik zou op de weg van de bijbelse nuchterheid willen blijven. Opdat we in de politiek ook nuchter zouden blijven, hebben we de achting voor de in feiten verschijnende waarheid en billijkheid nodig, zodat we alles en iedereen in zijn soort zullen beoordelen; de kerk als kerk en de marxistische partij evenzo.
De in feiten verschijnende werkelijkheid is, dat het op calvinistische grond tot stand gekomen episcopalisme al een voorvaderlijke gave was, vóórdat ons staatsbestuur in communistische handen viel.
Een ander feit is, dat de episcopaalse leiding niet-marxistisch is. Het marxisme is immers een principe, dat voor zijn verwezenlijking een maximum aan moraliteit en offervaardigheid van zijn volgelingen eist, terwijl de episcopaalse leiding geen principes heeft, alleen belangen. Ten bate van deze belangen zijn ze in staat om alle mogelijke principes te verkondigen en de spraak van de daden te verwisselen met de daden van de spraak, wat geld in het laadje brengt!
Een derde feit is, dat de marxistische leiding, op zijn zachtst gesproken, geen opdracht heeft tot reformering van de inrichting van de kerk. Integendeel; als de kerkinrichting, momenteel de episcopaalse, het werk van de politicus vergemakkelijkt en de wereldbeschouwing van het politieke doel bereikbaar maakt, dan ondervindt ze alle steun van het staatsbestel.
Tenslotte is het gemakkelijker met één persoon te onderhandelen en met steeds dezelfde, dan met velen, telkens wisselende personen, 't Is niet te ontkennen, dat het vaderlandse bestel het geref. episcopalisme erg convenieert, maar het is een onware overdrijving om het episcopalisme en zijn uitwassen, op rekening van de Hongaarse marxisten te schrijven.
Het herdenkingsmonument ter ere van Michiel de Ruyter in de Hongaarse stad Debrecen.
"Niet overheid, maar kerkleiding bedreigt godsdienstvrijheid Hongarije". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/06/04 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572097:mpeg21:p002
De hervormde Dr. ,R. Boon (geb. 1920) is in de publiciteit geen onbekende. Van tijd tot tijd laat hij een boek verschijnen. Hij studeerde theologie in Amsterdam, Utrecht, Oxford (Mansfield College) en Edinburgh (New College). In 1951 promoveerde hij op een proefschrift over bet congregationalisme als bakermat van bet Amerikaanse protestantisme (titel: Het probleem der christelijke gemeenschap).
Naast tal van artikelen in verschillende tijdschriften en'bladen schreef hij enkele boeken: Apostolisch ambt en reformatie (1965); Offer, priesterschap en reformatie (1966); Een afgeschreven zaak? (de protestantse kerken in Nederland; (1967); Op zoek naar de identiteit van de kerk (1970); Ontmoeting met Israël, het volk van de Torah (1974).
Dit jaar (1976) kwam: Het Christendom op de tocht. Een onderzoek naar de opkomst van het Westeuropese atheïsme, Uitg. J.H. Kok te Kampen, 258 pap. (prijs ƒ 29,50).
Ook dit boek is, evenals de vorige, een goed gedocumenteerde studie. Want het motto is: Il faut avoir beaucoup étudié pour savoir peu, welk woord van Montesquieu (Pensees diverses, 134) in het Nederlands vertaald luidt: Men moet veel gestudeerd hebben om weinig te weten.
Toch bevat genoemd boek geen noten. Op een voorbeeldige manier is alles wat in Aantekeningen thuishoort ondergebracht in klein-gedrukte pericopen (pericoopjes), zodat alles op de juiste plaats tussen de groot-gedrukte tekst staat, doch de „noten-hater" kan ze overslaan.
De aanleiding t(**-de studie was dit: „Als je leeft in een omgeving, waar kerk en christendom zich voordoen als een verdwijnend randverschijnsel in de samenleving; als je door je functie dagelijks bent betrokken bij een voortgaand proces van ontkerstening - dan besef je eens te meer, hoe onmisbaar een helder inzicht is in de toedracht van dit vervreemdings-proces".
Zich op weg begevend naar het brongebied van de ontkerstening, heeft de auteur zich bewust beperkt na te gaan, waar in de christelijke cultuur van West-Europa de stroom van het atheïsme ontspringt. Soms zegt men dat wij voor de bronnen van het Westeuropese atheïsme terug moeten gaan naar de heidense klassieke oudheid. Zo hebben deïsten en atheïsten van de 18e eeuw voor hun bestrijding van het christendom veel ontleend aan een antieke dichter als Lucretius. Maar het werd dr. Boon tijdens de studie duidelijk dat hij om te beginnen kennis moest nemen van de kritiek, die in het christendom is ontstaan; die eerst geleid heeft tot een relativering van het christendom om tenslotte uit te lopen op het atheïsme met zijn radicale kritiek op en besliste afwijzing van het christendom.
Daarbij beperkt hij zich tot West- Europa; het terrein werd nog nader beperkt tot hoofdzakelijk wijsbegeerte, natuurwetenschap en geschiedenisbeschouwing uit de periode, de eeuw der verlichting, waarin het atheïsme als levens- en wereldbeschouwing zich openlijk begon te manifesteren.
"nieuwe boeken De opkomst van het atheïsme in West-Europa door ds. Joh. Francke". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/06/04 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572097:mpeg21:p002
Het kwaad zit in de inrichting van de Hongaarse gereformeerde leiding: het gevaar ontstaat van binnen uit, daarom moet dit ook binnen worden uitgestreden. Nu is de meerderheid van de gereformeerden galeislaaf en de slavenhouders zyn de leiders van het episcopalisme. De kerk moet onophoudelijk ge-reformeerd worden, zo belijden wij. De reformatie van nu zou bestaan uit het ontwerpen van een systeem, dat voor de kerk de levensgevaarlijke kliek zou ontbinden en de kliek-vorming voorkomen. Voorts, dat het in de hand zou werken, dat de Hongaarse gereformeerden op een innige familiegemeenschap zouden gaan lijken, waar geen vorst, waar niemand over onderdanen regeert, in tegendeel, waar de kerkleden eikaars lasten dragen, zowel in het vierjarige leiderschap als in de altijd durende leiding en zo Christus'wet vervullen. Het is totaal onverschillig of anderen dit willen of er tegen zijn. Dit is beslissend: dat de Hongaarse gereformeerden dit als één man willen.
Wat moeten we doen om het hierboven geschetste doel te bereiken? Wat kunnen wij doen en waarinkunnen de Hollandse gereformeerden en de admiraal De Ruyter van het Hollandse volk ons helpen? Voor alles moeten de Hollanders en de Hongaren tot de Admiraal van alle zeeën en tot de Leider van alle vaste land, Jehova, Zebaoth, tot Jezus Christus zich wenden, allen tesamen smekende aan Hem en tot Hem: „Help ons Admiraal"!"
"Galeislaven". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/06/04 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572097:mpeg21:p002
OMMEN - Op maandag 7 juni aanstaande, tweede Pinksterdag, wordt in het kerkgebouw van de [syn.] Gereformeerde kerk in Ommen de jaarlijkse bondsdag van de bond van gereformeerde meisjesverenigingen gehouden.
In de morgenvergadering die om 10.45 begint zal ds. J.J. Arnold van Amersfoort-West spreken over^ de doop: „Danken, niet bedanken", 's Middags zal de heer P. Jongeling het woord voeren over „Het evangelie en de revolutie". Deze bijeenkomst begint om 14.15.
"Meisjesbondsdag Ommen tweede Pinksterdag". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/06/04 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572097:mpeg21:p002
(ADVERTENTIE) 1 REPT DE PHPOÊaI 3fc=-=^|PfVO-m_UO« 1 » rT_TI Ni&.3oü^LUlWa| ££) BRBSSBiafirjÓSj I lfe\rto'^^i-I_^r_-_ I^X* 4 ___■_! ____rl -r.l _____D__Ll fl l_ IMTUXJ I_W j__a
"Advertentie". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/06/04 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572097:mpeg21:p002
Dwars door de eeuw van de Britse en Franse verlichting volgt dr. Boon de relativerende geest van kritiek op de voet, langs rationalisme en deïsme, lang scepticisme en pantheïsme (panentheïsme) om bij de wijsgeren van het materialisme met hun felle bestrijding en afwijzing van het christendom voor het eerst een openlijk beleden atheïsme te ontmoeten. Tal van figuren kunnen worden genoemd: het zijn de figuren die, gegrepen door een „natuurlijke religie" bij de ontdekte heiden volken in Oost en Zuid, een vaste grond in natuur en rede gaan zoeken. Stoa en Epicurisme (vanuit de oudheid) fungeren als inspiratiebron. Er kwam een complete omkeer in de verhouding tussen openbaring en religie: Augustinus (tot in de middeleeuwen) leert dat religie de bijbelse openbaring aandient. Via rationalisme en deïsme gaat men op weg naar het pantheïsme. Al vóór Kar! Marx is er de godsdienst-kritiek van Em. Kant („zuivere religie van de rede en reglementair kerkgeloof"), Hegel „verheffing en opheffing van de religie") en Feuerbach („de mens schiep god naar eigen beeld en gelijkenis") effenen de weg voor Karl Marx, die niet alleen het christendom maar ook het jodendom onder het spervuur van de kritiek legt. En zo komt de auteur bij het marxisme uit, dat in onze dagen een wereldhistorische betekenis heeft gekregen.
Van Marx en Engels uit komt dr. Boon tot een dubbele terugblik. Het marxisme brengt hem ertoe de argumenten van de Franse atheïsten te bezien, in samenhang met die van deïsten als Voltaire en van van een scepticus als Hume.
Een andere terugblik had als aanleiding na te gaan wat over het verschijnsel Israël is beweerd door de kritische wijsgeren.
Verder heeft dr. Boon de blik gericht op het samenspel van factoren in de ontwikkelingen van natuurwetenschap en historiebeschouwing, die de weg naar het atheïsme hebben geëffend. Het geheel wordt besloten met een hoofdstuk dat een aantal voorlopige vragen en gevolgtrekkingen biedt.
Samenvatten: er zijn 5 hoofdstukken, die de stof behandelen; 1. Van christendom naar atheïsme; 2. Karï Marx: voorbij de kritiek op de religie; 3. Onder de kritiek van de philosophes matérialistes; 4. Loochening van het verschijnsel Israël; 5. Hoe het tot atheïsme kon komen.
Pag. 241-251 bevat een alfabetische lijst van auteur met bibliographie. Die lijst bevat 62 namen van wijsgeren en andere wetenschappers uit de besproken eeuwen. De eerste naam is die van Jean Lerond d'Alembert (1717 -1783) en de laatste die van Roger Williams(l6o4 - 1683). Dr. Boon citeert geen werken over de atheïsten doch steeds uit hun eigen geschriften. Dat maakt zijn boek boeiend en waardevol.
"Opbouw". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/06/04 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572097:mpeg21:p002
U zult intussen hebben begrepen dat het onderhavige boek van dr. Boon geen eenvoudige lectuur is doch een studieboek.
Het vooronderstelt enige kennis van de Westeuropese „geestesgeschiedenis" en van de besproken wijsgeren en wetenschappers.
De gedachtengangen erin zijn logisch en de stijl is helder. Volgens de auteur was de eigenlijke drijfveer van de kritiek op kerk, christendom en maatschappij, dat ze wilde opkomen voor menselijkheid en vrijheid en zodoende met name de tekortkomingen van het christendom wraakte. Vandaar dat het atheïsme ook een reactie is op die tekortkomingen. Zodat er een uitdaging ligt voor de kerk. Dr. Boon ziet dan twee vragen opduiken. De eerste is: hoe kan de kerk tot een ontmoeting komen met een cultuur, doortrokken van een niet bijbelse ideologie, zonder daarbij in enig opzicht te kort te doen aan haar belijden van de Schriften als bron en regel van haar geloof? En de tweede vraag luidt: hoe kan de kerk, in de eerste plaats op haar eigen grondvlak, temidden van moderne religieuze stromingen en pseudo-religie voorkomen, dat opnieuw de scherpe scheiding tussen bijbels geloven en bijgeloof wordt verdoezeld?
Inderdaad, het Westeuropese athels" me, zoals dat vandaag al verder om zich heengrijpt stelt de christenheid voor zeer ingrijpende vragen.
Wij denken hier terug aan een boek uit de dertiger jaren van deze eeuw, uit 1937t nu een veertig jaar geleden, maar o.i. nog volop actueel: Geestelijk Weerloos of Weerbaar? De ondertitel luidde: „De geestelijke ontwapening der christenheid onder doperse invloeden van velerlei aard". Dè vraag in de verschillende bijdragen (van dr. G. Keizer, C. Smeenk, J.
Schouten, prof. dr. H. Dooyeweerd en J.H. de Goede jr.) was deze: hebben de christenen die geestelijke veer- en weerkracht, welke _U krachtens hun geloof moeten bezitten, om Schriftuurlijk weerbaar te zijn? Het opstel van prof. Dooyeweerd over „De gevaren van de geestelijke ontwapening der christenheid op het gebied van de wetenschap" is een indringend stuk, met grote diepgang. Daarin komt zeer reëel naar voren, dat het gevaar der ontwapening méér dan dreigend is en dat een ontwapende christenheid geen toekomst heeft.
Wij zijn nu een 40 jaar verder: de geestelijke ontwapening is een snel voortschjjdend proces geworden. De Schrifgetrouwe kerk en christendom is zeer klein geworden in vergelijking met het groeiend leger van afvalligen en atheïsten. Wanneer er geen nieuwe reformatie komt en wanneer de Schriftgetrouwe christenen niet de gelederen sluiten, is voor West-Europa het ergste te vrezen. Tegen de donkere achtergrond van het duistere communisme, dat niet minder Godloos is dan het nationaal-socialisme het was, lijkt het avondrood over het avondland te dalen.
Een boek als dat van dr. Boon dat een kanp stuk werk is, mist he.a_s de profetische allure, om de goede wee van de vernieuwing door Woord en Geest duidelijk uit te stippelen. Ook in de strijd tegen het opdringend atheïsme zullen wij instemmen met de laatste woorden in het boveneenoem „Maar deze strijd is niet hopelooT zó hij gestreden wordt in de volle wapen rusting van het geloof in Hem die gezegd l,eeft: „Mij is gegev ™' al e machfndehemelenopdeSrdë.'l„ wederom: „Vreest niet. Ik heb'de wereld overwonnen".
"Een korte evaluatie". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/06/04 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572097:mpeg21:p002
Beroepen te Loppersum-Westeren, den: kand. drs. N.H. Gootjes tj Leeuwarden.
"geref. kerken". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/06/04 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572097:mpeg21:p002
Zaterdag 5 juni 1976: AMERSFOORT - Zendingstentoon. stelling „Tot het einde der a»rrf... evangelieverkondiging op Irian JayVin' woord en beeld - met tekst en uitleg Verzorgd door de zendingscommissié van Amersfoort-C. in samenwerking met leerlingen van de Scholengemeenschap in kerkgebouw „De Kandelaar" aan de Heiligenbergerweg te Amersfoort. Van 9 tot 17.30 uur.
AMERSFOORT - Orgelconcert door organist Kees van Houten in SPAKENBURG - Concert in de Maranathakerk te Spakenburg door Herman Hopman (trompet) en Wim van Twillert (orgel). Werken van: Sweelinck, Purcelli, Albioni, Telt mann en Messiaen. Aanvang 19.30 uur; toegang gratis, programma ƒ2,50.
"dgenda". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/06/04 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572097:mpeg21:p002